Vindt de regering wapens belangrijker dan gezondheid?
De regering werkt aan een nieuw ontwerp van ministerieel besluit om de lijst van essentiële sectoren voor de derde keer in enkele dagen uit te breiden. Een van de sectoren die aan de lijst worden toegevoegd, is de “veiligheids- en defensie-industrie”. De PVDA is gechoqueerd door deze aanpassing.
“Is de productie van wapens echt belangrijker dan de gezondheid van de werknemers in die sector, en van hun gezinnen en hun naaste omgeving?”, vraagt PVDA-woordvoerder Raoul Hedebouw zich af. “Er is niks dringends aan de productie van munitie voor wapens. Wat wel dringend is, is dat er maskers, desinfecterende gel en beademingsapparatuur worden geproduceerd. Zaken die levens redden.”
Ter herinnering, bedrijven in sectoren die erkend zijn als essentieel, hoeven zich niet te houden aan elementaire gezondheidsregels, zoals social distancing.
De PVDA klaagde eerder al aan dat de lijst van essentiële sectoren veel te breed is. Raoul Hedebouw: “Onze studiedienst berekende dat de lijst twee derde van alle werknemers in de private sector omvat. En dan willen sommigen, waaronder de grote bedrijven, de lijst blijkbaar nog verder uitbreiden.”
Gezondheid moet altijd voorrang krijgen op alle andere overwegingen, vindt de linkse partij. De basisregels inzake gezondheid moeten in zoveel mogelijk bedrijven worden nageleefd en niet-essentiële sectoren moeten tijdelijk worden gesloten.
“Het uitgangspunt van de overheid moet zijn om tijdelijk te sluiten wat niet essentieel is, zodat we alle beschermingsmiddelen kunnen inzetten op wat écht essentieel is. Er is een tekort aan maskers en ander beschermingsmateriaal in ziekenhuizen, in rusthuizen, in winkels, in de voedingsindustrie, in de gevangenissen, in zorginstellingen, enz. Daar moet het dringendst werk van worden gemaakt”, besluit Raoul Hedebouw.