Tien vragen en antwoorden over de Oekraïne-oorlog
Oorlog is een serieuze zaak. Dit is geen tijd om politieke spelletjes te spelen. De PVDA heeft de oorlog van Rusland tegen Oekraïne onmiddellijk, onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig veroordeeld. Wij zijn erg bezorgd over een verdere escalatie van de oorlog. Onze dokters van Geneeskunde voor het Volk hebben de steuncampagne ‘helpen helpt’ opgezet om de slachtoffers van de oorlog te helpen.
De PVDA wil vrede door een onmiddellijk staakt-het-vuren, de terugtrekking van de Russische troepen, en een diplomatieke uitweg onder leiding van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Met als doel de ontwapening aan de grenzen, en wederzijdse veiligheidsgaranties. Dat is de enige manier om op korte termijn tot vrede te komen.
Wij verzetten ons tegen de politiek van graduele escalatie die elke vrede onmogelijk maakt. Bepaalde oorlogskrachten streven naar een langdurige oorlog. Men gaat van extreme sancties waar burgers overal slachtoffer van zullen zijn, naar levering van gevechtsvliegtuigen, tot de installatie van een no-fly-zone. Dat is de strategie van de totale confrontatie, die niet gericht is op vrede. Die strategie houdt ook nucleaire risico’s in en zou dramatisch zijn voor zowel de mensen in Oekraïne als voor alle volkeren van Europa.
Hoe langer de oorlog duurt, hoe meer men de werkende klasse zal willen doen betalen. De gasprijzen en olieprijzen gaan nu al door het dak. Oorlogsprofiteurs en speculanten doen gouden zaken. Bepaalde sancties kunnen grote gevolgen hebben voor de tewerkstelling hier.
De oorlog draait om macht en geld, zoals alle oorlogen. “Wanneer de rijken oorlog voeren, sneuvelen de gewone mensen”, klinkt de zegswijze. De werkende klasse kan bij deze oorlog alleen maar verliezen.
Lees hier in 10 vragen en 10 antwoorden wat de PVDA over de oorlog in Oekraïne zegt.
Al sinds Vladimir Poetin twintig jaar geleden aantrad als president van Rusland, is de PVDA een tegenstander van hem en zijn regime.
Terwijl verschillende traditionele partijen in Europa zaakjes deden met Poetin, spraken consequent linkse partijen als PVDA zich uit tegen zijn asociaal beleid en tegen zijn smerige oorlog in Tsjetsjenië.
Poetin is een kapitalist oligarch, anticommunist, oorlogsstoker en groot-Russisch nationalist. Onder zijn presidentschap is de ongelijkheid in Rusland enorm gegroeid. De oligarchen bepalen de dans, de werkende klasse betaalt het gelag.
De PVDA heeft onmiddellijk, onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig de inval van Rusland in Oekraïne veroordeeld. Dat zijn de feiten.
Poetin president met de steun van Blair en co
De PVDA is tegenstander van Poetin, en is dat altijd geweest, vanaf het eerste ogenblik. Dat kan niet gezegd worden van een aantal traditionele Europese politieke krachten, die in de Russische oligarch aanvankelijk een welgekomen bondgenoot zagen voor een lucratieve handel in olie, gas en andere kostbare grondstoffen.
Nog voor de verkiezing van Poetin eind 1999 trekt de Britse sociaaldemocratische premier Tony Blair, met zijn vrouw Cherie naar Moskou. Samen met Poetins vrouw Lyudmila, bezoeken ze het tsaristisch zomerpaleis net buiten Sint-Petersburg en het prachtige Hermitage Museum. De koppels gaan ook samen naar de opera in het luxueuze Mariinskitheater. Poetin wint de verkiezingen met de steun van het Russische establishment. En nog voor hij ingezworen wordt, is hij al weer te gast in Londen. Terwijl de Raad van Europa Rusland wil schorsen voor de bloedige oorlog in Tsjetsjenië zorgt Tony Blair ervoor dat Poetin bij de Britse koningin op de thee mag in het prestigieuze Buckingham Palace. Ook de Italiaanse premier Silvio Berlusconi ontwikkelt een jarenlange intieme vriendschap met Poetin.
In heel de wereld zie je vandaag hetzelfde mechanisme dat diegenen die vandaag consequent opkomen voor een onmiddellijk staakt-het-vuren en voor de-escalatie weggezet worden als pro-Russisch. Zo zegt Jeremy Corbyn: “Ik word ervan beschuldigd pro-Russisch en pro-Poetin te zijn. Ik ben pro-mensenrechten, dat is mijn standpunt. Poetin werd bevorderd tot president met de steun van Tony Blair en enkele andere Westerse leiders. Hij werd verwelkomd in het Westen, op staatsbezoek aan Groot-Brittannië. Op dat moment was de oorlog in Tsjetsjenië aan de gang. Het ontstellende verlies van mensenlevens van Tsjetsjenen en van Russen. De schending van de mensenrechten van het Tsjetsjeense volk, het racisme jegens de Tsjetsjenen in Moskou en andere steden was voelbaar. Ik maakte zelf deel uit van een delegatie naar Moskou met de parlementaire mensenrechtengroep.”
Het ruwe kapitalisme in Rusland
Vandaag zijn er krachten die beweren dat Rusland nog steeds ‘communistisch’ is. Maar die theorie klopt niet. De Sovjetunie is 30 jaar geleden opgedoekt. Sinds 1991 baadt Rusland in een extreme kapitalistische anarchie.
Wanneer Vladimir Poetin in 2000 president wordt, beweert hij dat hij Rusland opnieuw ‘op de kaart’ wil zetten. Dat wil hij doen door de Russische kapitalisten en oligarchen nieuw perspectief te geven, na de economische ineenstorting. Dat doet hij onder meer door grondstoffen als ijzer, nikkel, aluminium of diamant en – natuurlijk - olie en gas te exporteren. De hoge grondstofprijzen helpen de oligarchen de economie enigszins uit het slop te krijgen.
Het is de werkende klasse in Rusland die het gelag betaalt. De tegenstellingen tussen arm en rijk worden groter dan ooit. De inkomensongelijkheid in kapitalistisch Rusland groeit onder Poetin naar een niveau dat hoger ligt dan de inkomensongelijkheid in de kapitalistische Verenigde Staten. En dat wil wat zeggen. In Rusland claimt de top één procent 48 procent van alle bezit. De rijkste tien procent eigende zich drie kwart van alle bezit toe. De armste helft (!) van de Russen beschikt over nauwelijks 3 procent.
Bijna de helft van de bevolking heeft net genoeg geld voor voedsel en kleding, maar niet voor duurzame consumptiegoederen. Meer dan een derde van de huishoudens kan het zich niet veroorloven om voor elk gezinslid twee paar comfortabele, bij het seizoen passende schoenen te kopen. Meer dan de helft kan niet omgaan met onverwachte uitgaven.
De kloof tussen arbeid en kapitaal is enorm. Amerikaans professor Daniël Treismann toonde aan hoe onder Poetin de rijken niet alleen meer met de olie- en gassector snel hun bankrekeningen kunnen doen overlopen, maar ook met de handel in onroerend goed, chemicaliën, en telecom. Economisten als Filip Novokmet, Thomas Piketty en Gabriel Zucman ontdekken in 2017, dat de oligarchen het equivalent van 85 procent van het Russisch bruto binnenlands product op rekeningen in het buitenland, vaak in belastingparadijzen, geparkeerd hebben. Een echte diefstal van nationale rijkdommen, geproduceerd door de werkende klasse.
Kortom, de eigendomsverhoudingen in Rusland zijn door en door kapitalistisch, en ze worden met harde hand bewaakt door het Russische staatsapparaat van Poetin en zijn gevolg. Het staatsapparaat is uitgebouwd op twee assen: de versterking van law en order (repressie) enerzijds, en een enorm cliëntelisme anderzijds. De loyaliteit van Russische grootondernemers aan Poetin wordt door hem beloond door actieve staatssteun voor hun commerciële activiteiten. Zo weten bevriende oligarchen lucratieve contracten binnen te rijven voor grote staatsopdrachten. De verstrengeling tussen enorme rijkdom en politieke macht, is het kenmerk. De Russische justitie helpt de elite om haar positie en privileges te houden.
De onvoorwaardelijke en ondubbelzinnige veroordeling van Poetin
Er is niets positief aan Poetin. Niet binnenlands, en niet buitenlands. Dat is al twintig jaar ons standpunt. Op internationaal vlak treedt Poetin op als imperialist, die in de eerste plaats de onmiddellijke omgeving van Rusland onder controle wil krijgen. Van de vuile en uiterst gewelddadige oorlog in Tsjetsjenië tot de militaire inval in Oekraïne.
Vanaf de eerste seconde heeft de PVDA de misdadige inval in Oekraïne onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig veroordeeld. Op 22 februari, twee dagen voor de inval, veroordeelde de PVDA met klem de inbreuk op de territoriale integriteit van Oekraïne, toen Poetin de zelfverklaarde onafhankelijkheid van de Oekraïense regio’s rond Donetsk en Loegansk met veel bombarie erkende.
De ochtend van de misdadige inval van 24 februari twitterde PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw onmiddellijk: “De PVDA veroordeelt de Russische militaire interventie in Oekraïne: een flagrante schending van de Oekraïense soevereiniteit en het VN Handvest.” Diezelfde namiddag veroordelen Nabil Boukili in het Federaal Parlement en Kim De Witte in het Vlaams Parlement de misdadige inval. Iedereen die hun tussenkomsten heeft gezien of gehoord, weet dat.
In het Federaal Parlement zei PVDA-parlementslid Nabil Boukili op 24 februari: “Meneer de premier, mevrouw de minister, beste collega's, vannacht is er oorlog uitgebroken op het Europese continent na de aanval van Rusland op Oekraïne. Allereerst wil ik graag, namens mijn fractie, de Russische militaire interventie op Oekraïens grondgebied veroordelen. Of het nu de erkenning is van de onafhankelijkheid van de twee republieken, of het militair ingrijpen: deze twee acties zijn in tegenspraak met het internationaal recht en schenden het VN-Handvest. De soevereiniteit van het volk mag onder geen enkele omstandigheid in twijfel worden getrokken en de soevereiniteit van Oekraïne en respect voor zijn grenzen mag hierop geen uitzondering vormen.
Wij veroordelen deze interventie ook omdat ze leidt tot een oorlog, waarvan de gevolgen catastrofaal zouden zijn, voor het Oekraïense en Russische volk, maar ook voor alle Europese volkeren, en omdat deze militaire confrontatie nooit tot iets goeds zal leiden. Oorlog is niet slechts een schaakspel tussen machten om invloedssferen te veroveren. Oorlog gaat vooral over bommen die op mensen vallen, op scholen, op ziekenhuizen en die allerlei soorten infrastructuur vernietigen. Oorlog betekent verscheurde families. Het betekent mannen en vrouwen, kinderen en ouderen die de prijs van deze escalatie met hun dood moeten bekopen, terwijl de aanstichters ervan veilig thuis zitten. Oorlog betekent honderdduizenden vluchtelingen, die zijn ontworteld en een onzekere toekomst tegemoet gaan.”
In het Vlaams Parlement zei PVDA-parlementslid Kim De Witte diezelfde dag precies hetzelfde: “Collega, ook mijn fractie veroordeelt de Russische aanval op Oekraïne. Zowel de eenzijdige erkenning van de onafhankelijkheid van Donetsk en Loehansk als de militaire inval zijn flagrante schendingen van de Oekraïense soevereiniteit, van het Handvest van de Verenigde Naties en van het internationaal recht. De territoriale integriteit en de soevereiniteit van een volk mogen nooit ter discussie gesteld worden. Oekraïne kan daarop geen uitzondering zijn. Collega’s, wij veroordelen ook het Russische nationalisme en het chauvinisme van Poetin. Dat is niet onze visie. Het zal het Oekraïense nationalisme alleen maar aanwakkeren en dreigt de hele regio verder in brand te zetten. Tot slot veroordelen wij deze aanval omdat hij naar oorlog leidt. Het is al gezegd: een oorlog waarvan de gevolgen catastrofaal zullen zijn voor het Oekraïense en het Russische volk, en bij uitbreiding voor alle Europese volkeren. Uit deze militaire confrontatie komt niets goeds. Oorlog gaat over bommen die vallen op hoofden van de bevolking, op scholen, op ziekenhuizen, op allerlei infrastructuur. Het gaat over verscheurde gezinnen, mannen en vrouwen, kinderen en ouderen die de oorlog met hun leven betalen. Zij betalen de prijs voor de door hun leider gesponsorde oorlogsescalatie. Het gaat hier over honderdduizenden mensen die moeten vluchten en een onzekere toekomst tegemoet gaan. Kortom, wij veroordelen de woorden, de daden en de foute verantwoording van Poetin zeer scherp.”
In het Europees Parlement heeft de PVDA op 1 maart een aparte stemming gevraagd over de eerste drie artikels om de misdadige oorlog van Rusland tegen Oekraïne onvoorwaardelijk en streng te kunnen veroordelen. De PVDA stemde voor deze drie artikels die over de veroordeling geen enkele twijfel laten bestaan.
De mentale sabelslijpers tegen de PVDA
De krachtdadigheid waarmee de PVDA de misdadige oorlog tegen Oekraïne veroordeelt, is voor geen enkele interpretatie vatbaar. “Poetin is een kapitalistisch oligarch, anticommunist en oorlogsstoker die met zijn illegale inval in Oekraïne alle verdragen van de Verenigde Naties schendt. In zijn groot-Russisch chauvinisme stelt Poetin zelfs het bestaan van Oekraïne in vraag. Dat is waanzin. En precies daarom hakt hij in zijn toespraak minutenlang in op Lenin, omdat Lenin in 1922 de eenheid en autonomie van Oekraïne verdedigde.”, schrijft algemeen secretaris Peter Mertens op 25 februari.
Dat zijn allemaal feiten. “In elke oorlog wordt iedereen die voorzichtig is, die naar de argumenten van beide partijen luistert alvorens een standpunt te vormen, of die officiële informatie in twijfel trekt, onmiddellijk beschouwd als medeplichtig aan de vijand”, schrijft historica Anne Morelli. In haar baanbrekend boek ‘Elementaire principes van oorlogspropaganda’ onderzoekt zij hoe de geesten gewonnen worden voor de oorlog, en hoe de mentale sabels geslepen worden in de mechanismen van de oorlogspropaganda van de Eerste Wereldoorlog tot de Balkanoorlog.
De sabelslijpers van vandaag hebben vandaag een lastercampagne zonder voorgaande tegen de PVDA opgezet, en dat is veel minder onschuldig dan men denkt.
De PVDA wil vrede door een onmiddellijk staakt-het-vuren, de terugtrekking van de Russische troepen en een fundamentele oplossing door verwijdering van wapentuig aan de grenzen, ontwapeningsakkoorden en een nieuwe status voor Oekraïne.
Deze oplossing is realistisch op korte termijn. Wij verzetten ons tegen een strategie van escalatie die elke vrede onmogelijk maakt. Die strategie mikt niet op vrede en een directe oplossing, maar is uit op de totale confrontatie. Die weg houdt ook nucleaire risico’s in en zou dramatisch zijn voor zowel de mensen in Oekraïne als voor alle volkeren van Europa.
Consequent tegen de oorlog
Ik ben tegen de oorlog.
Ik was tegen de oorlog vorige week.
Ik was tegen de oorlog vorig jaar.
Ik was tegen de oorlog 20 jaar geleden.
Ik kom al 20 jaar op straat tegen alle oorlogen. Vandaag tegen de oorlog in Oekraïne. En morgen opnieuw. Geen oorlogstrom kan dat overstemmen.
Zo schreef Peter Mertens op 26 februari. De misdadige oorlog die Poetin in Oekraïne gestart is, zorgt voor vreselijke tragedies, in de eerste plaats voor het Oekraïense volk. Op korte tijd maken de bombardementen en de kogels honderden onschuldige oorlogsslachtoffers en moeten meer dan een half miljoen Oekraïners op de vlucht. Zoals elke oorlog, kan ook deze oorlog in die zin nooit ‘gewonnen’ worden. Wat overblijft, ongeacht het scenario, zijn mensen die zonen, dochters en geliefden voorgoed verliezen, mensen op de vlucht, die misschien nooit meer naar huis kunnen en een rouwproces dat generaties zal vragen. Een oorlog kan niet ‘gewonnen’, enkel ‘beëindigd’ worden. Daar moeten we zo snel mogelijk naar toe.
Het ergste wat nu kan gebeuren, is een aanhoudend conflict dat een hele regio maandenlang in grote chaos brengt en ontelbare mensenlevens zal kosten. In het worst case scenario loopt deze oorlog uit op een gewapend conflict tussen Rusland en de Navo-landen: twee tot op de tanden gewapende krachten, met massavernietigingswapens in hun arsenaal. De inzet is duidelijk: zij die het conflict verder willen laten escaleren, spelen met het vuur van een allesvernietigende nucleaire oorlog.
Verhoogde kans op een nucleair conflict
Op 20 januari dit jaar trekken wetenschappers van het gerenommeerde ‘Bulletin of the Atomic Scientists’ al flink aan de alarmbel. Voor het 75ste jaar op rij publiceren zij hun beruchte ‘Doomsday Clock’, een metafoor die tastbaar maakt hoe dicht we als mensheid bij een vreselijke catastrofe staan. Ze zetten de klok op honderd seconden voor twaalf, het dichtst bij het spreekwoordelijke middernacht ooit. De wetenschappers waarschuwen voor de gevaren van een nucleaire oorlog en verwijzen expliciet naar de op dat moment bijzonder onzekere en zorgwekkende situatie in Oekraïne. Ze benadrukken hoe “militair vertoon en militaire investeringen, samen met politieke statements, de kans vergroten dat kernwapens op een bepaald moment effectief ingezet worden”.
Vandaag is die bedreiging sterker dan ooit. Begin maart brengt Poetin de nucleaire eenheden van het Russisch leger in de hoogste staat van paraatheid. Op hetzelfde moment wijzigt Wit-Rusland haar Grondwet om opnieuw kernwapens op haar grondgebied toe te laten. De Franse Minister van Buitenlandse Zaken Le Drian reageerde op zijn beurt door te stellen dat “Poetin moet begrijpen dat de Atlantische Alliantie een nucleaire alliantie is”.
Lange tijd geldt de doctrine van de ‘nucleaire afschrikking’: de idee dat de permanente bedreiging van een volledige wederzijdse vernietiging net een garantie is dat de kernwapens nooit ingezet worden. Nucleaire wapens als waarborg van de vrede: het is niet alleen een bijzonder absurde redenering (de enige garantie dat kernwapens nooit ingezet worden, is een situatie waarin ze volledig en definitief verdwijnen); de situatie vandaag bewijst hoe de nucleaire aanwezigheid net gebruikt wordt om de oorlogswaanzin te laten voortduren, met alle potentiële gevolgen van dien.
De militaire doctrines verlagen verder ook de drempel voor het effectief inzetten van kernwapens. Noch Rusland, noch de Navo- kernmachten hanteren het ‘No First Use’-beleid’: de idee dat kernwapens niet als oorlogsmiddel gebruikt mogen worden, tenzij, en enkel tenzij, ze zelf met kernwapens aangevallen worden. De opperbevelhebber van de Navo-troepenmacht in Europa, Gen Wolters, pleit onomwonden om offensief, zij het op flexibele manier, als eerste in een conflict kernwapens te kunnen gebruiken. Ook de Russische militaire doctrine houdt in dat kernwapens gebruikt mogen worden als ze zelf slachtoffer zijn van een grootschalige aanval, maar ook, vager, ‘als het bestaan van het land in gevaar is’.
Deze situatie plaatst ons voor wat vredesactivist Ludo De Brabander een “dilemma met weinig keuze” noemt. Scherp gesteld: “Hoe verzoen je het recht op verdediging tegen een aanval met het potentieel gevaar dat het verder opdrijven van de oorlog kan leiden tot een wederzijdse nucleaire vernietiging?”. Het bestaande kernarsenaal laat inderdaad weinig aan de verbeelding over. De VS en Rusland hebben meer dan 90 procent van de 13.865 kernwapens in de wereld in handen, waaronder bommen die tientallen keer krachtiger zijn dan de atoombom die Hiroshima vernietigde.
De echte naïviteit bestaat er in nog meer oorlog aan de oorlog toe te voegen
In een context van militair opbod en harde oorlogsretoriek, tracht men zij die pleiten voor de-escalatie en diplomatie neer te zetten als naïef. De échte naïviteit komt echter toe aan zij die denken en proberen doen geloven dat deze oorlog in Oekraïne zelf beslecht gaat worden. We zijn hier getuige van een grotere botsing. Het zijn zij die nog olie op het conflict willen gooien, die spelen met het vuur van de nucleaire oorlog. Het zijn zij die vastzitten in een logica om nog oorlog toe te voegen aan de oorlog, die spelen met de veiligheid van heel Europa en een gevaar vormen voor de wereldvrede.
Er is maar één denkbaar alternatief dat een reële uitweg biedt, en dat is onderhandelen. In plaats van olie op het vuur te gooien, is het hoog tijd dat ons land aanstuurt op conflictbemiddeling. “We gaan toch niet onderhandelen met een brutale autocraat, een onberekenbare oligarch?”, klinkt het dan snel. “Wel, ik denk dat het nog altijd beter is om te onderhandelen met zo’n onberekenbare autocraat dan er oorlog mee te voeren”, reageert Ludo De Brabander gevat. “Of we het nu graag hebben of niet, we kiezen niet met wie we onderhandelen, maar we kunnen wel keuzes maken in die onderhandelingen die wegen openen om tot een noodzakelijke stopzetting van de oorlog en de-escalatie te komen.” Voormalig Labourleider en vredesactivist Jeremy Corbyn herinnert ons er aan dat “alle oorlogen met dialoog en een politieke oplossing eindigen. Waarom laten we nu de fase van het vechten niet achterwege om onmiddellijk over te gaan naar de fase van dialoog?”
Hoogleraar Conflict studies Jolle Demmers op zijn beurt ziet “een realistische en pragmatische focus op de-escalatie als enige uitweg uit deze gevaarlijke oorlogsdynamiek”. Concreet moet zo snel mogelijk een conferentie voor vrede, veiligheid en samenwerking in Europa samenkomen die alle partijen rond de tafel brengt, om te zorgen voor de-escalatie en een diplomatieke oplossing voor het conflict. Die onderhandelingen kunnen gebeuren op basis van de principes van de slotakte van de Helsinki-akkoorden van 1975 en van het Handvest van Parijs van 1990 (bij het verdwijnen van het Oostblok).
Een einde maken aan de spiraal van militair opbod
Om de helse spiraal van de oorlogsdynamiek en verdere escalatie van het conflict te doorbreken, moet een einde komen aan elk verder militair opbod. En dus aan het leveren van militaire steun aan de vechtende partijen. Ook dit punt plaatst ons opnieuw voor het dilemma, maar de vredesbeweging, bij ons en in Oekraïne, ziet absoluut geen heil in het sturen van wapens, wel integendeel. Ook de grootste vakbond van Duitsland en ’s werelds grootste georganiseerde arbeidsorganisatie, IG Metall, verzet zich expliciet tegen de levering van wapens in conflictgebied. Het Vlaams Vredesinstituut waarschuwt “hoe meer wapens er gebruikt worden, hoe groter de kans dat we het conflict gaan verlengen”.
In Duitsland keren ook verschillende sociaaldemocraten zich tegen een nieuwe bewapening. Onder hen de jongsocialisten van Jusos, en de arbeidersvleugel van de SPD. Dierk Hirschel van de SPD verklaart: “De herbewapening kan niet overtuigend worden gerechtvaardigd. De Navo geeft 17 keer zoveel uit aan het leger dan Rusland. Meer oorlogsspeelgoed zal de wereld niet veiliger maken. We hoeven niet met geld te gaan smijten om de Bundeswehr beter uit te rusten.”
Nucleaire ontwapening nu!
Naast vreedzame conflictoplossing, vereisen militaire stabiliteit en vrede in Europa ook maatregelen op vlak van wapenbeheersing en ontwapening. Het feit dat we dit debat vandaag nog moeten hebben, is al een teken aan de wand. In 1970 kwam het Non-proliferatieverdrag tot stand, dat steunde op drie pijlers: het voorkomen van de verdere verspreiding van kernwapens, de nucleaire ontwapening en het recht om kernenergie voor vreedzame toepassingen te gebruiken. De vraag is waarom er 52 jaar later nog altijd zo’n dertien duizend kernwapens op onze planeet staan opgesteld.
Zoals de Belgische Coalitie tegen Kernwapens stelt, is nucleaire ontwapening de enige manier om een humanitaire ramp te vermijden. Daarom dat op 7 juli 2017 122 landen een VN-verdrag tekenden dat kernwapens onomwonden verbiedt. Het is niet zomaar een symbolisch stukje papier, maar een bindend verdrag dat je zonder meer historisch mag noemen. Het verdrag dat in januari 2021 in werking is getreden, verbiedt het bezit, de productie, het dreigen met en het gebruik van kernwapens. België weigerde het verdrag tot nog toe te ondertekenen. Wat houdt hen nu precies tegen? Het draagvlak voor een kernwapenvrije wereld is alvast bijzonder groot. Een recente peiling toont aan dat 77 procent van onze bevolking wil dat België het Verbodsverdrag op Kernwapens ondertekent.
Hoe langer de oorlog duurt, hoe meer men de werkende klasse zal willen doen betalen. De gas- en olieprijzen gaan nu al door het dak. Oorlogsprofiteurs en speculanten doen gouden zaken. Niet alleen de oorlog zelf, maar ook de sancties en tegensancties zullen voor de hele wereld rampzalige gevolgen hebben. De werkende klasse wordt als eerste getroffen en dreigt deze oorlog duur te betalen, als we niet snel naar een staakt-het-vuren gaan.
Alle oorlogen draaien om macht en geld. Bij deze oorlog is dat niet anders. Sommige politici en oorlogsprofiteurs vertellen ons dat we de gevolgen van de sancties en een langdurige oorlog in Oekraïne maar moeten aanvaarden. Zij zeggen er niet bij dat zij zelf de gevolgen niet moeten ondergaan.
Nochtans zijn de gevolgen groot, in de eerste plaats voor de werkende klasse. Hoe langer de oorlog duurt, hoe meer problemen op vijf terreinen: (a) de energieprijzen; (b) de tewerkstelling in bedreigde sectoren; (c) het gevaar van stagnatie en crisis; (d) nieuwe besparingen om de militaire budgetten te compenseren; (e) een verdere inperking van onze democratische rechten.
Explosie van energieprijzen en kosten van levensonderhoud
Europa hangt voor zijn gas sterk af van Rusland, dat voor ongeveer een derde van de totale gasvoorziening instaat. Het kan niet zonder deze bevoorradingsbron. De Europese gasprijs stond half maart op een absolute recordhoogte: 350 euro per megawattuur (MWh). Vóór corona bedroeg de prijs ongeveer 20 euro per megawattuur. Hij was al fors gestegen, met name als gevolg van de liberalisering van de sector en de gevolgen van covid. Maar de oorlog in Oekraïne maakte de situatie dramatisch. Concreet betekent dit voor een gezin dat zich met gas verwarmt dat de factuur jaarlijks met meer dan 5000 euro kan stijgen. Voor werkende mensen zijn dat hallucinante en gewoonweg onbetaalbare bedragen. En ook vele bedrijven en bedrijfstakken raken in grote moeilijkheden.
Dan hebben we het nog enkel over gas. Rusland is de op één na grootste olieproducent ter wereld en levert ook ongeveer 25 procent van de olie aan Europa. De oorlog doet ook die prijzen door het dak gaan. De dieselprijs steeg al tot 2,20 euro per liter, en het valt te vrezen dat de prijs nog verder zal stijgen. Werkende mensen die hun auto absoluut nodig hebben, moeten nu gaan werken om hun brandstof te betalen... om te gaan werken. En een verlaging van de accijnzen met amper 0,17 euro, zoals de regering half maart besliste, zal daar helemaal niets aan veranderen.
Het ergst van al is dat die prijsstijgingen mogelijk nog maar een begin zijn. Momenteel is de Russische gas- en olietoevoer niet onderbroken. De sancties treffen heel veel sectoren, maar niet deze. Deze stijgingen worden alleen veroorzaakt door de angst dat de toevoer zal worden onderbroken. Een stopzetting van de olie- en gasinvoer zou noodmaatregelen vergen om energie te besparen en alternatieve leveringsbronnen te vinden tegen zeer hoge prijzen (met name het veel duurdere schaliegas uit de VS). Dit zou grote gevolgen hebben voor heel Europa. Het zou ook leiden tot hogere elektriciteitsprijzen, want een deel van de Europese elektriciteitsproductie komt van gascentrales.
Deze afhankelijkheid is het gevolg van het jarenlange Europese geliberaliseerde energiebeleid. Door de markt zijn gang te laten gaan, hebben we te weinig geïnvesteerd in isolatie of in duurzame energieproductie, waardoor we minder olie of gas hadden kunnen verbruiken en veel afhankelijk hadden kunnen zijn. Er is op dat gebied uiteraard een koerswijziging nodig, maar dat is geen kortetermijnoplossing.
De prijzen stijgen ook in een reeks andere sectoren, zoals voeding, mineralen, hout enz. Oekraïne en Rusland zijn twee van 's werelds grootste tarweproducenten. Samen exporteren zij wereldwijd ongeveer een derde van alle tarwe. Daarom noemt men Oekraïne de "graanschuur van Europa". Een langdurige oorlog, en de sancties, kunnen een verwoestend effect hebben op de oogsten en de export. Sancties tegen Wit-Rusland, Ruslands belangrijkste bondgenoot in de oorlog, zouden de situatie nog kunnen verergeren: het is een van de grootste producenten ter wereld van kaliumchloride, een belangrijk bestanddeel om meststoffen te verwaardigen. Het risico op een explosie van de voedselprijzen en een echte crisis in vele landen is dus reëel. Niet alleen in Europa, maar ook in landen in het Midden-Oosten die sterk afhankelijk zijn van de Russische en Oekraïense export. Volgens de Financial Times dreigen "stijgende voedselprijzen verwoestend te zijn".
Vandaag krijgt de werkende klasse al de volle laag. Deze prijsstijging drijft de inflatie in alle sectoren op, met een relatieve daling van de lonen als gevolg. De steunmaatregelen die door de regeringen - waaronder de Belgische regering - worden voorgesteld, zijn belachelijk in vergelijking met de omvang van de stijgingen. En dit zou nog maar het begin kunnen zijn als de oorlog niet ophoudt en er geen diplomatieke oplossing wordt gevonden. Daarom moeten de regeringen meteen actie ondernemen om de koopkracht van de werkende klasse te beschermen, met een onmiddellijke en structurele verlaging van de btw op energie (elektriciteit, gas en stookolie), een blokkering van de brandstofprijs op 1,40 euro, en ook maatregelen om de prijzen te beheersen.
Bedreiging van de werkgelegenheid in de rechtstreeks betrokken bedrijven en sectoren
Hoge energieprijzen bedreigen de werkgelegenheid in de industrie, vooral in energie-intensieve sectoren (staal, chemie, papier, cement enz.). Verschillende bedrijven in België, zoals BASF of Nyrstar, hebben al aangekondigd dat ze hun productie gaan beperken. In december 2021 schatte de Nationale Bank dat de hoge energieprijzen meer dan 10.000 banen in België in gevaar brachten. Dit cijfer zal nu waarschijnlijk veel hoger liggen.
Maar sommige bedrijven hebben ook grondstoffen uit Rusland nodig of voeren zelf uit naar Rusland, en dreigen zwaar te worden getroffen door de sancties. Rusland is een belangrijke speler op de wereldmarkt voor vele grondstoffen, zoals palladium (44%), tarwe (11%), platina (14%), nikkel (6%) en goud (10%). Volgens de financiële pers is de grondstoffenmarkt op weg naar de grootste wekelijkse stijging sinds 1974. Fabrieken zoals Safran Areo Booster, die werkt met titaan dat voor 70% uit Rusland wordt ingevoerd, of staalfabrieken zoals NLMK Tubize en La Louvière, die werken met plakken uit Rusland, zullen waarschijnlijk ernstige moeilijkheden ondervinden. Problemen met de olie-import kunnen gevolgen hebben voor de hele petrochemische sector.
Dit zal ook het geval zijn voor bedrijven die naar Rusland exporteren, zoals in de chemische en farmaceutische industrie. Al deze bedrijven zullen moeilijkheden ondervinden, met het risico dat de productie wordt stopgezet, dat er economische werkloosheid ontstaat en zelfs dat zij worden geherstructureerd.
Het gevaar van stagnatie en economische crisis
Maar het gevaar speelt zich ook af op wereldvlak. Twee jaar geleden moest de toch al zieke kapitalistische economie het hoofd bieden aan covid. De pandemie heeft alle logistieke en productieketens op wereldschaal ontwricht. Door de onderlinge verwevenheid van de huidige economie heeft dit gevolgen gehad voor het hele systeem. Het herstel van de wereldeconomie is een hobbelige rit geweest. Het veroorzaakt tekorten en bevoorradingsproblemen in vele sectoren. Dat leidde enerzijds tot (tijdelijke) werkloosheid, bijvoorbeeld in de automobielsector wegens de schaarste aan elektronische chips, en anderzijds tot een spectaculaire prijsstijging van grondstoffen als hout en. Die productieproblemen hadden vooral een weerslag op de prijzen van de producten en dus op de inflatie. De explosie van de energieprijzen (zie hierboven), maar ook van de voedsel- en huizenprijzen, heeft een grote invloed op de inflatie, die in Europa nu al enkele maanden sterk toeneemt. De hoge prijzen troffen de werkende klasse rechtstreeks in hun levensonderhoud. Ondanks een zeker herstel hadden wij de afgelopen maanden dus al te kampen met economische moeilijkheden.
Vandaag krijgt de economie een nieuwe schok door de oorlog in Oekraïne. Alle problemen zullen verergerd worden: de prijs van energie en grondstoffen (zie hieronder), maar ook de problemen op het gebied van logistiek en vervoer. De scheepvaartgiganten Maersk en MSC hebben bijvoorbeeld alle activiteiten met Rusland stopgezet. Daarnaast trekt het ene na het andere westerse bedrijf zich om public relations redenen uit de Russische markt terug.
"Oorlogsspanningen, bevoorradingstekorten en de vrees voor sancties veroorzaken een wereldwijde schok voor de prijzen van basisproducten. Dit zou een wereldwijde recessie kunnen inluiden en de politieke stabiliteit van samenlevingen in Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Azië en daarbuiten kunnen ondermijnen", schrijft Nicholas Mulder in The Economist. Hij voorspelt dramatische gevolgen van de sancties tegen Rusland voor de wereldeconomie.
Verhoging van de militaire budgetten die men zal compenseren door bezuinigingen
Frankrijk en Duitsland hebben reeds aanzienlijke verhogingen van hun militaire budgetten aangekondigd. Zo maakt Duitsland meteen 100 miljard euro vrij en kondigt het aan dat het meer dan de door de Navo gevraagde 2% van zijn bbp wil besteden om zijn leger te moderniseren en uit te bouwen. Andere landen zullen dit voorbeeld hoogstwaarschijnlijk volgen.
Zeker naarmate de economische moeilijkheden toenemen (zie boven), zullen deze investeringen ten koste moeten gaan van andere begrotingsposten. Wolfgang Munchau, journalist van de Financial Times schrijft: "Het belangrijkste fiscale effect van de Russische oorlog tegen Oekraïne is de enorme stijging van de defensie-uitgaven in Duitsland en Frankrijk. Hebben we de fiscale capaciteit om beide te doen, defensie en investeringen in hernieuwbare energie, op een moment dat de rentevoeten weer op een normaal peil komen?"
Met andere woorden, het gevaar dat de militaire uitgaven de geplande klimaatinvesteringen inhalen, is immens. Om nog maar te zwijgen van de budgetten voor gezondheidszorg, vervoer en huisvesting, die toch al onder druk staan en dreigen te worden opgeofferd in naam van de oorlogsinspanning ...
De inperking van democratische rechten en uitzonderingswetten
Zoals we ook hebben gezien na 11 september 2001 of na de aanslagen in Parijs, worden op dergelijke crisismomenten een hele reeks uitzonderlijke maatregelen en wetten genomen die de democratische rechten beperken. In naam van de "nationale eenheid" en/of veiligheid, wordt het recht om te protesteren beperkt. In Frankrijk bijvoorbeeld werd de noodtoestand afgekondigd, die met name werd gebruikt om in het kader van COP21 geplande betogingen te verbieden en een reeks activisten te arresteren. Waarschijnlijk zal dit ook deze keer het geval zijn, waarbij de regeringen de werknemers willen laten opdraaien voor de rekening en tegelijkertijd de ruimte voor protest willen beperken. In tijden van oorlog hebben we niet minder democratische rechten en debat nodig, maar juist meer (zie Waarom juist in oorlogstijd een democratisch debat essentieel is)
De werkende klasse zal de prijs van de oorlog in Oekraïne betalen, zoals zij ook de prijs van andere oorlogen in de geschiedenis heeft betaald. Daarom is het in haar belang om deze oorlog te stoppen en vrede af te dwingen, en heeft ze een belangrijke rol te spelen (zie Waarom de arbeidersbeweging een belangrijke factor van vrede is)
IJveren voor de vrede is vandaag essentieel, maar ook de strijd voor de bescherming van de werkende klasse. Voor sociale maatregelen zoals lagere btw, prijscontroles en loonsverhogingen. Die gevechten gaan hand in hand. Nu een aantal actoren van de crisis profiteren (de energiemultinationals die buitensporige winsten maken, de wapenmultinationals ...), moeten zij aan de financiering van deze maatregelen bijdragen.
De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat Europa meer dan ooit nood heeft aan duurzame veiligheid. De beste vorm is collectieve veiligheid, waarbij de veiligheid van de één de zorg van allen is.
Er bestaat reeds een Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) die precies dat doel nastreeft. De OVSE heeft in het verleden bewezen dat ze belangrijke akkoorden kan realiseren.
België kan daarin een voortrekkersrol spelen met een doctrine van ontwapening en samenwerking.
De veiligheid van de één is de zorg van allen
Veiligheid is een basisrecht, net als werk, gezondheid en onderwijs dat zijn. Een onbezorgd gevoel voor de dag die komt, dat krijg je maar in een veilige omgeving die je beschermt tegen oorlog, conflicten en bedreigingen. Voor jezelf, voor al wie jou dierbaar is, voor je buurt, voor je land. De enige duurzame veiligheid, is een collectieve veiligheid. Een veiligheid die alle betrokken actoren omhelst en vertrekt vanuit het principe dat de veiligheid van de één, de zorg van allen is en moet zijn.
De oorlog in Oekraïne maakt de behoefte aan zo’n collectieve veiligheid heel tastbaar. De enige weg die uitzicht biedt op stabiliteit en vrede, is er een die de veiligheid van Oekraïne, van Rusland, van de buurlanden en heel Europa integraal in rekening brengt. Een bijzonder moeilijke evenwichtsoefening, dat spreekt voor zich, maar wel het enige realistische en duurzaam alternatief voor een militair – en nucleair – opbod dat heel Europa in chaos dreigt te storten.
Dit evenwicht kan bewerkstelligd worden via een brede conferentie voor vrede, veiligheid en samenwerking in Europa die alle betrokken partijen rond de tafel brengt. Het goede nieuws is dat er al een platform voor bestaat: de OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.
Wat is de OVSE?
We kunnen die OVSE nog het best definiëren als een soort regionale Verenigde Naties. Het verenigt 57 landen, uit een gebied dat zich uitstrekt van Noord-Amerika – met de Verenigde Staten en Canada – tot Centraal-Azië, en het hele Europese continent daartussen.
Jarenlange discussies in dit kader mondden uit in afspraken over een tiental fundamentele principes die de gezamenlijke Europese veiligheid moeten garanderen. Principes die vastgelegd werden in de Slotakte van de Helsinki-akkoorden van 1975 (toen Europa nog verdeeld was) en in het Handvest van Parijs van 1990 (dat het einde van de Koude Oorlog bezegelde).
Het gaat over de volgende tien basisprincipes - erg vergelijkbaar met die van het Handvest van de Verenigde Naties:
- soevereine gelijkheid, respect voor de rechten die inherent zijn aan soevereiniteit;
- zich onthouden van de dreiging met of het gebruik van geweld;
- onschendbaarheid van grenzen;
- territoriale integriteit van staten;
- vreedzame beslechting van geschillen;
- niet-interventie in interne aangelegenheden;
- respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden, inclusief de vrijheid van gedachte, geweten, godsdienst of overtuiging;
- gelijke rechten en zelfbeschikking van volkeren;
- samenwerking tussen staten
- te goeder trouw nakomen van verplichtingen onder het internationaal recht.
Veiligheid voor allen
Belangrijk is dat de OVSE hierbij duidelijk een brede visie op veiligheid hanteert: het integreert niet alleen strikt de politiek-militaire aspecten van veiligheid, maar kijkt veel breder naar de economisch-ecologische en menselijk-sociale dimensies.
Centraal staat de idee van “collectieve en ondeelbare veiligheid”. Met andere woorden: mijn veiligheid, is jouw veiligheid. Dat is zo tussen mensen, dat is zo tussen staten. In het Handvest van Europese Veiligheid (1999) luidt dit essentieel principe als volgt: “Elke deelnemende staat zal de rechten van alle andere staten eerbiedigen. Zij zullen hun veiligheid niet vergroten ten koste van de veiligheid van andere staten.”
Deze collectieve benadering breekt met het blokdenken van de Koude Oorlog, waar er wel samenwerking is binnen elk blok, maar waarbij die samenwerking gericht is tegen een ‘externe vijand’. Wij zetten hier het principe van ‘collectieve veiligheid’ tegenover, dat veiligheid en samenwerking tussen alle landen vooropzet, in het voordeel van alle landen.
De OVSE speelde tijdens de Koude Oorlog een belangrijke rol in het doen afnemen van de spanningen tussen Oost en West. De drie ontwapeningsakkoorden die in haar schoot gesloten werden, deed ook het vertrouwen tussen de Europese landen groeien.
- In het Document van Wenen van 1990 verbinden de OVSE-landen zich ertoe informatie uit te wisselen over de omvang en de structuur van hun strijdkrachten en elkaar in te lichten over grootschalige militaire oefeningen;
- Het Verdrag inzake conventionele strijdkrachten in Europa (CFE, 1992) stelt beperkingen aan grote militaire uitrustingssystemen;
- Het Verdrag inzake het open luchtruim van 2002 (het Open Skies-verdrag), tenslotte, staat wederzijds ongewapende luchtverkenning toe.
Rusland schortte in 2007 deelname aan het CFE op en zette het in 2015 stop, omdat Moskou vond dat de Navo de gemaakte afspraken schond. Alleszins: onderhandelingen over ontwapening zijn dus zeker denkbaar in de schoot van de OVSE.
Vandaag kunnen er binnen de OVSE afspraken gemaakt worden over de neutrale status van bepaalde landen, met de nodige veiligheidsgaranties. Het gaat dan om een status die garandeert dat een land noch door Rusland, noch door de Navo of de EU ‘ingekapseld’ kunnen worden en dat er geen buitenlandse militaire basissen, troepen of wapensystemen gestationeerd worden, laat staan kernwapens.
Werken binnen de OVSE biedt de beste garanties op een duurzame oplossing. Zoals Annemarie Gielen van Pax Christi het verwoordde op de vredesmanifestatie van 26 februari in Brussel: “De kracht van de OVSE ligt in haar doel: de veiligheid in Europa vergroten en de onderlinge samenwerking tussen de lidstaten versterken. Snelle stappen vooruit kunnen we niet zetten. Toch is werken aan veiligheid én samenwerking de beste combinatie om tot langdurige vrede te komen.”
En waarom zou een klein, centraal gelegen en multicultureel land als België daar geen voortrekkersrol in kunnen spelen? Dat is ook de mening van Pierre Galand, voormalig PS-senator en pionier van de vredesbeweging in België, op diezelfde vredesmanifestatie: “Ons land is in staat een doctrine te hebben van ontwapening. Een doctrine van kernontwapening. Een doctrine van samenwerking in Europa, met alle volkeren van Europa”.
Veruit de meeste mensen willen vrede. Maar oorlog gaat over geld en over macht. Dus zijn er krachten die de oorlog verder willen doen oppoken. Daarom is het nodig dat zij die vrede willen, van zich laten horen.
De vredesbeweging vindt geen vrienden bij wie politiek of financieel gewin zoekt in de oorlog, bij oorlogsprofiteurs en speculanten. De vredesbeweging is een standvastige en moedige beweging die tegen het militarisme van de machtigen ingaat.
De vredesbeweging heeft een lange en sterke geschiedenis. Ze is in staat heel veel mensen te beroeren, want gewone mensen willen vrede.
Emoties omzetten in actie
Je veilig voelen, het is een basisbehoefte. Oorlog bedreigt dat gevoel in zijn wezen. Dat is angstaanjagend. Ook al leek oorlog voor velen hier in België vele jaren lang heel ver van ons bed, vandaag zet de Oekraïne-oorlog aan de grenzen van Europa dit angstgevoel bij ons op scherp. Er is ook het gevoel van woede, over een oorlog die wordt gevoerd voor weet-ik-veel-welke belangen, maar zeker niet die van de gewone mensen. En gelukkig overstroomt ook het gevoel van medeleven en solidariteit met al wie te lijden heeft onder de oorlog.
Willen we de oorlog en het militarisme tegengaan, willen we opkomen voor vrede, dan is het zaak om deze emoties ook om te zetten in acties. Acties die een steen in de rivier kunnen verleggen, en meer. Acties die druk zetten op de politieke krachtsverhoudingen. Acties die anderen bewustmaken. Acties die je niet op je eentje voert, maar samen in een brede vredesbeweging.
Een vredesbeweging die sterk genoeg in haar schoenen staat om de balans te doen kantelen richting vrede. Een beweging die niet in eigen kring blijft, maar allianties aangaat met andere strijdbewegingen zoals die van vakbonden, van klimaatjongeren, van vrouwenorganisaties.
Een rijke geschiedenis
Vandaag lijkt het wel of de vredesbeweging tegen de stroom in moet roeien. Gek toch? Kiezen voor vrede zou toch de logische, natuurlijke voortgang van de samenleving moeten zijn? In de recente geschiedenis zijn er herhaaldelijk grote massamobilisaties voor vrede geweest, in België, in Europa en op wereldschaal. Daar kunnen we hoop en inspiratie uit putten. En we willen er tegelijk een eigentijdse vorm en drive aan geven.
In 1950 lanceerde de Wereldvredesraad de oproep voor een totale ban van kernwapens. Die oproep werd bekend als de Stockholm Appeal. In een paar jaar tijd werden er 300 miljoen handtekeningen voor opgehaald. Op initiatief van Bertrand Russell en Albert Einstein lanceerden 52 Nobelprijslaureaten in 1955 een verklaring tegen kernwapens. Zo ontwikkelde de vredesbeweging zich tegen de agressieve koudeoorlogspolitiek. In de jaren 1960 en 1970 groeide de link tussen deze vredesbeweging, de burgerrechtenbeweging in de VS, de antikoloniale strijdbewegingen en het verzet tegen de oorlog in Vietnam.
In de eerste helft van de jaren 1980 kende ons land de grootste betogingen ooit: tegen de plaatsing van kernraketten in Europa, met verschillende keren honderdduizenden betogers. Dat was het resultaat van een brede en volgehouden mobilisatie, met honderden lokale actiecomités, de vakbonden, ngo’s en zowat het hele verenigingsleven.
Een brede beweging
De mensen die vrede willen zijn met veel. Heel veel. Velen die aanvoelen, die wéten dat het blokdenken, de toenemende wapenwedloop, de nucleaire dreiging alleen maar meer miserie meebrengen. Als wij samen onze stem laten horen, loud and clear, kunnen we het militair opbod, de toenemende militaire budgetten en de oorlog een halt toeroepen. En kunnen we het pad effenen naar vrede, via vredesdiplomatie, Europese initiatieven voor veiligheid en samenwerking, ontwapeningsakkoorden, het uitbannen van alle kernwapens.
Samen met Pax Christi, Greenpeace, Vrede vzw, intal, CNAPD en vele andere organisaties en vredesactivisten betoogde de PVDA vanaf dag één tegen de oorlog van Poetin in Oekraïne. Het platform voor die acties eist een onmiddellijk staakt-het-vuren, de terugtrekking van de Russische troepen uit heel het Oekraïens grondgebied en onderhandelingen met alle betrokken landen en internationale instellingen. En zij drukken hun steun en solidariteit uit met de vredesbewegingen in Oekraïne en Rusland.
Vredesactivisme
Bij elke oorlog krijgen vredesactivisten de wind van voren. Ze worden als naïevelingen weggezet, hun visie zou niet relevant zijn. “Pacifisme is leuk in vredestijd, maar in oorlogstijd moet dat liefst zo snel mogelijk aan de kant”, dat is zowat de redenering. Toch is het net bij een oorlog dat de vredesbeweging haar boodschap krachtig moet laten horen. Zoals de Britse journalist en activist Owen Jones schrijft: “De nood aan een standvastige en moedige anti-oorlogsbeweging is groter dan ooit… Ze zal geen vrienden vinden bij wie politiek of financieel gewin zoekt in de oorlog, maar ze moet in elk land aan de basis allianties zoeken. Ze mag dan, voorlopig althans, niet populair zijn, ze zal wel juist zijn.”
Vredesactivisten weten dat tot de tanden bewapende legers geen garantie op vrede bieden. “Zou Poetin geaarzeld hebben als België de volle 2 procent van zijn bnp aan defensie had besteed?”, vraagt Gie Goris, voormalig hoofdredacteur van MO-magazine, zich af. Als we vandaag schijnbaar machteloos staan tegenover de agressie van Poetin, dan is dat niet omdat we niet genoeg geïnvesteerd hebben in defensie. Eerder integendeel, vindt Gie Goris: “Misschien ligt het wel aan de obsessie met defensie, ten koste van vredesopbouw en vertrouwenwekkende maatregelen.”
Vredesactivisten staan niet alleen op straat als het wapengeweld weer ergens klettert. Ze weten verdomd goed dat vrede een proces van lange adem is. Met een onwrikbaar geloof in de mogelijkheid van een andere wereld, en van een ander mensbeeld. Is dat naïef? Of is het juist naïef te denken dat militair opbod, nog meer geld voor wapens, nog meer spierballengerol naar vrede zal leiden? Het vredesbod is het tegendeel van een zwaktebod. Dat vindt ook de Britse linkse politicus Jeremy Corbyn: “Het is een teken van kracht dat je bereid bent om naar het huidige conflict te kijken en te zeggen: dit moet worden opgelost en we moeten vrede tot stand brengen. Dus wat we nodig hebben, zijn meer stemmen voor vrede, meer anti-oorlogsactivisten over de hele wereld, om de gevaren en de dwaasheid van oorlog te onthullen en zich te verzetten tegen wat hun regeringen doen.”
Samen met de arbeidersbeweging
Om de balans richting vrede te doen doorslaan, is de brede werkende klasse nodig, met de kracht van haar getal, met de macht van haar vakbeweging. De Belgische, Europese en internationale vakbonden laten zich horen tegen de oorlog in Oekraïne en voor vrede, en met oog voor de internationale vakbondssolidariteit. Het ACV “veroordeelt scherp de inval van Rusland in Oekraïne” als “een flagrante schending van het internationaal recht”. Het vraagt “dat er een onmiddellijk staakt-het-vuren komt en dat de betrokken partijen terug aan de onderhandelingstafel komen om aan een vreedzame oplossing te werken.”
Ook het ABVV veroordeelt de agressie tegen Oekraïne, en steunt “samen met de internationale vakbeweging iedereen in Rusland en de regio die zich publiekelijk uitspreekt tegen de militaire interventie. Het is de plicht van de vakbonden in de regio om samen te werken teneinde een vreedzame oplossing van het conflict te vergemakkelijken en een gemeenschappelijke toekomst voor iedereen te waarborgen, zonder geweld of oorlog.”
Europe for Peace, een Europa voor Vrede. Daarvoor komt op 5 maart ook in Rome een brede coalitie van vakbonden, vredesorganisaties en middenveld de straat op. Van de CGIL tot het Rete Italiana Pace e Disarmo. De vakbonden willen dat de oorlog in Oekraïne stopt. De brede coalitie veroordeelt de oorlog die Rusland in Oekraïne heeft ontketend. Ze vraagt een staakt-het-vuren, en de terugtrekking van Russische troepen.
Van Italië en Europa verwachten ze politieke en onderhandelingsinitiatieven. Een beleid van actieve neutraliteit en ontwapening. Ze komen op voor bescherming, humanitaire hulp en rechten voor het gehele volk van Oekraïne, ongeacht taal en cultuur. In hun oproep staat: “Geen wapens meer, geen geweld, geen oorlog! Wij willen een Europa van vrede.”
Een internationale beweging
Het is erg belangrijk dat de vredesbeweging zich vandaag ook als een internationale beweging toont en uitbouwt. Daar zijn goede voorbeelden van, met de Stop the War Coalition en de Campaign for Nuclear Disarmament in het Verenigd Koninkrijk, en verschillende vredesnetwerken in de VS en wereldwijd, met inbegrip van het Zuiden. Dat helpt om een brede, internationale kijk te hebben op oorlog en vrede, hun oorzaken en gevolgen.
Mensen als Jeremy Corbyn, de vroegere Labour-leider in het Verenigd Koninkrijk, vragen altijd ook consequent aandacht voor andere oorlogen, die de Navo en westerse landen in het Globale Zuiden voeren of steunen, en die al te gemakkelijk onder de radar verdwijnen: in Jemen, Libië, Irak, Mali, Palestina,...
In Oekraïne en in Rusland klinken veel stemmen tegen de oorlog en voor vrede. Wat daarbij opvalt is dat ze ook oog hebben voor elkaars situatie, wars van elk nationalisme, in wederzijdse solidariteit.
Yurii Sheliazhenko, secretaris van de Oekraïense Vredesbeweging, zei in een recent interview: “Het is teleurstellend dat de steun voor Oekraïne in het Westen voornamelijk bestaat uit militaire steun en het opleggen van pijnlijke economische sancties aan Rusland. Ik bewonder de massale anti-oorlogsbijeenkomsten in Rusland, moedige vreedzame burgers die zich geweldloos verzetten tegen de oorlogsmachine van Poetin onder dreiging van arrestatie en straf.”
In Rusland spreken 600 ngo’s, voornamelijk uit de zorgsector, zich uit tegen de oorlog: “Wij verzetten ons tegen de militaire acties die ons land op het grondgebied van Oekraïne uitvoert. Heel ons werk bestaat uit het gevecht voor menselijke waardigheid, om levens te redden. Oorlog is een humanitaire ramp die pijn en lijden vermenigvuldigt. Wij roepen op het vuren te staken en onderhandelingen te beginnen.” Een petitie tegen de oorlog van Russische informatici verzamelde in een mum van tijd meer dan 30.000 handtekeningen. Ze drukken daarin ook hun ongerustheid uit “over het lot van hun Oekraïense collega’s, hun vrienden en familie”.
En in een open brief tegen de Russische militaire invasie van Oekraïne komen 350 wiskundigen die in Rusland werken met een boodschap voor internationale samenwerking: “Wetenschappers over de hele wereld werken aan projecten die geen nationale grenzen kennen, voor het welzijn van de hele mensheid. Internationale samenwerking, de verspreiding van kennis over alle grenzen heen, en humanistische waarden vormen de basis waarop de wetenschap is gebouwd.”
Overal ter wereld mobiliseert de arbeidersbeweging zich tegen de Russische invasie in Oekraïne en tegen de oorlog. De grootste vakbonden van Europa spreken zich massaal uit tegen de oorlog en tegen elk oorlogsopbod.
De arbeidersbeweging weet dat wanneer de gevestigde orde de oorlog verklaart, de werkende klasse het eerste slachtoffer is. Verschillende vakbonden spreken zich uit tegen een spiraal van escalatie en wapenleveringen. Zij willen niet dat er nog oorlog aan de oorlog wordt toegevoegd en vragen een snel staakt-het-vuren en vredesonderhandelingen.
De vakbonden spreken zich massaal uit tegen het oorlogsopbod
Overal ter wereld mobiliseert de arbeidersbeweging zich tegen de Russische invasie in Oekraïne, uit solidariteit met het Oekraïense volk en de Oekraïense werkende mensen, voor vrede en de-escalatie. Dit is onder meer het geval bij de CGT (Frankrijk), Ig Metall (de Duitse vakbond van de metaalarbeiders, de grootste vakbond van Europa), de CGIL (Italië). België is geen uitzondering, zowel het ABVV als het ACV verkondigden publiekelijk "de Russische militaire aanval te veroordelen" en eisen dat onze regeringen "alle politieke en diplomatieke middelen aanwenden om een de-escalatie te bewerkstelligen".
De grootste vakbonden van Europa spreken zich massaal uit tegen de oorlog en tegen elk oorlogsopbod. De arbeidersbeweging weet dat wanneer de gevestigde orde de oorlog verklaart, de werkende klasse het eerste slachtoffer is. Zij wordt naar het front gestuurd en moet haar doden tellen. Zij betaalt de rekening van de oorlog, de economische sancties, de militarisering van de samenleving en de winsten van de wapenhandelaars. Dit geldt uiteraard voor het gebombardeerde Oekraïense volk. En dit geldt ook voor de Russische werkende klasse, die ook de grote verliezer zal zijn van het oorlogsbeleid van Poetin en zijn oligarchen.
Moeten we wapens leveren om vrede te sluiten?
Tegenover de brutale Russische invasie in Oekraïne en het wapengekletter vragen vele vakbondsleden zich af hoe we een concrete weg naar vrede kunnen terugvinden. Helpen we de Oekraïners door ze wapens te zenden? Zoals Duitsland, Frankrijk en de Europese Unie die plotseling honderden miljoenen euro's vrijmaken om wapens te sturen. Zoals het huidige discours over de remilitarisering van Europa.
Voor deze vraag roept Europa's grootste vakbond IG Metall, de Duitse vakbond van de metaalarbeiders, op tot "werken aan diplomatieke oplossingen" en "verzet tegen wapenleveringen aan het conflictgebied". Hetzelfde geldt voor de CGT, die eist dat "bedreigingen en wapenleveringen aan alle partijen worden stopgezet". En ze veroordeelt "militaire allianties, waaronder de Navo, als een permanente bedreiging voor de vrede". In Italië roept de CGIL op tot vredesonderhandelingen in het kader van de VN.
Deze standpunten liggen in de lijn van die van tal van andere vooraanstaande personen zoals Dominique de Villepin, Jacques Attali, Yánis Varoufákis, Jeremy Corbyn en vele anderen. Zij gaan ervan uit dat geen enkele oorlog ooit werd opgelost door oorlog aan oorlog toe te voegen. Integendeel, wapens zenden, dreigementen en unilaterale besluiten dragen bij tot de escalatie. En noch de werkende klasse in Oekraïne, noch die in Rusland of in de rest van Europa heeft belang bij een escalatie die zou kunnen leiden tot een botsing tussen kernmachten. Alle volkeren zouden bij zo'n scenario verliezen. De enige weg vooruit is een onderhandelingskader dat alle partijen omvat, een onderhandelingskader waarin geen militaire bondgenootschappen tegenover elkaar staan, maar een dat gebaseerd is op eerbiediging van het VN-Handvest.
Hoe kan de arbeidersbeweging de gebeurtenissen beïnvloeden?
Verschillende Europese vakbondscentrales van metaalarbeiders herinneren eraan:
De georganiseerde werkende klasse heeft altijd een belangrijke rol gespeeld bij het bevorderen van de vrede. Wij staan in het centrum van de productie, wij zijn georganiseerd, internationaal verbonden en niet verdeeld op nationalistische basis.
Deze centrales roepen op tot een internationale mobilisatie om de Russische invasie te veroordelen en roepen op tot vrede. Zij roepen op om op straat te gaan met de vlag van de vrede en druk uit te oefenen op de regeringen om oorlogsopbod en militarisering te laten varen.
In die zin nemen zij het werk over van Jean Jaurès, de oprichter van de Franse krant l'Humanité en een sleutelfiguur in de Franse arbeidersbeweging aan het begin van de vorige eeuw. In zijn laatste toespraak op 25 juli 1914 zei hij: "Wanneer wij bedreigd worden door moord en wreedheid, is er maar één kans om de vrede te vrijwaren en de beschaving te redden, namelijk wanneer het proletariaat al zijn krachten verzamelt, die ook een groot aantal broeders, Fransen, Engelsen, Duitsers, Italianen en Russen omvatten". Jean Jaurès werd vermoord door nationalisten. Dit maakte het voor Frankrijk en Duitsland gemakkelijker om de oorlog in te gaan. Maar zijn ideeën bleven overeind, en latere gebeurtenissen bewezen dat hij gelijk had. De Eerste Wereldoorlog was een slachtpartij waarbij miljoenen mensen uit de werkende klasse werden afgeslacht ten gunste van de heersende klassen van de imperialistische landen. Natuurlijk is elke historische situatie anders en kan zij niet met een andere worden vergeleken, maar het is onder andere uit de ervaring van de Eerste Wereldoorlog dat de arbeidersbeweging de vrede tot een van haar voornaamste bekommernissen heeft gemaakt en dat vandaag nog steeds doet.
De verschrikking van de oorlog in Oekraïne deed op amper een paar dagen tijd honderdduizenden gezinnen op de vlucht slaan. In allerijl gevlucht, zonder water, zonder voedsel, zonder warme kleren, zonder onderdak.
Gelukkig wordt Europa ondertussen ook overspoeld door een golf van solidariteit. Mensen bieden spontaan vervoer, spullen of onderdak aan.
Dat doen ook onze medewerkers van Geneeskunde voor het Volk. Onder het motto ‘helpen helpt’ startten zij een geldinzameling. De opbrengst wordt integraal doorgestort aan de ngo Dokters van de Wereld voor hulpprojecten ten behoeve van de slachtoffers van deze oorlog. Alle slachtoffers van de oorlog, onafgezien van geslacht, afkomst, of huidskleur.
Een enorme golf van solidariteit
De verschrikking van de oorlog in Oekraïne deed op amper een paar dagen tijd honderdduizenden gezinnen op de vlucht slaan. In allerijl gevlucht, zonder water, zonder voedsel, zonder warme kleren, zonder onderdak. En niet te vergeten: zonder enig perspectief. De zucht van opluchting, eens men de grens is kunnen oversteken, maakt dan ook onmiddellijk plaats voor stress, onrust en angst. Want: wat nu? Verscheurde families en ontwortelde gezinnen gaan een bijzonder onzekere toekomst tegemoet.
Volgens de Verenigde Naties kan het aantal vluchtelingen snel oplopen, tot minstens vier miljoen. Vier miljoen mensen die hun thuis verlaten en niet weten wanneer, en eigenlijk ook helemaal niet óf, ze dat ooit nog zullen terugvinden.
Zoveel menselijk leed bij onschuldige medeburgers: dat laat niemand onberoerd. De verschrikking van de oorlog bracht dan ook in geen tijd een warme golf van solidariteit teweeg in de bevolking. In de buurlanden van Oekraïne, maar ook in ons land. Mensen zetten hun deur open om vluchtelingen op te vangen. Anderen beginnen massaal hulpgoederen in te zamelen. Bestelwagens vertrekken richting Oekraïne, volgeladen met dekens, kledij en babyspulletjes, voedsel en medicijnen.
Dat doen ook onze medewerkers van Geneeskunde voor het Volk. Onder het motto ‘helpen helpt’ startten zij een geldinzameling. De opbrengst wordt integraal doorgestort aan de ngo Dokters van de Wereld voor hulpprojecten ten behoeve van de slachtoffers van deze oorlog. De projecten van Dokters van de Wereld zijn erop gericht de toegang tot zorg en geneesmiddelen te verzekeren en om voldoende medisch noodmateriaal te leveren voor hun psycho-medische teams.
“Gewone Polen, Hongaren, Moldaviërs, Roemenen, Slowaken en burgers van andere Europese landen hebben buitengewone daden van menselijkheid en vriendelijkheid verricht. Dit is het humanitaire instinct dat zo nodig is in tijden van crisis”, stelt Filippo Grandi, de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties.
Een opvallende ommezwaai
Ook ons land doet een duit in het zakje. Des te belangrijker omdat het collectieve opvangnet in België de afgelopen jaren stelselmatig werd afgebouwd. Niemand is vergeten dat de rechtbank van eerste aanleg van Brussel de Belgische Staat begin dit jaar nog veroordeeld heeft voor de gebrekkige opvang van asielzoekers. Het verdict was hard: België komt haar nationale en internationale verplichtingen ten aanzien van degenen die bescherming zoeken niet na.
Er moeten dus ook structurele oplossingen komen. In afwachting roept de regering alle Belgen die plaats hebben alvast op om zélf Oekraïense vluchtelingen op te vangen. Een kerntaak van de overheid, gedelegeerd naar de bevolking. Er komt op deze oproep massaal veel respons. De solidariteit die van onderuit op gang komt, vanuit een intrinsiek rechtvaardigheidsgevoel, is hartverwarmend.
De ommezwaai is opvallend, want tot voor kort stond solidariteit met vluchtelingen in een heel negatief daglicht. In 2017 nog vervolgde de Belgische staat nog vier mensen die onderdak hadden geboden aan migranten, alsook de migranten zelf. De vier werden beschuldigd van mensenhandel. Het is maar dankzij de indrukwekkende mobilisatie van burgers en solidariteitsbewegingen, zoals ‘Solidarity is not a crime’ of het ‘Burgerplatform voor de ondersteuning van vluchtelingen’, dat migranten opvangen en solidariteit betuigen niet als een misdaad gezien wordt.
Geen twee maten, twee gewichten. Geen racisme
“Dat inwoners van Oekraïne, die het geweld en de Poetinterreur ontvluchten, geholpen en gesteund moeten worden: wie zou dat durven te betwijfelen? Toch blijft de vraag: waarom Oekraïners wel en Syriërs, Iraki’s en Afghanen niet? (…) Zijn Iraki’s beter bestand tegen bombardementen, beschietingen en moorden dan Oekraïners”, stelt voormalig VRT-journalist Walter Zinzen
Advocaat migratierecht Benoit Dhondt spreekt van een dubbele standaard en ziet “een onaanvaardbaar verschil in verband met wat de staat doet”. Ook editorialiste Isolde Van den Eynde van Het Laatste Nieuws reageert scherp op het onderscheid: “Oekraïners zijn ‘echte vluchtelingen’, vinden sommige rechtse politici. Anderen zijn dat bijgevolg niet. Dat is fout. Dat klopt niet. Syriërs en Afghanen vluchten dan wel niet voor vreemde legers, maar voor hun eigen brutale leiders en overheden. De oorlog is even echt. Het gevaar is even echt. De vlucht is even echt. De miserie is even echt.”
De getuigenissen van studenten van vooral Afrikaanse en Indische origine die het oorlogsgeweld in Oekraïne proberen te ontvluchten, maar gediscrimineerd worden aan de grens, tarten alle verbeelding. Ook hier geldt: “Iedereen vlucht voor hetzelfde gevaar”. Selectieve solidariteit is geen solidariteit. Afgebakende gastvrijheid, is geen gastvrijheid. Racisme en discriminatie moeten ten stelligste en onvoorwaardelijk veroordeeld worden.
De Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen bij de Verenigde Naties, Filippo Grandi, roept regeringen op “om de toegang tot het grondgebied te blijven verlenen aan allen die op de vlucht zijn: Oekraïners, uiteraard, maar ook onderdanen van derde landen die in Oekraïne wonen - mensen die daar werken en studeren en in sommige gevallen mensen die als vluchteling in Oekraïne zijn - en die nu allemaal op dezelfde manier gedwongen zijn om aan het geweld te ontsnappen. Op dit kritieke moment mag geen enkele persoon of groep worden gediscrimineerd”.
Oproep
Geneeskunde voor het Volk steunt de projecten van Dokters Van de Wereld voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne en de slachtoffers van de oorlog. Storten kan op rekeningnummer BE31 9795 8087 0155 met vermelding van « Solidariteit vluchtelingen Oekraïne ».
De militaire interventie van Rusland tegen Oekraïne is een flagrante schending van de Oekraïense soevereiniteit, van het Handvest van de Verenigde Naties en van het internationaal recht. Voor die inbreuken kan geen enkele legitimering bestaan. Om die reden heeft de PVDA de militaire inval dan ook onmiddellijk, onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig veroordeeld.
Sommige krachten pleiten vandaag voor een krachtdadig optreden van de Navo in de oorlog in Oekraïne. Zij zeggen dat de Navo er alles aan heeft gedaan om het conflict te vermijden. Die stelling correspondeert echter niet met de feiten, zo geven verschillende analisten aan. De afgelopen jaren is er ook vanuit de Navo een strategie van toenemende spanning gevolgd naar Oekraïne. Dat zijn feiten.
Wij verzetten ons tegen de politiek van graduele escalatie die elke vrede onmogelijk maakt. De strategie van de spanning die de Navo hanteert maakt geen deel uit van de oplossing. Bepaalde oorlogskrachten streven naar een langdurige oorlog. De strategie van de totale confrontatie houdt ook nucleaire risico’s in en zou dramatisch zijn voor zowel de mensen in Oekraïne als voor alle volkeren van Europa.
Niets is belangrijker dan vrede
De PVDA is een pacifistische partij en heeft zich altijd tegen oorlog gekeerd. Niets is belangrijker dan vrede. Vanaf de eerste seconde heeft de PVDA onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig de misdadige oorlog van Rusland tegen Oekraïne veroordeeld. De militaire interventie in Oekraïne is een flagrante schending van de Oekraïense soevereiniteit, van het Handvest van de Verenigde Naties en van het internationaal recht.
Wie niet voor ons is, is tegen ons. Die redenering wordt vaak gemaakt in oorlogstijd. Toen de vredesbeweging zich in 2001 verzette tegen de oorlog in Afghanistan, zei men dat ze mee heulde met de Taliban. Toen ze zich verzette tegen de inval in Irak noemde men hen Saddam-aanhangers. Vandaag wordt wie kritiek uit op de Navo al snel voorgesteld als aanhanger van Poetin. Op die manier wil men de vredesbeweging verzwakken en in diskrediet brengen. Met precies dezelfde argumenten gaat men te keer tegen Jeremy Corbyn in Groot-Brittannië, tegen Die Linke in Duitsland, tegen Izquierda Unida in Spanje en tegen de PVDA in ons land.
Het voorbehoud van de vredesbeweging is in het verleden echter steeds terecht gebleken. Landen als Afghanistan en Irak werden in puin achtergelaten en achtergebleven wapens kwamen in handen van IS of de Taliban. Als we vandaag solidair willen zijn met het Oekraïense volk, is het belangrijk om uit die fouten te leren.
Wat is de Navo?
De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (Navo) is een militaire alliantie van Westerse landen met daarin de Verenigde Staten, Canada en een aantal Europese landen. Ze werd opgericht in 1949 als reactie op de toenemende invloed van de toenmalige Sovjet-Unie en de groeiende onafhankelijkheidsbewegingen in de kolonies.
De eerste secretaris-generaal van de Navo, Lord Ismay, vatte de missie van de Navo als volgt samen: “To keep the Russians out, the Americans in, and the Germans down.” Het doel was om Europa aan de VS te binden in de strijd tegen de Sovjet-Unie en het communisme. Via de Navo konden de VS hun militaire aanwezigheid verzekeren op het Europese continent. Het is daardoor dat in België kernkoppen liggen opgeslagen in Kleine-Brogel.
Na de val van de Berlijnse muur in 1989 en de implosie van de Sovjet-Unie in 1991 is de grote vijand verslagen. Op dat moment, zeggen tal van experts, heeft men een kans gemist om het militaire opbod te stoppen. “Men had de kans om alles anders aan te pakken,” aldus Oost-Europa-kenner en emeritus hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven Katlijn Malfliet, “maar men heeft die niet gegrepen. Het feit dat de Navo is blijven bestaan, heeft het militaire opbod enkel vergroot.”
Tom Sauer, professor Internationale Politiek aan de Universiteit Antwerpen, vindt al langer dat “het voortbestaan van de Navo na het einde van de Koude Oorlog een aberratie is in de internationale politiek”. Eerste minister Alexander De Croo mag dan wel zeggen dat de Navo louter een defensiemechanisme is, de realiteit is anders. De eerste keer dat de Navo oorlog ging voeren, was in Joegoslavië (1994-2001). Vervolgens ging het steeds sneller: Afghanistan (2001), Irak (2003, Navo-landen als kern van de 'coalition of the willing'), Libië (2011) en onrechtstreeks Syrië (2014). Telkens met tal van onschuldige burgerdoden als gevolg. Bovendien steunen de Navo-landen de vreselijke oorlog tegen Jemen en bombarderen ze in Somalië.
Het resultaat van al die oorlogen is desastreus. Dominique de Villepin, de Franse ex-minister van Buitenlandse Zaken die in 2003 in de VN-veiligheidsraad de oorlog tegen Irak afwees, verwoordde het zo: “Het wordt tijd dat de westerse landen, Europa en de Verenigde Staten, lessen trekken uit de ervaring sinds Afghanistan vijftien jaar geleden. We hebben veelvuldig militair ingegrepen. Afghanistan, Irak, Libië, Mali … Met welk resultaat? In 2001 bestond er één centrale terroristische crisishaard. Vandaag zijn het er bijna vijftien. Dat wil zeggen dat wij ze vermenigvuldigd hebben.”
Welke rol speelde de Navo in Oekraïne?
Na de val van de Berlijnse muur werd aan Rusland beloofd dat de Navo niet verder in haar richting zou opschuiven. In het VRT-journaal legde Bert De Vroey uit hoe dat stap voor stap toch gebeurde. De jaren 2000 waren de jaren van de kleurenrevoluties in het nabije buitenland van Rusland, waarna deze landen één voor één de Navo vervoegden.
Zowat elke strategische expert heeft gewaarschuwd dat dit het oorlogsgevaar zou doen toenemen. Stel je voor dat Rusland militaire basissen en raketten zou opstellen in Mexico, aan de grens met de VS. Dan mag je er donder op zeggen dat Washington dat als een bijzondere bedreiging zou ervaren. Herinner je maar de rakettencrisis in 1962, toen Sovjetleider Kroetsjev Russische raketten plaatste in Cuba. Het was het hoogtepunt van een wereldwijde spanning en velen vreesden voor een derde wereldoorlog.
In tegenstelling tot ex-Joegoslavië, Polen, Roemenië en Bulgarije, koos Oekraïne na de val van de muur voor een tussenpositie. Logisch. “Een welvarend Oekraïne zou toegang moeten krijgen tot zowel de markten van de Europese Unie als de Euraziatische Economische Unie”, legt Criekemans uit in De Tijd. Toch blijft men langs beide kanten proberen om zijn invloed uit te breiden ten koste van de andere kant. “In 2010 waren er in Oekraïne reeds zo’n dertig buitenlandse donor-programma’s actief”, aldus Bruno Decordier, Eurazië-expert van de Universiteit van Gent, veruit de meeste uit de VS.
Wanneer de Oekraïense bevolking in 2014 op straat komt, wordt de inmenging van de Navo ook openlijk. Onder meer de Amerikaanse viceminister voor Buitenlandse Zaken Victoria Nuland, Republikeins politicus John McCain, Guy Verhofstadt (Open VLD) en Mark Demesmaeker (N-VA) trekken naar Oekraïne om daar heel expliciet de opstand te steunen. Dat is natuurlijk olie op het vuur, een beetje alsof Russische politici naar Parijs zouden trekken om de gele hesjes toe te spreken.
“Wat Guy Verhofstadt nu aan het doen is”, zei professor Goddeeris daar toen over, “is ofwel erg pervers of dom.” Zeker als je weet dat extreemrechtse milities de opstand op dat moment aan het kapen zijn. “Verhofstadt stelt zich in het Europees Parlement bijzonder scherp op tegen de fascisten, terwijl hij ze nu gaat toejuichen in Kiev”, aldus Goddeeris.
Er volgt een regimewissel naar een pro-Europese regering in Oekraïne, maar die stuit op heel wat verzet in het Oosten van het land. Wat volgt is een bloedige burgeroorlog, met groeiend extremisme aan beide kanten, waarbij de nieuwe regering zelfs ziekenhuizen van haar eigen bevolking bombardeert.
Gelukkig worden in 2014 en 2015 onder toezicht van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) de Minsk-akkoorden ondertekend door Oekraïne, Rusland, Frankrijk en Duitsland. Die akkoorden koppelen een staakt-het-vuren aan een federale staatshervorming die de Russischtalige regio’s een eigen statuut zou geven binnen het Oekraïense geheel, een beetje naar Belgisch model.
De Minsk-akkoorden bleven echter dode letter. Het staakt-het-vuren wordt voortdurend doorbroken en van die staatshervorming komt niets in huis.
Is er een alternatief?
De recente inval van Rusland is niet alleen een flagrante schending van de Oekraïense soevereiniteit. Het vergroot ook het risico op een openlijk conflict tussen twee kernmachten. Voormalig hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique Ignacio Ramonet waarschuwde dat de situatie “gevolgen zal hebben voor de hele wereld”.
Nu meegaan in de oorlogsretoriek van de NAVO zou totaal onverantwoord zijn. Dat zegt ook de voormalige hoofdredacteur van MO, Gie Goris: “Ik blijf met veel ongeloof kijken naar de vanzelfsprekendheid en de stelligheid waarmee die conclusie [dat een agressieve NAVO nodig is] getrokken wordt uit een jarenlange en wederzijdse confrontatiepolitiek die vandaag uitmondt in een invasie, moordende bombardementen en wie weet hoeveel slachtoffers gedurende een wie weet hoe lang durend conflict”, zo schrijft hij in De Standaard. “Er is geen alternatief dan onderhandelen”, zegt ook de woordvoerder van Vrede vzw, Ludo De Brabander.
De oorlog winnen is altijd een illusie. Oorlog vermijden is de opdracht. Dat betekent niet dat we de bevolking in Oekraïne aan haar lot moeten overlaten. De PVDA vraagt gerichte sancties die in de eerste plaats de oligarchen, het kapitalistische grootbedrijf en de financiers van de oorlog in Rusland treffen. We dienden daarvoor ook amendementen in, in het Europees parlement.
We staan aan de kant van de vredesbeweging en komen op voor een onmiddellijk staakt-het-vuren. Er moet zo snel mogelijk een conferentie voor vrede, veiligheid en samenwerking in Europa samenkomen die alle partijen rond de tafel brengt, om te zorgen voor de-escalatie en een diplomatieke oplossing voor het conflict. Dat is wat de mensen die opkomen voor vrede vragen, ook in Oekraïne.
Die onderhandelingen kunnen gebeuren op basis van de principes van de slotakte van de Helsinki-akkoorden van 1975 en van het Handvest van Parijs van 1990. Dat zijn de twee belangrijkste verdragen die als doel hebben om de samenwerking en de gemeenschappelijke veiligheid tussen Europa en Rusland vorm te geven.
De hoop ligt bij de verenigde krachten van de mensen die in moeilijke omstandigheden de moed tonen om op te komen voor vrede, in Rusland, in Oekraïne en bij ons.
Wanneer de emoties hoog oplaaien en de politiek een strijd op leven en dood wordt, treedt vanuit de gevestigde machten altijd de tendens op om elk tegenstrijdig debat te begraven.
Toch is het uitgerekend in kwesties van oorlog en vrede broodnodig om een open en democratisch debat te voeren. Hoe kan men anders eenzijdigheden vermijden? Hoe kan men anders vermijden dat we stap voor stap meegetrokken worden in een verdere escalatie van het conflict? Hoe kan men anders voorkomen dat men van de oorlog misbruik maakt om nieuwe antisociale maatregelen door te drukken?
De manier waarop de PVDA is aangepakt bij het begin van de oorlog voorspelt niet veel goeds. Er werd gelogen over onze onmiddellijke, onvoorwaardelijke en ondubbelzinnige veroordeling van de inval van Rusland in Oekraïne. Het doel van die leugen is duidelijk: andere stemmen het zwijgen opleggen, of tenminste in het verdomhoekje dringen. Zo moet men niet langer luisteren naar argumenten en ligt de weg open naar nog meer oorlogstaal.
Het eerste slachtoffer van de oorlog is de waarheid
Rudyard Kipling, auteur van het Jungleboek, wist het al: “het eerste slachtoffer in een oorlog is de waarheid”. Wanneer de emoties hoog oplaaien en de politiek een strijd op leven en dood wordt, treedt vanuit de gevestigde machten altijd de tendens op, om elk tegenstrijdig debat te begraven en om verder te werken onder een vlag van ‘nationale eenheid’. Dat maken we nu opnieuw mee naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne. Partijen en vredesactivisten, die vragen stellen bij de huidige escalatiepolitiek, worden de mond gesnoerd of zelfs verdacht gemaakt.
Toch is het uitgerekend in kwesties van oorlog en vrede broodnodig, om een open en democratisch debat te voeren. Hoe kan man anders vermijden, dat een foute of gevaarlijke politiek blindelings gevolgd wordt? Hoe kan men anders vermijden, dat van de oorlog misbruik wordt gemaakt om een reeks maatregelen door te drukken, waar de bevolking niet achter staat? Om een echt debat te hebben, moet je ook contradictorische meningen of zelfs maar twijfels toelaten. Onder die notie van nationale eenheid zien we ook een neiging om argumenten te laten vallen. En dat is nooit goed in een democratie.
‘Nationale eenheid’ en escalatie na de aanslagen van 9/11
In een recent verleden dook dezelfde tendens op na de aanslagen van Al Qaida en Islamitische Staat. Na de aanslagen van 2016 in Brussel zei professor Carl Devos: “Het gevaarlijkste wat vandaag kan gebeuren is, dat het politieke en zelfs het intellectuele debat door de feitelijke noodtoestand tijdelijk buiten werking is gesteld”. Enkele maanden voordien, na de aanslagen in Parijs, schreef Ignacio Ramonet, die in Frankrijk 18 jaar lang het prestigieuze tijdschrift Le Monde Diplomatique leidde: “We bevinden ons in Frankrijk op een emotioneel moment. Op dit moment kan de staat bijna vragen wat ze wil. De Franse president is erin geslaagd een aantal maatregelen te laten goedkeuren in een sfeer van algemene unanimiteit. Hetzelfde gebeurde na de aanslagen van 9/11 in de VS”.
Beide journalisten waren allicht gewaarschuwd door wat er in de Verenigde Staten was gebeurd na de aanslagen op 11 september 2001. Toenmalig president Bush liet meteen verstaan dat er geen ruimte was voor debat of nuance: “Ofwel ben je vóór ons, ofwel ben je tegen ons”. Veeleer dan de daders van de aanslagen te viseren, koos Bush ervoor om het land waar ze zich schuil hielden - Afghanistan - de oorlog te verklaren. Het werd een verwoestende oorlog die twintig jaar zou duren. De zogenaamde ‘oorlog tegen terrorisme’ - een volstrekt ideologisch begrip zonder rationele grond - werd nadien verder gezet in Pakistan en Irak en zou aan minstens 1,3 miljoen burgers het leven kosten. En dat is zonder de daarop volgende oorlogen van de Navo of Navo-lidstaten in Libië, Somalië en Jemen mee te tellen.
En wat heeft die zogenaamde ‘oorlog tegen terrorisme’ opgeleverd? De Taliban zijn opnieuw aan de macht in Afghanistan. De Islamitische Staat werd groot op de ruïnes van het vernietigde Irak. Libië strompelt van burgeroorlog naar burgeroorlog. Ten minste 37 miljoen mensen werden door de oorlogen van de Verenigde Staten en de Navo-lidstaten op de vlucht gejaagd. Het gebrek aan democratisch debat in de VS heeft de escalatie in de hand gewerkt; en de escalatie heeft alleen maar dood en verderf gebracht. “Dergelijk bestuur valt alleen te begrijpen als je aanvaardt, dat in oorlogstijden het verstand op nul en de ideologie op honderd gaat” schrijft Gie Goris terecht in De Standaard.
Onder de vlag van nationale eenheid werd ook, zonder enig democratisch debat, een wet genaamd Patriot Act door het Amerikaans congres gejaagd. Een congreslid en partijgenoot van Bush zei, dat de parlementsleden de tekst van de nieuwe wet zelfs niet op voorhand mochten lezen. De Patriot Act gaf de overheid de macht om haar eigen burgers ongeremd te bespioneren. Pas in 2013 werd de omvang daarvan duidelijk, nadat ex-CIA medewerker Edward Snowden geheime documenten lekte van de Amerikaanse spionagedienst NSA. Daaruit bleek dat de privégesprekken van honderden miljoenen Amerikaanse burgers én buitenlanders gescreend werden. De Patriot Act maakte het ook legaal voor de regering, om activisten en politieke tegenstanders te bespioneren en om mensen die verdacht werden van ‘terrorisme’ (waarvan de juridische definitie werd uitgebreid) zonder proces te arresteren en zelfs te folteren.
Het debat over de oorlog in Oekraïne
De Russische invasie in Oekraïne heeft opnieuw een schokeffect veroorzaakt. In heel Europa, ook in België, lopen de emoties hoog op. Hierover bestaat eenheid: de Russische militaire interventie in Oekraïne is onaanvaardbaar. Het is een flagrante schending van de Oekraïense soevereiniteit, van het Handvest van de Verenigde Naties en van het internationaal recht. Alle Russische militaire operaties in Oekraïne moeten worden stopgezet. Ook moet de getroffen burgerbevolking alle humanitaire steun worden verleend.
Er is in de VS en de EU heel snel een eensgezindheid tussen regeringsleiders ontstaan over hoe er op de invasie gereageerd moet worden: zware economische sancties om de Russische economie te treffen en het bewapenen van Oekraïense militairen en burgers. En precies daarover wordt, met name in België, heel weinig debat toegelaten. Nochtans zouden we uit de gebeurtenissen in de VS na 9/11 de les moeten trekken, dat een breed democratisch debat wenselijk is.
Hoe kunnen we verhinderen, dat een hele regio nog verder wordt meegesleurd in de verschrikkingen van de oorlog? Hoe kan gevaarlijke escalatie worden vermeden? Welke maatregelen vergemakkelijken een spoedig staakt-het-vuren en welke maken dit net moeilijker? Worden de diplomatieke kanalen van de Verenigde Naties en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) voldoende benut? Mogen er vraagtekens geplaatst worden bij sancties die vooral de Russische bevolkingen treffen, maar waarvan nog nooit het nut is bewezen om staatshoofden van koers te doen veranderen? En tot slot: mag de vraag nog gesteld worden of de VS, de Navo en de EU misschien zelf ook fouten gemaakt hebben? En of het rechtzetten ervan misschien de weg naar een oplossing vergemakkelijkt?
Het werd de PVDA op z’n zachtst gezegd niet in dank afgenomen dat het zulke vragen durfde stellen in het parlementaire debat over de oorlog. De PVDA had de invasie meteen veroordeeld bij monde van partijvoorzitter Raoul Hedebouw op Twitter. Volksvertegenwoordiger Nabil Boukili begon zijn tussenkomst in de Kamer ook met een uitgebreide veroordeling van Poetin, zijn oligarchenregime en zijn onwettige en misdadige oorlog tegen Oekraïne. Maar hij stelde ook vragen over de aanpak van de Navo en de EU. Dat was er teveel aan. “Poetin heeft bondgenoten in dit parlement', riep premier De Croo schijnbaar verontwaardigd. Daarin gevolgd door Georges Dallemagne (cdH). Minister van Buitenlandse Zaken Wilmès verweet de partij “mee te heulen met de Russische propaganda”. PS-voorzitter Magnette sprak over “excuses maken voor het Rusland van Poetin”. Vooruit-voorzitter Conner Rousseau’s enige tweet over de oorlog in Oekraïne, was er één om het standpunt van PVDA te veroordelen. “Dit is de reden waarom wij nooit, maar dan ook nooit met u zullen samenwerken” zei Gwendolyn Rutten (Open VLD) nadat de PVDA zich onthield bij een resolutie die zij had opgesteld. CD&V-fractievoorzitter Peter Van Rompuy suggereerde op twitter dat er een cordon tegen de PVDA zou mogen komen. Heel even klonk er zelfs een oproep om de PVDA in Zelzate uit de meerderheid te zetten.
Breed democratisch debat is nodig
De manier waarop de PVDA langs alle hoeken werd aangepakt, vaak met het leugenachtige verwijt dat de partij sympathie zou hebben voor Poetin of zijn invasie, is een aanslag op het democratische debat zelf.
We staan voor het eerst sinds lang niet meer ver af van een mogelijke oorlog tussen kernmachten. De situatie is te delicaat om blindelings te laten escaleren. Een breed democratisch debat is meer dan ooit nodig om te verzekeren, dat rationaliteit het haalt van ideologie, opgeklopt nationalisme en militair avonturisme. Dat geldt voor de politiek, maar ook voor de media. Een opvallend afwezige stem in de talloze debatten op radio en televisie de afgelopen week was de vredesbeweging. De boodschap van het platform achter de actie Peace: Stop the War in Ukraine, die oproept tot de-escalatie en vredesgesprekken, moet nu nochtans echt gehoord worden.
De roep naar een breder debat krijgt bijval uit diverse hoeken. Zo stelde professor en Ruslandkenner Katlijn Malfiet in De Afspraak, dat ze geen heil ziet in sancties en wapenleveringen en dat “de enige oplossing is aan die grote ovalen tafel te gaan zitten”. Journalist Gie Goris schreef in De Standaard: “Voor alle duidelijkheid: de westerse bemoeienissen met Oekraïne praten de Russische invasie nog voor geen centimeter goed. Maar het 'theater van de vermoorde onschuld' dat in het Westen opgevoerd wordt, is ook niet geloofwaardig. Vooral niet als dat meteen gekoppeld wordt aan de eis om het budget voor militaire uitgaven structureel stevig te verhogen. (…) De vier grootste Navo-landen geven per jaar opgeteld ruim 900 miljard dollar uit aan defensie, tegenover 62 miljard in Rusland. Het ligt dus niet aan het defensiebudget. Misschien ligt het wel aan de obsessie met defensie, ten koste van vredesopbouw en vertrouwenwekkende maatregelen.”
De lichtheid waarmee de media soms spreken over de potentiële uitbreiding van de oorlog in Oekraïne naar een nucleaire oorlog, is verbazend. Alles moet in het werk gesteld worden om zo’n scenario te vermijden, zoals ook Yannick Quéau, directeur van de Belgische onderzoeksgroep naar vrede en veiligheid GRIP, betoogt: “In eerste instantie moet geprobeerd worden de posities te bevriezen om zo de onderhandelingen opnieuw te openen. (…) Een overlegkanaal is nodig om de nucleaire escalatie te vermijden. (…) De Russische impasse en de frustraties zouden de toevlucht tot nucleaire wapens prangender maken.”
Sommige politici van de traditionele politieke partijen lijken helemaal niet geïnteresseerd te zijn in wat de PVDA echt zegt over Poetin of zijn invasie. Ze zijn erop uit om de PVDA zwart te maken. Het ruikt naar een politieke afrekening. Dat is ook de analyse die journalist Hugues Le Paiges maakt in een blogpost: “Betekent dit dat wij een ware ’heksenjacht‘ moeten aanvaarden op degenen, die zich verzetten tegen de "oorlogszucht" van een politieke klasse die er niet voor terugschrikt de solidariteit met het Oekraïense volk te gebruiken voor duidelijke politieke of electorale manoeuvres? (…) We hebben dit in België gezien met de uitbarsting van de vertegenwoordigers van de traditionele partijen, alle tendensen inbegrepen, tegen de toespraak van de PVDA, die de door Rusland gevoerde oorlog ondubbelzinnig veroordeelt. (…) Het in herinnering brengen van de Amerikaanse en, meer in het algemeen, de westerse inspanningen om Oekraïne te dwingen tot de Navo toe te treden, komt geenszins neer op het gelijkstellen van de agressor en diegene die de agressie ondergaat, of op het rechtvaardigen van het beleid van Moskou op welke wijze dan ook. Deze kwestie is van fundamenteel belang voor het zoeken naar een diplomatieke oplossing.”
Op de zitting van het Europees Parlement heeft de PVDA ingestemd met de onvoorwaardelijke en scherpe veroordeling van de misdadige oorlog van Rusland tegen Oekraïne.
Verschillende amendementen van de PVDA, die oproepen voor een onderhandelde oplossing en een snel staakt-het-vuren, werden door het Europees Parlement goedgekeurd.
Tegelijkertijd juicht het Europees Parlement de nieuwe militaire oefeningen van de Navo in Oost-Europa toe, en zet de resolutie aan tot een verdere militarisering van het conflict.
Marc Botenga noemde de resolutie daarom ‘dubbelzinnig’. Dat is de reden waarom de PVDA zich onthield.
Steun aan de onvoorwaardelijke veroordeling van Poetin
De PVDA heeft in het Europees parlement een aparte stemming gevraagd over de eerste drie artikels, om de misdadige oorlog van Rusland tegen Oekraïne onvoorwaardelijk en streng te kunnen veroordelen. De PVDA stemde voor deze drie artikels die aan veroordeling geen twijfel mogelijk maken :
- Het Europees Parlement veroordeelt in de krachtigste bewoordingen de illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie tegen en invasie van Oekraïne door de Russische Federatie, alsook de betrokkenheid van Wit-Rusland bij deze agressie;
- Het Europees Parlement eist dat de Russische Federatie onmiddellijk alle militaire activiteiten in Oekraïne stopzet, alle militaire en paramilitaire strijdkrachten en militaire uitrusting onvoorwaardelijk terugtrekt uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne, en de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen volledig eerbiedigt;
- Het Europees Parlement onderstreept dat de militaire agressie en invasie een ernstige schending van het internationaal recht, en met name het Handvest van de Verenigde Naties, vormen, en roept de Russische Federatie ertoe op de verantwoordelijkheden van een permanent lid van de VN-veiligheidsraad inzake de handhaving van vrede en veiligheid weer op zich te nemen en haar verplichtingen uit hoofde van de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa en het Memorandum van Boedapest weer na te komen; beschouwt de Russische inval in Oekraïne niet alleen als een aanval op een soeverein land, maar ook als een aanval op de beginselen en het mechanisme van samenwerking en veiligheid in Europa en de op regels gebaseerde internationale orde, zoals gedefinieerd in het VN-Handvest;
Amendementen die streven naar staakt-het-vuren
De PVDA juicht toe dat in de resolutie van het Europees Parlement een aantal belangrijke amendementen van The Left, waartoe de PVDA behoort, zijn goedgekeurd en opgenomen, omdat die amendementen het belang onderstrepen, om zo snel mogelijk naar een staakt-het-vuren te gaan en naar een diplomatieke oplossing voor dit conflict dat de wereldvrede bedreigt. De groep van de PVDA diende met name deze amendementen in, die werden goedgekeurd:
- Het Europees Parlement benadrukt dat alles in het werk moet worden gesteld om Rusland terug aan de onderhandelingstafel te krijgen; herinnert eraan dat de OVSE als regionale regeling uit hoofde van hoofdstuk VIII van het Handvest van de Verenigde Naties de organisatie bij uitstek blijft voor de vreedzame beslechting van geschillen in de regio; roept op tot het gebruik van de crisismechanismen van de VN; roept de EU, de lidstaten en de Verenigde Staten op hun diplomatieke inspanningen voort te zetten om een einde te maken aan de oorlog in Oekraïne;
- Het Europees Parlement roept op tot een onmiddellijk en onvoorwaardelijk staakt-het-vuren; eist dat de communicatiekanalen met Rusland open blijven en dat de betrokken partijen bereid zijn een dialoog te voeren en te onderhandelen totdat een staakt-het-vuren van kracht is en de oorlog voorbij is;
- Het Europees Parlement onderstreept dat de sancties specifieke gevolgen kunnen hebben voor Europese huishoudens en dat zij de prijs van deze crisis niet mogen betalen; verzoekt de lidstaten daarom plannen en subsidies voor huishoudens op te stellen om te voorkomen dat de energiecrisis verergert;
- Het Europees Parlement roept de EU en de lidstaten op steun te verlenen aan de anti-oorlogsbewegingen die in Rusland en Wit-Rusland protesteren tegen de invasie van Poetin in Oekraïne
Hypocrisie rond strenge sancties tegen belastingparadijzen
De PVDA vindt het hypocriet, dat de amendementen die voorstellen strenge sancties te nemen tegen de bezittingen van de Russische oligarchen in Europese belastingparadijzen werden verworpen. Met name volgende drie amendementen van The Left werden verworpen door het Europees Parlement:
- Het Europees Parlement herinnert er in het licht van de Paradise Papers aan dat de meeste activa van de Russische oligarchen verborgen zijn in Europese belastingparadijzen; betreurt dit gebrek aan fiscale transparantie, waardoor de EU geen sancties kan treffen die gericht zijn op de activa van oligarchen en daardoor geen echte druk op hen en op Poetin kan uitoefenen; roept de EU op haar optreden tegen Europese belastingparadijzen te intensiveren;
- Het Europees Parlement dringt aan op het opzetten van een mondiaal financieel register met informatie over vermogen, vastgoed, financiële activa en uiteindelijke eigendom van activa; dringt erop aan dat Europese belastingparadijzen volledig meewerken aan het opzetten van het wereldwijde financiële register en dat de EU sancties oplegt aan belastingparadijzen in de EU die weigeren samen te werken;
- Het Europees Parlement dringt er bij de EU op aan een nieuw soort sancties vast te stellen op basis van het wereldwijde financiële register tegen Russische personen die meer dan 10 miljoen EUR aan vastgoed en financiële activa in de EU bezitten (0,02 % van de Russische volwassen bevolking);
Bezorgdheid rond dramatische stijgingen militaire uitgaven
Ook het amendement inzake onze bezorgdheid rond de steeds groter wordende militaire uitgaven werd verworpen. Nochtans zal het opbod inzake militarisering ten koste gaan van de sociale uitgaven van de lidstaten. Volgend amendement werd verworpen:
- Het Europees Parlement uit zijn ernstige bezorgdheid over het feit dat de Russische oorlog tegen Oekraïne de wapenwedloop in Europa een nieuwe impuls heeft gegeven en tot een dramatische stijging van de militaire uitgaven heeft geleid; is gekant tegen de dramatische verhoging van de militaire uitgaven die sommige EU-lidstaten, zoals Duitsland, hebben aangekondigd; benadrukt dat militaire stabiliteit en vrede in Europa vreedzame conflictoplossing, wapenbeheersing en ontwapeningsmaatregelen vereisen;
Gevaar van toenemende oorlogslogica
De PVDA is het niet eens met twee belangrijke elementen van militarisering en oorlogslogica uit de resolutie. Het zijn twee elementen die ook door de brede vredesbeweging actief worden verworpen. Het gaat met name over artikels 21 en 22 in de resolutie, en de artikels 24 en 25.
In artikel 22 worden de nieuwe militaire oefeningen van de Navo aan de oostflank van Oekraïne toegejuicht. Er staat dat de Europese Unie “is in dat opzicht ingenomen met de activering van de defensieplannen van de Navo, alsook de activering en gedeeltelijke inzet van de Navo-reactiemacht, naast de inzet van troepen van Navo-bondgenoten zoals het VK, de VS en Canada, teneinde de oostelijke flank te versterken”
In artikels 24 en 25 worden alle Europese lidstaten opgeroepen om hun oorlogsbudgetten verder te verhogen en verdere wapenleveringen aan de Oekraïne toe te laten.
Dubbelzinnige resolutie
De resolutie van het Europees Parlement is daarom dubbelzinnig. Onder meer via onze amendementen wordt de nadruk op diplomatieke oplossingen onderstreept. Maar tegelijkertijd gaat men mee in een verdere militaire escalatie van het conflict. Om die reden zal de PVDA zich onthouden.
De PVDA herhaalt haar bezorgdheid over de escalatie van dit conflict. Rusland zette zijn kernwapens op scherp. Met bijna 6000 kernkoppen, heeft het land het grootste kernwapenarsenaal ter wereld. Wit-Rusland staat dan weer voor het eerst sinds zijn onafhankelijkheid open om kernwapens op zijn grondgebied toe te laten. We moeten dat risico serieus nemen, de menselijke tol van een nucleaire confrontatie zou onvoorstelbaar zijn. Daarenboven heeft België in Kleine Brogel ook Amerikaanse kernbommen op zijn grondgebied, waardoor België rechtstreeks bij zo’n oorlog betrokken zou worden.
Daarom moeten we iedere verdere militaire escalatie vermijden. De recente onderhandelingen tussen Oekraïne en Rusland tonen dat er nog ruimte is voor dialoog. Hoe klein die ruimte is, we moeten die met beide handen grijpen. Daarom ook, willen we onze bezorgdheid uitdrukken over het risico dat Europese landen rechtstreeks in de oorlog betrokken worden door wapens aan Oekraïne te leveren. Die bezorgdheid is er ook bij het Vlaams Vredesinstituut, dat erop wijst dat hoe meer wapens er geleverd en ingezet worden, hoe groter de kans is dat het conflict wordt verlengd. Bij de VRT vroegen ook professoren internationale politiek Tom Sauer en David Criekemans zich af, of er wel voldoende is nagedacht over de mogelijke consequenties.
In een logica van de-escalatie, is het onmogelijk om mee te gaan in nieuwe militaire activiteiten van de Navo dicht bij de conflictzone. Zo wordt immers het risico dat de oorlog zich verder uitbreidt, enkel groter. Dat willen we niet. Om dezelfde reden vroeg onze fractie te wachten op het einde van de oorlog vooraleer de deur naar lidmaatschap van de Europese Unie open te zetten voor Oekraïne. Ook die vraag werd verworpen.
Om verdere escalatie en het risico van een nucleaire oorlog te vermijden, hebben we dringend een debat nodig over hoe we best naar de-escalatie gaan en de collectieve veiligheid in Europa garanderen. Voor de PVDA moet er zo snel mogelijk een conferentie voor vrede, veiligheid en samenwerking in Europa samenkomen die alle partijen rond de tafel brengt, om te zorgen voor de-escalatie en een diplomatieke oplossing voor het conflict. Die onderhandelingen kunnen gebeuren op basis van de principes van de slotakte van de Helsinki-akkoorden van 1975 en van het Handvest van Parijs van 1990, na de val van de Berlijnse Muur. Dat moet uitmonden in een nieuwe, gezamenlijke veiligheidsorde voor Europa. Daarom wees onze fractie er in een amendement op, dat voor stabiliteit en vrede in Europa een andere aanpak nodig is dan militair opbod, een aanpak van vreedzame conflictoplossing, wapenbeheersing en ontwapeningsmaatregelen.
Inzake sancties steunen wij de gerichte sancties die de oligarchen, het kapitalistische grootbedrijf en de financiers van de oorlog in Rusland treffen. We dienden zelf amendementen in om die hard te treffen. Die amendementen werden verworpen. Wij keren ons tegen sancties die de burgerbevolking treffen.
We zijn tevreden dat deze resolutie ondubbelzinnig de misdadige inval van Rusland in Oekraïne en de schending van het internationaal recht veroordeelt. Ook de sancties tegen de oligarchen en de oproep tot steun aan vluchtelingen steunen we volledig. Net als andere passages met betrekking tot oorlogsmisdaden. Daarom stemden we niet tegen. Maar een resolutie van het Europees Parlement moet volgens ons, nu het risico op een volledige escalatie van het conflict tastbaar wordt, vooral dienen om iedere verdere militaire escalatie te vermijden, en daartoe actief alle beschikbare diplomatieke middelen te mobiliseren.