We are one - voor de eenheid van België
De overgrote meerderheid van de mensen in zowel het noorden als het zuiden van het land wil méér België. In Vlaanderen is minder dan 15 procent van de bevolking voor een splitsing van het land, en toch willen de nationalistische partijen in 2024 die weg bewandelen. Een aantal traditionele partijen liet al weten dat ze bereid zijn om na de verkiezingen met N-VA te onderhandelen. Als dat gebeurt, zal dat alleen maar leiden tot meer splitsing. Maar niets is onvermijdelijk. Als enige nationale en tweetalige partij vertolken wij het verlangen van de bevolking naar meer eenheid.
Nationalistische en traditionele partijen hebben 50 jaar lang beweerd dat het ‘efficiënter’ zou zijn om te splitsen. Dat zou zogezegd beter zijn voor de werkgelegenheid, voor huisvesting of voor ouderenzorg.
Het opsplitsen van de bevoegdheden over de regio's zou de mensen dichter bij de politiek brengen, zo bleven ze herhalen. Maar een halve eeuw splitsen later is de conclusie: de mensen in het noorden en zuiden van het land hebben al even weinig vertrouwen in hun regionale regeringen dan in de federale regering.
De staatshervormingen hebben geleid tot een vechtfederalisme waar het ene gewest tegen het andere wordt opgezet. Dat werkt niet. We moeten het systeem veranderen.
Bij de komende verkiezingen liggen er twee tegenovergestelde opties op tafel. Ofwel kiezen we voor nog meer verdeeldheid ofwel gaan we voor meer eenheid. In het eerste geval gaan we verder in de richting van het uiteenvallen van het land, abrupt of in fasen. De separatistische nationalistische partijen willen ons in 2024 naar een grote crisis leiden. Hun doel? Hun extreemrechtse, pro-werkgevers visie op de samenleving veel sneller kunnen doordrukken.
Voor 2024 houden ze twee kaarten achter de hand. De eerste is die van een directe splitsing met een onafhankelijkheidsverklaring door het Vlaams Parlement: dat is de shockstrategie. Deze optie wordt verdedigd door het Vlaams Belang.
De tweede is om te evolueren naar een confederalisme van verdeeldheid, als laatste fase voor de splitsing. Het idee achter dat zogenaamde confederalisme is om de meeste overgebleven bevoegdheden te splitsen en van de federale staat een lege huls te maken. België zou niet meer zijn dan een uitstalraam voor internationale vertegenwoordiging. De federale overheid zou alleen zeggenschap hebben over de schuld, het leger, een deeltje van buitenlandse zaken en een paar overheidsbedrijven. "Confederalisme is gewoon een ander woord voor splitsing, want de Vlamingen zijn nog niet klaar voor onafhankelijkheid", zo klapte Jan Jambon, Vlaams minister-president van N-VA, in 2019 uit de biecht. Daarom promoot N-VA al jaren dat zogenaamde "confederalisme", een woord dat bijna niemand begrijpt, omdat ze haar echte project niet naar voren durft te schuiven: het land opsplitsen.
N-VA hoopt Vooruit, cd&v en PS bij de uitvoering van dit scenario te betrekken. De huidige leiding bij Vooruit timmert aan de weg naar een mogelijke coalitie met N-VA, zoals in 2018 in Antwerpen.
De huidige leiding van PS stelt zich steeds meer regionalistisch* op. Het is dan ook geen verrassing dat die partij al in de zomer van 2020 met N-VA onderhandelde over de totale scheiding van de gezondheidszorg, de arbeidsmarkt en justitie, met alle gevolgen van dien voor veel Belgen. PS reikte daardoor de hand aan de separatisten in het noorden van het land.
Maar het is nog niet te laat. We kunnen nog altijd een andere richting kiezen. De meerderheid van de Belgen in de drie regio's van het land is tegen een verdere opsplitsing. Ze willen niet dat het separatisme hen door de strot geduwd wordt. Er is een groot verlangen naar meer samenwerking en eenheid. Een verlangen om een einde te maken aan de confrontaties, de onnodige uitgaven en het ‘verdeel en heers’-beleid. Dat laatste speelt enkel in het voordeel van de machtigen en verzwakt de werkende klasse. We kiezen voor een eenheidsfederalisme dat sociaal, efficiënt en menselijk is. Dat is in het belang van de werkende klasse en de jeugd.
Ons land is een industrieel, technologisch en logistiek kruispunt in het hart van Europa. De Belgische onderzoekscentra en de ontwikkeling van nieuwe geavanceerde technieken in elektronica en hernieuwbare energie zijn wereldwijd vermaard. Onze haven van Antwerpen, onze vele luchthavens en de geografische ligging van ons land maken het tot een hub voor goederentransport.
Onze sociale geschiedenis wordt gedeeld door de Vlamingen, de Walen en de Brusselaars. Wie heeft de eerste vakbonden opgericht? Niet de Vlaams-nationalisten, maar de textielarbeiders van Gent en Kortrijk. Wie heeft de geest van strijd in de arbeidersbeweging binnengebracht? Niet de separatisten, maar de mijnwerkers van de Borinage. Wie stelde de eerste eisen op van de werkende klasse? Niet de regionalisten, maar de arbeiders en ambachtslieden van Brussel. Samen creëerden ze de arbeidersbeweging, die de emancipatie van de arbeidersklasse realiseerde en onze gezamenlijke identiteit creëerde. Het was de arbeidersbeweging die een verbod op kinderarbeid, de 12-urige werkdag en later de 8-urendag en betaalde vakanties wist af te dwingen. Onze voorouders hebben resultaten geboekt omdat ze verenigd waren en omdat ze de strijd durfden aangaan. Ze bouwden de sociale zekerheid steen voor steen op. Zoals een vakbondsaffiche uit die tijd het helder uitdrukt: "Uw voornaam is Waal of Vlaming, uw achternaam is arbeider." Waarom zouden we dan nu toestaan dat de separatisten onze sociale zekerheid afbreken?
*Regionalistisch: streven naar politieke en culturele autonomie op regionaal vlak, zijnde Wallonië, Vlaanderen of Brussel (zonder dat men daarom per se een totaal separatisme nastreeft).
We willen separatisten en confederale regionalisten aan de twee kanten van de taalgrens beletten dat ze beslissende stappen naar de splitsing zetten. We willen de andere kant op, met maatregelen die ingaan tegen de verdeeldheid zaaiende logica van eerdere staatshervormingen.
Voorstanders van separatisme en meer regionalisme beweren dat een coherent* en efficiënt beleid ‘homogene bevoegdheden’ vereist, wat betekent dat een reeks bevoegdheden die momenteel verspreid zitten tussen het federale en het regionale niveau naar de Gewesten en Gemeenschappen moeten gaan. Er is inderdaad veel inefficiëntie wat tot onnodige uitgaven leidt. Maar wie zegt dat de oplossing ligt in een steeds grotere verdeeldheid?
De federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten beslissen in ons land naast elkaar. Er is geen hiërarchie. Dat leidt tot blokkades, met dramatische gevolgen, zoals de coronacrisis heeft laten zien.
Maar niet alle federalisme leidt automatisch tot meer verdeeldheid. De overgrote meerderheid van de federale staten heeft net de neiging om mettertijd meer wetgevende macht op federaal niveau te centraliseren. In Duitsland bijvoorbeeld legt de federale regering het kader vast voor de verschillende Länder (regio’s) en treedt zij op als rechter bij geschillen tussen de regio’s. Dat is efficiënter en leidt tot minder conflicten.
Het federale parlement moet gelijkheid voor alle inwoners garanderen. Om dit te doen, willen we dat het de normen en de grote oriëntaties vastlegt op de belangrijke gebieden. Dat is onmisbaar voor de consistentie van de grote publieke investeringsplannen die zich opdringen om de sociale problemen en de klimaatuitdagingen aan te pakken en om een ongelijke ontwikkeling tussen de gewesten tegen te gaan.
Vandaag is hernieuwbare energie bijvoorbeeld een regionale verantwoordelijkheid, maar windmolenparken in de Noordzee en kernenergie zijn federale aangelegenheden. Het zou logisch zijn dat het energiebeleid een federale en openbare verantwoordelijkheid wordt.
Voor ons land zou dat neerkomen op een fundamentele verandering. We zouden overgaan van een centrifugaal federalisme naar eenheidsfederalisme. Van een vechtfederalisme naar een solidariteitsfederalisme.
In de eerste plaats moet het zwaartepunt van de politieke besluitvorming terugkeren naar het federale niveau. Sommige sleutelgebieden herfederaliseren** we (gezondheid, mobiliteit, energie, klimaat, werkgelegenheid) en andere bevoegdheden houden we op nationaal niveau en versterken we, zoals de sociale zekerheid.
Concrete toepassingen die aangepast horen te zijn aan de realiteit ter plaatse kunnen wel uitgevoerd worden door de regio's. Zoals ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld. Vanuit deze optiek zouden de regio's de rol van uitvoerend administratief federalisme op zich nemen, zoals in Duitsland.
En wat als op een dag de belangen van de regio's het land tot stilstand dreigen te brengen? We hebben een scheidsrechter nodig die knopen kan doorhakken. Wij geloven dat alleen de federale staat deze taak op zich kan nemen.
Dat moet gepaard gaan met een vereenvoudiging van de structuren. De inwoners putten hun rechten uit het feit dat ze in een bepaald gewest wonen, niet uit het feit dat ze tot een bepaalde taalgemeenschap behoren. Dit zal een grote verandering betekenen voor het Brusselse Gewest en zal een einde maken aan de huidige taalkundige scheiding van sportfaciliteiten, rusthuizen en instellingen voor personen met een handicap.
In een federale staat is het ook essentieel om nationale politieke partijen te hebben die in het hele land actief zijn. Dit is het geval in federale staten zoals Zwitserland, Canada, de Verenigde Staten en Duitsland. Een eerste stap zou zijn om sommige leden van de kamer op nationaal niveau te kiezen op lijsten in het hele land, een federale kieskring dus. Deze parlementsleden zouden worden gekozen door de hele bevolking en zouden verantwoording moeten afleggen voor hun beleid aan alle kiezers in het land.
De PVDA is al op nationaal niveau georganiseerd. We hebben parlementsleden in alle parlementen van het land, regionaal, federaal en zelfs Europees. Met altijd dezelfde boodschap van eenheid. In het federaal parlement spreken onze voorzitter Raoul Hedebouw en onze fractieleider Sofie Merckx Frans en Nederlands. Maar de PVDA-parlementsleden spreken vooral een en dezelfde taal: die van de werkende mensen. Net als de Rode Duivels zijn wij een team, met een coach, een trainingscentrum en verschillende talen. En dat werkt goed. Waarom zou wat mogelijk is voor de Rode Duivels en de PVDA elders niet mogelijk zijn?
*Coherentie: met elkaar in overeenstemming zijn; een logische samenhang vertonen.
**Herfederalisering: een bevoegdheid die vroeger aan de federale staat toekwam en die intussen naar de gewesten en de gemeenschappen is overgeheveld, weer aan de federale staat toevertrouwen.
Onder druk van Voka, de werkgeversorganisatie in het noorden van het land, en onder invloed van N-VA, werden in 2011 bij de laatste staatshervorming delen van de sociale zekerheid opgesplitst. 15 miljard euro van de sociale zekerheid is overgeheveld naar de gewesten en gemeenschappen. Een van de gevolgen van deze hervorming is dat een Waals en een Vlaams kind niet langer dezelfde kinderbijslag krijgen. In Vlaanderen hebben besparingen in de kinderbijslag geleid tot een verlies van wel 950 euro per kind per jaar. De Gezinsbond heeft berekend dat er tijdens de afgelopen legislatuur bijna één miljard euro is bespaard op kindergeld.
Het federale kinderbijslagsysteem werd verdeeld over vier verschillende administraties. Het oude systeem werkte nochtans heel goed en betaalde zonder problemen elk jaar de kinderbijslag van 2,1 miljoen kinderen. Vandaag wil de N-VA nog veel verder gaan en de hele sociale zekerheid splitsen. Wat er met de kinderbijslag is gebeurd, zou dan ook gebeuren met de gezondheidszorg, de werkloosheid en de pensioenen. Een begroting van meer dan 100 miljard euro zou voortaan opgesplitst worden over de regio’s.
Wat zal er dan gebeuren? Als het tot een splitsing komt, dan zal er al snel worden gesneden in het budget voor de sociale zekerheid. Bij eerdere staatshervormingen hebben we gezien dat de verdeling van bevoegdheden - bijvoorbeeld in het onderwijs en kinderbijslag - wordt gebruikt om te besparen. Soms gebeurt dat al onmiddellijk na de overheveling, soms na een aantal jaar. Maar als we bijvoorbeeld minder uitgeven aan de ziekteverzekering, dwingen we mensen om meer aanvullende privéverzekeringen af te sluiten, wat veel werknemers zich niet kunnen veroorloven. We krijgen dan een gezondheidssysteem met twee snelheden, zoals in de Verenigde Staten waar de grote private verzekeringsinstellingen zich kunnen verrijken op de kap van de zieken en de bejaarden.
Voka en N-VA willen ook langdurig zieke werknemers en mensen met een handicap met een uitkering ‘activeren’. Hoe? Door hen te dwingen om het even welke baan aan te nemen. Ze willen het werkgelegenheidsbeleid spitsen om meer werknemers te kunnen uitbuiten. Vandaag wordt de federale sociale zekerheid mee gecontroleerd en beheerd door de vakbonden en de ziekenfondsen. Deze verzetten zich hevig tegen de plannen van de separatisten. We weten dat in landen waar de macht van de vakbonden afneemt, de sociale ongelijkheid toeneemt. Daarom biedt eenheid de beste mogelijkheden om het openbare karakter van de sociale zekerheid en de financiering ervan te garanderen.
Voor een sterk sociaal beleid moet je de belangrijkste middelen centraliseren. Daarvoor heb je dus een omgekeerde beweging nodig dan wat N-VA en Vlaams Belang voorstellen. De sociale zekerheid en de openbare diensten zijn beter gegarandeerd op federaal niveau. Hetzelfde geldt voor de herverdeling van de rijkdom. In 2000 was er 1 miljardair in België; vandaag zijn dat er 41. Haal het geld waar het zit. Het is enkel op nationaal niveau dat miljonairs echt belast kunnen worden en dat de fiscale fraude op een ernstige manier kan bestreden worden.
We willen ook herverdelingsmechanismen invoeren om de welvaartskloof tussen regio's te verkleinen en ervoor te zorgen dat alle burgers toegang hebben tot vergelijkbare openbare diensten. In België is dat niet het geval. Het geld wordt niet eerlijk verdeeld op basis van de middelen van elke regio. In de meeste federale staten (Zwitserland, Duitsland, Canada) worden overdrachten georganiseerd om de verschillen tussen de rijkste en armste regio's te beperken. Dat is de weg die we willen bewandelen om de eenheid te versterken.
Een realistische manier om dat te doen? Door solidaire overdrachten aan armere regio's, met objectieve criteria voor het toekennen van subsidies, zoals bijvoorbeeld achterstand in lokale infrastructuur. Deze criteria zullen regelmatig moeten worden geëvalueerd door een nationaal controleorgaan, onder toezicht van het federaal parlement, dat de bevoegdheid zal hebben om sancties op te leggen aan autoriteiten die ‘geld over de balk hebben gegooid’. Het doel moet natuurlijk zijn om de verantwoordelijke politici te straffen en niet om de slachtoffers financieel verantwoordelijk te maken, zoals in het huidige systeem.
Eenheid alleen leidt niet noodzakelijk tot een meer sociaal beleid. Daarvoor heb je ook een werkende klasse met een sterke vakbondstraditie voor nodig. De prijs van medicijnen verlagen tegen de wil van de multinationals van Big Pharma in of milieunormen opleggen aan grote vervuilende bedrijven, bijvoorbeeld, kan alleen na een stevige sociale strijd.
Toch is eenheid essentieel als het moeilijk wordt, zoals de coronacrisis opnieuw heeft aangetoond. Alle werknemers hebben recht op een gegarandeerd vervangingsinkomen in geval van verlies van werk - zelfs tijdelijk zoals bij economische werkloosheid - of in geval van ziekte, een arbeidsongeval of ouderdom.
Tot slot zal de eenheid van de sociale zekerheid minder duur en verspillend zijn dan de verdere opsplitsing. Dan heb je maar één pakket regels nodig en een gecentraliseerd beheer in plaats van drie administraties. Woon je in Wallonië en werk je deeltijds in Brussel en deeltijds in Vlaanderen? Met een federale sociale zekerheid maakt dat niet uit. Maar na de splitsing zou je te maken krijgen met drie administraties en drie keer verschillende regels: hallo extra bureaucratie. Eén administratie biedt de meeste waar voor je geld. Omdat de sociale zekerheid een openbare sociale verzekering is, zal deze uiteraard beter af zijn als meer mensen eraan deelnemen.
Samenvattend: een verenigde en versterkte sociale zekerheid kan sociaal en openbaar zijn en correct worden geherfinancierd. Opgesplitst zou de sociale zekerheid gedeeltelijk geprivatiseerd worden, minder efficiënt zijn en gereduceerd worden tot de rol van openbare bijstand voor de armsten. Dan krijgen we in plaats van een sociale zekerheid voor alle werknemers een soort mega-OCMW voor de minstbedeelden.
Opeenvolgende staatshervormingen hebben rampzalige resultaten opgeleverd. Niemand begrijpt nog wie waarvoor verantwoordelijk is, alles is complexer geworden en er is een aanzienlijke verspilling van mensen en middelen.
De overstromingen in de zomer van 2021 toonden aan dat de opsplitsing van het waterbeheer rampzalige gevolgen heeft.
PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw vatte het destijds zo samen in het parlement: "De separatisten hebben zelfs de regendruppels gesplitst. Zolang de regendruppel in de lucht is, is hij federaal. Eenmaal op de grond is de regendruppel regionaal. Een regenbui is federaal, overstromingen zijn regionaal. Het is ook daardoor dat niet op tijd werd gewaarschuwd voor de overstromingen. Ga dat maar eens uitleggen aan de slachtoffers.”
Op 3 maart 2020, vlak voor de eerste lockdown, was Sofie Merckx, huisarts en fractieleider van de PVDA in het federale parlement, de eerste die federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block ondervroeg: "Negen ministers van Volksgezondheid, maar wie heeft de leiding?" Geconfronteerd met de trage besluitvorming aan het begin van de coronacrisis, die zoveel slachtoffers heeft gemaakt, voegde ze eraan toe: "Een beter bewijs van inefficiëntie krijg je toch niet?"
In het huidige vechtfederalisme zijn politici meer bezig met elkaar aan te vallen dan met het ondersteunen van de bevolking. Iedereen bevoegd, niemand verantwoordelijk.
In de afgelopen jaren zijn 18 interministeriële conferenties opgericht om beslissingen te nemen in het kader van geregionaliseerde bevoegdheden. Het resultaat? Het werkt niet. Veel vergaderingen, weinig besluiten.
Bovendien zijn deze ministeriële conferenties verre van democratisch: regeringen sluiten samenwerkingsovereenkomsten die niet kunnen worden gewijzigd of verworpen door het parlement. De politieke oppositie is niet betrokken bij deze onderhandelingen en deze overlegvergaderingen vinden plaats achter gesloten deuren, ver weg van elke vorm van controle. Het land splitsen, zoals de separatisten willen doen in 2024, zal de bevolking ook veel geld kosten. Denk maar aan de splitsing van de overheidsschuld. De schuld van België bedraagt nu meer dan 500 miljard euro. Als de schuld in het geval van een splitsing wordt verdeeld tussen de verschillende regio's, zullen de rentetarieven gezien de toenemende risico's waarschijnlijk sterk stijgen. We zouden dan veel gemakkelijker in de situatie van Italië terecht kunnen komen - dat een hogere rente moet betalen omdat de situatie daar door de markten als veel instabieler wordt beschouwd - en tot 20 miljard meer moeten betalen. Het resultaat zal een stortvloed van nieuwe besparingen zijn. Dat is niet de weg die we willen volgen.
De nationalisten willen ook de rechterlijke macht en de politie splitsen. Maar het is duidelijk dat witteboordencriminelen, belastingontduikers en terroristen zich, net als rivieren, stortbuien en virussen, niets aantrekken van taalgrenzen. Sterker nog, de N-VA erkent dit en is van plan om "Belpol" op te richten, een agentschap voor de uitwisseling van inlichtingen op nationaal niveau, belast met de samenwerking tussen de drie regionale politiekorpsen. Als het de bedoeling is om meteen na de splitsing een federale coördinatie te creëren, waarom zou je dan regionaliseren?
Vivaldi heeft de herfederalisering van bevoegdheden niet bestudeerd, hoewel talrijke gebeurtenissen het belang hebben aangetoond van een sterke federale overheid die in staat is om crisissituaties doeltreffend te beheren, zoals de overstromingen van juli 2021, de energiecrisis, de coronacrisis of de organisatie van het klimaat-, milieu- en energiebeleid.
Nu de regionalisering een mislukking is gebleken, kunnen we een aantal bevoegdheden terug naar het federale niveau brengen en in één klap het aantal ministers en staatssecretarissen met meer dan een derde verminderen.
Een ander punt dat deel uitmaakt van de oplossing is het heroverwegen van de structuur van Brussel. De huidige structuur is vreselijk complex en een bron van budgettaire verliezen. We willen de overlappende instellingen in Brussel vereenvoudigen. De Franse Gemeenschapscommissie (Cocof), de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en ... de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), dat wil zeggen de drie Brusselse deelregeringen (en de bijbehorende bevoegdheden van de ministers) en de drie huidige Brusselse deelparlementen, hoeven niet in stand gehouden te worden.
Voor uitdagingen die het Brussels Gewest overstijgen, is het de federale overheid die de grote lijnen zal moeten uitzetten. Dat zorgt voor een snelle uitvoering en vereenvoudiging. De federale regering zal beter in staat zijn om de bescherming van de Nederlandstalige en Franstalige minderheden in respectievelijk de hoofdstad en de rand te verzekeren. De rol van het Brussels Gewest moet voorrang krijgen op de gemeenschapsbevoegdheden die de Brusselaars op basis van hun taal verdelen voor sport, cultuur en zorg. Tweetaligheid moet overal worden gegarandeerd.
Het rapport van de zes staatshervormingen laat zien dat ze niet hebben geleid tot beter beheer of tot een overheid die dichter bij de mensen staat. De Vlaamse, Waalse en Brusselse regeringen zijn geen haar beter dan de federale. Ze doen precies hetzelfde. Het duurt alleen langer en het kost meer. Er moeten veel meer ministers, regeringen, overheden en overlegcomités hun zeg doen voor er een beslissing genomen wordt. De PVDA wil een einde maken aan deze administratieve en institutionele warboel.
Vandaag is België het land van frieten, chocolade en bier, maar ook van pizza en dürüm. Onze Rode Duivels zijn Vertonghen en De Bruyne, maar ook Carrasco, Doku en Lukaku. Je kan dat niet samenvatten onder een enkele gemeenschapsidentiteit of een enkele nationale identiteit. Er is niet één cultuur, niet één traditie. Waarom mensen opsluiten in een bekrompen Vlaamse of Waalse identiteit? We hebben allemaal meerdere identiteiten.
Een splitsing is de enige optie, zegt Bart De Wever. Hij beweert dat Vlamingen en Walen verschillende talen spreken en elkaar daarom niet begrijpen. Op welke planeet leeft De Wever? Na de overstromingen spoedden duizenden vrijwilligers uit heel Vlaanderen spontaan naar Wallonië om te helpen. We zagen havenarbeiders die kelders leegpompten, vrijwilligers die rondgingen met pannenkoeken en flessen water, vluchtelingen uit een opvangcentrum in Henegouwen die een ondergelopen huis opruimden schouder aan schouder met vrijwillige brandweermannen uit Oost-Vlaanderen. Zoals Peter Mertens, algemeen secretaris van de PVDA, zei: "Als we elkaar helpen, spreekt iedereen dezelfde taal. De taal van de emmer die van hand tot hand gaat en zonder woorden zegt wat iedereen weet: dit is solidariteit, dit is ons land."
De splitsing van het land is net zo onrealistisch als het scheidingsconfederalisme. Vooral voor Brussel. Met 62 procent in het buitenland geboren inwoners en meer dan 100 nationaliteiten is Brussel na Dubai de meest kosmopolitische stad ter wereld. Brussel kan niet de hoofdstad van een onafhankelijk Vlaanderen worden, zoals het Vlaams Belang voorstelt, noch kan het een Franstalige hoofdstad worden wanneer twee derde van de inwoners van buitenlandse origine is. Het kan ook niet van buitenaf gezamenlijk beheerd worden door de Vlaamse en Franse Gemeenschap, zoals Bart De Wever voorstelt.
Dat laatste zou betekenen dat elke inwoner een gemeenschap zou moeten kiezen op basis van taal. Ze zouden dan andere rechten hebben dan hun buurman, moeder of broer die in de hoofdstad woont, enkel en alleen omdat ze zich als "Franstalige" of "Nederlandstalige" hebben aangegeven. Dit zal leiden tot eindeloze conflicten, spanningen tussen verschillende groepen bewoners en op de lange termijn zelfs tot brutale confrontaties.
Brussel, een tweetalige hoofdstad, ligt op het kruispunt van het land. Het is dus een deel van de oplossing om de banden tussen Franstaligen en Nederlandstaligen te versterken. De ontwikkeling van een meertalig en multicultureel land is een troef in een wereld die een dorp is geworden en op een continent waar de uitwisselingen toenemen. De ontwikkeling van de tweetaligheid in het onderwijs en van uitwisselingen over de taalgrenzen heen zou een grote stap voorwaarts zijn. Vandaag vindt 70 procent van de Brusselaars dat meertaligheid een essentieel onderdeel is van de Brusselse identiteit. Volgens de laatste taalbarometer is 90 procent van de Brusselaars voorstander van tweetalig basisonderwijs. Dat is ook logisch. Tweetaligheid of zelfs drietaligheid verwerven is essentieel om een job te vinden in de hoofdstad. In Brussel willen we ook de electorale taalkundige apartheid afschaffen. Tegenwoordig zijn er aparte lijsten volgens taal voor de verkiezingen voor het Brussels Parlement. Dus als je een Nederlandstalige identiteitskaart hebt, kun je je alleen verkiesbaar stellen op een Nederlandstalige lijst, en omgekeerd.
Brussel heeft een rijk cultureel leven, een van de rijkste in Europa, maar het is nog steeds erg verdeeld langs taalkundige lijnen. Zo krijgen meertalige initiatieven moeilijk financiële overheidssteun. Maar veel kunstenaars en culturele instellingen in Brussel - bijvoorbeeld de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) en het Théâtre National - trekken zich daar niets van aan. Culturele samenwerking over de taalgrenzen heen is een van de belangrijkste eisen van de instellingen en mensen die actief zijn op het terrein. Aan Franstalige kant willen we een speciale inspanning doen om een positief beeld te creëren van de Vlaamse cultuur, die zo lang in een slecht daglicht heeft gestaan. Meer in het algemeen moedigen we initiatieven aan die taal- en cultuurgrenzen overschrijden. Culturele instellingen en publieke media spelen een sleutelrol in het samenbrengen van gemeenschappen.
Verplicht onderwijs van de tweede nationale taal moet in alle regio's worden ontwikkeld, zoals dat het geval is in andere meertalige landen: bijvoorbeeld in Finland (Fins en Zweeds) of Luxemburg (Duits, Frans en Luxemburgs). De opleiding van tweetalige leerkrachten en uitwisseling tussen Nederlandstalige leerkrachten naar Wallonië en Franstalige leerkrachten naar Vlaanderen moet worden aangemoedigd. Gemeenschappelijke onderwijsnormen (minimumvoorwaarden voor de toekenning van schooldiploma’s, vaststelling van de lonen en pensioenen van de leerkrachten …) kunnen deze uitwisselingen aanzienlijk vergemakkelijken.
Een verenigd, meertalig België met een eenheidsfederalisme zou als voorbeeld kunnen dienen voor het meertalige Europa van de toekomst. Het België van vandaag lijkt op een miniatuur van de Europese Unie, een unie van concurrentie en ongelijkheid, bestaande uit eindeloze onderhandelingsrondes en bureaucratische rompslomp.
Een België van solidariteit en samenwerking dat socialer, efficiënter en menselijker is, zou een inspiratiebron kunnen zijn voor een Europa van de burgers dat zich bevrijdt uit de greep van de financiële wereld.