Vaste jobs
Bouwvakkers, verplegers, chauffeurs, kunstenaars, magazijniers, leerkrachten, kassiers ... Wie de maatschappij doet draaien, verdient respect. Zonder werkende klasse, geen welvaart. We willen stabiele jobs. We maken korte metten met sociale dumping. We beschermen de werkende mensen tegen dolgedraaide flexibiliteit en banenverlies. We vervangen onzekere, onderbetaalde jobs door degelijk, stabiel werk.
Na het ‘Jobs, jobs, jobs’ van de regering-Michel, lijkt het motto van de regering-De Croo (oftewel Vivaldi) ‘work, work, work’ te zijn. Tegen 2030 wil men de werkgelegenheidsgraad verhogen tot 80 procent. Dat betekent dat acht op tien mensen in de leeftijdscategorie tussen de 20 en 64 aan het werk moet zijn. Om dit percentage te halen, zouden zo'n 766.000 mensen extra aan het werk moeten. Ons land telt momenteel zo’n 300.000 werkzoekenden. Zelfs als we die allemaal aan de slag krijgen, moeten er nog 466.000 mensen gezocht worden. Dus wordt er ook elders gezocht. De regering richtte eerst de pijlen op de ‘oudere werknemers’, die volgens hen niet actief genoeg zijn. Daarom werd er verder gesneden in de loopbaanonderbrekingsregelingen, werd het SWT (het voormalige brugpensioen) duurder gemaakt en werden de voorwaarden voor het pensioen strenger. Ook de 500.000 langdurig zieken kwamen in het vizier. Minister van Werk Frank Vandenbroucke voerde sancties in voor zieken (meestal ziek geworden door stresserend en/of fysiek zware werk) die niet hard genoeg hun best doen in het activeringsspel.
De cijferfetisj leidt de aandacht af van de kwaliteit van het werk. Het volstaat om over de grens te kijken naar Nederland en Duitsland, twee buurlanden die al een werkgelegenheidsgraad van 80 procent hebben. In Nederland wordt dit cijfer opgekrikt door deeltijdwerk. In Nederland hebben veel meer mensen een deeltijdse job. Als we de twee landen in voltijdsequivalenten vergelijken dan blijkt dat Belgen meer uren werken dan Nederlanders. Hetzelfde geldt voor Duitsland, dat alleen maar doet alsof het banen schept door goedbetaalde voltijdbanen op te delen in twee, drie of vier onderbetaalde deeltijdbanen, met een gemiddeld loon van 250 euro per maand. Dat is een sociale ramp die werkende mensen in de armoede duwt. Duitsland ondergaat de meest uitgebreide deregulering van de arbeidsmarkt in de hele Europese Unie. De tijd van vaste contracten, vaste werktijden en vaste lonen waarmee mensen fatsoenlijk kunnen rondkomen is voorbij. In de plaats kwam een oerwoud van flexibele arbeidsregelingen en ‘hamburgerjobs’. De gevolgen lieten niet op zich wachten: het aantal werkende armen stijgt onophoudelijk. Vandaag de dag leeft 15 procent van de werkende Duitsers in armoede, 3 keer meer dan in België.
De Belgische regering wil Duitsland achterna hollen. Ze heeft onze arbeidsmarkt flexibeler en ‘concurrentiëler’ gemaakt. Flexi-jobs zijn uitgebreid naar nieuwe sectoren, werktijden zijn gedereguleerd en de lonen zijn geblokkeerd.
Wij gooien deze logica radicaal om. We hebben geen behoefte aan een wildgroei van nepbanen, maar wel aan zekerheid en stabiliteit. De norm moet zijn: contracten voor onbepaalde duur. Zonder vast contract kan je geen toekomst opbouwen. Wie van dag tot dag van een interimcontract leeft, kan een hypotheek vergeten. Zonder vast contract kan je niet op je eigen benen staan en moet je er zelfs niet aan denken om een gezin te stichten.
We hebben ons van bij het begin, in 2015, verzet tegen de flexi-jobs. Die zetten namelijk de lonen onder druk en brengen de financiering van de sociale zekerheid in gevaar. Een werknemer die naast de 4/5 vaste job het maandloon aanvult met weekend- of avondwerk in de horeca, ontvangt een flexiloon van 11 euro per uur, dat is twee euro minder dan het minimumloon in de sector. De werkgever hoeft geen socialezekerheidsbijdragen te betalen of werktijden of andere rechten na te leven. De werknemer kan de avond voordien een telefoontje krijgen met de eis om de volgende dag op het werk te verschijnen. Al deze nulurencontracten wegen zwaar op de huidige arbeids- en loonvoorwaarden en brengen echte en degelijke banen in het gedrang. In sectoren waar dit systeem al langer bestaat, werkt ondertussen al 16 procent van het personeel aan die ultraflexibele voorwaarden. Tegenwoordig is één op de vijf jobs in de horeca een flexi-job, en meer dan één op de drie flexi-jobs vervangt een vast contract. Niet toevallig: ober en barvrouw of -man zijn momenteel de slechtst betaalde jobs in het land en het tekort aan arbeidskrachten is in deze sector het grootst.
Toen de regering-Michel (MR-N-VA-cd&v-Open Vld) in 2015 flexi-jobs invoerde in de horeca, beloofden minister Kris Peeters en cd&v dat ze niet zouden worden uitgebreid naar andere sectoren. Twee jaar later stelde dezelfde regering ze open voor gepensioneerden en breidde ze uit naar winkels. Hiervan wordt gretig gebruikgemaakt door de franchisewinkels van bekende ketens, zoals Delhaize. In het zog van de PVDA waren ook Vooruit, PS en de groenen niet te spreken over dit "Trojaanse paard voor degenen die de arbeidsmarkt koste wat het kost willen dereguleren, ten koste van werknemers en de sociale zekerheid". Maar dat was voordat ze in de regering kwamen. De Vivaldiregering, met socialisten en groenen en met minister van Werk Dermagne (PS) als hoofdverantwoordelijke, heeft de flexi-jobs uitgebreid naar de sectoren van de landbouw, parken en tuinen, sport, cultuur, kinderopvang, vervoer (touringcars), de evenementensector, garages, persoonlijke verzorging, chocolaterie ... En dat is nog niet alles: de overheid heeft ook een "opt-in" geïntroduceerd. Met andere woorden, sectoren die momenteel niet op de lijst van goedgekeurde sectoren staan, maar die dit statuut zouden willen invoeren, kunnen dit doen met toestemming van het paritair comité. Zo hebben de werkgeversorganisaties een troef achter de hand. Ze kunnen de uitbreiding van flexi-jobs inzetten als tegenprestatie voor eventuele toegevingen op andere gebieden. Met uitzondering van de PVDA stemden alle partijen voor, meerderheid en oppositie, inclusief het Vlaams Belang.
Vandaag explodeert het aantal flexi-jobs. Erger nog, één op de tien flexi-jobs wordt uitgeoefend door iemand boven de 64. Volgens een analyse van het Rekenhof vervangt meer dan een derde van de flexi-jobs een bestaande vaste baan. Het probleem is natuurlijk niet dat mensen deze flexi-jobs aanvaarden, vaak omdat ze onvoldoende koopkracht hebben met hun loon of hun pensioen. Het probleem is wel dat het hier gaat om de veralgemening en uitbreiding van dit soort contracten, die bestaande vaste banen en lonen ondermijnen.
Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) verdedigt zijn beleid door er op te wijzen dat er ook antimisbruikmaatregelen zijn genomen. Maar deze zullen maar weinig zoden aan de dijk brengen. De minister beweert bijvoorbeeld dat flexwerkers hetzelfde zullen verdienen als vaste werknemers in de sector, omdat de minimumloonschalen voortaan van toepassing zijn. Behalve in de horeca, waar de helft van alle flexi-jobbers werken. Daar gelden de schalen niet. En zelfs in de sectoren waar de schalen zullen gelden, zullen flexwerkers in de praktijk minder verdienen: geen 13e maand, geen vergoeding voor overwerk, geen ontslagvergoeding, minder vakantiegeld ... Daarnaast verklaart de socialistische minister fier dat de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid wordt verhoogd van 25 tot… 28 procent. In de praktijk zal er echter nog steeds geen sprake zijn van persoonlijke bijdragen of bedrijfsvoorheffing. Met de uitbreiding naar nieuwe sectoren zal de kas van de sociale zekerheid zo verder worden uitgehold. Volgens het ABVV zal de hervorming van de sociaaldemocratische minister minstens 50 miljoen euro per jaar aan directe inkomsten voor de sociale zekerheid kosten.
Een ander soort onzeker werk neemt explosief toe in ons land: werknemers op platforms zoals Uber en Deliveroo die onder het belastingregime van de deeleconomie vallen. Een systeem dat door de rechtbank van Brussel en de arbeidsrechtbank onwettig werd verklaard in de koerierssector, maar dat bleef bloeien onder de Vivaldi-regering. Deze vorm van onzeker werk betekent dat de grote platforms goedkope arbeidskrachten kunnen uitbuiten zonder zich te moeten houden aan de regels als werkgever, met als gevolg dat er geen uurloon is maar betaling per levering. Het stukloon is zo terug van weggeweest, een tijdperk waarvan we dachten dat het achter ons lag. Zekerheid? Nul. Als ze ziek worden of een ongeval krijgen, is het aan hen om een oplossing te vinden. Het is ook aan hen om hun eigen pensioenpotje op te bouwen met hun magere loon.
Als onderdeel van de ‘arbeidsdeal’ van de regering beloofde de minister van Werk, Pierre-Yves Dermagne (PS), historische vooruitgang: de schijnstatuten zouden worden vervangen door werknemerscontracten en alle werknemers van de platforms zouden gedekt zijn door een ongevallenverzekering. Maar vele maanden later is er in de praktijk niets veranderd. De platforms blijven nepstatuten opleggen en het is nog altijd aan de werknemers om naar het gerecht te stappen en aanspraak te maken op hun rechten, een procedure die veel tijd in beslag neemt. Bovendien heeft de minister, dankzij het gelobby van multinationals, de toekenning van een arbeidsongevallenverzekering ingetrokken voor werknemers die onder het belastingregime van de deeleconomie vallen, dat wil zeggen bijna 85 procent van de werknemers die deze verzekering hadden moeten krijgen. Zij die er wel onder zouden vallen, moeten maar geduld hebben: ondanks de ‘deal’ van november 2022 heeft de regering de verplichting om deze werknemers te verzekeren nog steeds niet in de wet verankerd.
Vanaf het begin hebben de federale volksvertegenwoordigers Nadia Moscufo en Gaby Colebunders van de PVDA deze hervorming aan de kaak gesteld omdat ze de vrijheid van de grote platforms om erbarmelijke arbeidsvoorwaarden op te leggen in stand houdt. Nadia Moscufo waarschuwde destijds: "Deliveroo & co kunnen gerust slapen in de wetenschap dat ze nog steeds straffeloos kwetsbare werknemers kunnen uitbuiten".
Een paar maanden eerder hadden de twee volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel ingediend, opgesteld in overleg met de vakbonden, dat een echt alternatief bood. Het voorstel keerde de logica om: de overheid eist van de platforms dat ze werknemers volwaardig in dienst nemen. Het is vervolgens aan deze platforms, in plaats van aan de werknemers, om actie te ondernemen als ze van mening zijn dat de contractuele arbeidsrelatie niet gerechtvaardigd is.
We willen platformwerkers het statuut van werknemer geven, met eerlijke arbeidsvoorwaarden en een fatsoenlijk loon. We willen platforms verplichten om werknemers te voorzien van een gepaste uitrusting, om sociale bijdragen te betalen en om de oprichting van een vakbondsafvaardiging toe te staan. We schrappen het substatuut van de belastingregeling voor de deeleconomie dat tot sociale dumping binnen de werkende klasse leidt.
Minder dan de helft van de jongeren start met een voltijdse baan. In België zijn er 217.000 onvrijwillig deeltijdse werknemers, meestal vrouwen, die graag meer uren zouden werken. Maar werkgevers (van de grote winkelketens bijvoorbeeld) bieden hun personeel liever deeltijdse contracten aan. Het komt hen beter uit omdat ze het personeel dan flexibeler kunnen inzetten. Wij leggen werkgevers daarom op: geef voorrang aan de eigen werknemers als er uren vrijkomen alvorens een beroep te doen op uitzendkrachten of jobstudenten. Op die manier zullen veel vrouwen, die vaak deeltijds werken, hun werkuren kunnen verhogen als ze dat wensen.
Veel grote bedrijven in België maken op grote schaal gebruik van uitzendkrachten. In sommige gevallen vormen zij zelfs meer dan 40 procent van alle werknemers. Sommige grote bedrijven hebben meer uitzendkrachten in dienst dan vaste werknemers. Vooral in de callcenters en de logistiek is de toestand alarmerend.
Jongeren krijgen het vaakst te maken met tijdelijk werk: zeven van de tien tijdelijke contracten worden aangegaan door werknemers onder de 35 jaar en een op de drie door jongeren onder de 25 jaar. Zelfs als ze iets anders vinden dan uitzendwerk en allerlei andere onzekere jobs (een trend die duidelijk toeneemt), krijgt minder dan een op de twee werknemers onder de 25 een vast contract aangeboden. Deze onzekere arbeidsmarkt heeft natuurlijk een directe impact op onze jongeren. Volgens een recent onderzoek van Deloitte vindt meer dan een op de twee jonge werknemers het "moeilijker, zo niet onmogelijk" om een gezin te stichten of een huis te huren, laat staan te kopen. Volgens Deloitte klust bijna de helft van de Gen Z’ers (de generatie geboren tussen 1995 en 2004) na de uren bij om de eindjes aan elkaar te knopen.
Wij willen paal en perk stellen aan die praktijken. Interimarbeid kan alleen om vaste werknemers tijdelijk te vervangen, voor een uitzonderlijke toename van werk of de uitvoering van gespecialiseerde taken. We maken een einde aan de praktijk om interims te laten ‘proefdraaien’ in plaats van ze meteen een volwaardig contract aan te bieden.
We geven de vakbonden de gelegenheid om via sociaal overleg een maximumpercentage aan uitzendkrachten vast te leggen. Dat is vandaag voor grotere bedrijven al het geval. We willen afspraken op sectoraal niveau zodat ook bedrijven zonder syndicale delegatie zich daaraan moeten houden. Met sancties voor wie het plafond overschrijdt.
We hebben een echt actieplan tegen het misbruik van uitzendarbeid nodig. We breiden de sociale inspectie uit, zodat verscherpte controles op het terrein mogelijk worden. We dringen het gebruik van dagcontracten terug. Bijna negen op tien interimarbeiders werken vandaag met zulke onzekere contracten. We versterken de greep van de vakbonden op het inzetten van interimkrachten op de werkvloer en zien streng toe op de uitvoering van de akkoorden binnen de Nationale Arbeidsraad (NAR) over het buitensporig gebruik van dagcontracten.
We willen ervoor zorgen dat uitzendkrachten dezelfde rechten en voordelen genieten als vaste werknemers. De wet voorziet hier al in, maar in de praktijk kennen veel werkgevers bepaalde rechten en voordelen niet toe aan uitzendkrachten. Voor ons is de regel: gelijke voorwaarden voor gelijk werk. We leggen sneller sancties op aan werkgevers die de rechten van werknemers ondermijnen.
We bieden uitzendkrachten echte arbeidscontracten aan en maken een einde aan de carrousel van opeenvolgende contracten met korte onderbrekingen, alleen maar bedoeld om de anciënniteitsregels te omzeilen. Wie zes maanden bij dezelfde werkgever met een interim- of tijdelijk contract aan de slag is, krijgt automatisch een vast contract.
Sinds 2010 zijn meer dan 100.000 werknemers het slachtoffer geworden van massaontslagen. Terwijl grote bedrijven enorme winsten binnenrijven, kolossale dividenden betalen aan hun aandeelhouders en duizelingwekkende salarissen aan hun managers, ontslaan ze zonder schroom hun personeel.
In 2010 besloot AB InBev om 800 banen te schrappen en tegelijkertijd een miljard euro aan dividenden uit te keren aan de aandeelhouders. Pure kapitalistische roofzucht. Een scenario dat zich sindsdien vele malen heeft herhaald, zoals we zagen bij ArcelorMittal, Caterpillar, NMLK en, meer recentelijk, 3M, C&A, AGC, Avery Dennison en Farnell. In 2020 diende de PVDA haar voorstel voor een ‘wet-InBev’ die bedrijven die winstgevend zijn of dividend uitkeren verbiedt om collectief te ontslaan, opnieuw in bij het parlement. Elke beslissing tot herstructurering of collectief ontslag zou eerst moeten worden voorgelegd aan een paritair orgaan, dat de redenen voor de beslissing onderzoekt alvorens te beslissen of ze al dan niet noodzakelijk was. Winstgevende bedrijven die ondanks alles toch massaal mensen op straat zetten, zouden alle toegekende overheidssteun, subsidies of belastingkortingen moeten terugbetalen.
We verplichten bedrijven die willen herstructureren om eerst alternatieven uit te werken zoals een collectieve arbeidsduurvermindering of een reconversieplan. De werkgever moet daarbij met voorstellen over de brug komen. We geven werknemers reële inspraak. We betrekken ook de werknemers van toeleveranciers en onderaannemers volwaardig bij het sociaal plan. Het moederbedrijf dat herstructureert en ontslaat, neemt daarbij de kosten op zich. We voorzien ook in sancties van zes maanden tot drie jaar effectieve gevangenisstraf voor werkgevers die de wetgeving niet respecteren. Ook kunnen gebouwen, terreinen en machines in beslag genomen worden wanneer de rechten van de werknemers met de voeten worden getreden.
We willen een einde maken aan de twijfelachtige tactieken van bepaalde bedrijven die de gerechtelijke reorganisatieprocedure (GRP) gebruiken om de verplichting van een sociaal plan te omzeilen. De afgelopen jaren hebben we hier tal van voorbeelden van gezien: Wibra, E5 mode, Thomas Cook, Blokker en Makro, waar eind 2022 1400 werknemers hun job verloren. Het doel van deze bedrijven is duidelijk: door hun winkels te koop te zetten via deze gerechtelijke reorganisatieprocedure, ontdoen ze zich van de minst winstgevende entiteiten en wentelen ze de kosten van de ontslagen af op de sociale zekerheid. Werknemers worden dubbel gestraft. Ze verliezen niet alleen hun baan, bovendien is de ontslagvergoeding die ze ontvangen veel lager dan waar ze recht op hebben. Dit alles terwijl de multinationals die aan het roer staan, royale dividenden blijven uitkeren.
We voeren een beoordeling uit van de werkgelegenheidssteun die aan bedrijven wordt toegekend. Hier betrekken we alle belanghebbenden bij, inclusief de sociale partners. Subsidies mogen niet worden gebruikt om vaste banen te vervangen. We moeten bedrijven verbieden om werknemers te ontslaan en meteen daarna andere werknemers aan te nemen om aanspraak te maken op subsidies. We willen bedrijven verplichten om jongeren een opleiding te laten volgen, zonder dat stagiairs werknemers met een vast contract vervangen.
België biedt werknemers zowat de zwakste bescherming tegen individueel ontslag in heel Europa. Wij versterken die bescherming. We tekenen Conventie 158 van de Internationale Arbeidsorganisatie. Die verplicht de werkgevers elk ontslag te motiveren. Werknemers krijgen de kans om zich te verdedigen, met bijstand van de vakbond en hebben het recht om in beroep te gaan bij de arbeidsrechtbank.
We garanderen bij individueel ontslag een opzegtermijn van één maand per jaar anciënniteit, met een minimum van drie maanden. Zo bemoeilijken we willekeurig ontslag.
We verbieden het ontslag van tijdelijk werkloze werknemers wegens overmacht. Tijdens de coronacrisis konden bedrijven profiteren van overheidssteun zonder enige tegenprestatie, terwijl tijdelijke werkloosheid juist bedoeld is om banen te behouden. We brengen het wetsvoorstel van de PVDA-volksvertegenwoordigers Nadia Moscufo en Gaby Colebunders in de praktijk, dat tijdelijke werkloosheid afhankelijk maakt van jobbehoud.