Schaf de vertrekpremies van parlementsleden af
De PVDA heeft successen geboekt in de strijd tegen de graaicultuur en wil er nu helemaal komaf mee maken. Als speerpunt schaffen we de vergoedingen af voor parlementsleden die niet herkozen worden.
Politici hebben voor zichzelf een systeem bedacht waardoor ze bij vertrek hun volledige loon gewoon doorbetaald krijgen. Ze mogen dat cumuleren met een job in de privé of als burgemeester. Het gaat hier over een bewuste en georganiseerde zelfbediening.
Om de graaicultuur in de politiek tegen te gaan, vervangen we het speciale statuut van parlementsleden door een normaal sociaal statuut van doorsnee werknemers. Zo betalen ze sociale bijdragen en krijgen ze recht op de normale stelsels van pensioenen en werkloosheidsuitkeringen.
Waarom is de strijd tegen de vertrekvergoedingen een prioriteit?
Er gaapt een kloof tussen de modale burgers en de politiek. Dat ligt voor een groot stuk aan het speciale statuut van politici. Ze verdienen maandelijks bijna 12.000 euro bruto. Ze hebben riante pensioenen – tot voor kort hadden sommigen meer dan 9.000 euro bruto per maand. Ze hebben allerlei privileges.[1]
De politieke kaste leeft in Graailand. Ze spiegelt zich aan de economische elite. Ze gedraagt zich als een high society van bevoorrechten, een laag van beleidsmakers die in een bubbel leven. Politici zijn bij de weinigen die zelf beslissen over hun loon en arbeidsvoorwaarden. Hun speciaal statuut, dat controleren ze zelf.
Dat is nefast voor een democratische werking. Politici beweren de bevolking te vertegenwoordigen, maar ze voelen en weten niet wat er leeft. Het is gemakkelijk maatregelen te nemen die de burger treffen als je daar zelf niks van voelt omdat je zoveel meer verdient. Dan hoef je je bijvoorbeeld niet ongerust te maken over een kassaticket of een energiefactuur en zie je het probleem niet meer wanneer je het loon van anderen blokkeert.
Politici moeten het volk dienen en niet zichzelf bedienen. PVDA-gekozenen kiezen ervoor zelf aan een doorsnee inkomen te leven. Maar ook andere politici zouden toch dichter bij de realiteit mogen staan, met de voetjes op de grond.
Een van de privileges voor parlementsleden is het systeem van dure afscheidsvergoedingen. Wie niet herverkozen geraakt – vaak afgestraft door de kiezer, – krijgt maandenlang een volledige parlementaire wedde plus onkostenvergoeding doorbetaald. En wel minstens vier maanden lang en maximaal twee jaar, naargelang het aantal dienstjaren in het mandaat. Oudgedienden in het federaal parlement genieten er zelfs tot vier jaar lang van. Ja, voor zichzelf zijn politici wel bijzonder consequent wanneer het om het principe van “verworven rechten” gaat.[2]
Ter vergelijking: andere mensen moeten bij de werkloosheidsdienst aankloppen wanneer ze hun baan verliezen. Hun uitkering bedraagt dan maximaal 65% van het loon en daalt al na drie maanden. Met meer dan 11.300 euro bruto per maand ligt het bedrag van de vertrekvergoedingen voor parlementsleden zo maar eventjes vijf keer hoger dan de allerhoogste werkloosheidsuitkering.[3] Een uittredend parlementslid kan zo in twee jaar tijd 270.000 euro bruto opstrijken. In het oude systeem was dat zelfs dubbel zoveel.
Komt daarbij: parlementsleden hebben recht op die vergoeding ongeacht of ze nog een andere job hebben of vinden. Na de vorige verkiezingen in 2019 hadden 74 Kamerleden er recht op. De PVDA viste uit dat slechts elf van hen niet onmiddellijk weer werk vonden.[4] Bijna de helft van de 74 cumuleerde de vertrekvergoeding met een mandaat als burgemeester of schepen. Samengevat: dit systeem is een gouden parachute voor een kaste die dat niet nodig heeft.
Het kost allemaal massa’s belastinggeld. De afgelopen vijf jaar kostte het voor alle Belgische parlementen samen 43 miljoen euro.[5] Voor het jaar 2024 wordt er 13,9 miljoen euro voor uitgetrokken in de verschillende parlementen van het land.[6] Kunnen we die smak geld niet beter voor sociale maatregelen gebruiken? Publieke middelen zijn kostbaar, daar spring je zuinig mee om!
Hoe biedt onze maatregel een antwoord?
Ons voorstel is: vervang het speciale parlementaire statuut door een normaal sociaal statuut, geef parlementsleden hetzelfde statuut als gewone werknemers. Dan komt er meteen een einde aan hun mateloze vertrekvergoedingen en leggen ze aan het eind van hun mandaat dezelfde weg af als gewone werknemers, met dezelfde rechten en plichten. Dan betalen ze sociale bijdragen en krijgen ze recht op de normale stelsels van pensioenen en werkloosheidsuitkeringen. Op die manier werken we de nefaste kenmerken van de graaicultuur in de politiek weg.
De PVDA diende daarvoor in 2019 al een wetsvoorstel in. Het werd door de andere partijen van de agenda geschrapt. In de lente van 2023 deden de onthullingen van de PVDA de parlementaire pensioenbom ontploffen. De partij legde toen een nieuw voorstel op tafel. Alle inkomsten voor politici onderwerpen we daarin aan belastingen en sociale bijdragen. In plaats van hun vertrekvergoeding kunnen werkzoekende ex-politici dan een werkloosheidsvergoeding aanvragen.
Het nietsdoen van de andere partijen in deze kwestie
De volksvertegenwoordigers van de PVDA spiegelen zich aan de doorsnee bevolking. Ook voor andere politici willen we een statuut dat dichter bij de realiteit van de doorsnee werkmens staat.
Daar boekten we successen in. Acht jaar geleden maakte Peter Mertens bekend dat, terwijl de pensioenleeftijd verhoogd werd naar 67 jaar, parlementsleden al op 55 jaar met pensioen konden blijven gaan.[7] Na lang aandringen werd het privilege in 2019 afgeschaft.[8]
In 2023 maakte de PVDA bekend dat voormalige parlementsvoorzitters en parlementsleden elke maand een pensioen van meer dan 9000 euro bruto konden opstrijken, een pak hoger dan het wettelijk maximum.[9] Het duurde een half jaar om het privilege afgeschaft te krijgen en dat was goed voor een jaarlijkse besparing van 2,5 miljoen euro.
Wij pleiten ook al lang voor de afschaffing van de afscheidsvergoedingen. Ook hier willen we nu onze slag thuishalen.
Al in november 2018 stelde voorzitter Raoul Hedebouw voor er een debat over te voeren, maar het voorstel werd verworpen.[10] Een jaar later, in november 2019, probeerde volksvertegenwoordiger Peter Mertens ons wetsvoorstel erover alsnog te bespreken. Achter gesloten deuren beslisten de andere partijen het punt van de agenda te schrappen.[11] In juli 2023 vroeg fractieleider Sofie Merckx van de PVDA de snelle behandeling van ons nieuwe wetsvoorstel. Ook zij kreeg geen steun van de andere partijen. Het voorstel nog maar bespreken, bleef taboe.
Alleen de PVDA doet voorstellen om die verduivelde parlementaire vertrekvergoedingen af te schaffen. De andere partijen profiteren intussen al jarenlang van het systeem en blijven motieven zoeken om het te behouden. Zij hebben heel wat parlementsleden die stoppen en van het systeem kunnen genieten.
In 2019 zwaaide Eric Van Rompuy (CD&V) af met bijna 470.000 euro, net als Jan Peumans (N-VA) en Jo Vandeurzen (CD&V) met elk 230.000 euro.[12] Vandeurzen cumuleerde die vertrekpremie met een job als lesgever, drie betaalde posities als voorzitter van een raad van bestuur, en rijk betaalde opdrachten als consultant voor zijn vorige kabinet.[13] Mieke Vogels (Groen), die nu opnieuw kandidaat is, kreeg vanaf 2014 meer dan 200.000 euro.[14] Het gaat om bruto bedragen, gespreid over maandelijkse uitbetalingen.
Het Vlaams Belang, dat zichzelf nochtans aanprijst als een anti-establishmentpartij die de politiek wil ontvetten, zwijgt in alle talen over deze uittredingsvergoedingen : geen enkel voorstel, geen enkel amendement.[15] In het tv-programma De Afspraak op Vrijdag weigerde voorzitter Tom Van Grieken tot drie keer toe te antwoorden op de expliciete vraag of zijn partij voor het afschaffen ervan is.[16] Zijn eerste reactie? “Wij hebben een ander voorstel” en “je past de spelregels niet aan doorheen het verhaal”. Van Grieken verdedigde de privileges met het argument dat parlementslid zijn geen job is, maar “een mandaat”. Daar hoort volgens hem blijkbaar een statuut bij dat boven de mensen verheven is. De gekozenen van het Vlaams Belang strijken dan ook al jaren mee de riante vergoedingen op. Marijke Dillen kreeg bijna 450.000 euro aan afscheidpremies. En Jan Penris, die de Kamer moest verlaten wegens racistische uitlatingen in een dronken bui, kreeg toch een gouden handdruk van 370.000 euro.
Partijen als Groen en Vooruit zeggen wel voorstander te zijn van een herziening van het statuut van volksvertegenwoordigers, toch hebben we van hen geen initiatieven of concrete acties gezien.[17]
Het eerste voorstel van de PVDA om de vertrekvergoedingen af te schaffen dateert van voorjaar 2019.[18] Na de verkiezingen werd in oktober van dat jaar het voorstel opnieuw ingediend.[19] In juli 2023 werd tegelijk in alle parlementen van het land een nieuw voorstel ingediend.[20] Daarbij worden volksvertegenwoordigers onderworpen aan hetzelfde regime als de gewone burger. De PVDA is ook de enige partij die telkens opnieuw, in alle parlementen, amendementen indient om het statuut te herzien.
De druk leverde al enkele kleinere zaken op. Een achterpoortje zorgde ervoor dat burgemeesters met hun vertrekpremie meer verdienden dan wanneer ze in een parlement zetelden. Dankzij de publieke debatten daarover werd dat in november 2019 opgelost. Maar de cumul van de inkomsten van burgemeester met de vertrekvergoeding blijft nog mogelijk.[21]
Ook einde 2019 werd in het federale parlement beslist het bedrag van de vertrekvergoeding met 5% te verminderen.
Concrete vragen en bedenkingen
Als we aan het statuut van parlementsleden raken, gaan we dan nog competente politici vinden?
Met dat argument blijven politici hun vertrekvergoedingen verdedigen. Siegfried Bracke (N-VA) zei: “Je moet me eens uitleggen waarom je zou afstaan waar je recht op hebt.”[22] Dat vond hij ook over zijn pensioenextra’s.
Louis Michel, oud-Europees commissaris en de vader van de ex-premier, zei dat een beperking van het parlementair loon tot 4800 euro netto zou leiden tot een parlement dat is “afgesneden van de realiteit” omdat ondernemers er niet meer zouden willen zetelen.[23]
Jean-Marie Dedecker, de lijsttrekker voor N-VA in West-Vlaanderen, antwoordde aan Jos D’Haese op de Zevende Dag: “Ik zou het niet doen voor 3000 euro in een maand.”[24] Hij noemde de PVDA “nestbevuilers” omwille van ons wetsvoorstel het parlementair statuut te vervangen door het gewoon sociaal statuut.
Tom Van Grieken van het Vlaams Belang verzet zich tegen normale lonen voor parlementsleden met dezelfde argumenten: er zouden slechtere politici komen en er zou meer risico zijn op corruptie.[25] Ironisch genoeg konden de hoge lonen niet voorkomen dat er binnen zijn eigen partij corruptie was, met Frank Creyelman, die als een spion optrad.
De hamvraag is: wat willen we van politici? Veel van hen stellen competentie blijkbaar gelijk met de levensstijl van CEO’s en andere grootverdieners. Daarachter zit het diep ondemocratische idee dat de doorsnee burger politiek niet competent is. Voor de PVDA is één ding zeker: een deel van de politieke competentie houdt verband met de kennis van de realiteit van de werkende klasse. Niet geld maar engagement en voeling moeten de drijfveren zijn in de politiek. Overigens, met de halvering van de brutolonen krijgen parlementsleden nog altijd 6000 euro bruto per maand.
Vinden politici niet moeilijker werk na hun mandaat?
Een recente studie wijst uit aan dat politiek engagement doorgaans juist een positief effect heeft op je kansen op de arbeidsmarkt.[26]
En deze studie toont niet eens de volledige werkelijkheid, want ze kijkt naar je kansen na het insturen van een cv. Maar parlementsleden hebben daarnaast ook nog een breed netwerk aan contacten waar een doorsnee werknemers alleen maar van kan dromen. En veel politici blijven tijdens hun mandaat nog een andere job uitoefenen, denk maar aan de talrijke advocaten onder hen. Ja, na hun mandaat geraken zij vaak sneller weer aan de slag.
We ijveren wel voor een uitbreiding van het politiek verlof. Nu al kunnen ambtenaren hun job opschorten om een politiek mandaat uit te voeren. Na dat mandaat krijgen ze dezelfde positie dan terug. Dat systeem willen we uitbreiden naar de privésector. Zo maken we de omslag: van duurbetaalde parlementsleden naar doorsnee werknemers in het parlement.
Is het systeem niet al strenger geworden?
In 2014 werd het systeem van de afscheidsvergoedingen effectief strenger. Voordien konden vertrekkende parlementsleden niet 24 maanden, maar 48 maanden doorbetaald worden.
Het was een goede verandering. Maar de politici zorgden tegelijk nog maar eens voor een uitzondering voor zichzelf. Wie door zijn of haar parlementaire anciënniteit al voor 2014 recht had op een uittredingsvergoeding van meer dan 24 maanden, kon dat “verworven recht” behouden. Vertrekkende politici van de oude generatie werden daardoor jarenlang volgens het oude systeem doorbetaald. In het Vlaams parlement werd deze uitzondering in 2019 eindelijk afgeschaft.
Wij vinden dat de maatregel van 2014 niet ver genoeg gaat. Want het blijft onverdedigbaar dat vertrekkende politici als enigen hun volledig inkomen twee jaar lang doorbetaald krijgen.
Voetnoten
https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/federaal/wat-is-een-parlementslid-waard/10462539.html
https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/3452/55K3452001.pdf p. 91
Bedrag afscheidsvergoeding federaal parlement, ter voorbeeld: https://www.dekamer.be/kvvcr/pdf_sections/depute/Statuut_van_het_lid_van_de_Kamer_van_volksvertegenwoordigers.pdf Maximale werkloosheidsuitkeringen: https://www.rva.be/documentatie/bedragen/volledige-werkloosheid
Rekeningen en begrotingsdocumenten van de respectievelijke parlementen, 2019-2023.
Uit de begrotingsdocumenten van de respectievelijke parlementen. Federale Kamers 4,7 miljoen euro, Vlaams Parlement 4,8 miljoen euro, Waals parlement 2,2 miljoen euro, Brussels parlement 2,2 miljoen euro.
https://www.hln.be/default/parlementsleden-met-pensioen-op-55-jaar~af4752bb/
Enkel de Ecolo/Groen-fractie onthield zich. https://www.pvda.be/nieuws/wie-heeft-er-schrik-van-het-debat-over-de-afschaffing-parlementaire-uittredingsvergoedingen
https://www.hln.be/binnenland/hln-onderzoek-jo-vandeurzen-ex-cdenv-klust-bij-voor-overheidsdienst-die-hij-tien-jaar-als-minister-leidde-overtreedt-hij-daarmee-de-wet~aeb162f7/ en https://www.standaard.be/cnt/dmf20191010_04656325
Bv. amendementen begrotingsdebatten 2023 in de Kamer: https://www.dekamer.be/FLWB/PDF/55/3707/55K3707002.pdf
De Afspraak op Vrijdag van 9 februari 2024, VRT Canvas. 26m13s tot 31m58. https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/de-afspraak-op-vrijdag/2024/de-afspraak-op-vrijdag-d20240209/
https://www.dekamer.be/doc/pcri/pdf/55/ip017.pdf#search=%22uittredingsvergoedingen%22
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/kijk/2023/04/23/d7d-select-dedecker-arvato-56940164/
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/01/22/politiek-engagement-discriminatie-werkvloer/