We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Eerlijke belastingen

België is een fiscale hel voor werkende mensen en kleine bedrijven, maar een belastingparadijs voor de rijken en de multinationals. Het is tijd voor eerlijke belastingen. Dat doen we door een miljonairstaks in te voeren en door de fiscale achterpoortjes voor grote bedrijven te sluiten. En door jacht te maken op grote belastingontduikers. Als we de zwaarste lasten op de breedste schouders leggen, kunnen we werkende mensen wat meer ademruimte geven.

In oktober 2020 nam de Vivaldi-regering met haar zeven partijen (socialisten, liberalen, groenen en CD&V) het roer over van de vorige regering, de regering-Michel met de liberalen, CD&V en N-VA. Hoewel de linkse partijen van de nieuwe coalitie beweerden dat ze wilden sleutelen aan de fiscaliteit, koos de regering voor het zog van haar voorganger: geen vraagtekens bij de tax-shift die nochtans een gat in de begroting heeft geslaan, verdere besparingen op de openbare diensten en een bevriezing van de lonen.

 

Als het gaat om loonbevriezingen en besparingen, heeft de regering niets te vrezen van de extreemrechtse en nationalistische oppositiepartijen. Integendeel, N-VA en Vlaams Belang (VB) zijn de kampioenen van de besparingen: ze zouden de overheidsuitgaven de komende jaren nog liefst van al gewoon bevriezen, terwijl ze weigeren de grote vermogens te belasten. De reeks crisissen die onze samenleving de afgelopen jaren op de proef heeft gesteld, legden nochtans de vinger op de wonde. Wij hebben middelen nodig om te investeren in de samenleving en om de planeet te redden. De gezondheidscrisis toonde de schade die tientallen jaren van onderinvestering hebben aangericht aan het Belgisch zorgsysteem.

 

De piek in de gas- en elektriciteitsprijzen tijdens de energiecrisis heeft ons ook laten zien hoe verkeerd de liberalisering van de energiesector uitdraaide. Ze werd jaren geleden nochtans enthousiast ingevoerd door alle traditionele partijen. De passiviteit waarmee Vivaldi deze crisis aanpakte, gaf duidelijk aan: de werkende mensen moesten maar hun plan trekken om hun gestegen rekeningen te betalen.

 

Zelfs toen de regering eindelijk maatregelen nam tegen de energiecrisis, nam ze al snel met de ene hand terug wat ze met de andere had gegeven, zoals de verlaging van de btw van 21 naar 6 procent op elektriciteits- en gasrekeningen, die onmiddellijk gevolgd werd door een verhoging van de jaarlijkse accijnzen.

 

Het is tijd om deze negatieve spiraal, die altijd dezelfde resultaten oplevert (privatisering van winsten, socialisering van verliezen), om te keren en daar zijn middelen voor. Nooit eerder heeft de samenleving zoveel rijkdom geproduceerd. Maar die rijkdom, die door de werkende mensen wordt geproduceerd, wordt slecht verdeeld. We leven niet boven onze stand, zoals sommige politici beweren. Het probleem is dat een kleine groep welgestelden zich die rijkdommen toe-eigent. Het is tijd om de rijkdom die ons werd ontnomen, terug te nemen.

Grote bedrijven uit bepaalde sectoren profiteren van de omstandigheden om woekerwinsten te maken. Dat gebeurt vooral in crisissituaties, zoals die we die sinds 2020 hebben gekend: de coronacrisis, de overstromingen, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis.

 

Hetzelfde geldt voor de woekerwinsten van de multinational Engie, die een dominante positie inneemt op de Belgische markt en sterk heeft geprofiteerd van de duizelingwekkende stijging van de energieprijzen, die nog aangezwengeld werd door de Russische inval in Oekraïne in februari 2022. Engie boekte totaal abnormale winsten dankzij de reusachtige kloof tussen de verkoopprijzen en de productiekosten.

 

Hoewel de Vivaldi-regering een mechanisme heeft gestemd om deze woekerwinsten af te romen, bleef er toch nog een dikke laag room over van de 9 miljard euro aan woekerwinsten: in de periode 2021-2024 mag de multinational er 7,5 miljard houden. Daarom heeft de PVDA een wetsvoorstel ingediend om 70 procent van deze woekerwinsten weg te belasten (een niveau dat de energieregulator, de CREG, in een van zijn adviezen zelf naar voren heeft geschoven).

 

Er waren ook perioden waarin banken parasitaire woekerwinsten maakten dankzij hun positie als tussenpersoon tussen verschillende economische spelers. De overheid moest de banken in 2008 redden van een bijna-faillissement, maar nu halen ze weer sterke winsten binnen, meer bepaald omdat de Europese Centrale Bank de rentetarieven optrok. Als gevolg hiervan hebben de vier grootste Belgische banken (BNP Paribas Fortis, Belfius, KBC en ING België) een gezamenlijke winst van meer dan 7 miljard geboekt in 2022.

 

In 2022 voerde Spanje een uitzonderlijke belasting in op de enorme winsten van de grote banken. Een voorbeeld voor ons land.

 

Een ‘Tobintaks’ toepassen op financiële transacties

 

We willen een belasting op financiële transacties (de zogenaamde Tobintaks, genoemd naar de econoom die het voorstel lanceerde) invoeren om de speculatie aan banden te leggen. Sinds 2013 voeren tien EU-lidstaten, waaronder België, een debat over de invoering van een taks op financiële transacties in het kader van de zogenaamde ‘nauwere samenwerking’.

 

Volgens schattingen van de Europese Commissie zou de invoering van de Tobintaks (met een tarief van 0,1 procent voor aandelen en 0,01 procent voor afgeleide producten) de tien deelnemende landen meer dan 22 miljard euro aan jaarlijkse belastinginkomsten kunnen opleveren. Vivaldi's gebrek aan ambitie op dit gebied blijkt echter duidelijk uit het feit dat het regeerakkoord deze taks op financiële transacties niet eens vermeldt.

 

Voor de PVDA zou België daarentegen het voortouw moeten nemen om deze taks in te voeren.

 

De digitale reuzen belasten

 

We willen de digitale reuzen belasten. Volgens de Europese Unie betaalden de GAFAM's (de initialen van Google, Apple, Facebook, Amazon en Microsoft) in 2020 gemiddeld 9 procent belasting op hun winst, tegenover 23 procent voor niet-technologische bedrijven. Het Vivaldi-regeerakkoord voorzag in de invoering van een ‘digitax’ in 2023 om de digitale reuzen te belasten die hun winsten doorsluizen via belastingparadijzen of landen met lage belastingen. Deze nieuwe taks moest in 2023 van kracht worden in België, indien dit nog niet gebeurde op internationaal niveau. Maar deze belofte werd niet nagekomen, ook al waren de inkomsten uit deze taks opgenomen in de meerjarenbegroting van de regering.

 

Pijler 1 van het project van de OESO (en de Europese Unie) over het belasten van multinationals zou - in theorie - een oplossing kunnen bieden. Deze voorziet dat de winsten van multinationals worden belast in het land waar ze worden gemaakt. Er wordt in het bijzonder in de richting van de digitale bedrijven gekeken, waarvoor de Verenigde Staten nochtans een uitzondering willen creëren. Het dossier vordert internationaal erg traag.

 

Het is hoog tijd dat deze multinationals worden belast volgens de omvang van hun enorme inkomsten.

 

De taks op niet voor bewoning bestemde oppervlakten moet voor iedereen gelijk zijn, in alle gemeenten. In de gemeente Zelzate (ten noorden van de Gentse haven) zit de PVDA in een coalitie met Vooruit. We hebben er aangetoond dat we kunnen strijden tegen onrechtvaardige belastingen. Zo hebben we de taks op niet voor bewoning bestemde oppervlakten kunnen verlagen voor de zelfstandigen en kmo's en hebben we een afvalbelasting voor inwoners kunnen afschaffen. Hoe? Door een fiscaal achterpoortje voor grote bedrijven af te schaffen. Voorheen moesten de grootste bedrijven (zoals staalgigant ArcelorMittal, waarvan een deel van de fabriek in de gemeente staat) veel minder gemeentebelasting per vierkante meter te betalen dan een kleine kmo. Dankzij de PVDA is dit fiscaal achterpoortje nu dicht, betaalt iedereen hetzelfde bedrag per vierkante meter en moeten de inwoners geen afvalbelasting meer betalen. We zullen ervoor zorgen dat in elke gemeente dezelfde belasting op niet voor bewoning bestemde oppervlakten wordt geheven, zonder fiscale achterpoortjes voor heel grote bedrijven.

 

De loonsubsidies voor grote bedrijven herzien

 

Loonsubsidies (verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen of vrijstellingen van de betaling van bedrijfsvoorheffing) zijn een gigantisch cadeau voor werkgevers. In 2023 werd er op die manier in totaal maar liefst 18 miljard euro toegekend zonder dat de gunstige effecten ervan zijn aangetoond.

 

In vergelijking met haar buurlanden, geeft België een hoger percentage van het bbp uit aan bedrijfssubsidies, maar een lager percentage aan sociale zekerheid.

 

We willen de vrijstellingen voor het betalen van bedrijfsvoorheffing herzien, aangezien deze vooral grote bedrijven ten goede komen. Dit is in feite een "legale diefstal" van belastingen van de werknemers door hun werkgevers. Wanneer de werkgevers de bedrijfsvoorheffing inhouden op het brutoloon van hun personeel (alsof zij het aan de fiscus betalen), steken zij in feite een deel daarvan zelf op zak dankzij de vrijstelling. In de eerste jaren na de invoering van deze bepaling, in 2003, bedroegen de kosten voor de begroting ongeveer 200 miljoen euro. Twintig jaar later, in 2023, zitten we al aan 4,6 miljard, 23 keer meer dus.

 

Bovendien hebben deze vrijstellingen niet alleen schadelijke effecten op de begroting. De vrijstellingen voor ploegenarbeid bijvoorbeeld moedigen werkgevers aan om meer nachtarbeid te organiseren, wat schadelijk is voor de gezondheid van de werknemers.

 

In 2019 publiceerde het Rekenhof een zeer streng rapport waarin werd gewezen op het gebrek aan bewijs voor de gunstige effecten van deze bedrijfssubsidies op de economie. Het onthulde ook ernstige tekortkomingen in de controles en het feit dat een klein aantal grote bedrijven een groot deel van dat cadeau opstrijkt.

 

Gedurende de hele legislatuur heeft PVDA-volksvertegenwoordiger Marco Van Hees de minister van Financiën opgeroepen om dit systeem van geschenken aan grote bedrijven te hervormen en beter te controleren.

 

De PVDA was de enige partij die zich hierover uitsprak. De liberalen, N-VA en Vlaams Belang werpen zich op als de voorvechters van begrotingsdiscipline, maar als er geld door de ramen wordt gegooid om cadeautjes te geven aan de grote bedrijven, doen ze hun mond niet open.

 

De PVDA heeft amendementen ingediend om deze vrijstellingen van de betaling van bedrijfsvoorheffing te verminderen. N-VA en Vlaams Belang stemden, net als de Vivaldi-partijen, tegen onze amendementen.

 

De ‘rulings’ afschaffen

 

We zullen ook het ruling-mechanisme afschaffen. Dat zijn fiscale afspraken waarmee grote vermogens en grote bedrijven een belastingregeling "op maat" krijgen. Deze rulings zijn een bron van privileges en moeten worden stopgezet. Vergeet niet dat het dergelijke rulings waren die in Luxemburg hebben geleid tot het Luxleaks-schandaal.

België mag dan wel een fiscaal paradijs zijn voor de rijksten, het is een fiscale hel voor alle anderen. Oneerlijke indirecte belastingen, personenbelastingen die de lage en middeninkomens hard treffen...

 

De accijnzen op gas en elektriciteit afschaffen

 

Gas en elektriciteit zijn basisbehoeften. Het was dus niet normaal om ze te belasten als luxegoederen, met een btw van 21 procent. Verwarming in de winter is een basisbehoefte. Het is wat anders dan kaviaar eten of champagne drinken.

 

Gedurende meer dan 15 jaar heeft de PVDA een intensieve campagne gevoerd en meer dan 300.000 handtekeningen opgehaald ter ondersteuning van de petitie om het btw-tarief op energie te verlagen naar 6 procent.

 

Deze eis wordt breed gesteund door de werkende klasse. Onder druk van de bevolking moest de regering-Di Rupo inbinden en de btw op elektriciteit vanaf april 2014 (net voor de verkiezingen van 25 mei 2014) verlagen naar 6 procent. Maar de regering-Michel (de liberalen, cd&v en N-VA) verhoogde de btw opnieuw naar 21 procent vanaf oktober 2015.

 

We hebben onze eis toen weer op de agenda gezet. Onder druk van de PVDA hebben verschillende partijen, waaronder de PS en Vooruit, deze eis opgenomen in hun verkiezingsprogramma's voor de verkiezingen van 2019.

 

Maar toen de Vivaldi-regering werd gevormd, zwichtten de PS en Vooruit voor de rechtse partijen en verraadden ze hun belofte. Het regeerakkoord voorzag niet in een verlaging van de btw op gas en elektriciteit. In september 2021 verklaarde Paul Magnette, voorzitter van de PS zelfs: "Ik heb persoonlijk nooit gedacht dat lagere btw op energie een goede maatregel was. Deze komt vooral ten goede aan degenen die veel consumeren, dat wil zeggen de rijksten." Bij de PVDA hebben we het onderwerp telkens opnieuw op de agenda gezet en daarmee een eis gesteund die breed wordt gedragen door de werkende klasse.

Met de stijging van de energieprijzen sinds de zomer van 2021, hebben we onze campagne opgevoerd. Tussen september 2021 en maart 2022 zijn onze parlementsleden 10 keer tussengekomen in de plenaire vergadering van de Kamer om druk uit te oefenen op de regering om de btw op energie te verlagen. Onze petitie heeft meer dan 300.000 handtekeningen opgeleverd.

 

Onder druk van de bevolking gaf de Vivaldi-regering toe en verlaagde de btw op elektriciteit en gas van 21 naar 6 procent. Maar ze heeft met de andere hand teruggenomen wat ze met de ene hand heeft gegeven, want de btw-verlaging werd gecompenseerd door hogere accijnzen. Eén euro btw of één euro accijns betalen, voor een gezin maakt dat geen verschil.

 

Aanvankelijk organiseerden de linkse partijen van de Vivaldi-regering een schijnprotest tegen deze accijnzen. Ze slaakten kreten van afschuw toen de minister van Financiën zijn plan aan de pers presenteerde. PS bijvoorbeeld (die van de verlaging van de btw op elektriciteit één van haar zeven speerpunten voor de verkiezingscampagne van 2019 maakte) deed aanvankelijk grootse verklaringen: er kon geen sprake zijn van een verhoging van de accijnzen Speculanten en kapitaalinkomsten moesten worden belast. “We gaan het geld toch niet uit de zakken van de mensen kloppen”, klonk het. Nog geen twee weken na deze verontwaardiging stemden ze er mee in om de energiefactuur van de burgers te verhogen door deze nieuwe accijnzen in te voeren.

 

Tegenwoordig betalen de gezinnen ... 350 miljoen aan extra taksen ten opzichte van 2019. Dat is elk jaar gemiddeld 102 euro meer per gezin. De regering heeft het effect van de btw-verlaging dus volledig tenietgedaan. Ondanks de beloften van de Vivaldi-regering wordt energie nu nog zwaarder belast dan voordat ze aan de macht kwam. Daardoor is energie begin 2023 in België duurder dan in om het even welk ander land in West-Europa. Daarom willen we de accijnsverhoging van Vivaldi terugdraaien. Onze energiefactuur mag geen tweede belastingbrief zijn die dient om het gat in de begroting te vullen.

 

Energie is een basisproduct. We willen een échte btw van 6 procent. Daarom zullen we de accijnzen op elektriciteit en gas afschaffen.

 

Voor alle vormen van verwarming moet hetzelfde btw-tarief gelden. We zullen de btw op stookolie, kolen, petroleum (petroleumkachel) en vloeibaar propaangas vaststellen op 6 procent.

 

De Europese regels staan niet toe dat de btw-tarieven op deze producten worden verlaagd. België moet daarom het voortouw nemen in de strijd op Europees niveau tegen de asociale richtlijnen, zodat we het btw-tarief op alle verwarmingsbrandstoffen kunnen verlagen. Zonder zelfs maar het resultaat van dit debat af te wachten, moet België eenzijdig de btw-tarieven op de verschillende verwarmingsbrandstoffen verlagen. De sociale noodsituatie door de hoge energieprijzen vereist dat we de Europese regels aan onze laars lappen. We hebben tijdens de banken- en coronacrisis gezien dat Europese regels snel aan de kant geschoven kunnen worden in een crisissituatie. Hetzelfde principe kan worden toegepast voor de btw op verwarmingsbrandstoffen.

 

De inkomsten globaliseren en de belastingen progressiever maken: minder belasting voor de overgrote meerderheid, meer voor de rijksten

 

We willen dat de breedste schouders de zwaarste lasten dragen. Het is niet normaal dat inkomsten uit kapitaal minder worden belast dan inkomsten uit arbeid. Daarom staan we achter een dubbele hervorming van de personenbelasting. Wij willen de inkomens globaliseren en de belastingen progressiever maken.

 

De inkomsten globaliseren betekent dat alle inkomsten - beroepsinkomsten, financiële inkomsten en onroerende inkomsten - worden samengeteld en onderworpen aan de personenbelasting. Maar het is niet de bedoeling dat een gepensioneerde met een klein pensioen en wat magere financiële inkomsten, bijvoorbeeld, meer belastingen zou moeten betalen. De budgettaire winst van de globalisering zal daarom worden gebruikt om een progressiever belastingstelsel te financieren.

 

Wat betekent een progressievere personenbelasting? Een belasting is progressief als het tarief voor een laag inkomen lager is dan voor een hoog inkomen. Op dit moment is het progressieve karakter van de personenbelasting relatief laag (je betaalt al snel een hoog belastingpercentage, ongeveer 30-40 procent).

 

We willen een belastinghervorming die in de eerste plaats ten goede komt aan werkende mensen met een laag of gemiddeld loon. Zij zouden de grootste belastingvermindering moeten krijgen. Onze logica is dat belastingverlagingen moeten afnemen naarmate het inkomen stijgt. Degenen met zeer hoge inkomens, zoals ministers die meer dan 250.000 euro per jaar verdienen, zullen meer belastingen moeten betalen.

 

De consumptietaksen werden verhoogd als onderdeel van de taxshift door de regering MR-N-VA van 2014 tot 2019. De Vivaldi-belastinghervorming (die er nooit kwam), voorgesteld door minister van Financiën Van Peteghem (cd&v), was een taxshift bis en volgde dezelfde logica. Het doel was om de btw op basisproducten (brood, zuivelproducten, eieren, vlees, vis) met 50 procent te verhogen. Het tarief zou dus stijgen van 6 naar 9 procent. Deze maatregel is bijzonder oneerlijk, omdat hij mensen met een laag inkomen het hardst treft en betrekking heeft op basisproducten.

 

Aan de andere kant zouden de hoogste inkomens meer hebben geprofiteerd van de geplande belastingverlagingen. Eigenlijk kunnen de mensen met de laagste inkomens sowieso geen aanspraak maken op de verlagingen. Deeltijdwerkers met lage lonen betalen al geen belasting omdat hun inkomen te laag is. Zij zouden dus geen baat hebben gehad bij deze maatregel. Ze worden echter wel getroffen door de verhoging van de btw op basisproducten. Hetzelfde geldt voor gepensioneerden, werklozen en zieken, die uitdrukkelijk worden uitgesloten van de voordelen van de hervorming van de personenbelasting. Deze groep zou echter getroffen worden door de verhoging van de btw op de meeste basisproducten.

 

Voor veel mensen zou dit ontwerp van belastinghervorming een verlies aan koopkracht betekenen.

 

Wij willen ingaan tegen deze logica en alle verhogingen van de consumptietaksen bevriezen. Deze zijn oneerlijk omdat iedereen hetzelfde tarief betaalt, of zelfs hetzelfde bedrag, ongeacht zijn of haar inkomen. Maar, zoals de econoom Thomas Piketty opmerkt, "een verbruikstaks is een taks uit de 19de eeuw, niet uit de 21ste eeuw. Indirecte belastingen zoals de btw zijn voor iedereen identiek. En wegen ook zwaarder op de lagere inkomens omdat de hogere inkomens niet alles consumeren wat ze verdienen." Daarom moeten we alle verhogingen van deze taksen een halt toeroepen, maar ook een aantal ervan naar beneden bijstellen, bijvoorbeeld door de accijnzen op gas en elektriciteit af te schaffen.

De accijnzen op brandstof verlagen

 

We moeten het gebruik van het openbaar vervoer op een positieve manier aanmoedigen, door het aanbod en de toegankelijkheid drastisch te verbeteren, en niet op een negatieve manier, door belastingen in te voeren die mensen straffen die geen andere keuze hebben dan hun auto te gebruiken.

 

In deze context hebben de PVDA-parlementsleden een wetsvoorstel ingediend om de accijnzen te verlagen en de brandstofprijs onder 1,40 euro per liter te houden (gemiddelde prijs van 2015 tot 2020). Indien nodig, als de prijzen te hoog zijn, zullen de accijnzen helemaal worden afgeschaft. Ook hier moet België de Europese regels uitdagen. Deze staan namelijk niet toe dat de accijnzen onder de drempel van 0,359 euro per liter voor benzine worden verlaagd.

 

We zullen het ‘cliquet’-mechanisme afschaffen dat in 2003 werd ingevoerd en in 2022 opnieuw werd geactiveerd door Vivaldi. Wat is het systeem hierachter? Nu de olieprijzen als een jojo op en neer gaan, grijpt de overheid elke prijsdaling aan om de accijnzen te verhogen. Op het eerste gezicht lijkt dit onschadelijk. Maar op de lange termijn stijgt het belastingniveau sterk en richt het veel schade aan: het accijnsbedrag op diesel is tussen 2003 en 2018 bijna verdrievoudigd (van 23 naar 60 cent per liter).

 

Als reactie op de stijgende brandstofprijzen hebben onze Kamerleden Raoul Hedebouw en Marco Van Hees de minister van Financiën sinds oktober 2021 maar liefst 8 keer geïnterpelleerd om de accijnzen op brandstof te verlagen. We hebben ook een campagne gelanceerd en meer dan 150.000 handtekeningen verzameld met onze petitie waarin we opriepen om deze accijnzen af te schaffen.

 

Onze mobilisatie leidde niet tot de afschaffing, maar we konden de regering wel dwingen om deze accijnzen te verlagen (zij het onvoldoende).

 

Vivaldi, die maandenlang niets had gedaan tegen de stijgende brandstofprijzen, besloot uiteindelijk in maart 2022 om een kleine accijnsverlaging van 17,5 cent per liter toe te passen (dat is zelfs niet eens het Europese minimum). Toen het cliquet-mechanisme in september en oktober 2022 werd geactiveerd, werd de accijnsverlaging echter tenietgedaan.

 

Wij willen een heel andere logica toepassen: als de prijzen boven de 1,40 euro uitkomen, verlagen we de accijnzen.

 

Midden in de energiecrisis kondigde de Europese Unie in december 2022 haar voornemen aan om een koolstoftaks in te voeren. We zijn fel tegen de invoering van een dergelijke taks, die tot gevolg zou hebben dat mensen 10 eurocent meer per liter aan de pomp zouden betalen en 170 euro meer op hun energiefactuur. Een asociale en inefficiënte maatregel, zelfs vanuit milieuoogpunt, aangezien de overheid geen geloofwaardig alternatief biedt doordat ze onvoldoende investeert in het openbaar vervoer.

 

We zullen ervoor zorgen dat iedereen persoonlijke hulp en ondersteuning kan vinden bij het invullen van zijn belastingaangifte. Nu word je wel gecontroleerd, maar is er niemand om je te helpen bij het invullen van je belastingaangifte.

 

De belastingaangifte is een stressvolle en ingewikkelde zaak. Want een klein foutje kan je al snel veel geld en nog meer werk kosten. Vroeger hielpen ambtenaren van het ministerie van Financiën, de FOD Financiën, de mensen met het invullen van hun belastingaangifte. Ouderen en mensen met taal- of leesproblemen maakten er regelmatig gebruik van. Deze praktijk is echter vrijwel verdwenen sinds de coronacrisis. Dit zorgt voor veel onnodige stress bij de mensen. We willen dat de mensen weer worden bijgestaan en dat de belastingdienst de mensen helpt.

Belastingparadijzen echt bestrijden

 

Als we de strijd tegen belastingparadijzen serieus nemen, moeten we eerst een correcte lijst opstellen. Maar als men de Belgische, de Europese en de OESO-lijst vergelijkt, springt direct in het oog dat we er ver naast zitten. 

 

Neem het Pandora Papers-schandaal, dat in 2021 uitkwam, een lek van ongeveer 11,9 miljoen documenten waarin fraude en belastingontduiking op grote schaal werden onthuld, onder andere door zo’n dertig miljardairs. Van de zeven belastingparadijzen die in deze affaire centraal stonden, staan er slechts twee op de Belgische lijst. Vijf stonden er dus niet op: Belize, Panama, Hong Kong, Cyprus en de Seychellen. Maar wat volgt is nog erger. De dag nadat de Pandora Papers in de pers verschenen, kwamen de Belgische minister van Financiën en zijn Europese collega's bijeen in Brussel en besloten... de Seychellen te schrappen van de lijst van belastingparadijzen van de Europese Unie. Tijdens dezelfde vergadering schrapten ze ook het eiland Anguilla van de lijst, hoewel men daar nul belastingen betaalt.

 

Bovendien bevatten de Belgische en Europese lijsten van belastingparadijzen per definitie nooit EU-lidstaten omdat dit in strijd zou zijn met het vrije verkeer van kapitaal dat is vastgelegd in de Europese Verdragen. We weten nochtans dat sommige EU-landen (Luxemburg, Nederland, Ierland en Malta) tot de meest actieve belastingparadijzen ter wereld behoren.

 

We zullen daarom een serieuze en volledige lijst met belastingparadijzen opstellen, zonder landen uit te sluiten en we zullen ons hierbij baseren op feiten, statistieken over financiële stromen, betrokkenheid bij Leaks/Papers, enzovoort.

 

We zullen alle transacties met deze landen verbieden, behalve die waarvan vooraf is aangetoond dat ze gerechtvaardigd zijn door echte economische activiteiten. Puur financiële transacties zullen automatisch worden uitgesloten. Deze maatregel houdt in dat de fiscale en economische overeenkomsten worden opgezegd die België heeft gesloten met belastingparadijzen, met uitzondering van de overeenkomsten over de uitwisseling van fiscale informatie. Het verbod zal ook gelden voor alle bankgroepen of audit- en advieskantoren met filialen of activiteiten in belastingparadijzen. Belastingparadijzen die lid zijn van de Europese Unie moeten hun schadelijke praktijken stopzetten of riskeren uitsluiting uit de Unie.

 

In 2022 publiceerde het Rekenhof een vernietigend rapport over alle anomalieën die werden vastgesteld bij de toepassing van de Belgische wetgeving inzake belastingparadijzen, in het bijzonder de verplichting voor Belgische vennootschappen om bedragen die betaald werden aan (bepaalde) belastingparadijzen aan te geven (uitsluitend) als ze 100.000 euro overschrijden.

 

Van de 434 miljard euro die in 2020 werd aangegeven, was bijvoorbeeld 427 miljard afkomstig van … acht banken die het ad-hocformulier niet correct hadden ingevuld. De Cel Belastingparadijzen die verantwoordelijk is voor het analyseren van deze honderden miljarden, telt slechts vier deeltijdse ambtenaren, terwijl de meeste belastingambtenaren niet eens van het bestaan van de cel afweten. De FOD Financiën heeft geen enkele richtlijn opgesteld om betalingen aan belastingparadijzen te controleren. En er gebeuren zelden belastingcontroles op basis van deze gegevens. Deze controles leiden zelden tot extra belastingen, aangezien er wel enige onderzoek is bij bedrijven die betalingen aan belastingparadijzen aangeven, maar geen enkele maatregel om bedrijven op te sporen die dat niet doen. De manipulatie van verrekenprijzen tussen dochterondernemingen is bijvoorbeeld een van de belangrijkste fraudevormen die multinationals hanteren als ze gebruikmaken van belastingparadijzen. Maar dit wordt bijna nooit gecontroleerd. Elk jaar ontvangen de Verenigde Arabische Emiraten (Dubai en co.) als belastingparadijs de hoogste bedragen aan betalingen. Maar de fiscus heeft nooit een specifiek onderzoek gedaan naar dit land. Bovendien geven bepaalde bedrijven hun betalingen aan de Verenigde Arabische Emiraten niet per se aan omdat België met dit belastingparadijs een belastingverdrag heeft ondertekend (wat op zich al absurd is) dat een clausule bevat die aangifte niet verplicht zou maken…

 

We zullen de Cel Belastingparadijzen en de Cel Verrekenprijzen binnen de FOD Financiën versterken. Belastingparadijzen en verrekenprijzen (prijsmanipulatie bij de uitwisseling tussen dochtermaatschappijen van dezelfde multinational) zijn namelijk gevaarlijke wapens in de handen van hen die aan internationale belastingontwijking doen.

 

De grote vermogende fraudeurs aanpakken

 

Belastingfraude wordt voornamelijk gepleegd door de rijkste mensen, die vaker en voor grotere bedragen ontduiken (aangezien hun inkomsten en vermogen groter zijn). De rijken betalen nauwelijks belastingen, maar dit geldt des te meer voor de hyperrijken. Het gaat om de 0,01%: de rijkste 1% binnen de rijkste 1%. De Franse econoom Gabriel Zucman, een specialist in belastingparadijzen, heeft aangetoond dat in deze categorie de waarschijnlijkheid dat ze offshorebedrijven in belastingparadijzen bezitten 70 procent is. En dat ze 30 procent van hun belastingen ontduiken.

 

Als we de bevindingen van Zucman toepassen op België, kunnen we afleiden dat in de club van de rijkste 0,01% het bedrag aan ontdoken belastingen gemiddeld 5,3 miljoen euro per jaar per huishouden bedraagt, of maar liefst 26.000 keer meer dan bij de minst rijke 50 procent, voor wie dit bedrag gemiddeld slechts 201 euro bedraagt.

 

Fraude neemt duizelingwekkende proporties aan in België: het verlies voor de overheidsfinanciën bedraagt 7 procent van het BBP, zo’n 40 miljard euro.

 

Meer middelen voor de bestrijding van grote fraude

 

De regering-Michel en de regering-De Croo hebben de post van staatssecretaris voor Fraudebestrijding afgeschaft, wat aantoont dat ze weinig belang hechten aan deze functie. Om deze leemte te compenseren, werd in het Vivaldi-regeerakkoord bepaald dat "een lid van de regering bevoegd [wordt/zou worden] gemaakt voor de coördinatie van de fraudebestrijding", maar toen de samenstelling van de regering en de bevoegdheden van haar leden bekend werden gemaakt, bleek dat geen van hen deze taak had gekregen. De titel van de minister van Financiën moest dan worden gewijzigd om deze grote vergetelheid recht te zetten.

 

De personeelsinkrimpingen bij het ministerie van Financiën (FOD Financiën) hebben een grote negatieve impact op de fraudebestrijding. In twintig jaar tijd, van 2002 tot 2022, is het aantal personeelsleden gedaald van 32.000 naar 21.000. De opeenvolgende ministers van Financiën hebben beloofd het aantal inspecteurs ten minste te stabiliseren, maar ook dit aantal is teruggebracht, van 4.314 inspecteurs in 2016 tot 3.702 eind 2022.

 

Ook de situatie bij Justitie en de politie die belast zijn met de bestrijding van financiële criminaliteit is rampzalig. Het aantal magistraten en speurders is dramatisch laag. De Brusselse Kamer voor Financiële Zaken kreeg de bijnaam "Kamer van Verjaringen".

 

De Centrale dienst voor de beteugeling van de georganiseerde economische en financiële delinquentie (CDGEFID), die goed werk leverde, werd in 2015 ontmanteld en vervolgens weer opgericht, maar sterk verzwakt. Er was een tijd, een lang verleden tijd, dat de CDGEFID een aantal overwinningen behaalde in de strijd tegen ‘btw-carrouselfraude’. Vandaag is België een van de Europese landen waar de ‘btw-kloof’ (de kloof tussen de theoretische en de werkelijke btw-inkomsten) het grootst is, en de situatie verslechtert alleen maar.

 

We willen deze controleorganen de personele en materiële middelen geven die ze nodig hebben om doeltreffender op te treden tegen grote fraudeurs en financiële criminaliteit. Deze investeringen zullen meer opbrengen dan ze kosten. Ze zullen zelfs extra belastinginkomsten opbrengen voor de schatkist.

 

Echt een einde maken aan het bankgeheim

 

België is een van de weinige landen die het bankgeheim nog toepassen. Dit leidt tot een paradoxale situatie: de fiscus ontvangt automatisch gegevens over bankrekeningen van Belgische belastingplichtigen in het buitenland, maar niet over Belgische bankrekeningen.

 

In 2020 verklaarde Steven Vanden Berghe, voorzitter van de Dienst Voorafgaande Beslissingen, dat er 50 miljard euro zwart geld op Belgische bankrekeningen stond, een bewering die bevestigd werd door het Rekenhof. En dit bedrag heeft trouwens alleen betrekking op belastingamnestie-operaties waarin belastingontduikers hebben betaald om niet aangegeven inkomsten te regulariseren, terwijl ze nog steeds niet het kapitaal hebben aangegeven dat deze inkomsten heeft gegenereerd.

 

Om het bankgeheim op te heffen, is de fiscus verplicht aanwijzingen van fraude te leveren, om zo een lange en ingewikkelde procedure te kunnen starten om informatie van bankrekeningen te verkrijgen. Het is alsof verkeersagenten eerst moeten bewijzen dat iemand te diep in het glas gekeken heeft voor ze een ademtest mogen afnemen. 

 

In het kader van deze procedure kan de fiscus het door de Nationale Bank beheerde Centraal Aanspreekpunt (CAP) raadplegen, dat de identiteit van alle rekeninghouders registreert. Een van de weinige engagementen voor fraudebestrijding in het Vivaldi-regeerakkoord was de integratie van bankrekeningsaldi in de CAP-registers, zodat "tegen september 2021" datamining (geautomatiseerde computeranalyse) op deze gegevens kon worden uitgevoerd. In oktober 2020 trok Paul Magnette, voorzitter van de PS, zelfs (abusievelijk) de volgende conclusie: "We gaan het bankgeheim opheffen". De eerste fase (de integratie van banksaldi) werd voltooid, maar zonder veel nut, aangezien de tweede fase (datamining) dode letter bleef. Een studie die minister Van Peteghem (CD&V) bestelde bij de FOD Financiën benadrukte echter het belang van dergelijke datamining, en gaf aan dat dit niet haalbaar was onder de huidige wetgeving en dat een wetswijziging dus essentieel was. Maar vandaag wacht de administratie nog altijd op een initiatief van de regering.

 

De minister van Financiën heeft ook de mogelijkheid overwogen om de gegevens in het UBO-register (een register dat, onder een Europese verplichting, de uiteindelijke begunstigden van elk bedrijf of andere rechtspersoon identificeert om te zien wie zich achter eventuele stromannen verschuilt) te dataminen, maar hij zag uiteindelijk af van zijn wetsvoorstel. Integendeel, de voorwaarden voor toegang tot het UBO-register zijn aangescherpt. In een uitspraak beperkte het Europees Hof van Justitie de toegang voor het grote publiek. In plaats van de toepassing van de Europese 'antiwitwasrichtlijn' aan te passen om de garanties inzake transparantie - ten minste gedeeltelijk - te behouden, heeft de regering-De Croo de toegang tot het UBO-register vanaf januari 2023 sterk beperkt. We zullen de toegang tot het UBO-register voor het grote publiek herstellen. 

 

Om de financiële transparantie echt te vergroten, zullen we het bankgeheim afschaffen. Permanente controleurs in de banken moeten elke transactie op elk moment kunnen controleren. Op Europees niveau, of anders op Belgisch niveau, zullen we de geheimhouding opheffen rond de financiële dienstverleners Swift en Euroclear die op Belgische bodem actief zijn in internationale financiële transacties.

 

We zullen multinationals ook verplichten om volledig transparant te zijn over hun activiteiten per land. De Europese Unie heeft in 2021 een richtlijn over dit onderwerp ingevoerd, maar deze bevat mazen die echte transparantie in de weg staan.

 

De verruimde minnelijke schikking in strafzaken afschaffen

 

We zullen de "verruimde minnelijke schikking in strafzaken" afschaffen, een instrument van klassenjustitie dat grote financiële overtreders in staat stelt een rechtszaak te vermijden. Schuldigen moeten worden onderworpen aan de risico's van een openbaar proces, strafrechtelijke sancties tot en met gevangenisstraf en onteigening van hun firma. Hetzelfde geldt voor banken die meewerken aan fraude.

 

We verwerpen het argument dat die minnelijke schikkingen een noodzakelijk kwaad zijn gezien het gebrek aan middelen binnen justitie. Justitie moet gewoon meer middelen krijgen. In dat kader zullen we een nationaal financieel parket oprichten dat strikt onafhankelijk is van het federaal parket, om elke inmenging te vermijden (zoals de cel Polfin in Jumet - die opgericht werd om politieke schandalen in Charleroi te onderzoeken - ondervond toen ze in potjes roerde die anderen liever gesloten hielden).

We zijn ons bewust van de zorgen rond kapitaalvlucht bij de invoering van een miljonairstaks. Echter, internationaal onderzoek toont aan dat de kapitaalvlucht bij vermogensbelasting beperkt blijft. In Frankrijk ging het in 2018 volgens de OESO om amper 0,23% van de miljonairs die naar het buitenland vluchtte. Het feit dat de opbrengsten van de Franse vermogensbelasting ISF vervijfvoudigden op twintig jaar tijd, is volgens econoom Thomas Piketty het bewijs dat de taks amper ontweken werd. Ook in Denemarken en Zweden is onderzocht of miljonairs verhuizen als gevolg van een miljonairstaks, en ook daar vindt men dat dit verwaarloosbaar is. Een Belgische studie uit 2023 besluit dat er een “verwaarloosbaar effect [is] van internationale migratie in verhouding tot de gegenereerde inkomsten.”

Bovendien is ons voorstel voor de miljonairstaks ontworpen om kapitaalvlucht zoveel mogelijk in te perken. We hebben verschillende maatregelen en mechanismen in gedachten om ervoor te zorgen dat het vermogen in het land blijft en bijdraagt aan onze economie en samenleving. Zoals de oprichting van een aparte cel “Grote Vermogens” binnen de federale overheidsdienst financiën, die de aangiftes van de 70.000 rijkste gezinnen controleert. Zo’n dienst is er in heel wat landen, maar in België nog altijd niet.

Als het echt nodig zou zijn, bestaan er ook manieren om de enkele hardleerse belastingontwijkers-door-verhuis aan te pakken. Presidentskandidaten Bernie Sanders en Elizabeth Warren stellen daarvoor een exit-tax van 40% en het verlies van de nationaliteit voor.

Meer info: https://www.pvda.be/programma/miljonairstaks

We zijn ervan overtuigd dat ons programma financieel sluitend is. We stellen concrete maatregelen voor om de inkomsten te verhogen en de uitgaven efficiënter te maken.

De miljonairstaks levert 8 miljard euro op. We volgen ook econoom Gabriel Zucman: de fiscale achterpoortjes voor het grootbedrijf sluiten, is goed voor 4 miljard. En een doortastende aanpak van de fiscale fraude kan minstens 2 miljard opbrengen. Daarnaast gaan we geld recupereren bij big pharma met eerlijker prijzen voor geneesmiddelen, zoals de socialistische mutualiteiten voorstellen: goed voor 1 miljard. Ook met één minister van Volksgezondheid in plaats van negen en één klimaatminister in plaats van vier – met minder versnippering en meer eenheid dus – besparen we.

Tot slot hebben we ook een ambitieus programma voor publieke investeringen in energie, huisvesting en transport die een groot terugverdieneffect hebben. Zo laten we ons onder meer inspireren door de Duitse publieke investeringsbank KfW die op tien jaar tijd 4 miljoen woningrenovaties voorschoot, wat zorgde voor een besparing van negen miljoen ton CO2 en voor 320.000 extra jobs in de bouwsector en de regionale handel.

Met 1.309 uitgewerkte voorstellen om de rijkdom eerlijker te verdelen en een sociale toekomst op te bouwen, maakt ons programma komaf met het status quo waar de onzichtbare hand van de markt alles bepaalt. Dit is geen kwestie van realisme, maar een kwestie van politieke keuzes.

Wij pleiten voor een eerlijkere verdeling van de belastingdruk, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dit betekent dat we kritisch kijken naar de huidige erfbelasting en hoe deze bijdraagt aan de ongelijkheid. In ons programma benadrukken we dat de manier waarop vermogen en erfenissen momenteel belast worden, voornamelijk de gewone mensen treft, terwijl de rijksten vaak manieren vinden om deze belastingen te ontwijken door middel van successieplanning. De oplossing bestaat voor ons uit twee delen. Ten eerste een progressievere schaal voor de erfbelasting. Dat wil zeggen dat kleine erfenissen minder en grote erfenissen meer belast worden. Ten tweede, gezien de vele manieren om successierechten te ontduiken, moet de vermogensongelijkheid ook en vooral worden aangepakt meteen rechtstreekse belasting op vermogen: de miljonairstaks.