We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Cultuur

Kunst en cultuur moeten toegankelijk zijn voor een breed publiek. De afgelopen jaren werd er volop bespaard op alles wat met cultuur te maken heeft: cultuurcentra, kunstvakken in het onderwijs, stadsdichters, beginnende kunstenaars... Dat moet anders. We stimuleren deelname aan culturele activiteiten en artistieke opvoeding. Cultuur brengt mensen samen, werpt kritische vragen op en doet ons nadenken over de maatschappij waarin we leven. Cultuur helpt ons om onszelf te begrijpen en te emanciperen. Investeren in cultuur betekent mensen waarderen.

Cultuur kan ons begrip van de wereld, de samenleving en onszelf verbreden en verdiepen. Het kan ons helpen om ons te verwonderen, om tegen de stroom in te durven gaan en om buiten het enge kader te denken dat ons door de economische elite is opgelegd. Kunst en cultuur spelen een fundamentele rol in de ontwikkeling naar een meer inclusieve, eerlijkere, meer solidaire en menselijke samenleving. Onze visie staat haaks op het huidige beleid van commercialisering en winstbejag die ervoor zorgt dat mensen die het niet kunnen betalen geen toegang krijgen tot kunst en cultuur. Commercialisering verstikt de opkomst van nieuwe kunstvormen die vaak nood hebben aan ruimte voor experiment. Die ruimte vinden wij essentieel. 

 

De Vlaamse regering en haar twee voorgangers hebben systematisch bespaard op de middelen voor het cultuurbudget (193 miljoen), lineair en ook vaak door het niet-indexeren van middelen. Het gevolg is dat we veel fantastische kunstenaars, kunstprojecten of kunsthuizen hebben die moeilijk en zelfs niet aan de slag kunnen.

In 2019 lanceerde de N-VA een nieuw besparingsoffensief tegen de sector. Naast het stopzetten van de indexering en een algemene besparing van 6 procent op de werkingssubsidies, besliste minister-president en minister van Cultuur Jan Jambon om de projectsubsidies met meer dan 60 procent te verminderen. Dit besparingsbeleid stuitte meteen op verzet dat breed werd gedragen. Dit was ook een poging om de kritische cultuursector te intimideren. Dat werd duidelijk in de parlementaire debatten, waar kunstenaars werden weggezet als subsidieslurpers en mensen die de ‘Vlaamse identiteit’ niet genoeg in de verf wilden zetten. 

De minachting vuurde het verzet tegen de Vlaamse regering alleen maar aan. Op korte tijd organiseerden cultuurhuizen, kunstfederaties en vakbonden meerdere acties voor het Vlaams Parlement. Er kwamen solidariteitsbetuigingen vanuit de Franstalige cultuursector en ook steunacties van toeschouwers.  De eis was duidelijk: bespaar niet op cultuur en onderwerp cultuur niet aan een identitair project. Als PVDA steunden we de acties voluit. Parlementsleden Tom de Meester en Jos D’Haese waren de megafoon in het parlement die de besparingen van Jan Jambon aankloegen. Met succes! Een deel van de besparingen werd in 2020 ingetrokken en de jaren daarop kwam er een lichte marge op bepaalde subsidies voor de kunsten. Deze unieke ervaring versterkte de eenheid binnen de sector. Het protest dat vanuit de cultuursector begon, breidde zich in de herfst van 2019 ook uit tot een intense week van verzet waarin naast de cultuursector en de VRT maar liefst 118 middenveldorganisaties naar Brussel trokken om hun ongenoegen over het besparingsbeleid van de regering Jambon te laten horen. 

Maar begin 2022 werd er dan weer een besparing aangekondigd in de werkingssubsidies die na verzet opnieuw werd rechtgetrokken in juni 2022.  Ondanks het opvissen van de een heel aantal projecten, kan je er niet omheen dat er systematisch te weinig geld is om alle waardevolle werkingen te honoreren en dat de tegenstrijdige communicatie onzekerheid en angst in de hand werkt in een sector die al met heel veel flexibiliteit en burn-outs te maken krijgt.

Een andere strijd die in Vlaanderen hevig gewoed heeft, was die tegen de besparing op de werkingsmiddelen van de VRT. De openbare omroep, die al een afslanking achter de rug had, kreeg van de Vlaamse Regering en van haar CEO een zogenaamd transformatieplan opgelegd. Dat besparingsplan zorgde - tegen eerdere beloftes in - voor 50 naakte ontslagen. Daarnaast werd soapserie Thuis uitbesteed aan de privé, waardoor 70 medewerkers plots van werkgever moesten veranderen.

Tijdens de coronacrisis maakten de vele regeringen in ons land een onderscheid tussen zogenaamde ‘essentiële’ sectoren en ‘niet-essentiële’ sectoren. Cultuur was de sector die altijd als eerste moest sluiten en als laatste werd heropend, terwijl er in andere Europese landen proefprojecten werden opgestart en theaters, bioscopen en tentoonstellingszalen opnieuw de deuren openden dankzij specifieke coronamaatregelen.

 

Cultuur werd duidelijk niet als essentieel beschouwd door onze ministers van Cultuur. De cultuursector onderging beslissingen zonder dat daar de nodige ondersteunende maatregelen tegenover stonden. Kunstenaars en technici werden in de aanvang van de covidcrisis aan hun lot overgelaten. Ook toen organiseerde de sector talrijke acties (StillStanding, No Culture No Future, ….). PVDA-parlementslid Nadia Moscufo stond zij aan zij met acteurs, schrijvers en geluidstechnici op straat. In het parlement, slaagden we erin om een ontwerpresolutie te stemmen met noodmaatregelen voor de culturele sector, zoals het verlengen van tijdelijke werkloosheid of het vergemakkelijken van de toegang tot een statuut.

 

In Wallonië verkreeg PVDA-parlementslid Amandine Pavet samen met een protestbeweging van cultuurwerkers directe steun, zoals dat in andere regio's al was ingevoerd. De versnippering van bevoegdheden tussen de verschillende regeringen zorgde voor een inefficiënt beleid en was duidelijk een bron van een ongelijke behandeling tussen de cultuurwerkers uit Brussel, Wallonië en Vlaanderen.

 

Het verzet van de sector tijdens de afgelopen legislatuur weerspiegelt een diepe malaise, veroorzaakt door een aanslepend besparingsbeleid op zowel Vlaams als federaal niveau. De werkomstandigheden in de culturele sector zijn slecht: als jonge kunstenaar kom je in een doolhof terecht en is het een hele klus om toegang te krijgen tot beurzen, subsidies of sociale rechten. Het blijft een administratief hindernissenparcours om het kunstwerkattest te behouden dat toegang geeft tot sociale zekerheid. De sector wordt bovendien geplaagd door een enorme flexibiliteit, precaire contracten en lage inkomens.

Dat is ook waar cultuur om draait: kritisch zijn. Durven opstaan tegen een beleid dat bezuinigingen nastreeft en/of cultuur wil gebruiken om een nationalistisch beleid te propageren en werkende mensen te verdelen. Cultuur speelt een fundamentele rol in de ontwikkeling van een meer inclusieve, eerlijkere, solidaire samenleving op mensenmaat. Daarom is de toegang tot cultuur en cultuurparticipatie een elementair recht voor iedereen.

We maken ruimte voor alle smaken en genres, voor een divers artistiek leven dat alle lagen van de samenleving in staat stelt om een rijke cultuur te beleven. Ons doel is om kunst in al haar vormen te promoten: populaire kunst, straatkunst, jeugdkunst, klassieke kunst, hedendaagse kunst en amateurkunst.

 

Voor veel mensen is de toegang tot culturele locaties en activiteiten ingewikkeld: vooral voor jongeren, die zich in een periode van hun leven bevinden waarin muziek, fotografie en andere kunstvormen nochtans een belangrijke rol spelen. Cultuur stelt hen in staat om elkaar te ontmoeten en andere leefwerelden te leren kennen. Om de toegang tot cultuur voor iedereen te verbreden, is een reeks maatregelen nodig.

 

We introduceren een Cultuurpas voor jongeren, zodat elke jongere tussen 15 en 24 jaar 100 euro per jaar krijgt om van culturele activiteiten te genieten. Voorbeelden uit Frankrijk, Spanje en Duitsland laten het onmiddellijke succes zien van zo’n pas die jongeren de kans geeft om culturele ontdekkingen te doen. Het is ook een indirecte steun aan de culturele sector, die worstelt om te herstellen van opeenvolgende crisissen.

 

We investeren in culturele centra en openbare bibliotheken. Elke gemeente verdient minstens één cultureel centrum met een breed aanbod aan voorstellingen, workshops, cursussen, tentoonstellingen en debatten om een divers publiek (kinderen, jongeren, ouderen) dicht bij huis toegang te geven tot, te laten genieten van en te laten deelnemen aan cultuur.

 

Elke gemeente heeft ook recht op een moderne bibliotheek. Met andere woorden, een plek waar je boeken, muziek en games kan lenen. Een bibliotheek is een bron van informatie, uitwisseling en leren.

 

Omdat we de toegang tot cultuur willen behouden en zelfs verbeteren, hebben we samen met het personeel en de gebruikers het behoud van PointCulture - een netwerk van mediatheken en cultuurhuizen - verdedigd. Authentiek links parlementslid Amandine Pavet nam deel aan de acties die ze organiseerden en ondervroeg meerdere keren minister van Cultuur Bénédicte Linard (Ecolo). Ze verdedigde ook een ontwerpresolutie om de werknemers en collecties van PointCulture te verdedigen. Dit voorstel werd door geen van de meerderheidspartijen (PS-MR-Ecolo) gesteund. Minister Linard van haar kant heeft besloten een einde te maken aan het PointCulture-netwerk.

 

We richten ons op culturele buurtinitiatieven, die mensen in staat stellen elkaar te ontdekken en te verrijken door gebruik te maken van het leven in hun buurt. We diversifiëren de programmering van onze culturele centra om alle lagen en segmenten van de bevolking te bereiken. We werven programmatoren en medewerkers met verschillende achtergronden aan, zodat we een breder scala aan culturele opties kunnen bieden waar iedereen zich in kan vinden. We moedigen uitwisselingen aan tussen de verschillende taalgroepen in het land.

 

We willen ook de diversiteit in het culturele aanbod vergroten door het quotabeleid in de programmatie te versterken. Dit zal de vertegenwoordiging van jongeren, vrouwen en mensen van kleur en met verschillende achtergronden verbeteren. In de Franse Gemeenschap werd bijvoorbeeld een voorstel ingediend om uitzendquota in te voeren voor minder bekende en vrouwelijke artiesten op publieke en private radiostations.

 

Mensen met een beperking hebben het recht om festivals te bezoeken, naar tentoonstellingen te gaan, een film of een theatervoorstelling mee te pikken. Toch staan er tussen de zetel thuis en de zetel in de schouwburg veel obstakels. We investeren in de toegankelijkheid voor mensen met een fysieke beperking en voorzien informatie op maat.  We ondersteunen ook het gebruik van audiodescriptie en gebarentaal in het culturele aanbod om in te spelen op de noden van slechtziende en dove mensen.

 

We gaan voor betaalbare toegang tot musea en tentoonstellingen. Toen het Louvre in Parijs begon te experimenteren met één zondag per maand gratis toegang, steeg het aantal bezoeken met 60 procent. Het publiek op die zondagen is jonger en bestaat vaker uit arbeiders en gezinnen met kinderen. Een aantal musea in België openen ook één of meerdere dagen per maand hun deuren zonder toegangsprijs. We willen de gratis toegang op zondag uitbreiden naar alle musea en geleidelijk aan naar de andere dagen van de week. Op deze manier wordt de toegang tot kunst en cultuur uitgebreid naar alle lagen van de samenleving.

 

De afgelopen jaren hebben festivalgangers diep in de buidel moeten tasten. In België hebben Rock Werchter, Les Ardentes, Tomorrowland en andere festivals hun prijzen sterk verhoogd. Vier dagen op Rock Werchter kosten bijvoorbeeld 292 euro, terwijl de prijs vorig jaar, in 2022, al was gestegen van 243 naar 266 euro. Vergelijkbare trends zijn te zien in bioscopen, theaters en concertzalen. Van de festivals die verhogingen aankondigen, ontvangen sommige, zoals Les Ardentes, honderdduizenden euro's aan publieke financiering. Voor ons moeten subsidies hand in hand gaan met aandacht voor betaalbaarheid. We verlagen geleidelijk de prijzen in bioscopen, theaters en concertzalen en passen de subsidies aan om dit mogelijk te maken zonder dat dit ten koste gaat van de arbeidsvoorwaarden of de kwaliteit.

 

Als de overheid culturele initiatieven in de armen van de markt duwt, leidt dat tot een gestandaardiseerde cultuur. 80 procent van alle muziek ter wereld wordt gedistribueerd door slechts vier bedrijven. Zo eindigen we met een grijs cultureel landschap waar de monopolies de dienst uitmaken. Het Unesco-verdrag over de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen is een antwoord op deze trend. De Conventie moedigt landen aan om een cultureel beleid en maatregelen te ontwikkelen dat de macht van deze monopolies ondermijnt. Hoewel België het Verdrag heeft geratificeerd, is er nog niet veel gebeurd. Er is geen tekort aan uitvluchten: overheidsgeld investeren in cultuur "zou de vrije handel en concurrentie verstoren". Maar in werkelijkheid is de publieke sector slachtoffer van een bezuinigingsbeleid. Zowel in het zuiden als in het noorden van het land moeten de nationale openbare zenders steeds meer doen met steeds minder middelen. Er wordt onvoldoende geïnvesteerd in cultuur. De besparingen hebben de middelen voor de kunsten doen dalen. De sluiting van culturele plekken in Wallonië, het ontslag van de stadsdichters in Antwerpen, de vermindering van de structurele financiering met 6 procent in Vlaanderen… Er is dringend nood aan een beleid dat de culturele pluraliteit en diversiteit verdedigt, en dat betekent investeren.

Kunst is niet alleen voor mensen met buitengewone talenten, het is een activiteit waar iedere mens toegang toe zou moeten hebben en die ieder mens nodig heeft: als publiek, maar ook als maker. Cultuur moet niet worden opgesloten in een ivoren toren. We willen kunst in al haar vormen promoten: klassieke artistieke praktijken, maar ook amateurkunst, populaire cultuur, jeugdcultuur of straatkunst.

 

We willen dat iedereen de kans krijgt om deel te nemen aan het culturele leven. Om alle werknemers de tijd te geven een kunstvorm te beoefenen, voeren we een collectieve arbeidstijdverkorting in zonder loonverlies en met compenserende aanwerving.

 

Tijd is essentieel, maar niet genoeg. We moeten ook iedereen de middelen geven om artistieke werken te creëren. Scholen spelen hierbij een fundamentele rol. We willen cultuur een prominentere plaats geven binnen het onderwijs. We zetten de kunsten opnieuw expliciet in de eindtermen, op alle onderwijsniveaus en bieden introductiecursussen aan in verschillende kunstvormen gedurende de hele schoolloopbaan, te beginnen op het niveau van de kleuterschool. Cultuur op school is meer dan een excursie. Het zou een integraal onderdeel van het schoolcurriculum moeten zijn. In Nederland zijn er cultuurcoördinatoren op basisscholen. Een bepaald aantal uren wordt specifiek gereserveerd voor kunst en cultuur. Ze zorgen ervoor dat scholen, culturele instellingen, kunstenaars en de lokale overheid samenwerken om te garanderen dat elke leerling het recht heeft om ervaringen op te doen en te leren door middel van artistieke activiteiten.

 

In het secundair onderwijs doen we een beroep op kunstenaars en culturele actoren. We verwelkomen alle artistieke disciplines en besteden bijzondere aandacht aan culturele uitingen die jongeren aanspreken, zoals DJ-mixen, videoclips, fotografie, webdesign, urban dance, slam en graffiti. We geven scholen voldoende personeel en financiële middelen om dit te realiseren.

 

We geven ook meer steun aan verenigingen die jongeren (en minder jongeren) in staat stellen een kunstvorm te beoefenen. Met dit in gedachten pleitte Amandine Pavet, PVDA-parlementslid voor de Franstalige Gemeenschap, voor de oprichting van een Réseau Urbain d'Expression (RUE) in 2023, gebaseerd op het model dat bestaat in Rennes. Dit programma biedt burgers de mogelijkheid om muren te gebruiken voor artistieke fresco's, biedt lokale partners (verenigingen, culturele centra, jeugdcentra, jeugdbewegingen, scholen, enz.) het kader en de middelen om stedelijke kunstinitiatieven te ontwikkelen en zorgt voor het creëren en onderhouden van een onlineplatform met een overzicht van alle muren met vrije expressie, stedelijke kunstactiviteiten, stedelijke kunstenaars en routes.

 

De rijkdom van cultuur ligt in haar diversiteit en het feit dat ze zichzelf telkens opnieuw heruitvindt. We stellen de academies open voor niet-klassieke vormen van kunst en cultuur: hiphop, elektronische muziek, slam, rap, graffiti, urban dance, beeldende kunst, fotografie of wereldmuziek. We geven alle ruimte aan vernieuwende initiatieven van leerkrachten en leerlingen.

 

We pakken ook de financiële obstakels aan die het leren van artistieke praktijken in de weg staan. Academiecursussen zijn nu gratis voor een deel van de bevolking. We breiden deze gratis service geleidelijk uit naar iedereen. Voor kunstscholen, zoals voor alle instellingen voor hoger onderwijs, verlagen we geleidelijk het inschrijvingsgeld tot we uiteindelijk gratis onderwijs bereiken. Leren drummen of kortfilms maken vereist apparatuur die onbetaalbaar kan zijn. Daarom geven we kunstacademies en scholen de middelen om bruikbare apparatuur uit te lenen aan hun leerlingen en studenten.

 

Geïnspireerd door het Nederlandse model van Cultuurregisseurs zetten we in elke buurt een netwerk van cultuurcoördinatoren op. Deze coördinatoren moedigen bewoners en kunstenaars aan om hun grote en kleine ideeën op cultureel gebied te uiten en te realiseren. Culturele coördinatoren koppelen de culturele aspiraties van de plaatselijke bewoners aan bestaande structuren. Ze helpen deze dromen te verwezenlijken, bijvoorbeeld door repetitieruimte of de benodigde apparatuur te vinden.

 

Het besparingsbeleid van de Vlaamse regering heeft voor een verarming van het lokale cultuuraanbod gezorgd. Tegelijkertijd liet ze het recht op een lokaal cultuuraanbod los door middelen lokaal niet meer te oormerken, waardoor lokale besturen die middelen meer en meer voor andere zaken gebruiken. Wij ondersteunen de lokale besturen zodat alle kunstproducties een plek vinden in de cultuurcentra. Nu programmeren culturele centra vaak enkel bekende producties om geen risico te lopen op verlies.

 

In Frankrijk heeft de CNC (Conseil national du cinéma et de l'image animée) sinds 2017 een fonds voor YouTubers. Het is een plek waar je financiering kan krijgen om video's te maken die innovatief, uniek, ambitieus en creatief zijn. Van korte video's tot lange documentaires, alles is mogelijk, zolang ze maar gratis beschikbaar worden gesteld aan het publiek en volledig vrij zijn van reclame. Makers kunnen experimenteren met nieuwe formaten in plaats van alleen maar te doen wat de private labels willen zien. Ze kunnen ook onderwerpen aanpakken die te ‘gevoelig’ zijn voor het imago van de merken die YouTubers of TikTokkers sponsoren.

 

Er is genoeg creativiteit, maar te weinig middelen. Daarom plannen we, net als in Frankrijk, een fonds om creatieve mensen de kans te geven onafhankelijke en originele projecten te ontwikkelen voor bestaande sociale mediaplatforms. Zodat ze projecten kunnen ontwikkelen die dingen in beweging brengen. We willen directe democratie toepassen op de verdeling van middelen. Tegenwoordig zijn het de grote multinationals die beslissen welke projecten een kans krijgen op sociale media. Laten we de switch maken en deze macht aan de mensen geven. Elk jaar organiseren we een grote raadpleging over wat het publiek op de platforms wil zien, welke content er volgens hen ontbreekt en welke makers ze een handje willen helpen. De resultaten van deze raadpleging zullen de rode draad vormen voor de selectie van toekomstige projecten. De jury die de financiering verdeelt, moet een afspiegeling zijn van de samenleving. Met de aanwezigheid van het brede maatschappelijk middenveld, mensen uit de arbeidersklasse, studenten en jongeren.

 

Cultuurwerkers maken deel uit van de arbeidswereld. Als we een schilderij of een choreografie bewonderen, zien we niet de uren van oefening die nodig waren om de techniek onder de knie te krijgen. Op dezelfde manier zal een pianist, zelfs voordat hij of zij een podium betreedt, duizenden uren achter het instrument moeten doorbrengen om de nodige kennis en vaardigheden te verwerven. Dit werk van onderzoek, repetitie en verbetering is vaak weinig zichtbaar, maar des te belangrijker. Dit werk zou gewaardeerd moeten worden, maar het staat onder constante druk van de wetten van de markt, die kunstenaars dwingen om hun werk tegen elke prijs te verkopen. Het flexibiliseringsbeleid van de voorbije regeringen heeft deze trend  versterkt.

 

De flexibilisering in de sector is zo dominant geworden dat ze de cultuurwerkers kwetsbaar maakt. Tijdens de afgelopen regeerperiode, waarin de gezondheidscrisis ons heeft laten zien hoe belangrijk vaste en goedbetaalde jobs zijn, heeft de PS-minister van Arbeid flexbanen uitgebreid naar de culturele en evenementensector. Deze banen gaan echter gepaard met uiterst flexibele contracten, waarbij de werknemer op elk moment kan worden opgeroepen, met salarissen die onder het minimum van de sector liggen en met de afschaffing van allerlei voordelen, zoals nacht- of zondagtoeslagen. Het is een werkgelegenheidsbeleid dat geworteld is in een neoliberale visie. We maken een einde aan deze onzekere contracten ten gunste van kwaliteitsvolle jobs.

 

Wij zijn voor fair practices: goede arbeidsomstandigheden, het opwaarderen en respecteren van de bestaande loonschalen, fatsoenlijke vergoedingen, transparantie in het gebruik van publieke middelen en inspraak. We willen dat de voorwaarden voor toegang tot subsidies organisaties verplichten tot het respecteren van collectieve arbeidsovereenkomsten en aanbevelingen met betrekking tot de vergoedingen van alle werknemers, inclusief freelancers en werknemers met korte contracten. Dit veronderstelt natuurlijk dat de gesubsidieerde projecten over een toereikend budget beschikken. We willen een einde maken aan de algehele onderfinanciering van culturele actoren. We zorgen voor een eerlijk en transparant subsidiebeleid dat rekening houdt met de diversiteit van culturele projecten en de duurzaamheid ervan waarborgt. We hervormen het Kunstendecreet, we verhogen de forfaitaire bedragen voor beurzen en maken het mogelijk om aanvragen voor beurzen en projectsubsidies te combineren. 

 

Verschillende commissies hanteerden bij de verdeling van de middelen van het Kunstendecreet in 2022 verschillende strategieën en dat zonder veel overleg. Een duidelijke methodiek ontbreekt. Er heerst een gebrek aan visie en transparantie. Om gelijkberechtiging te garanderen en willekeur te vermijden, zijn heldere basisrichtlijnen op zakelijk en inhoudelijk vlak nodig. 

 

Nu staan de beoordelingscommissies zeer ver van de kunstenaars. Na het indienen van een dossier moeten organisaties zeven maanden wachten op een beslissing. Al die tijd blijven toekomstplannen en verbintenissen on hold staan, en wordt slechts één contactmoment voorzien van een kwartier waarin je drie willekeurige vragen over je werking moet beantwoorden. We garanderen een fysiek contact tussen indieners en commissies. We zorgen ook voor meer transparantie in de adviezen: wie krijgt wat en waarom. De geheimdoenerij over de bedragen en de keuzes versterkt het wantrouwen.

 

We introduceren de mogelijkheid om een beslissing van een commissie te betwisten door een tweede lezing van een andere commissie te vragen. 

 

Een aantal betaalde banen in de culturele sector zijn afgeschaft en vervangen door vrijwilligerswerk of flexibel werk. Dit geldt vooral voor de conciërges en het barpersoneel in onze culturele centra. Vrijwilligerswerk verrijkt onze samenleving, maar het mag niet dienen als breekijzer om te besparen en te flexibiliseren.

Ook de institutionele wirwar werkt de flexibilisering in de hand. In Vlaanderen, Wallonië of Brussel gelden niet dezelfde barema’s. Ook de procedures voor werkvergunningen verschillen naargelang het gewest. Om een einde te maken aan die ontransparante toestand harmoniseren we de barema’s en de procedures. De hoogste tarieven en barema’s moeten als referentie dienen.

Momenteel bieden sociale bureaus voor kunstenaars (zoals Smartbe, Amplo en Merveille) cultuurwerkers de mogelijkheid om een economische activiteit te ontwikkelen en een zekere bescherming te genieten zonder zelf een bedrijf te moeten oprichten of een zelfstandigenstatuut te hebben. Het betekent wel dat de freelancer de kosten van de administratie draagt en niet de werkgever. Deze bureaus genereren soms grote winsten ten koste van de werknemers. We willen de oprichting van een openbaar sociaal bureau met lokale afdelingen. Dit bureau moet nauwe banden hebben met de vakbonden, om ervoor te zorgen dat werknemers in de sector beschermd worden. Het zal ook opleidingen over de realiteit van de sector geven aan de werknemers van de VDAB, Actiris en Forem.

 

De hervorming van kunstenaarsstatuut heeft niet de antwoorden geleverd die een aantal culturele en vakbondsorganisaties hadden verwacht. Ondanks enige vooruitgang is er veel kritiek op de toegang tot dit statuut: het gebrek aan objectieve criteria voor het verkrijgen ervan, de complexiteit en de bureaucratie, het ontbreken van echte beroepsprocedures en de veralgemening van een systeem dat de lonen dreigt te plafonneren. 

 

In overleg met de hele sector (werknemers, beroepsfederaties en vakbonden) onderhandelen we opnieuw over dit statuut om een beroepsprocedure in te voeren en het voor de kunstenaars gemakkelijker te maken om hun kunstenaarskaart te behouden. Het statuut van cultuurwerkers moet gebaseerd zijn op vereenvoudigde procedures en duidelijke, objectieve regels die de werknemers reële vooruitzichten bieden. Het moet beter rekening houden met de diversiteit van de sector, de specifieke kenmerken van de loopbaan van vrouwen en het feit dat ze soms verschillende beroepen combineren (onderwijs, horeca, …). Het statuut moet de kwaliteit van de werkgelegenheid verbeteren, een passende beloning bieden en werknemers in staat stellen te genieten van de sociale zekerheid. 

 

Een permanente evaluatie van het hervormde sociaal statuut is nodig. Zodat de impact op de cultuurwerkers, op de structurele tewerkstelling, de sociale zekerheid en de betaling van auteursrechten in kaart kan worden gebracht.

 

We introduceren een nationaal kunstenloket, naar het voorbeeld van het Cultuurloket in Vlaanderen. Het is een digitale en fysieke plek waar kunstwerkers antwoord kunnen krijgen op hun administratieve en professionele vragen. Hoe professionaliseer je portfolio's, waar vind je toegang tot projectondersteuning, financiering, subsidies, hoe vind je de weg naar het buitenland, waar vind je apparatuur of repetitieruimtes, enzovoort. Dit bureau fungeert als een paraplu voor de verschillende regionale kantoren. Het houdt toezicht op het opzetten van een Franstalig loket en zorgt voor de uitwisseling van goede praktijken.

 

We willen experimenteren met nieuwe vormen van artistiek werk in loondienst. We breiden de concepten van nationale dichters en stadsdichters (zoals in Antwerpen tot 2022) uit naar andere artistieke disciplines. Zo kunnen schrijvers, rappers, dansers, componisten, beeldhouwers of schilders gelinkt worden aan een bepaalde stad of het hele land. Deze kunstenaars worden aangesteld voor een periode van 2 tot 4 jaar, waarin zij een aantal werken moeten maken over thema's die verband houden met de actualiteit of onze geschiedenis. De keuze van deze kunstenaars wordt gemaakt door een samenwerking tussen kunstorganisaties die actief zijn in het veld, waardoor de jury’s de diversiteit weerspiegelen.

 

Het cultuurlandschap is een enorm gebied dat publieke en private spelers in verschillende disciplines samenbrengt. Op sommige terreinen, zoals film of muziek, zwaaien de multinationals de plak en zien we jonge kunstenaars die het opgeven bij gebrek aan middelen. Het versterken van de culturele sector betekent het versterken van de solidariteit. Om de kapitalistische logica te doorbreken voeren we een belastingstelsel in dat gebaseerd is op solidariteit en rechtvaardigheid. Dit kan door hogere belastingen te innen bij de webgiganten zoals Google, Apple, Facebook, Amazon en Microsoft, maar ook Netflix, TikTok of Spotify. Een deel van deze inkomsten zal worden gebruikt om cultuur en onderwijs in Brussel, Vlaanderen en Wallonië beter te financieren.

 

De afgelopen jaren hebben de nationale zenders (RTBF en VRT) steeds meer moeten produceren met minder middelen. Deze ontwikkeling is schadelijk voor de gezondheid van de medewerkers, die onder enorme stress staan, wat leidt tot burn-outs, depressies en zelfs zelfdoding. Daar moet paal en perk aan worden gesteld. We willen de publieke pijlers in de audiovisuele en digitale sector beter ondersteunen . Onze zenders verdienen de middelen om een gevarieerde programmering en een gezonde werkomgeving te garanderen. We willen een einde maken aan het uitbesteden van werk aan de privésector en het statuut van het personeel opwaarderen. We sleutelen aan de beroeps- en klachtenprocedures zodat het personeel de kans krijgt om giftige vormen van leiderschap (zoals bij Studio 100 waar omzet boven respect voor werknemers werd gesteld) aan de kaak te stellen. We slaan bruggen tussen Franstaligen en Nederlandstaligen door gezamenlijk tweetalige programma's te produceren op de publieke radio en televisie.

 

De culturele sector is deels afhankelijk van eenmalige subsidies. Elk jaar verliezen cultuurorganisaties en cultuurwerkers veel tijd met het doorlopen van de administratieve procedures om in aanmerking te komen voor deze subsidies. We geven organisaties die op regelmatige basis creëren sneller toegang tot structurele subsidies, zodat hun werk op de lange termijn kan worden voortgezet. Terwijl de actoren van de podiumkunsten in de Franstalige Gemeenschap aanvragen voor structurele steun hebben ingediend voor een totaalbedrag van meer dan 200 miljoen euro in 2023, bedraagt het budget dat is voorzien door minister van Cultuur Bénédicte Linard (Ecolo) ongeveer 100 miljoen euro. De behoeften zijn dus twee keer zo groot als de aangekondigde financiële middelen. "Natuurlijk zullen er blije en teleurgestelde mensen zijn," reageerde ze. We kunnen deze onderfinanciering van cultuur niet tolereren.

 

 

We zijn van plan om alle subsidies automatisch te indexeren. Terwijl de inflatie in 2022 10 procent bedroeg, was er geen indexering gepland voor honderden subsidies. Het garanderen van de indexering is essentieel om cultuurorganisaties een minimum aan stabiliteit te bieden. Zo ook indexeren we de aanvullende premie van de Vlaamse Gemeenschap, bij de pensionering van kunstenaars die tewerkgesteld waren bij een structureel gesubsidieerde werkgever. 

 

In Vlaanderen toonde een subsidieregister aan dat slechts 1,2 procent van alle subsidies (265 miljoen euro op 17 miljard euro) in de culturele sector wordt geïnvesteerd. We verhogen de culturele budgetten en investeren opnieuw in culturele podia, klassieke ensembles, gezelschappen en andere spelers die essentieel zijn voor het culturele leven.

 

De verschillende staatshervormingen hebben geleid tot een culturele tweedeling tussen de taalgemeenschappen. Maar de culturele sector laat zich hierdoor niet ontmoedigen en neemt meertalige initiatieven. In Brussel wordt daar creatief mee omgesprongen. Deze stad ontwikkelt zich tot een echte multiculturele stad. Toch is het huidige cultuurbeleid nog steeds verdeeld langs taalkundige lijnen. Als gevolg daarvan hebben initiatieven die meerdere talen combineren moeite om in de bestaande hokjes te passen. Maar veel kunstenaars en culturele instellingen - bijvoorbeeld de KVS (Koninklijke Vlaamse Schouwburg) en het Théâtre National - zwemmen tegen de stroom in, ondanks de politieke druk vanuit nationalistische partijen. Een multiculturele aanpak moet de huidige hokjes van de cultuursector vervangen. We moedigen initiatieven aan die taal- en cultuurgrenzen overschrijden en willen taalgemeenschappen samenbrengen, door het ondersteunen van vertalingen en ondertiteling voor alle disciplines.