Voor elke bruggepensioneerde die verdween, kwam er een langdurig zieke bij
Voor elke werknemer die de afgelopen jaren geen beroep meer kon doen op het brugpensioen, kwam er één oudere langdurig zieke bij. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die de PVDA opvroeg.
In 2012 wisselde de regering-Di Rupo het brugpensioen in voor het ‘stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag’ (SWT) en verscherpte zij de toegangsvoorwaarden. SWT zou vanaf dan toegankelijk zijn vanaf 60 jaar met 40 loopbaanjaren. Ook de lange loopbanen, de zware beroepen en ondernemingen in moeilijkheden en herstructureringen konden moeilijker een beroep doen op het brugpensioen.
De regering-Michel trok de leeftijdsvoorwaarde op naar 62 jaar, met uitzonderingen voor mensen die lange tijd nachtwerk deden, in wisselende posten werkten of in de bouw werkten (de invulling van de notie ‘zware beroepen’ in de private sector). De regering-Michel voerde ook de plicht tot beschikbaarheid op de arbeidsmarkt in. De regering-De Wever vormt het sluitstuk. In het regeerakkoord staat dat de nieuwe instroom naar het SWT wordt stopgezet, behalve voor medisch SWT.
“Deze maatregelen hebben het aantal mensen dat beroep deed op het brugpensioen sterk teruggedrongen, van bijna 110.000 in 2012 naar iets meer dan 10.000 vandaag”, vertelt Kim De Witte, pensioenspecialist en kamerlid voor de PVDA. “Maar de beoogde doelstelling is helemaal niet gerealiseerd. In plaats van activering is er een grote verschuiving geweest: het aantal oudere (55-plussers) langdurig zieken is over diezelfde periode gestegen met maar liefst 124.000 eenheden.”
“Het is een typevoorbeeld van een zogenaamd doorschuifeffect”, alsnog De Witte. “De bruggepensioneerden, die het statuut van een werkloze hebben, zijn doorgeschoven naar de ziekteverzekering. Dat kost onze sociale zekerheid zelfs meer. De geplande besparing van 77 miljoen in 2029 door de stopzetting van het brugpensioen zal zich niet realiseren.”
Mensen die hun leven lang in de bouw hebben gezeten, ‘s nachts hebben gewerkt of wisselende posten hebben gedraaid, zijn vaak uitgeput op 60 jaar. Zij leven vaak ook minder lang. We zijn immers niet gelijk voor de dood: mensen zonder diploma leven 8 à 10 jaar minder lang dan mensen met een hoog diploma en 20 à 25 jaar minder lang in goede gezondheid.
“De Arizona-regering verwijst naar de mogelijkheid om te stoppen op 60 jaar na 42 gewerkte jaren met minstens 234 effectief gewerkte dagen per jaar, maar dat is een schijnoplossing. Wie geraakt daaraan? Vrouwen die één of twee kinderen baren alvast niet. Mensen die studeren of eventjes deeltijds gewerkt hebben, ook niet. Als we iedereen een gelijkwaardig recht op rust en vrijheid willen geven na een intense loopbaan, dan moeten er regelingen voor de zware beroepen blijven bestaan”, besluit De Witte.