Vier jaar loonblokkering kost doorsnee werknemer 3.859 euro
Het leven is de afgelopen jaren flink duurder geworden en de lonen hebben de stijgende prijzen nooit kunnen bijbenen. Hierdoor hebben werkende mensen in vier jaar tijd bruto 3.859 euro reëel loon verloren. Dat blijkt uit berekeningen van de PVDA, op basis van de officiële loongegevens van de FOD Economie.
“De koopkracht smelt als sneeuw voor de zon. Onwaarschijnlijk dat formateur Bart De Wever (N-VA) net nu voorstelt om de loonblokkering tot minstens 2026 verder te zetten en wil morrelen aan de automatische loonindexering. De lonen van werkende mensen hebben een boost nodig, geen nieuwe aanval,” reageert PVDA-volksvertegenwoordiger Peter Mertens.
Tussen 2021 en 2024 verloor een doorsnee werknemer 3.859 euro (bruto) reëel loon, omdat de lonen minder snel stegen dan de prijzen. Met andere woorden, als de lonen de inflatie volledig hadden bijgehouden, zou een doorsnee werknemer de afgelopen vier jaar 3.859 euro (bruto) meer hebben verdiend.
De PVDA wijt het koopkrachtverlies vooral aan de loonwet van 1996, die de regering toelaat om elke twee jaar een loonnorm vast te leggen. Peter Mertens: “Voor 2021-2022 beperkte de regering-De Croo loonsverhogingen tot maximaal 0,4 procent, voor 2023-2024 zelfs tot 0,0 procent. Die loonblokkering betalen werknemers cash. Lonen worden dan wel automatisch geïndexeerd, maar dat schiet tekort: prijsstijgingen van bepaalde producten, zoals brandstof, tellen niet mee, en veel werknemers krijgen slechts één keer per jaar een indexering.”
De PVDA wil druk uitoefenen op de partijen die momenteel onderhandelen over een nieuwe federale regering. “Alle partijen van de toekomstige Arizona-coalitie gingen de verkiezingen in met de belofte dat werken meer zou lonen. Wat nu op tafel ligt, doet precies het tegenovergestelde. In de supernota van formateur Bart De Wever staan plannen om verder te morrelen aan de automatische loonindexering en om de loonblokkering minstens twee jaar te verlengen. De reële lonen zullen alleen maar verder dalen”, aldus Peter Mertens.
Begin volgend jaar starten vakbonden en werkgeversorganisaties de onderhandelingen over het Interprofessioneel Akkoord en de loonnorm voor 2025-2026. De PVDA pleit ervoor om deze loonnorm indicatief te maken in plaats van bindend, zodat het recht op vrije onderhandelingen over loonsverhogingen hersteld kan worden.
Peter Mertens ziet dat er in heel wat grote bedrijven voldoende ruimte is voor zulke loonsverhogingen: “De OESO stelde afgelopen zomer dat bedrijfswinsten in veel landen voldoende ruimte bieden voor loonsverhogingen. Ook in ons land blijven de winstmarges volgens de Nationale Bank historisch hoog. In bedrijven en sectoren die winst maken, moeten vakbonden de vrijheid krijgen om te onderhandelen over collectieve loonsverhogingen. Het gaat om sociale rechtvaardigheid: werknemers verdienen hun eerlijke deel van de winst."