PVDA legt wetsvoorstel voor uitbreiding abortuswet ter stemming voor
Op 20 februari ligt het wetsvoorstel van de PVDA ter versoepeling van de abortuswet ter stemming voor in de Kamercommissie Justitie.
Wij reiken de hand aan de partijen en parlementsleden die willen dat er nog deze legislatuur verandering komt in de abortuswet. De tijd tikt, want op 8 mei sluit het parlement”, stelt PVDA-Kamerfractieleidster Sofie Merckx, zelf mede-indiener van het gezamenlijke voorstel dat in 2020 bij de regeringsonderhandelingen in de frigo werd gestoken.
“Aangezien de regeringspartijen de situatie blokkeren, leggen wij een identiek voorstel op tafel. Een verlenging van de termijn tot 18 weken en slechts 48 uur bedenktijd zijn de pijlers van het voorstel, en die komen tegemoet aan de vraag van experts, abortuscentra en de vrouwenbeweging.”
Enkele weken geleden deden de abortuscentra een oproep om het abortusdebat opnieuw op gang te trekken. Ze vroegen een oplossing voor de honderden vrouwen die jaarlijks naar Nederland trekken om daar abortus te doen. Na die oproep werd er in de media en in het parlement enkele dagen over abortus gesproken, maar sindsdien is het opnieuw muisstil.
Verschillende partijen en parlementsleden riepen op om over te gaan tot stemming van de uitbreiding van de abortuswet, maar geen enkele partij legde het voorstel concreet op tafel.
“We moeten uit deze impasse geraken”, stelt Sofie Merckx. “Het expertenrapport was duidelijk en zei dat men tot 18 weken kan uitbreiden. Dat CD&V opnieuw onwetenschappelijke argumenten uit de kast haalt, nadat die al haarfijn werden weerlegd in het expertenrapport, maakt duidelijk dat er met CD&V geen compromis gevonden kan worden over dit thema. Er zijn al verschillende zaken uit het regeerakkoord herbekeken nadat de situatie evolueerde – rond de kernuitstap, bijvoorbeeld. Ook in dit dossier is dat de enige optie na het breedgedragen en overduidelijke expertenrapport.”
“Het is tijd om rationaliteit en volksgezondheid voorop te stellen in dit debat. Wij reiken de hand aan de parlementsleden die hierop verder willen werken en de tekst laten stemmen”, besluit Sofie Merckx.