Federaal parlement schuift aanpak corruptie op de lange baan
België zakte de voorbije twee jaar steeds verder weg in de corruptieperceptie-index. Toch lijken de alarmbellen bij de traditionele partijen nog niet af te gaan. Ze beslisten opnieuw om geen voortgang te maken met de aanbevelingen van de GRECO, de anti-corruptiewaakhond van de Raad van Europa, om corruptie bij parlementsleden aan te pakken.
“België loopt enorm achter op landen als Denemarken en Finland. De GRECO beveelt al meer dan 10 jaar aan om transparanter te zijn over het vermogen van politici of het gelobby van het bedrijfsleven”, reageert Sofie Merckx, PVDA-fractieleider in de Kamer. “Ook de laatste schandalen zoals Kazachgate, Qatargate en Subitogate blijken de traditionele partijen niet wakker te schudden.”
“Wij willen dat de vermogens van politici openbaar gemaakt worden en dat contacten met bedrijven bijgehouden worden in een doeltreffend lobbyregister. Dat zijn ook aanbevelingen van de GRECO”, zegt Merckx. “Het gaat over essentiële maatregelen in een democratie. De burger heeft het recht om hierover transparantie te krijgen.”
Van de acht aanbevelingen ter preventie van corruptie die de GRECO deed, voerde België er slechts één volledig uit. De zeven andere blijven sinds 2015 (deels) onuitgevoerd. Zowel in de Conferentie van voorzitters als de Commissie Grondwet vroeg de PVDA om verder werk te maken van de uitvoering. Het dossier werd echter doorgeschoven naar de werkgroep Politieke Partijen, waar half februari dus opnieuw beslist werd om alles op de lange baan te schuiven.
“Op 31 maart verwacht de GRECO een voortgangsrapport van België over de uitvoering hiervan. Ik vrees dat er een wit blad opgestuurd zal worden”, besluit Merckx. “België kan zich dus opnieuw verwachten aan een negatief rapport. Een zoveelste blamage op het internationale toneel. Wij zullen ondertussen onze voorstellen voor een transparante vermogensaangifte en een degelijk lobbyregister opnieuw op tafel leggen.”
