De NMBS privatiseren? De N-VA wil onze openbare spoorwegdienst in de uitverkoop zetten
De N-VA heeft zopas een wetsvoorstel ingediend om de overheidsparticipatie in de NMBS te beperken tot 50 procent plus één aandeel. Concreet: ze willen de deur openzetten voor de privatisering van een essentiële openbare dienst.
“Je lost de uitdagingen van het spoor niet op met minder overheid en meer markt. Dat doe je met publieke investeringen, betaalbare tickets, een uitgebreider net en respect voor het personeel,” legt federaal PVDA-volksvertegenwoordiger Annik Van den Bosch uit. “Het spoor moet dus 100% openbaar zijn, 100% ten dienste van de bevolking en niet van de aandeelhouders.”
“We weten natuurlijk wat de plannen van rechts inhouden, en van de N-VA in het bijzonder: ze willen zogezegd meer efficiëntie, maar in feite is het er hen om te doen onze openbare diensten af te breken en onze sociale rechten uit te hollen. Het is dan ook geen toeval dat ze tegelijkertijd voorstellen hebben ingediend om het spoorstatuut af te schaffen en de rol van de vakbonden te verkleinen”, aldus Annik Van den Bosch.
Je hoeft maar te kijken naar wat in andere landen is gebeurd: in het Verenigd Koninkrijk heeft de privatisering van het spoor geleid tot meer vertragingen, meer pannes, minder personeel en torenhoge ticketprijzen. Het resultaat? Het gaat er zo slecht dat de Britten de privatisering willen terugdraaien. “Is dat wat de N-VA wil voor België?” vraagt Annik Van den Bosch zich af.
De PVDA herinnert eraan dat de NMBS een vitale openbare dienst is: honderdduizenden mensen maken er dagelijks gebruik van om naar het werk, naar school of elders te gaan. In een context van klimaatcrisis moet het spoor net versterkt worden en toegankelijk zijn voor iedereen.
“Als de N-VA het spoor écht efficiënter willen maken, dan kan ze ons voorstel steunen om de NMBS, Infrabel en HR-Rail opnieuw samen te brengen in één structuur. Dat betekent minder tussenniveaus en een eengemaakte commandoketen, maar ook drie keer minder CEO’s, raden van bestuur… en dus geld dat opnieuw geïnvesteerd kan worden”, besluit Annik Van den Bosch.