5 leugens van de Arizona-regering over de pensioendiefstal ontmaskerd
De Arizona-regering probeert haar pensioendiefstal te verbergen met vijf leugens. PVDA-volksvertegenwoordiger en pensioenspecialist Kim De Witte rekent er stuk voor stuk mee af.
Bekijk op:
5 leugens van de regering over uw pensioen
De Arizona-regering probeert haar pensioendiefstal te verbergen met vijf leugens.
PVDA-volksvertegenwoordiger en pensioenspecialist Kim De Witte doorprikt ze alle vijf.
1. "Ziek zijn telt niet mee voor pensioenmalus"
Minister van Pensioenen Jan Jambon (N-VA) bevestigde in het parlement dat de regering een “pensioenmalus” of financiële sanctie invoert voor werknemers die “te vroeg” met pensioen gaan. Werknemers die tijdens hun loopbaan ziek zijn geweest en daardoor minder pensioenrechten opbouwen, hoefden zich volgens hem geen zorgen te maken: ziekteperiodes zouden gelijkgesteld worden aan effectieve arbeidsprestaties. Hij beschuldigde Kim De Witte zelfs van leugens en fake news. 36 uur later moest Jambon zijn woorden inslikken. Kim De Witte en PVDA hadden gelijk: het regeerakkoord stelt ziekteperiodes niet gelijk aan effectieve arbeidsprestaties bij de berekening van de pensioenmalus.
Wat betekent die pensioenmalus concreet? Wie voor de wettelijke pensioenleeftijd (vandaag 66 jaar) stopt met werken en minder dan 35 loopbaanjaren van telkens minstens 156 gewerkte dagen (halftijdse tewerkstelling) heeft, krijgt een financiële sanctie. Met andere woorden: wie tijdens een halftijdse tewerkstelling één dag ziek is, verliest meteen een volledig jaar op de loopbaanteller.
Neem Rita. Ze begon te werken op haar 20ste, eerst in de horeca, daarna als poetsvrouw en later als zorgkundige. Op haar 63ste is ze op en besluit ze met vervroegd pensioen te gaan. Ze heeft dan 33 jaar voltijds gewerkt en 10 jaar halftijds. Maar omdat ze tijdens die 10 halftijdse jaren telkens minstens één dag ziek was, tellen die jaren niet mee. Daardoor haalt ze de vereiste 35 loopbaanjaren niet en krijgt ze een financiële sanctie.
Rita is geen uitzondering. Volgens cijfers van de federale pensioendienst zal minstens één op de drie werknemers getroffen worden door de pensioenmalus. Vooral vrouwen en werknemers in zware beroepen betalen de prijs, met pensioenverlagingen tot 400 euro per maand.
2. "We harmoniseren de pensioenen van werknemers en ambtenaren"
De regering zegt dat ze de pensioenen wil "harmoniseren". In plaats van iedereen een deftig pensioen te garanderen, doet ze dat door alle pensioenen van werkende mensen naar beneden af te breken.
Zo worden de pensioenen in de publieke diensten - waar een doorsnee ambtenaar vandaag recht heeft op een pensioen van 2.000 à 2.200 euro netto - fors verlaagd door vijf maatregelen:
1. Het pensioen wordt niet langer berekend op basis van het gemiddelde loon van de laatste 10 jaar, maar op het gemiddelde loon over de hele loopbaan. Hierdoor tellen ook de kleine loontjes van 40 jaar geleden mee, wat het pensioen met gemiddeld 20% verlaagt, afhankelijk van de loonontwikkeling.
2. De verhoging van alle tantièmes naar 60. Voor de mensen met een tantième 55 is dat een verlaging van het pensioen met ongeveer 10 procent. Voor de mensen met een tantième van 48, is de verlaging nog groter.
3. De afschaffing van de regeling voor de zware beroepen, via de quasi volledige opheffing van de zogenaamde “verhogingscoëfficiënt”. Dat betekent ongeveer 5 procent minder pensioen. Een minimale uitzondering blijft bestaan voor leerkrachten. Zij moeten 44 jaar werken voor een volledige loopbaan in plaats van 45 jaar.
4. De afschaffing van de perequatie voor alle ambtenarenpensioenen en de afschaffing van de indexering voor alle pensioenen boven de 2.625 euro netto (ongeveer). Dit gaat over meerdere honderden euro’s per maand na 10 jaar pensioen.
5. De invoering van een pensioenmalus: tot 25% minder voor wie stopt vóór 67 jaar.
Daarnaast wil de Arizona-regering ook de lage pensioenen in de private sector verder verlagen, eveneens via vijf maatregelen:
1. Door een nieuwe berekening van een loopbaanjaar (pas vanaf 156 gewerkte dagen, ipv 104 vandaag) zal ongeveer één op twee mensen minstens één jaar langer moeten werken.
2. De pensioenmalus (zie boven).
3. De afschaffing van de regeling voor de zware beroepen, het SWT.
4. De enorme besparing op de welvaartsenveloppe waardoor de minimumpensioenen niet kunnen stijgen met de welvaart.
5. De berekening van het pensioen op een beperkt minimumloon voor de werknemers die in een landingsbaan stappen, die werkloos zijn (ook de tijdelijke werklozen omwille van economische redenen) en die momenteel nog in SWT zitten.
3. "We respecteren de verworven rechten"
De regering zegt dat ze verworven rechten respecteert. Maar dat is helemaal niet waar. Verschillende voorbeelden tonen het tegendeel aan. We geven er twee:
1. De pensioenmalus start vanaf 2026 en pakt pensioen af waar mensen al 40 jaar voor hebben gewerkt en rechten voor hebben opgebouwd.
2. De berekening van het ambtenarenpensioen op 45 jaar in plaats van op de laatste 10 jaar start vanaf 2027: iemand die nu al 25 jaar gewerkt heeft als ambtenaar en nog 20 jaar moet werken, zal de opgebouwde rechten voor die eerste 25 jaar plots op een andere manier berekend zien.
Dit is een diefstal van reeds verworven rechten.
4. "We leven allemaal langer, dus moeten we langer werken"
Neen, we leven niet allemaal langer en zeker niet in goede gezondheid. Het klopt dat meer mensen de leeftijd van 60 bereiken, maar vanaf dan verschilt de levensverwachting sterk. Hoogopgeleiden met een goed betaalde job en toegang tot gezonde voeding en kwaliteitsvolle zorg leven gemiddeld 8 à 10 jaar langer dan mensen in zware beroepen met een laag diploma. Het verschil in gezonde levensjaren is nog groter en kan oplopen tot 20 jaar.
Dit zorgt voor een dubbel onrecht. Hoogopgeleiden met goedbetaalde jobs leven langer en krijgen bovendien een hoger pensioen. Mensen in zware beroepen met een laag diploma sterven eerder en ontvangen een lager pensioen, ondanks een leven lang bijdragen. Zo zijn de laagste inkomens solidair met de hoogste. De rechten op vervroegd pensioen die doorheen de tijd werden afgedwongen, hielpen deze ongelijkheid te compenseren. Maar ze worden nu afgebroken, waardoor het systeem terug onrechtvaardiger wordt.
5. “De pensioenen zijn onbetaalbaar. Ik doe het niet graag, maar we kunnen niet anders”, aldus Bart De Wever
België spendeert volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing 11,2 procent van zijn jaarlijkse welvaart, het bbp, aan de pensioenen. Dat is minder dan het gemiddelde in West-Europa. Finland, Oostenrijk, Frankrijk, Spanje, Italië en Griekenland geven méér uit aan hun pensioenen.
Volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing stijgen de pensioenkosten in ons land naar 13,7 procent van ons bbp tegen 2070. Dat is nog altijd minder dan wat landen als Oostenrijk en Frankrijk vandaag al uitgeven aan hun pensioenen.
Het echte probleem? De regering geeft te veel cadeaus aan grote bedrijven onder de vorm van vrijstellingen en verminderingen op de sociale bijdragen voor onze sociale zekerheid. De taxshift van de regering Michel kost de sociale zekerheid al 8 miljard per jaar. De andere vrijstellingen, verminderingen en subsidies kosten nog eens 8 miljard. Dat is 16 miljard euro.
Volgens het Planbureau stijgen deze cadeaus naar 18 miljard tegen het einde van deze legislatuur (2029). De Arizona-regering wil daar nog eens 1 miljard aan toevoegen. Totaal: 19 miljard of bijna 3 procent van ons bbp.
3 procent van het bbp is méér dan de stijging van de pensioenkost tussen 2025 en 2070 (stijging van 2,5 procent van het bbp). In Oostenrijk liggen de sociale bijdragen op de lonen hoger dan in ons land en zijn er geen vrijstellingen, verminderingen, subsidies zoals bij ons. De werkgevers dragen hun steentje bij aan de financiering van de sociale zekerheid. De pensioenen in Oostenrijk liggen dan ook 600 euro hoger dan in ons land en de pensioenleeftijd stijgt er niet naar 67 jaar (vrouwen kunnen er nog steeds op pensioen op 61 jaar en mannen op 65 jaar). Als het daar kan, waarom hier dan niet?
Besluit
Pensioenen zijn geen gunst of vrijgevigheid van de overheid. Ze zijn een recht dat je opbouwt met je sociale bijdragen, je zogenaamde uitgesteld loon. Pensioenen hebben ook een vermogensrechtelijke waarde, net zoals het spaargeld op je bankrekening of het huis waarin je woont. Als de regering verworven rechten afpakt, dan is dat diefstal zonder meer. Er is geen sprake van overmacht of noodwet die deze diefstal rechtvaardigt. De pensioenen zijn betaalbaar, als we de welvaart een beetje eerlijker verdelen.
De PVDA zal zich dan ook blijven verzetten tegen deze pensioendiefstal. No Pasaran: handen af van ons pensioen!