Zaak Chovanec: hoe vermijden we doofpotoperaties en straffeloosheid?
De vreselijke beelden van de doodsstrijd van Jozef Chovanec brengen België in beroering. De weduwe van Chovanec voert al tweeënhalf jaar een eenzame strijd om de waarheid aan het licht te brengen. Hoe kan het dat de politietop officieel niet op de hoogte was? Hoe kan het dat er al die tijd geen maatregelen genomen werden tegen de betrokken agenten? Blijkbaar was zelfs toenmalig minister Jan Jambon (N-VA) op de hoogte, maar bracht hij de zaak niet aan het licht. De PVDA stelt drie maatregelen voor om deze doofpot te openen.
De 38-jarige Slovaak Jozef Chovanec stierf in februari 2018 na een hardhandig politieoptreden in een cel op de luchthaven van Charleroi. Na tweeënhalf jaar is het onderzoek nog steeds niet afgerond en blijven veel vragen open. Hoe in de toekomst dit soort doofpotoperaties vermijden? Hoe voorkomen dat de politiehiërarchie rotte appels en politiegeweld ongestraft laten?
1. Stop de doofpotoperaties
Ook de vader van Jonathan Jacob heeft hard moeten knokken tegen een doofpotoperatie, nadat zijn zoon na een gewelddadige politie-interventie in 2010 overleed in een cel in Mortsel. “Zonder beelden was dit gepasseerd, net als toen”, liet de vader van Jonathan Jacob weten nadat hij de beelden zag uit de cel van Jozef Chovanec. Er kwam pas schot in de zaak toen de beelden van zijn lijdensweg bekend geraakten bij het publiek. Ook Henrieta Chovancova, de weduwe van het slachtoffer, voelde dat het onderzoek niet ernstig werd gevoerd en bracht de beelden naar buiten. Het onderzoek sleept al jaren aan en zij vermoedt dat de verantwoordelijken een hand boven het hoofd wordt gehouden.
De agenten die in de cel aanwezig waren, zijn allemaal nog aan het werk. Enkel de agente die in de cel een Hitlergroet maakte, werd op binnendienst gezet. Dat gebeurde pas na het publiek maken van de beelden. Het is duidelijk dat Danny Elst, huidig hoofd van de luchthavenpolitie die op het moment van de feiten officier van dienst was, niet krachtdadig heeft opgetreden tegen deze agenten die hun boekje te buiten zijn gegaan. Er zijn niet enkel lokaal fouten gemaakt. De tweede in rang bij de federale politie, André Desenfants, heeft net als Danny Elst ook een stap opzij moeten zetten. Tegen Danny Elst zijn ook pas na het openbaar maken van de beelden ordemaatregelen genomen, omdat hij op de hoogte moet zijn geweest van deze beelden. Het ziet er dus naar uit dat niet enkel de verantwoordelijke officier de agenten een hand boven het hoofd wilde houden, maar dat ook van hogerhand het potje dicht werd gehouden.
Minister-president Jan Jambon (N-VA), die op het ogenblik van de feiten minister van Binnenlandse Zaken was, ontkende aanvankelijk dat hij van de feiten op de hoogte was. Maar in de Kamercommissie over de zaak Chovanec verklaarde huidig minister van Binnenlandse Zaken De Crem (CD&V) dat het kabinet Jambon wel degelijk op de hoogte was. De Slowaakse ambassadeur werd destijds op het kabinet ontvangen door kabinetschef Joy Donné, die bij dat bezoek over de feiten werd ingelicht. Is Donné dat ook "vergeten"? Donné is nu Kamerlid voor N-VA en lid van de Commissie Binnenlandse Zaken. Jambon erkent nu dat zijn kabinet op de hoogte was, maar zegt dat hij zich er niets meer van herinnert. Ofwel heeft hij de zaak laten passeren ofwel is hij wel erg lichtzinnig omgegaan met de interventie van de Slovaakse ambassadeur.
Verplicht een transparante communicatieIn principe moet het parket de interne tuchtoverheid van de politie op de hoogte brengen van een onderzoek, maar dat is nu niet gebeurd. Dat zou moet verplicht worden. Als iemand sterft in een politiecel moet dit onmiddellijk aan de hiërarchie en aan de buitenwereld worden gemeld. Klachten die binnenkomen over ernstige feiten – bijvoorbeeld bij fysiek geweld - moeten ook automatisch en officieel gecommuniceerd worden aan hoge officieren. Zo kan men nadien niet beweren dat men niet op de hoogte was.
Open een onafhankelijk gerechtelijk onderzoek voor elk overlijden tijdens een politie-interventieBij elk sterfgeval of zwaar letsel in het kader van een politie-interventie, moet een gerechtelijk onderzoek geopend worden door een speciale onderzoeksrechter. Dat laat ook toe dat de families van de slachtoffers zich burgerlijke partij kunnen stellen, om op die manier op de hoogte gehouden te worden van het onderzoek.
Dat is cruciaal. Henrieta Chovancova stelde zich in het gerechtelijk onderzoek burgerlijke partij en vroeg een tegenexpert om de zaak te onderzoeken. De wetsdokter van het gerecht concludeerde namelijk dat de politie-interventie niet doorslaggevend was bij de dood van Jozef Chovanec. Op basis van de beelden kan je daar immers ernstig aan twijfelen. De resultaten van het onderzoek zijn nog niet bekend, maar de tegenexpert heeft alvast laten weten dat hij de uitspraak van de wetsdokter betwist. Wie de beelden ziet, begrijpt waarom de weduwe zich niet wilde neerleggen bij die aanvankelijke vaststelling. Zonder een gerechtelijk onderzoek was dit onmogelijk geweest.
Een onafhankelijker Comité P dat ook individuele klachten kan onderzoekenHet is nodig om het onderzoek naar klachten tegen de politie onafhankelijker te maken en ook daar de slachtoffers te betrekken om doofpotoperaties te vermijden. Nu worden individuele klachten behandeld door interne controleorganen bij de politie, namelijk de algemene inspectie en de interne controle op niveau van het korps. Op die manier is er natuurlijk helemaal geen transparantie en onafhankelijkheid.
Het Comité P onderzoekt vooral het algemene functioneren van de politie en niet zozeer individuele klachten. De Liga van de Mensenrechten bekritiseert dat individuele klachten die bij het Comité P belanden, niet naar hogerhand worden doorgestuurd maar ook doorgegeven worden aan de lokale korpsen voor onderzoek. Een klachtenprocedure die onafhankelijk lijkt, is dat dus in de feiten vaak niet. Het is niet de eerste keer dat België onder vuur ligt voor de manier waarop klachten tegen de politie worden afgehandeld. In 2009 en 2015 sprak het Europees mensenrechtenhof zich al uit omdat onderzoeken tegen de Belgische politie niet grondig gevoerd werden.
Daarom is het belangrijk dat het Comité P ook het mandaat krijgt om individuele klachten zelf af te handelen. Maar het Comité P moet ook onafhankelijker worden. Nu zitten daar vooral oud-agenten in. De Verenigde Naties hebben in het verleden België al aangeraden om experts van buitenaf aan het Comité P toe te voegen om zo de onafhankelijkheid te verhogen. Mensenrechtenorganisaties zouden hun plaats moeten hebben in het Comité P.
2. De politiehiërarchie mag rotte appels niet ongestraft laten
De politie heeft een bijzondere rol in onze samenleving. Enkel en alleen zij mag legaal geweld gebruiken om de wet te handhaven. Zo’n taak gaat samen met grote verantwoordelijkheden. Het is een schande dat agenten wegkomen met een Hitlergroet en vrolijke dansjes terwijl er onder de knie van een collega een man sterft. Als de hiërarchie hier niet meer op reageert, dan leggen de rotte appels hun wil op aan het korps en bepalen zij hoe men het beroep van politieagent invult. Dan heerst er een cultuur van straffeloosheid.
Na de berichten over de dood van Jozef Chovanec kreeg de PVDA verschillende berichten vanuit de politie. Veel agenten zijn verbolgen over de mensonterende zaken die zich in die cel hebben afgespeeld. Zij zien hoe bepaalde oversten deze rotte appels al te vaak een hand boven het hoofd houden. Eerder dit jaar verscheen er bij de RTBF een reportage over seksuele intimidatie, pesterijen en racisme bij bepaalde politiekorpsen. Het meest opvallende beeld was dat jonge agentes onder groepsdruk meegingen op “teambuilding” in parenclubs. Vaak waren de zogenaamde “rotte appels” agenten met extreemrechtse sympathieën. In die reportage was te zien dat wie zich durfde uitspreken of een klacht indiende, geïntimideerd of simpelweg overgeplaatst werd naar een ander korps. Deze individuen creëren met steun van gelijkgezinde officieren een zwijgcultuur waarin zij hun wil kunnen opleggen aan het korps.
Volksvertegenwoordiger Gaby Colebunders (PVDA) kwam hierover tussen in de speciaal voor deze zaak bijeengeroepen commissie: “Al tweeënhalf jaar wordt deze agenten een hand boven het hoofd gehouden. Al tweeënhalf jaar houden politie-officieren hier een potje dicht. Dat is een schande voor al die eerlijke agenten die hun werk correct willen doen. We moeten hier klaar en duidelijk zeggen: stop de doofpot. Er is geen plaats voor mensen met fascistische neigingen in onze politiekorpsen.”
Het is duidelijk dat niet alle agenten dwepen met extreemrechts, maar de zwijgcultuur laat toe dat extreemrechtse invloeden hun stempel te drukken op het politiewerk. De beelden uit de cel in Charleroi tonen waar dat toe leidt.
Eerder al haalden experts aan dat er coaches en buddy's kunnen worden aangesteld als vertrouwenspersoon om jonge agenten te wapenen tegen intimidaties. Zeker jonge vrouwelijke agenten worden hiermee geconfronteerd. Het is belangrijk om agenten ook doorheen hun carrière te blijven opvolgen. Nu kunnen agenten na een korte opleiding van zes maanden hun hele carrière actief blijven zonder dat opgevolgd wordt hoe hun ethisch kompas evolueert. Bovendien moet er tegen mensen die hun boekje te buiten gaan streng opgetreden worden. Dat geeft een belangrijk signaal naar de bevolking en toont ook aan alle correcte agenten dat de rotte appels niet de baas zijn. Mensen met fascistische ideeën horen niet thuis bij de politie, ook niet op een binnendienst.
3. Onze agenten verdienen meer opleiding
We spraken hierboven al over de dood van Jonathan Jacob. Deze jongeman overleed in 2010 in een cel in Mortsel in gelijkaardige omstandigheden als Chovanec. Hij was eveneens ontoerekeningsvatbaar en leed aan wat men het “excited delirium” (EXD) noemt. Dat is een psychotische ervaring die een extreem hoge lichaamstemperatuur en enorme kracht veroorzaakt, net als een gevoelloosheid voor pijn en woedeaanvallen. Jacob overleed net als Jozef Chovanec na een politie-interventie in de cel.
In 2017 verzamelde een rapport aanbevelingen om dit soort situaties te vermijden. Het werd bijvoorbeeld ten strengste afgeraden om mensen die aan EXD lijden op hun buik te leggen, wegens de te hoge druk op de borst, net zoals men afraadde om deze mensen gedurende lange tijd op te sluiten in een cel. Deze mensen moesten niet per se als dader behandeld worden, maar hadden volgens het onderzoek vooral een correcte diagnose en medische hulp nodig.
In het geval van Jozef Chovanec zien we echter hoe er met deze richtlijnen absoluut geen rekening is gehouden. De Nederlandse politie heeft ondertussen wel richtlijnen om te kunnen omgaan met verwarde en agressieve arrestanten. In Nederland had men het slachtoffer nooit negen uur lang in een eenzame cel opgesloten. Men had er veel sneller een dokter bij gehaald om gepast te handelen en indien nodig de man te kalmeren.
Tien jaar na de dood van Jonathan Jacob zien we hoe de lessen die toen zijn getrokken nog altijd niet geïmplementeerd worden. Agenten weten vaak niet hoe ze moeten handelen en hebben niet geleerd deze mensen als patiënt te behandelen. Het is belangrijk dat de politieopleiding van slechts zes maanden verlengd wordt en meer aandacht besteedt wordt aan de sociale aspecten van hun ambt. Ze moeten ook beter leren omgaan met verwarde mensen zonder dat hen in gevaar brengen. Dat betekent dat ze moeten leren samenwerken met medische teams. Op die manier kunnen we gaan naar een echte gemeenschapsgerichte politie, gericht op het beschermen van de bevolking en het vrijwaren van onze fundamentele rechten.