Yuksel Kalaz, gedreven vakbondsman en straks ook gemeenteraadslid
Hij werkt bij de vuilnisophaling en is straks een van de drie gemeenteraadsleden van de PVDA in Gent. Solidair sprak met Yuksel Kalaz over zijn vakbondswerk voor ACV-Openbare Diensten, over diversiteit en over racisme.
Op zijn tweede kwam Yuksel Kalaz met zijn ouders naar België. Op zijn 48ste is hij vader van vier kinderen, is zijn vierde kleinkind op komst en werkt hij al 25 jaar bij IVAGO, de afvalintercommunale in Gent en omstreken.
Bent u al lang syndicalist?
Yuksel Kalaz. Ik ben altijd bij de vakbond geweest maar pas sinds zeven jaar actief. Dat kwam zo. Als er acties waren, was dat altijd voor de mensen van de buitendiensten. De binnendiensten werden steevast vergeten. Op een bepaald moment was ik zo kwaad, dat ik tegen een maat zei: “Mocht ik bij de vakbond zijn, dan zou ik dit en dat en dat veranderen.” Dat was ter ore gekomen van een secretaris die me bij zich riep voor een babbel. Ik dacht dat hij me een uitbrander ging geven, maar het liep heel anders. “Ik heb gehoord dat je een hevige bent”, zei hij. “Wil je geen militant worden?” Eerst wou ik niet, maar ik liet me overtuigen.
Als vakbondsman moet ik met de mensen gaan praten. Gaandeweg ben ik helemaal open gebloeid
Ik werd de nieuwe militant voor de binnendiensten. Op de werkvloer werd er eerst wat om gelachen, maar ik heb er nog geen minuut spijt van gehad. Vroeger was ik een heel gesloten iemand, ik was graag op mezelf of gewoon thuis met vrouw en kinderen. Als vakbondsman moet ik met de mensen gaan praten. Gaandeweg ben ik helemaal open gebloeid. Nu word ik zelfs lastig als ik vier dagen niet op het werk ben geweest, dan wil ik mensen zien.
Hoe is het gesteld met de diversiteit bij IVAGO?
Yuksel Kalaz. In de jaren 1990 waren er welgeteld vier mensen van vreemde origine in heel het bedrijf, op een totaal van meer dan vierhonderd werknemers. In die periode werd ik geregeld als “bloempot” gebruikt. Als er iets in de krant verscheen, moest ik altijd op de foto. Vandaag zijn er ongeveer veertig mensen van buitenlandse afkomst: Marokkanen, Turken, Albanezen, Syriërs, Jordaniërs, Russen ... Dat is nog veel te weinig.
In Antwerpen is 10% van de werknemers bij de stadsdiensten van buitenlandse origine, in Gent 2,3%, terwijl 28,5% van de bevolking van vreemde origine is.
Bij IVAGO werken de meeste mensen van vreemde afkomst als arbeider, meestal als uitvoerende krachten. Bij de bedienden zijn het er zelfs geen vijf op de honderd.
Bij IVAGO worden mensen van vreemde afkomst alleen als ondergeschikten gezien, niet als potentiële leidinggevenden
Het is duidelijk dat ze ons alleen als ondergeschikten zien, niet als potentiële leidinggevenden. Nochtans zijn er genoeg mensen met een opleiding die daarvoor in aanmerking komen. Dat besef ik pas goed sinds ik actief ben bij de vakbond en de PVDA.
En binnen de vakbondsploeg?
Yuksel Kalaz. Momenteel ben ik ondervoorzitter van de ACV-delegatie. Wij zijn met negen. In elke afdeling hebben we een afgevaardigde, ook één bediende. Bij ACOD zijn er vijf en bij VSOA vier afgevaardigden. Ik ben de enige met een migratieachtergrond.
U spreekt in één adem over de drie vakbonden. Werken jullie goed samen?
Yuksel Kalaz. Over de samenwerking tussen de drie vakbonden heb ik niet te klagen. Er zijn soms laaiende discussies, maar we vergaderen regelmatig samen, bijvoorbeeld om een standpunt voor te bereiden voor de nieuwe cao die er in september aankomt.
Jullie organiseerden al een mars naar het Gentse stadhuis, niet?
Yuksel Kalaz. Er waren al meerdere keren problemen geweest op de werkvloer – onder meer met loonuitbetaling, interne communicatie, onaanvaardbaar gedrag van enkele managers ... – en we hadden ook al prikacties gevoerd om een duidelijk signaal te geven. Maar de directie gaf er weinig of geen gehoor aan.
Het was heel straf dat er niets werd gedaan aan alle problemen, maar dat wel iemand ontslagen werd
Op 10 maart 2015 hielden we met 150 collega’s een mars richting stadhuis. Daar werd ons heel veel beloofd, maar van die beloftes werden er heel weinig gerealiseerd. Op 26 mei 2015 brak er een spontane staking uit bij IVAGO toen we hoorden dat een van onze collega’s ontslagen werd na drie negatieve evaluaties. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. Die persoon was 58 jaar en had twintig jaar dienst, net voor zijn pensioen zou hij ontslagen worden. Het was heel straf dat er niets werd gedaan aan alle problemen die er waren, en dat daarbovenop nog iemand ontslagen werd.
De staking werd gesteund door de drie vakbonden en duurde negen dagen. We stonden daar met minstens met honderd collega’s – mannen en vrouwen – aan het piket. Ons piket was 24 uur op 24 bemand. De solidariteit was enorm groot bij de collega’s.
Wat leverde de actie op?
Yuksel Kalaz. Het waren zware onderhandelingen tussen de vakbonden en de managers. De achterban eiste het ontslag van twee managers. De personeelsmanager werd na een paar dagen ontslagen, maar voor de andere manager stelde de directie voor om hem over te plaatsen naar de dienst IT. Onze achterban wou daar niet van weten, want dat zou op termijn opnieuw conflicten veroorzaken.
De solidariteit en de samenwerking onder collega’s, de steun van de burgers … het is me altijd bijgebleven
Na drie dagen staking vorderde burgemeester Termont negentig mensen op. Heel gevaarlijk, want nadien gebruikte de N-VA de opvorderingen in het parlement om het stakingsrecht aan te vallen. Toch werden afspraken gemaakt om ziekenhuizen en scholen afvalvrij te maken. Er reden 12 vrachtwagens buiten met ongeveer 25 werknemers. Het was natuurlijk Termonts bedoeling de staking te breken, maar dat is niet gelukt.
Door de aanslepende conflicten werd een sociaal bemiddelaar aangesteld, onder haar leiding werd afgesproken dat de overgeplaatste manager uiteindelijk zou ontslagen worden. Ook onze evaluatieprocedure zou grondig veranderen: wie een negatieve evaluatie krijgt, wordt nu begeleid en aangestuurd door een coach om tot een positieve evaluatie te komen.
De solidariteit en de samenwerking met mijn collega’s, de steun die we kregen van de burgers, en dat we staakten voor wederzijdse respect … het is me altijd bijgebleven.
Kunt u makkelijk mobiliseren voor thema’s die verder reiken dan wat bij IVAGO zelf gebeurt?
Yuksel Kalaz. Bij de pensioenbetoging in december vorig jaar was ik de enige ACV-militant van IVAGO die deelnam. Ik was toen een beetje teleurgesteld in mijn collega’s van het ACV. De besparingen treffen ons allemaal. Toen ik voorstelde om te mobiliseren voor de betoging, antwoordden sommigen: “De mensen willen niet betogen, ze willen geen geld verliezen, ze zitten liever voor hun tv.”
Wie er zelf niet in gelooft, kan niemand overtuigen. Ik heb zelf negen jongeren van ons bedrijf overtuigd om mee te gaan betogen
Wie er zelf niet in gelooft, kan natuurlijk niemand overtuigen. Ik heb hen van antwoord gediend door zelf negen jongeren van ons bedrijf te overtuigen om mee naar Brussel te gaan.
Na de aanslagen in Brussel schreef u een stuk voor Solidair. Beïnvloeden die gebeurtenissen nog steeds de opvattingen van uw collega’s?
Yuksel Kalaz. Vandaag is alles de schuld van de vluchtelingen. Als er een bericht in de krant staat over een vluchteling die in een zwembad zogezegd een meisje heeft vastgepakt, dan zijn alle moslims plots verkrachters. Mijn argument dat niet alle katholieken pedofielen zijn, pakt niet echt. Ik ben er zeker van dat dit allemaal te maken heeft met de aanslagen.
Laatst was er weer discussie over die IS-weduwen met kinderen die naar België willen terugkeren. “Gewoon tegen de muur zetten”, hoor je dan.
De regering doet er alles aan om verdeeldheid te zaaien. Ze gebruiken heel de identiteitskwestie daarvoor. De Vlaams Belang’ers zeggen dat de grenzen dicht en alle vluchtelingen buiten moeten, dat daar veel te veel geld naartoe gaat. Ik antwoord dan met cijfers over de reële kosten en dat de vluchtelingen daar zelf maar een klein bedrag van krijgen.
Maar het belangrijkste is om het in een breder kader te plaatsen. Ik vergelijk de kost voor de vluchtelingen met de vele honderden miljarden waar geen belasting op wordt betaald en die verdwijnen naar belastingparadijzen. Maar dan zeg ik: “Gij zit naar mij en naar de vluchtelingen te kijken, maar ondertussen zitten ze wel in onze zakken”. Die verdeeldheid wordt aangewakkerd door regering en nationalisten met een bepaald doel: ons verdelen om beter in onze zakken te graaien.
Ik hoor het vaak: “Jij bent een goeie, maar al die anderen ...”
Er is nog altijd racisme op de werkvloer. Volgens een aantal collega’s is alles wat er mis gaat de schuld van “die bruinen”. Ligt er ergens zwerfvuil, dan is dat onze schuld, want wij passen ons niet aan. Als ik op de vloer ben, letten de collega’s op hun woorden, maar ben ik weg dan krijgt een jonge Turkse collega toch nog wat te verduren.
Hoe pakt u als vakbondsman met buitenlandse roots racisme aan?
Yuksel Kalaz. Elk bedrijf kan tegenwoordig een diversiteitsplan opstellen om de aanwerving van allerlei minderheidsgroepen te bevorderen: mensen met een beperking, migranten, 55-plussers, enz. Dat is belangrijk, want het is pas wanneer je met iemand samenwerkt en hem of haar leert kennen, dat je je vooroordelen kunt afleggen. Ik hoor het vaak: “Jij bent een goeie, maar al die anderen ...”Ik heb via de vakbond documentatie gevraagd over het opstellen van een diversiteitsplan, maar het gaat allemaal erg traag en er is nog veel werk. Ook in de vakbond moeten we meer aandacht hebben voor diversiteit. Zo wil ik ook meer collega-delegees van andere afkomst actief zien. Dan kunnen we samen, Belg of niet, opkomen voor onze rechten.
Als Turkse Belg moet ik soms twee stappen zetten daar waar voor een “echte” Belg één stap volstaat. Een extra inspanning doen. De vakbond vroeg me om voor het Lentefeest van het ACV-OD voor Turks eten te zorgen. We waren met elf vrijwilligers, allemaal delegees van andere openbare diensten, van wie sommigen met weinig of geen kennis van de Turkse gemeenschap en eetcultuur. Met dank aan mijn echtgenote hebben we samen gekookt en geproefd en is de afstand tussen die jongens en onze gemeenschap verdwenen of toch veel kleiner geworden. Dat feest bracht tweehonderd ACV’ers samen. Dat is zeker voor herhaling vatbaar.
Heel veel problemen gaan verder dan het syndicale. Als je daaraan iets wilt veranderen, moet je bij een politieke partij zijn
Bent u veel bezig met de situatie in Turkije?
Yuksel Kalaz. Ik ben nog altijd sterk verbonden met Turkije. Mijn nonkels en neven wonen daar. We spreken Turks met familieleden, we kijken naar de Turkse tv, we volgen wat daar gebeurt. Ik leef natuurlijk vandaag en hier, maar ik volg de politiek ginds wel.
Erdogan is een sterke figuur die veel Turken trots maakt op hun identiteit. Die gehechtheid aan Turkije en de vele stemmen voor Erdogan hebben natuurlijk ook te maken met de situatie hier.
De meeste Turkse mensen hebben het gevoel na 50 jaar in België nog altijd niet worden aanvaard. Daar stel ik mij vragen bij en dan begrijp ik dat mensen Erdogan steunen. Maar de Turkse politiek mag niet geïntegreerd worden naar hier.
Onze problemen liggen hier en het is ook hier dat we ze via de politiek moeten aanpakken. Nieuwe partijen proberen de Turkse politiek te gebruiken om stemmen te winnen, daar ben ik tegen. Het verdeelt de mensen en haalt stemmen weg van de linkse partijen. Zo wordt rechts versterkt. Bij de PVDA doen we daar niet aan mee.
Hoe bent u eigenlijk bij de PVDA terechtgekomen?
Yuksel Kalaz. Toen ik actief werd bij de vakbond, kwam ik plots in contact met heel veel problemen die verder gingen dan het syndicale. Ik ontdekte bijvoorbeeld dat iemand van ons bedrijf in zijn auto woonde. Ik begon te beseffen dat als je aan zulke dingen iets wilt veranderen, je bij een politieke partij moet zijn. En dus ging ik op zoek. Mijn broer sprak me toen over de PVDA. Samen met een Turkse kameraad ben ik eens gaan kijken op een gemeentelijke basisgroep. Ze hadden het daar over sluikstorten en ik kon direct mijn kennis rond afvalbeheer inbrengen. Zo ben ik bij de PVDA terechtgekomen.
Ik vind het heel belangrijk om meer mensen met een migratie-achtergrond bij de partij te krijgen
Ik ben aantal jaren actief bij de partij en ik ben voorzitter van een basisgroep. Dyab Abou Jahjah beweert dat alle partijen mensen uit de migratie zoeken als uithangbord. Dat klopt in elk geval niet voor de PVDA: ik heb zelf voor de PVDA gekozen en niet omgekeerd.
Hebt u het naar uw zin bij de PVDA?
Yuksel Kalaz. Ik ben iemand met een sterke mening en ik doe soms ook sterke uitspraken. De PVDA kan daarmee om, dat vind ik prachtig. Ik heb veel ideeën en soms ook kritiek. Maar ze luisteren en doen er iets mee.
Met een sterke mening kan je grenzen verleggen, bijvoorbeeld in de werking van de partij in de Turkse gemeenschap. Vijftig procent van de Turken van mijn generatie kent de PVDA niet, daar moeten we iets aan doen. Ik vind het heel belangrijk om meer mensen met een migratie-achtergrond bij de partij te krijgen.
We hebben nu een basisgroep met collega’s van de stadsdiensten, waaronder IVAGO. Als er iets te doen is, pakweg een debat van de partijvoorzitters, dan gaan we daar als groep naartoe. En we voeren samen actie, zoals nu met de pensioenpetitie.