Wij willen de stem laten horen van wie een sociaal beleid wil, van wie wil samenwerken. We willen politici die het land dienen en niet zichzelf
Dat zei partijvoorzitter Peter Mertens op de nieuwjaarsreceptie van de PVDA in het Zuiderpershuis in Antwerpen. 2020 wordt het jaar van de pensioencampagne, van het aanpakken van politieke privileges, van de Grote Colère, een mars voor een andere politiek, op 1 maart in Brussel. En het werd warm ingezet samen met 1000 rebellen met een groot hart. Toespraak Peter Mertens, nieuwjaarsreceptie PVDA, 17 januari 2020
Beste vrienden
Waar je ook gaat: op de werkvloer, in de supermarkt, bij de kapper ...
Je hoort overal hetzelfde. Waar zijn die in Brussel mee bezig?
De onvrede groeit.
Onvrede over politici die meer met zichzelf dan met de sociale noden bezig zijn.
Onvrede over politici die het land onbestuurbaar willen maken of het land willen splitsen, in plaats van samen te werken.
Negen maanden na de verkiezingen zijn we nog geen stap verder. Sinds 26 mei hebben we al 6 informateurs, 2 preformateurs, 14 rapporten, en 9 verlengingen versleten en … 0 resultaat geboekt.
Het is toneel. Slecht toneel. Duur toneel.
Ons land wordt in de tang gehouden door politici die politieke spelletjes spelen enerzijds en separatisten die het land willen splitsen anderzijds.
Wij moeten uit die omklemming geraken.
De oplossing is niet: ‘meer narcisme en navelstaarderij’.
En de oplossing is niet: ‘meer splitsing en verdeeldheid.’
De oplossing is het sociale signaal van de verkiezingen eindelijk ernstig te nemen.
Dan hebben we het over menswaardige pensioenen, toegankelijke zorg en eerlijke belastingen. Dan hebben we ook over meer samenwerking in het land en het aan banden leggen van de politieke privileges.
Dat moet de kern zijn van een andere politiek.
Daarom, beste vrienden en kameraden, organiseren wij een mars, op 1 maart in Brussel. De Grote Colère. Om dit land wakker te schudden. Wij willen de stem laten horen van wachtlijstmoeders en poetshulpen, vakbondsmensen en klimaatjongeren, buschauffeurs en gepensioneerden, kunstenaars en middenvelders. Van gelijk wie eigenlijk, die een sociaal beleid wil in plaats van slecht toneel, die samenwerking wil in plaats van splitsing en die politici wil die het land dienen in plaats van zichzelf te bedienen. Afspraak op 1 maart in Brussel.
Wij zijn Gaby, wij zijn Maria, wij zijn Jos
Beste vrienden,
Precies een jaar geleden beloofde ik hier op dit podium dat we geen 2 Raouls in het federaal zouden verkiezen, maar 10.
“Overdreven”. “Er is geen plaats voor authentiek links in Vlaanderen.” “Jullie zijn ook in Wallonië en Brussel over jullie hoogtepunt”.
Allemaal fout. Het werden er geen tien, maar wel twaalf. En ook nog eens vier in het Vlaams Parlement, elf in het Brussels parlement, tien in het Waals parlement, vijf in de senaat en één in het Europees parlement. Alsjeblief.
We zitten daar dus nu met twaalf. Ik zit naast Steven De Vuyst, PVDA-schepen in Zelzate, en naast Greet Daems uit Geel. Achter mij zit Maria Vindevoghel, die bij Sabena heeft gewerkt. En Roberto D’Amico, die bij Caterpillar heeft gewerkt. En voor mij zitten Nadia Moscufo en Gaby Colebunders.
Arbeiders en arbeidsters in het parlement. Dat is écht een verademing. Dat is ook een andere taal. Een taal die je kan begrijpen. Wij zijn Maria. Wij zijn Gaby.
Er is een ander stem in het parlement. Ook in het Vlaams Parlement. Met Kim De Witte, met Lise Vandecasteele, met Tom De Meester en met onze fractieleider Jos D’Haese. “Amai, die Jos D’Haese, die doet dat wel heel goed hé”, zeggen heel veel mensen. Zie je hem zo zitten, op die eerste rij, net voor Jambon? Jos tegenover Jan. Dat is de toekomst die kijkt naar het verleden. Een toekomst van investeringen in plaats van besparingen. Een toekomst van solidariteit in plaats van verdeeldheid. Wij zijn Jos.
Zoals we het noodfonds voor de zorg hebben verkregen, zullen we ook het minimumpensioen van 1500 euro netto afdwingen
Beste vrienden,
Wij hebben onze entree in het parlement niet gemist, vrienden.
Met ons voorstel om extra geld vrij te maken voor extra personeel in de gezondheidszorg.
400 miljoen extra voor de zorg.
Het kot was te klein.
“Onverantwoord schouwspel!”, “Populisme!”, “De PVDA gijzelt het parlement!”, “Ons land zal in shut-down gaan”.
“De regering verliest de controle over het parlement”, zei Servais Verherstraeten, fractieleider van de CD&V. Maar “het is niet de regering die het parlement moet controleren”, antwoordde ik hem. “Het is het parlement dat de regering moet controleren”.
We zijn kalm gebleven. En we zijn doorgegaan. En we hebben gewonnen. Dankzij het volgehouden verzet van de witte woede, die de druk op de ketel bleef houden, is ons noodfonds voor de zorg vandaag een feit. 400 miljoen euro extra per jaar voor de zorg. Dat is de PVDA, vrienden. Dat is wat wij doen.
Dat hebben we gedaan voor de zorg. En dat zullen we ook doen voor de pensioenen. Vandaag staat het nog eens in de krant. Een rusthuis, dat kost gemiddeld 1.790 euro. Een gemiddeld pensioen is 1.250 euro. Reken maar uit. Dat valt niet uit te rekenen.
Steeds meer mensen kloppen aan bij het OCMW. Heel je leven werken. Oud worden. En dan steun moeten zoeken. In twee van de drie gevallen stuurt het OCMW de factuur door naar de kinderen. Wel, wij willen een maximumfactuur in de rusthuizen. Wij willen dat de prijzen van de rusthuizen naar beneden gaan. En wij willen dat de pensioenen naar boven gaan.
Daarom hebben wij het initiatief gelanceerd om de eerste burgerwet in te dienen. Voor een minimumpensioen van 1500 euro netto, na 40 jaar carrière.
We hadden 25.000 handtekeningen nodig. We dachten die tegen het einde van het jaar te halen. Wel, op 11 december hebben we onze burgerwet ingediend. Niet met 25.000, maar met 100.000 handtekeningen. En intussen zitten we aan meer dan 140.000 handtekeningen.
De Kamer heeft geen flauw benul van hoe het nu verder moet, want er is geen procedure voor burgerinitiatieven. Ze proberen onze burgerwet nu op de lange baan te schuiven met allerlei uitvluchten en vertragingsmanoeuvres.
Wel, dan kennen ze de PVDA niet. Wij gaan door tot we winnen.
We hebben de Turteltaks afgeschaft.
We hebben het puntenpensioen weggekregen.
We hebben 400 miljoen euro afgedwongen voor de zorg.
En we zullen ook een minimumpensioen van 1.500 euro netto binnenhalen.
Netto en niet bruto. Na 40 jaar carrière. Betaald door een waterdichte faire fiscaliteit.
Geen vecht-federalisme tussen de regio’s maar méér samenwerking
Beste vrienden
“Ons land werkt niet meer”, zeggen bepaalde stemmen.
Dat klopt. Daar hebben de traditionele partijen zélf voor gezorgd. Ons land is een puinhoop na zes staatshervormingen. Een puinhoop.
De traditionele partijen hebben een vecht-federalisme georganiseerd dat de verschillende regio’s in het land tegen elkaar doet concurreren. Dat is duur, inefficiënt en asociaal.
We hebben 6 regeringen, 9 ministers voor cultuur, 11 ministers voor sociale zekerheid en 18 interministeriële conferenties.
Wij hebben vier ministers van klimaat, maar NUL klimaatbeleid.
We hebben vier ministers van mobiliteit, die alle vier in de file staan.
We hebben vier ministers van armoedebestrijding en de kinderarmoede is op tien jaar tijd verdubbeld.
Waar zijn wij mee bezig?
Zou ons land niet véél beter draaien als wij het met MINDER ministers doen?
In plaats van het land te splitsen, moeten wij opnieuw samenwerken.
Met 1 minister van klimaat, 1 minister van mobiliteit en 1 minister van armoedebestrijding.
Met 1 federale kieskring voor ons federaal parlement.
In plaats van een vecht-federalisme hebben wij samenwerkingsfederalisme nodig. Dat is goedkoop, efficiënt en sociaal. In plaats van splitsing hebben wij eenheid nodig. En dat zeggen wij vandaag in heel het land. Van Luik tot Oostende. Van Charleroi over Brussel tot Hasselt. Nous sommes un. Wij zijn één.
Fier te kunnen steunen op onze bijna twintigduizend leden
Beste vrienden en kameraden,
Hoe meer de PVDA als rebels partij op de kaart staat, hoe meer tegenwind wij krijgen. Vandaag valt het Vlaams Belang de PVDA aan. Waarom valt extreemrechts ons aan?
Omdat de PVDA 25 keer meer steun binnenhaalt van de eigen achterban dan het Vlaams Belang. Omdat de PVDA zich consequent verzet tegen de talloze miljoenen aan uittredingsvergoedingen, dotaties, steekpenningen. Allemaal zaken die het Vlaams Belang wél wil laten duren. Omdat de PVDA niet afhankelijk wil zijn van belastinggeld, maar op eigen kracht wil steunen. Het tegendeel van het Vlaams Belang, dat elk jaar 7,5 miljoen euro van de Belgische staat krijgt en niet kan leven zonder dat Belgische infuus. Denk daar maar eens over na.
Ja, wij willen het huidige partijfinancieringssysteem grondig herzien. Wij hebben het meest gesubsidieerde partijsysteem van Europa. Partijen krijgen massa’s geld. In het federale parlement, in het Vlaams parlement, in het Brussels parlement, in het Waals parlement, in het Europees parlement.
Dat willen wij veranderen. En wat gebeurt er dan? Als wij voorstellen om 17 miljoen te besparen op de partijdotaties, dat gigantische subsidie-infuus waar alle partijen aanhangen, dan stemt het Vlaams Belang tegen. Als wij voorstellen om de uittredingsvergoedingen af te schaffen, dan stemt het Vlaams Belang tegen.
Weet je hoeveel uittredingsvergoedingen de parlementairen van het Vlaams Belang hebben opgestreken, de laatste vijf jaar? Zeven miljoen euro. Zeven miljoen! En dat is dan zogezegd een partij tegen de elite? Het Vlaams Belang is zelf een partij van de elite.
Wij zijn fier dat wij kunnen steunen op onze bijna twintigduizend leden. Buitengewone mensen die gewoon zijn, samen met gewone mensen die buitengewoon zijn. Dat is onze partij. Voor een écht sociaal alternatief moet je bij de PVDA zijn. Wij zetten geen mensen tegen elkaar op door racisme, chauvinisme of seksisme. Wij zijn de partij van respect, gelijkheid, en solidariteit. Dat zijn onze waarden.
Ja, wij zijn de beweging van ‘de velen die weinig hebben’ tegenover het beleid voor ‘de weinigen die veel hebben’. Wij zullen vooruitgaan. En wij zullen winnen. Tot 1 maart in Brussel, op De Grote Colère.