“Wij hielden de hele coronacrisis lang de boel draaiende, dat verdient iets terug”
Na de succesvolle staking bij Lidl, waar werknemers toegevingen afdwongen om de werkdruk te verlagen, kondigt er zich ook sociale strijd aan in heel wat andere sectoren, zoals de chemie. Het ongenoegen over de hoge facturen, de enorme bedrijfswinsten en de lonen die achterblijven, zit diep. En het maakt dat steeds meer arbeiders en bedienden in beweging komen.
door Koen Dereymaeker en Ward Coenegrachts
Bij Lidl hebben ze vijf dagen lang gestaakt tegen de werkdruk. Met succes, de eisen van de winkelbedienden voor de uitbreiding van het personeel en voor werkbare jobs werden grotendeels ingewilligd. In veel andere sectoren zijn de tweejaarlijkse sectoronderhandelingen volop bezig en wordt de situatie erg gespannen. Want het ongenoegen zit diep.
In de chemiesector hebben de vakbonden volgende vrijdag 29 oktober een nationale stakingsdag aangekondigd. Reden? De bazen willen geen loonsverhoging geven voor 2021, enkel voor 2022 en dan nog het minimum van het minimum.
In de petroleumsector worden er dan weer acties aangekondigd vanaf 10 november.
Ook bij ArcelorMittal in Gent werd het voorstel van cao weggestemd met meer dan 75% nadat de directie met een loonsverhoging kwam die niet voldeed aan de verwachtingen.
De gemeenschappelijke eis die overal terugkomt is: respect.
Staking aangekondigd in de hele chemiesector
Maandag 18 oktober was er al een actie aan het het jaarlijkse feest van Essenscia, dat de chemie- en farmamultinationals vertegenwoordigt. De aanwezige vakbondsmilitanten waren woest en wilden dat ook tonen.
“Wij hielden de hele coronacrisis lang de boel draaiende, dat verdient iets terug”, zegt een vakbondsafgevaardigde. “Maar intussen zijn de werkgevers uit de onderhandelingen gestapt. De sectorfederatie Essenscia wil geen loonsverhoging geven voor 2021, enkel 0,4% voor 2022. Ze willen ook geen consumptiecheques toekennen van 250 euro. De strategie van de werkgevers is om de onderhandelingen naar bedrijfsniveau te duwen, zodat vooral de kleinere bedrijven die zwakker staan enkel het absolute minimum zullen krijgen.”
“Wij waren onmisbaar, toen bijna heel het land thuis zat in lockdown, stonden wij in de fabriek. Het is uit ons werk dat de bedrijven winst slaan. Daarom hebben wij nu enkele breekpunten. Minimum 10 cent per uur loonsverhoging voor iedereen in de sector. En de vrijheid om op bedrijfsniveau meer te kunnen afdwingen.”
Die eisen zijn perfect haalbaar. De chemiebedrijven doen het uitstekend. Zelfs beter dan in 2019, ondanks de crisis. “Bij BASF hebben ze in volle coronacrisis nog 3 miljard aan dividenden uitbetaald”, zegt een delegee.
Maar het gaat niet enkel over geld: “Waarom krijgen de onmisbaren geen respect voor hun gezondheid? Wij staan midden in de productie van gevaarlijke stoffen. Na heel de affaire rond PFOS bij chemiebedrijf 3M eisen wij ook medische opvolging nadat wij gestopt zijn met werken. Nu is dat geregeld tot wanneer je met pensioen gaat, maar de gevolgen komen vaak later.” Ook voor die eis kloppen de bonden op tafel.
Ongenoegen zit breed, alles wordt duurder
Velen hadden gehoopt dat het na de coronacrisis beter zou gaan, dat er minder druk zou zijn na anderhalf jaar lang alles te geven. Het tegendeel is echter waar: de lonen zijn bevroren terwijl de prijzen door het dak gaan, de werkdruk wordt ondraaglijk omdat je het met minder moet doen op het ogenblik dat er veel werk is.
De economie herneemt, er zijn meer jobs, en toch loopt het vast. De drang van de CEO’s om nog hogere winsten te boeken is daar de oorzaak van. Deze regering zet zich ten dienste van die winsthonger. Zo verhindert ze dat de lonen van werkenden echt kunnen stijgen en dat wij een deel van onze koopkracht kunnen redden.
Daarbovenop stijgt de levensduur enorm. Prijzen van huizen, verzekeringen, auto’s en voeding: allemaal schieten ze omhoog. Nog harder gaat het met de energieprijzen die de pan uit swingen, gemiddeld al meer dan 700 euro per gezin. Ook diesel- en de benzineprijzen zijn nooit zo hoog geweest. Mensen schrikken zich een bult elke keer ze gaan tanken.
Daarom eist de PVDA niet enkel een btw-verlaging naar 6% op energie, maar ook dat diesel en benzine terug in de index worden opgenomen.
Maar cruciaal in het debat over de koopkracht, blijft de loonnormwet. Die wet die de lonen blokkeert, werd in 2017 op scherp gesteld door de regering-Michel-De Wever. De wet werd toen verstrengd door N-VA, CD&V, Open Vld en Vlaams Belang. Zolang die wet niet verandert zal de koopkracht steeds verder achterlopen op het dure leven.
De beslissing van de regering deze zomer om voor 2021 en 2022 maximaal 0,4% loonsverhoging toe te laten, is tegelijk een rem voor veel sectoren om voldoende mensen te kunnen aannemen. Maar ondertussen is er geen enkele rem op de winsten, op de dividenden die de aandeelhouders binnenrijven, of op toplonen van de grote CEO’s.
Strijd loont
De strijd bij Lidl toont dat echte overwinningen enkel via krachtsverhoudingen worden afgedwongen. Op vele andere plaatsen is dezelfde noodkreet: respect. De temperatuur stijgt en in de chemie, bij ArcelorMittal, etc. gaan ze in actie.