Werknemers verloren elk jaar gemiddeld 1.456 euro sinds 2014
De studiedienst van de PVDA toont aan dat de werknemers sinds 2014 in totaal 40 miljard euro verloren ten voordele van het kapitaal. “Terwijl de werkende klasse vandaag actievoert voor een wet die de lonen blokkeert, bewijst deze studie eens te meer dat er marge is en dat onze lonen ook echt omhoog moeten”, reageert PVDA-woordvoerder Raoul Hedebouw.
De studie steunt op cijfers van de gegevensbank AMECO van de Europese Commissie (op basis van de nationale rekeningen van de verschillende lidstaten) en toont twee dingen:
• Tussen 2014 en 2019 daalde het aandeel van de lonen in het bbp in België met 1,91%, van 51,2 naar 49,3%. Omgekeerd steeg het aandeel van de winsten in het bbp van 23,8% naar 25,9%. Concreet betekent dit dat het beleid van de regering-Michel het kapitaal van de bedrijven in staat heeft gesteld zijn aandeel met 27,3 miljard euro te vergroten, terwijl de werkende klasse 40,2 miljard verloor, een jaarlijks gemiddeld verlies van 1.456 euro bruto per persoon.
• Als we alleen maar willen recupereren wat in de vijf jaar van de regering-Michel van de werkende klasse werd afgenomen, is een gemiddelde loonstijging van 3,1% per jaar over vijf jaar nodig.
Op basis van die vaststelling eist de PVDA vandaag een verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur en de omzetting van de verplichte loonnorm in een indicatieve norm.
PVDA-woordvoerder Raoul Hedebouw: “Uit de cijfers van de studie blijkt eens te meer het asociale karakter van de regering Michel-De Wever: een loonstop, een indexsprong, meer onzekere banen en een verstrenging van de loonnorm. Vijf jaar lang werd een hold-up op de werkende bevolking gepleegd en die duurt vandaag nog altijd voort. We moeten die stoppen en omkeren. De mensen moeten hun verdiende loon terugkrijgen.”
“We zien vandaag aan de resultaten van een hele reeks bedrijven en sectoren dat dat mogelijk is”, zegt Roaul Hedebouw. “Samen met Marc Goblet hebben wij in de Kamer een wetsvoorstel ingediend om de dwingende loonnorm om te zetten in een indicatieve norm. Dat is nodig om reële loonstijgingen mogelijk te maken. Loonsverhogingen die ook de consumptie zullen stimuleren en zo een gunstige weerslag op de hele economie hebben.”