Wat we nodig hebben om huisartsen hun job te laten doen
De tweede golf lijkt begonnen en de eerste lijn van onze gezondheidszorg wordt overspoeld. Zes maanden na het begin van de epidemie is er zo goed als niets ondernomen door het beleid om dit scenario vandaag te voorkomen. Nochtans zijn huisartsen, verpleegkundigen, wachtposten … de eerste en belangrijkste schakel in de strijd tegen de verspreiding van het virus.
De overbelasting is het gevolg van enerzijds een gebrek aan ondersteuning voor het extra coronawerk, maar anderzijds ook van structurele problemen die al langer bestonden en zich nu verscherpt manifesteren. Het gebrek aan daadkracht bij de bevoegde ministers om de situatie te verhelpen, doet weinig goeds vermoeden voor de sectoren die zullen volgen in de golf, zoals de ziekenhuizen en de woon-zorgcentra.
In onze praktijken van Geneeskunde voor het Volk voelen we het de voorbije twee-drie weken aan den lijve. De hoop werk die elke dag op ons afkomt, wordt moeilijk om dragen. Dokters en onthaalmedewerkers blijven tot laat in de avond om de vele binnengekomen vragen over corona te beantwoorden, de printer voor alle attesten en doktersbriefjes draait overuren, en de voorraad wissers voor covidtesten slinkt zienderogen. Het minst leuke aan de hele situatie? Kwade of teleurgestelde patiënten te woord moeten staan omdat ze te lang moesten wachten om verder geholpen te worden. Ze zijn terecht gefrustreerd, maar door de omstandigheden lukt het ons gewoon niet sneller. En dan prijzen we ons nog gelukkig dat we in een grote groepspraktijk werken, met veel vrijwilligers om bij te springen. Wat moet dat niet zijn bij huisartsen in een kleine solo- of duo-praktijk? Tot op de dag van vandaag zagen we op het werkveld bitter weinig ondersteuning van het beleid.
De nalatigheid van halve oplossingen en vage beloftes
Deze situatie was maanden van tevoren te voorzien. In mei spraken experts al over een tweede golf in het begin van het najaar als meest waarschijnlijke scenario. Hadden die negen ministers dan niet iets meer kunnen ondernemen gedurende vier maanden om deze overspoeling vandaag te voorkomen? Zelfs de Veiligheidsraad van vorige week bood maar weinig perspectief. De belofte van meer testcentra en een infolijn, maar zonder concrete cijfers of timing.
Nochtans is de nood acuut. In Brussel bijvoorbeeld heeft nog steeds niet elke gemeente een eigen testcentrum. In Schaarbeek moeten de inwoners ofwel naar het testcentrum van Sint-Joost-ten-Node, ofwel naar de testdienst van het ziekenhuis. Ook in Vlaanderen blijven de problemen bestaan. In vele gemeentes sloten de testcentra eind juni en werden ze nog niet heropend. De financiële en logistieke ondersteuning vanuit de Vlaamse regering is bedroevend laag. Alle organisatie en praktisch geregel hangt voor een groot deel af van de vrijwillige inzet van huisartsen na hun uren, terwijl het werk op de praktijk al vaak overloopt.
Waarom komt het er niet? Is het misschien te moeilijk om te kunnen inschatten wat we juist nodig hebben voor de testing van corona? Niet echt, huisartsen en experts vragen eigenlijk al meerdere maanden hetzelfde. Ten eerste hebben we in de grootsteden nood aan grootschalige testdorpen voor asymptomatische personen. Reizigers, nauwe contacten, enzovoort.
Mensen moeten er terecht kunnen met een code van de overheid, zonder voorschrift van de huisarts. Tot nu toe bestaat dit systeem – dat de huisarts zowel voor testing als voor voorschriften zou ontlasten – alleen in Antwerpen. Ten tweede moeten de lokale testcentra blijven bestaan. Aangezien niet iedereen een auto heeft, is het voor de veiligheid van het openbaar vervoer essentieel dat elke zieke persoon in ons land te voet terecht kan op een plaats waar men zich kan laten testen. Dit betekent een of meerdere testcentra per eerstelijnszone. De organisatie ervan kunnen huisartsen, kringen en wachtposten, onmogelijk blijven dragen. Dit hoort toch de taak van een overheid te zijn? En ten slotte blijven we ook de vraag herhalen voor mobiele testteams. Bij positieve gevallen op de school, op het werk … kan het niet de bedoeling zijn dat elke persoon afzonderlijk naar hun eigen huisarts wordt gestuurd. De overheden moeten mobiele testteams ter beschikking stellen die kunnen ingezet worden om in het geval van zo’n collectiviteit snel ter plekke te komen.
Het zou goed zijn als de coördinerende rol bij uitbraken in een school bij de schoolarts kan blijven, maar dan moeten de CLB’s ook wel de middelen krijgen om die rol te kunnen waarmaken. Gezien de jarenlange verwaarlozing van preventie zit hun takenpakket in normale omstandigheden al meer dan vol.
De acute verscherping van een structureel probleem
Met een betere organisatie van de testing zou een deel van de huidige workload voor huisartsen dus opgelost kunnen worden. Toch heeft deze overspoeling met veel meer te maken dan enkel dat. Elke huisarts zal vandaag beamen dat het vele administratieve werk het grootste deel van de tijd opeist. Er zijn de testvoorschriften, de quarantainebewijzen, de ziektebriefjes … en dan nog eens de ‘bewijzen’ die we moeten opstellen voor werkgevers en voor scholen dat iemand negatief is. Jong Domus kaartte dit probleem al aan voor de coronacrisis: “Project Kafka”. In maart al stelden ze net als onze dokters van GVHV voor om ziektebriefjes voor korte periodes af te schaffen. Vandaag kun je je dezelfde vraag stellen over attesten voor school. Mogen ouders hun kinderen niet gewoon thuis houden als ze merken dat ze hoesten en ziek zijn? Waarom moet daar in deze coronatijd nog eens een overbezette dokter bijgehaald worden, als de ouders zich verder niet meteen ongerust maken? De attestitis van onze maatschappij dreigt op den duur echt de strijd tegen de corona-epidemie te verzwakken.
Los van onze drang naar doktersbriefjes voor vanalles en nog wat, is er met de organisatie van het huisartsenwerk wel meer aan de hand. We komen handen tekort. Om een huisartsenpraktijk of eerstelijnscentrum goed te laten draaien, heb je nood aan praktijkondersteuners, medisch geschoold onthaalpersoneel, en gespecialiseerde praktijkverpleegkundigen. Landen zoals Nederland of Zweden staan hier al veel verder in, maar wij hinken achterop, en dit wreekt zich nu in deze crisis. De eerste lijn is in ons land al jaren het kneusje van het beleid, minder dan 5% van het totale budget van de gezondheidszorg gaat naar die centrale pijler van ons systeem.
Van gemiste kans naar opportuniteit
Breder dan de organisatie van de huisartsenpraktijk ligt er nog een structureel probleem aan de oorzaak van de huidige overbelasting in de eerste lijn. De jarenlange verwaarlozing van preventie in ons land zorgt ervoor dat heel veel vragen naar informatie of sociale ondersteuning bij de huisarts terecht komen. De nood aan contactonderzoek om deze epidemie te bestrijden was een opportuniteit om die historische fout recht te trekken. Door in te zetten op lokale covid-coaches hadden we in dit annus horribilis een basis kunnen leggen om naar het voorbeeld van landen als Nederland, het VK of Nieuw-Zeeland een gemeentelijke preventiedienst uit te bouwen. Maar de politiek deed het omgekeerde. Ze koos voor een consortium van commerciële callcenters om contact tracing te organiseren. Het gevolg is dat we er nog altijd niet in slagen om snel en krachtig lokale broeihaarden in de kiem te smoren. Maar ook dat patiënten met veel vragen blijven zitten en terug contact opnemen met de huisarts, de persoon die ze kennen en vertrouwen.
Stel dat we de 100 miljoen euro, die voor callcenter tracing was ingezet, gebruikt hadden om lokaal mensen op te leiden voor het ondersteunen van zieke coronapatiënten en mensen in quarantaine? Hadden we de huisartsen dan nu niet veel werk kunnen besparen? Zo hadden zulke covid-coaches de voorbije maanden kunnen groeien tot een aanspreekpunt voor hun gemeenschap, en een band van vertrouwen opbouwen die onontbeerlijk is als je nadien bij een positief geval samen wil kunnen bekijken wie best preventief in quarantaine gaat en wie niet.
Nogmaals toont de corona-epidemie aan dat we dringend nood hebben aan een andere visie op onze gezondheidszorg. Er is een reden waarom ons land achterop hinkt in de uitbouw van multidisciplinaire eerstelijnscentra. Er is een reden waarom preventie jarenlang verwaarloosd werd. Onze gezondheidszorg is gebaseerd op vrije geneeskunde en betaling per prestatie, en dat zorgt er nu eenmaal voor dat die punten nooit bovenaan de agenda stonden.
Als we de komende winter willen doorkomen, dan moet onze eerste lijn meer ondersteuning krijgen om al het werk gedaan te krijgen. De tweede golf zit eraan te komen, en de eerste stemmen voor een nieuwe lockdown steken al de kop op. Politici moeten stoppen om telkens te verwijzen naar “de burgerzin” of “het gezond verstand” van de mensen, het wordt tijd dat ze hun verantwoordelijkheid nemen. Zonder structurele maatregelen staan we als gezondheidswerkers terug zonder wapens aan het front. Overheden moeten inzetten op testcentra en testteams, op administratieve vereenvoudiging en praktijkondersteuning, en op lokale preventieve covid-coaches. Enkel zo kunnen we het virus verslaan.