Waarom wil de PVDA het loon van de politici halveren? En waaraan besteedt de PVDA het geld dat hun verkozenen doorstorten?
Is het normaal dat parlementsleden meer dan 6000 euro netto per maand verdienen? Het debat daarover laaide recent op nadat volksvertegenwoordigers van de PVDA de onthutsende bedragen die ze verdienen publiek maakten. Ze gaan het engagement aan om te blijven leven aan een gemiddeld werknemersloon en het overige bedrag door te storten naar de PVDA. Bovendien willen ze het loon van alle volksvertegenwoordigers en ministers halveren.
Dat is dus het loon van een volksvertegenwoordiger, 6000 euro netto. Bovenop dat bedrag komen ook nog tal van andere voordelen, zoals de best mogelijke hospitalisatieverzekering, de vergoeding van verplaatsingen met de auto en volledig gratis gebruik van bus, trein en tram in heel België. Hoe kunnen we aanvaarden dat volksvertegenwoordigers en ministers zo vet betaald worden, terwijl ze aan de werknemers onophoudelijk vragen om de riem verder aan te spannen?
Laten we de inkomsten van ministers en parlementsleden halveren
Het is interessant om te zien hoe dergelijke lonen verantwoord worden. In 2017 zei Louis Michel, vader van Charles Michel, zonder verpinken: “Het betaalde mandaat van een parlementslid beperken tot 4800 euro netto per maand? Dan krijg je een parlement dat geen voeling heeft met de realiteit, met alleen maar ambtenaren en leerkrachten, zonder vertegenwoordigers uit de bedrijfswereld en advocaten. Dat soort maatregelen jaagt een hoop mensen weg uit de politiek, getalenteerde en intelligente mensen die gedreven zijn en over de geschikte opleiding beschikken en die dan een job zullen zoeken op een plek waar ze gewoon meer verdienen.”
Maar de realiteit is compleet anders. Het parlement is de voeling met de gewone man net volledig kwijtgeraakt omdat de politici zulke hoge lonen opstrijken. Zij maken immers deel uit van een bevoorrechte kaste voor wie het ondenkbaar is dat ze ’s ochtends het bed uitkomt voor minder dan 5000 euro per maand. Zelf voelen ze immers de gevolgen niet van de antisociale maatregelen die ze nemen: het bevriezen van de lonen, het verhogen van de btw en medicijnen die duurder worden.
De PVDA vindt dat de parlementsleden weer aansluiting moeten vinden bij de gewone bevolking en dat er een einde moet komen aan de graaicultuur van politici. Daarom heeft de PVDA in het parlement een wetsvoorstel ingediend om de politieke klasse de kans te geven terug te keren naar het reële leven. Met een simpele maatregel: het loon van volksvertegenwoordigers en ministers halveren. Jammer genoeg werd het voorstel alleen door de verkozenen van de PVDA gesteund.
Alle PVDA-parlementsleden leven aan een gemiddeld loon
“Als je niet leeft zoals je denkt, begin je te denken zoals je leeft”, dat is het stokpaardje van Raoul Hedebouw, woordvoerder van de PVDA. De partij voegt dus de daad bij het woord: alle parlementsleden (en ook alle partijverantwoordelijken) leven aan een gemiddeld werknemersloon en storten de rest door aan de partij.
De vertegenwoordigers van de partij blijven zo de belangen van het volk verdedigen. Het is bijzonder belangrijk om parlementsleden te hebben die leven zoals ze denken, die de antisociale hervormingen van de regering zelf aan den lijve ondervinden. Zij voelen de gevolgen ook onmiddellijk in hun portemonnee, net als de overgrote meerderheid van de bevolking.
Dat engagement werd tijdens het laatste partijcongres nog eens bevestigd: “Om de sociale strijd kracht bij te zetten doen we ook een beroep op onze volksvertegenwoordigers en mandatarissen. Dat zijn partijleden die zich niet hebben laten verkiezen omwille van een postje, materieel voordeel of snel geldgewin. Zij leven en werken allemaal met een gemiddeld werknemersloon. Dat onderscheidt ons van alle andere partijen en het is cruciaal in de strijd tegen het carrièrisme: bij onze verkozenen haalt niemand financieel voordeel uit zijn of haar mandaat.”
Het doorgestorte geld wordt gebruikt om het sociale verzet te financieren
Wat de parlementsleden doorstorten aan de partij, wordt gebruikt om de strijdkas te spijzen. Dankzij dat geld hebben we de laatste jaren grootschalige campagnes kunnen voeren tegen het verlies van de koopkracht, de afbraak van de pensioenen, … Het geld is dus bedoeld om de sociale strijd tegen de antisociale maatregelen van de regering te versterken. Die campagnes hebben trouwens al een aantal overwinningen opgeleverd, zoals de afschaffing van het kijkgeld in Wallonië, de Turteltaks in Vlaanderen (een oneerlijke taks waarbij Vlaamse huisgezinnen een extra bijdrage aan het energiefonds moesten storten) en het verlagen van de prijs van bepaalde medicijnen. Het geld dat de verkozenen aan de partij doorstorten, wordt dus integraal ingezet voor het politiek project van de partij, met het oog op fundamentele en duurzame maatschappelijke verandering. Dat is een toekomstgerichte keuze die veel verder gaat dan een eenmalige schenking aan een goed doel, zoals Sihame El Kaouakibi van Open Vld voorstelde.
De PVDA is niet zoals andere partijen. Ze hekelt deze maatschappij van ongelijkheid, waar een handvol superrijken alle rijkdom die door de maatschappij wordt geproduceerd opslorpt, terwijl alle anderen de broeksriem moeten aanhalen. De PVDA wil de maatschappij in haar geheel veranderen en door sociaal verzet meer democratische en sociale rechten voor de bevolking bekomen. Een dergelijk project is geen klein bier en vereist middelen, zoals een sterke studiedienst om de hegemonie van de rechtse ideeën te counteren, de oprichting van nieuwe afdelingen zodat iedereen die zich aansluit mee actie kan voeren, het lanceren van nieuwe campagnes die een antwoord bieden op de nieuwe sociale, democratische en ecologische uitdagingen van onze tijd.
Waarom wordt het surplus niet doorgestort aan de staat?
De ongelijkheid en de kloof tussen rijk en arm is nog nooit zo groot geweest als vandaag. Dat is duidelijk het resultaat van het liberale beleid dat de opeenvolgende regeringen hebben gevoerd. De staatsbegroting draagt daar flink toe bij, ze is verre van neutraal. De fiscale en sociale hervormingen gaan altijd dezelfde richting uit: allerhande cadeautjes voor de multinationals en de grote ondernemingen, bezuinigingen voor de bevolking.
Nooit eerder waren de behoeften van de maatschappij zo groot (de pensioenen verhogen, de herfinanciering van het onderwijs, de gezondheidszorg, …). Maar elk jaar weer verdwijnt een kolossaal deel van de rijkdom uit de zakken van de werknemers en de middenklasse. Dat geld vloeit naar een kleine minderheidsgroep onder de aandeelhouders en superrijken, die aan de economische touwtjes trekken.
Die overdracht verloopt op wettige wijze, met de zegen van de Belgische staat, en zal nooit stoppen zonder verzet of strijd. Het is precies vanuit die vaststelling dat de PVDA besloten heeft om het geld dat door de parlementsleden wordt doorgestort, in de strijdkas te storten en niet aan de staat af te staan. De PVDA wil alle mogelijke middelen gebruiken om het rechtse beleid te bestrijden en een tegenmacht te creëren die de samenleving toelaat een andere weg in te slaan.