Waarom we een permanent btw-tarief van 6% op energie nodig hebben
De btw op elektriciteit verlagen zou volgens sommigen een sterk negatief effect hebben op de loonindexering. In werkelijkheid is het echte probleem het besluit van de regering om de btw gedurende slechts vier maanden op 6% te brengen en uitsluitend op elektriciteit. Het probleem doet zich niet voor indien een echte btw-verlaging zou worden toegepast in plaats van dit boerenbedrog door de regering. Een woordje uitleg.
Door de btw-verlaging van de regering zal de volgende indexering waarschijnlijk uitgesteld worden, beweert econoom Philippe Defeyt (Ecolo), die denkt dat de huishoudens hier meer aan zullen verliezen dan er baat bij hebben.1
Een andere econoom, Thomas Greuse2, brengt een gelijkaardige stelling te berde: Op basis van de laatste inflatieprognoses van het Planbureau schat hij dat het besluit van de regering de spilindexoverschrijding (die tot indexering leidt) met zes maanden zal vertragen. Volgens hem betekent dit een loonverlies dat niet zal worden gecompenseerd door de btw-verlaging en de energiecheque, en daarom resulteert in een inkomensverlies van 247 euro.
Bij deze berekening is geen rekening gehouden met de btw-verlaging in maart en is gekeken naar het brutoloonverlies in plaats van naar het nettoloonverlies. Met deze correcties bedraagt het inkomenverlies bijna nul.3 En voor inkomens die lager liggen dan het door de econoom aangehouden inkomen (3.626 euro/maand), is er zelfs sprake van winst. Wat ook geldt voor de jaarlijks geïndexeerde inkomens. De indexvertraging die door de btw op 6% zou kunnen worden veroorzaakt, geldt alleen voor werknemers van wie het loon wordt geïndexeerd volgens het spilindexmechanisme: het loon wordt geïndexeerd met 2% wanneer het prijsindexcijfer het referentie-indexcijfer met 2% overschrijdt. Niet iedereen valt echter onder deze regeling. In België zijn er bijna evenveel werknemers die onder het stelsel van een jaarlijks indexcijfer vallen (37,9%) als onder een spilindexcijfer (42,5%). De jaarlijkse indexering bestaat uit een automatische indexering op een vaste datum, bijv. op 1 januari van elk jaar. Voor werknemers op wie dit mechanisme van toepassing is, kan er dus geen sprake zijn van "indexeringsachterstand".
Deze redeneringen gaan vooral voorbij aan twee essentiële punten:
1. Het probleem is de tijdelijke aard van de 6% btw
Indien de prognoses van het Planbureau juist zijn (maar de ambtenaar die wij daar hebben gecontacteerd, geeft toe dat die bijzonder onzeker zijn), zou de btw-verlaging in april de toepassing de spilindex daadwerkelijk met enkele maanden kunnen uitstellen. Van de drie opeenvolgende indexeringen, in december 2021, februari 2022 en april 2022, zou de derde dus mogelijk worden uitgesteld.
Als we de berekening alleen maken voor de paar maanden na april 2022, kan de situatie dus ongunstig lijken. Op langere termijn zullen echter alle werknemers baat hebben bij een btw-verlaging, aangezien het aandeel van elektriciteit bij de producten die in aanmerking komen voor de berekening van de indexering lager is dan het werkelijke aandeel van elektriciteit in het huishoudbudget.
Het hoofdprobleem is dat de regering de btw-verlaging alleen heeft vastgesteld van maart tot juli 2022.4 Werknemers zullen dus niet het voordeel van een permanent btw-tarief van 6% genieten, terwijl zij wel de dupe zullen zijn van een mogelijk uitstel van de indexering. Dat laat zien hoe belangrijk de strijd is voor een definitief btw-tarief van 6%. Die is helemaal terecht: de btw is een asociale belasting en energie is een primaire levensbehoefte net als water, voedingswaren of geneesmiddelen (die alle onder het tarief van 6% vallen).
2. 6% btw moet ook gelden voor verwarmingsenergie
De door de regering bedachte btw-verlaging is ook vatbaar voor kritiek in die mate dat zij alleen van toepassing is op elektriciteit. De elektriciteitstarieven mogen dan wel sterk gestegen zijn, maar de gasprijzen zijn nog meer gestegen.
Indien op gas een btw-tarief van 6% zou worden toegepast, zouden de door Defeyt en Greuse gepresenteerde berekeningen volledig anders uitvallen. Gas weegt maar half zo zwaar als elektriciteit in de index die wordt gebruikt om de loonindexering te berekenen, maar kost twee keer zoveel als elektriciteit voor gezinnen die met gas verwarmen (47% van de gezinnen). Ook daar ligt het probleem bij de beslissing van de regering. Een totaal onlogische beslissing die bestreden moet worden.
1Le Soir8 februari 2022.
2De Echo5 februari 2022.
3204 aan nettoloonverlies tegenover 185 aan winst op de factuur.
4De btw van 6% zal pas vanaf april 2022 op tussentijdse facturen worden vermeld, maar maart zal op de afrekeningsfactuur worden belast aan 6%.