Waarom klimaatverandering zorgt voor extreem weer (en wat we daaraan kunnen doen)
Vorige week zorgde extreme neerslag tot verwoestende overstromingen in ons land. In twee dagen viel in het oosten en het centrum van ons land evenveel regen als op een maand tijd, of meer. Is dit dan brute pech? Een fenomeen dat we slechts om de 100 jaar meemaken?
door Wim Debucquoy en Thierry Warmoes
De realiteit van klimaatverandering
De voorzitter van de liberale MR, Georges-Louis Bouchez, zaaide onmiddellijk twijfel over het verband met de klimaatverandering en schreef: “Ik was geschokt door de pogingen van sommigen om conclusies te trekken over de opwarming van de aarde. Heel wat klimaatwetenschappers hebben verklaard dat we geen wetenschappelijk verband kunnen leggen tussen de recente gebeurtenissen en de opwarming van de aarde.”
Dat klopt niet. Klimaatwetenschappers leggen al meer dan 30 jaar het verband tussen de klimaatopwarming en meer extreme weersomstandigheden(1). De verklaring is eenvoudige fysica: door de klimaatopwarming warmt de atmosfeer op en warmere lucht kan meer water vasthouden. Dat betekent dat er langere periodes van droogte zullen zijn, maar ook dat wanneer het regent, het veel meer en harder regent. Een beetje zoals in de tropen. De twee vorige zomers werd ons land geconfronteerd met uitzonderlijke droogteperiodes. Dit jaar zien we uitzonderlijke neerslag in een deel van het land en het westen van Duitsland en in Oostenrijk. Canada kent dan weer een verschrikkelijke en dodelijke hittegolf. Enkele maanden geleden rees de thermometer in Siberië boven de 35°C en deze maand zagen we een warmterecord in Californië met meer dan 54,4°C.
Is dat dan allemaal brute pech? Zijn het louter grillen van de natuur? Neen, het is het gevolg van de opwarming van de luchtlagen boven ons. Het lijkt tegenstrijdig, maar de klimaatverandering leidt dus zowel tot een toename van intensere droogteperiodes als tot meer extreme neerslag. Beide zijn de keerzijden van dezelfde medaille.
De straalstroom
Het staat dus wetenschappelijk vast dat de klimaatverandering leidt tot meer extreme neerslag zoals we vorige week meemaakten. We moeten ons daarop voorbereiden, en daar komen we verder op terug. Maar vorige week was er nog een tweede factor die meespeelde. De regenzone die zich vormde in het zuidoosten van ons land en Duitsland bewoog amper. Daardoor viel alle regen op dezelfde plaats. Ook dit fenomeen brengen klimaatwetenschappers in verband met de klimaatverandering. Door de klimaatopwarming wordt het temperatuurverschil tussen de polen en de evenaar kleiner en begint de straalstroom (een krachtige wind op grote hoogte die mede ons weer bepaalt) te kronkelen. Hierdoor blijven weerfenomenen (regenzones, maar ook hittegolven) langer boven dezelfde locatie hangen. In plaats van zich te verplaatsen en de neerslag te verspreiden over een grotere oppervlakte, bleef de extreme regenzone vooral hangen boven de provincie Luik en het westen van Duitsland.
“Niemand had het zien aankomen.” Echt?
Dat was ook zo voorspeld door alle weerkundigen, meerdere dagen op voorhand. Het is onbegrijpelijk dat de federale, de Waalse en de Vlaamse regeringen die verwittigingen gewoon naast zich neergelegd hebben.
Wanneer minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) het een natuurramp noemde, die “niemand had zien aankomen”, dan is dat dus niet helemaal waar. De twee à drie dagen die aan de catastrofe voorafgingen, hadden benut kunnen worden door al maatregelen te nemen zoals het verwittigen van de mensen in de overstroombare gebieden (zodat die hun meubelen, huishoudtoestellen, eten … op het eerste verdiep konden verplaatsen), het evacueren en ontruimen van de gevoeligste plaatsen, het in gereedheid brengen van brandweer, civiele bescherming en leger, met geplande versterkingen van het hele land (in plaats van zoals nu geïmproviseerde – en toe te juichen – solidariteitsinitiatieven zoals de interventie van de brandweer van Antwerpen in Luik).
Dat is ook de mening van voormalig weerman André Schevers: “Vier dagen voor de regens begonnen, gaven alle modellen aan dat het oosten van het land enorme hoeveelheden water zou krijgen. Ik zei verschillende keren tegen mijn vrouw: ‘We stevenen af op een ramp’. Als Wallonië op rood alarm was gezet, zouden alle beleidsmakers – het Waalse Gewest, de gouverneurs, de burgemeesters – de tijd hebben gehad om de straat op te gaan om de mensen te waarschuwen, om hen te zeggen dat ze wat in de kelder lag naar boven moesten brengen, hun auto’s naar hoger gelegen plaatsen moesten verplaatsen... We hadden de crisiseenheden moeten inzetten, de scoutskampen opzoeken om hen te zeggen te vertrekken en de mensen in de buurt van de waterwegen evacueren.”(2)
De Luikse professor François Gemenne zegt terecht: “Wat we ooit als uitzonderlijk beschouwden, zal het nieuwe normaal worden.”(3)
Hoe vreemd het ook moge lijken, wanneer het gaat om het voorkomen en beheren van natuurrampen, moeten we leren van de landen uit het Zuiden, zegt hij. Hoe Cuba omgaat met orkanen en tropische stormen, bijvoorbeeld. Dat wordt voorspeld, de bevolking wordt verwittigd en in veiligheid gebracht, en daardoor vallen er veel minder slachtoffers. De overstromingen zullen we niet altijd kunnen vermijden, maar we kunnen de schade wel aanzienlijk beperken.
Voorkomen is beter dan genezen
In tegenstelling tot wat minister Verlinden zegt, valt er dus veel te doen om zulke rampen te vermijden. Ook op langere termijn. Om te beginnen moeten onze regeringen de klimaatverandering nu eindelijk ernstig nemen. Dat is nog altijd niet het geval en het klimaatbeleid getuigt nog altijd van te weinig ambitie en een blind vertrouwen in de markt in de plaats van massaal te investeren in de overgang naar een koolstofvrije economie. Dat bleek onlangs nog toen alle Belgische partijen onderhandelden over een interparlementaire resolutie met het oog op de COP26 (4) dit najaar in Glasgow. Het werd een ondermaats compromis, ver onder de aanbevelingen van de wetenschappelijke wereld.
Maar de klimaatverandering is nu eenmaal reeds een feit en, naast alle inspanningen om het zoveel mogelijk te beperken, zullen we ermee moeten leven. We kunnen overstromingsrisico’s en de impact van een overstroming wel degelijk verminderen. “We moeten ons nu aanpassen aan de nieuwe klimaatrealiteit”, zegt waterexpert Patrick Willems. (5)
Dat doen we door meer ruimte te geven aan de rivier: aanleg van gecontroleerde overstromingsgebieden (we beslissen zelf waar we de rivier laten overstromen om dichtbevolkte gebieden te beschermen), infiltratiezones, ontharding, water zoveel mogelijk bovenstrooms vasthouden en vertragen, beken weer laten meanderen ... Zo had het ergste reeds vermeden kunnen worden. Dat zijn uiteraard plannen op lange termijn, waar tijd voor nodig is. Maar de waterbeheerders in Vlaanderen en Nederland (niet toevallig de lage landen genoemd) zijn daar al geruime tijd mee bezig. Zo zijn langs de Maas zowel aan Vlaamse als aan Nederlandse zijde al grote overstromingsgebieden gecreëerd, en dat heeft zeker en vast bijgedragen om nu de schade te beperken. Het centrum van Leuven, dat in het verleden grote overstromingen kende(6), stond deze keer niet onder water door de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied in Egenhoven, net stroomopwaarts van het stadscentrum.
Maar we moeten ook ons landgebruik anders plannen. Niet de economische belangen van bedrijven en landeigenaars moeten voorgaan, maar wel de veiligheid van de bevolking. We moeten een halt toeroepen aan het bouwen in overstroombare gebieden. En de fouten uit het verleden moeten rechtgezet worden. “De uitdaging bestaat erin de geografische spreiding van de bevolking te heroverwegen. Dit is wat een hele reeks landen in het Zuiden al aan het doen zijn”, zegt professor Gemenne. Hij geeft het voorbeeld van Vietnam dat al een tiental jaren geleden het plan “Living with flood” (“Leven met overstromingen”) opstartte om de dorpen in de Mekong delta te verhuizen naar hoger gelegen gebieden.
We moeten ook stoppen met de bodem te verharden door allerlei bouwprojecten. Dat verhindert het insijpelen van het water in de grond; het water gaat dan via de riool veel directer naar beken en rivieren en doet daar het peil snel stijgen. Onze landbouw moet ook anders (meer bodembedekking, minder diep ploegen, aanplant van hagen …) om de grond te beschermen tegen erosie en uitspoeling met modderstromen tot gevolg. Zeggen dat deze grote ramp niet voorkomen had kunnen worden, toont een gebrek aan verantwoordelijkheidszin vanwege de bevoegde ministers.
De klimaatverandering is een klassenprobleem
Overstromingen op zich zijn een natuurlijk proces, een rivier treedt om de zoveel jaar eens uit haar oevers. En dat zal nu meer gebeuren dan vroeger, door de klimaatverandering.
De impact van overstromingen wordt echter maatschappelijk bepaald: waar is er schade en is deze zo veel mogelijk beperkt? Zijn we als maatschappij hierop voorbereid? Kunnen we iedereen tijdig evacueren? Kunnen we voldoende noodsteun bieden tijdens en vlak na de overstromingen? En kunnen mensen snel hun leven opnieuw opbouwen? Dat zijn allemaal sociale factoren. De realiteit is dat we nu niet voorbereid zijn op de gevolgen van de klimaatcrisis.
Wie zijn echter de grootste slachtoffers? De gewone mensen. Of het nu in Verviers, Pépinster of Jemelle (Rochefort) is, het zijn vooral de volkswijken die getroffen zijn door de overstromingen. En dat heeft historische redenen: de industrie heeft zich in de valleien ontwikkeld door de nood aan water (waterkracht, proceswater …). En dus is de werkende bevolking ook langs de waterlopen gaan wonen. De sjiekere wijken (die zich later ontwikkelden) bevinden zich meestal op hoger gelegen gronden (enkel de laatste decennia ontwikkelde zich een modeverschijnsel vanwege de rijken om aan het water te gaan wonen).
Op wereldvlak zijn de 10% rijksten verantwoordelijk voor 50% van de CO2-uitstoot. Maar het zijn de armsten die er de gevolgen van dragen. Van Verviers of Pépinster tot Karachi in Pakistan of Dacca in Bangladesh.
[1]Het klimaatpanel van de Verenigde Naties, het IPCC, schreef al in 1990 in een van haar rapporten dat de klimaatverandering tot meer periodes van extreme regenval ging leiden. https://www.demorgen.be/nieuws/al-in-1990-werd-gewaarschuwd-voor-de-toename-van-extreme-neerslag-door-de-klimaatopwarming~b17687eb/
[2] https://m.lavenir.net/cnt/dmf20210718_01598548/c-etait-previsible-il-fallait-prevenir
[4]Jaarlijkse conferentie van de partijen die het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties ondertekend hebben.
[5]https://www.demorgen.be/nieuws/vlaanderen-is-extra-kwetsbaar-voor-dit-soort-weerfenomenen~b0a99c03/
[6]https://www.vmm.be/publicaties/de-dijle-in-leuven-een-vloek-of-een-zegen