Voka, Magnette en het gevaar van een gesplitste sociale zekerheid
De Vlaamse werkgevers gaan in de aanval. Om hun asociale agenda op te dringen leggen ze nieuwe eisen op tafel om de sociale zekerheid te splitsen. Paul Magnette lijkt bereid te zijn om dat spel mee te spelen. De uitdaging voor links is eerder om een grote verzetsbeweging op te bouwen die in staat is om weer in het offensief te gaan. En daarvoor is de eenheid van de werknemers en van de sociale zekerheid cruciaal.
Het is voor niemand een geheim: de werkgevers dromen van de splitsing van de sociale zekerheid. Dat begon al met de zesde staatshervorming, waarbij de kinderbijslag en een deel van de gezondheidszorg werden geregionaliseerd. En als de grote bazen de sociale zekerheid willen splitsen en regionaliseren, dan is dat om haar te verzwakken en te ontmantelen. En dat kunnen ze maar als ze de vakbonden en al hun potentieel verzet buitenspel zetten. Ze willen onze pensioenen, gezondheidszorg en werkloosheidsuitkeringen verlagen om meer geld over te houden voor de aandeelhouders.
In Vlaanderen hebben we dit al zien gebeuren met de kinderbijslag. Die werd geregionaliseerd, wat voor de Vlaamse regering het sein was om te snijden in het budget ervoor. De Vlaamse gezinnen lopen de komende jaren zo niet minder dan 110 miljoen euro mis. Ook aan Franstalige zijde zal de regionalisering van de kinderbijslag tot een vermindering van de budgetten leiden.
Voka wil gezondheidszorg en werkloosheidsverzekering regionaliseren
De Vlaamse werkgeversorganisatie Voka wil een tandje bijsteken. Voka riep op haar nieuwjaarsreceptie van 6 januari op tot een volledige regionalisering van de gezondheidszorg en alles wat te maken heeft met werkgelegenheid. De werkgevers willen grote stukken van onze sociale zekerheid aanpakken, bijvoorbeeld door te proberen een beperking in de tijd voor werkloosheidsuitkeringen op te leggen, of lagere terugbetalingen voor de gezondheidszorg. De rijksten zullen altijd wel een privéverzekering kunnen afsluiten.
Een dergelijk beleid gaat ten koste van alle werknemers en het grootste deel van de bevolking.
Voka rekent al lang op de N-VA om haar plannen uit te voeren. “Voka is mijn baas”, liet N-VA-voorzitter Bart De Wever zich eens ontvallen. De werkgeversorganisatie zette tijdens de Vlaamse regeringsonderhandelingen echter ook de deur open voor een regeringsdeelname van het Vlaams Belang. Voka meent dat er met het Vlaams Belang moet kunnen worden gepraat en dat het erom gaat tot een akkoord te komen dat “gunstig is voor het bedrijfsleven, de samenleving en Vlaanderen”.(1) De bedrijfswereld lijkt tot alles bereid om zijn plannen te realiseren.
Is Magnette bereid om te capituleren?
Helaas tonen Paul Magnette en de sociaaldemocraten tekenen van capitulatie tegenover deze aanvallen van werkgeverszijde. In een interview met de krant Le Soir op 30 december zei Magnette onder andere dat hij bereid is tot een staatshervorming in 2024. Hij zei ook nog: “Een groot deel van de Vlaamse rechterzijde zegt dat de werkloosheidsuitkeringen in de tijd moeten worden beperkt. Laten we duidelijk zijn, ik ben daar tegen. Een werkloze in Charleroi zal nooit een baan vinden als de uitkering wegvalt. Maar ik kan begrijpen dat de vraag zich stelt voor een Vlaming op een plaats met volledige werkgelegenheid. We moeten het beleid veel meer territorialiseren.” Daarmee probeert hij toezeggingen te doen aan rechtse partners en werkgevers in een mogelijke toekomstige coalitie. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling.
Eerst en vooral omdat de redenering vals en gevaarlijk is. Geen enkele werknemer zal sneller een baan vinden omdat hij of zij geen werkloosheidsvergoeding meer krijgt of in de armoede wordt geduwd. Dat soort uitspraken helpt het cliché te verspreiden dat de werklozen het probleem vormen omdat ze zouden profiteren terwijl er wel degelijk werk is. In werkelijkheid bestaat, zelfs in de zogenaamde volledige werkgelegenheid in Vlaanderen, een groot deel van de gecreëerde arbeidsplaatsen uit minderwaardige jobs, deeltijdbanen met een karig loon en/of met onmogelijke werkuren.
De werkgevers dromen er trouwens van om een beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkering op te leggen om de werknemers te verplichten die slechte jobs te aanvaarden. Die maatregel zou dus niet alleen de werklozen hard treffen (die de afgelopen jaren al het slachtoffer zijn geworden van verschillende aanvallen), maar zou ook de hele werkende bevolking onder druk zetten door de arbeidsomstandigheden te verslechteren. Daarom moet links al deze aanvallen met klem afwijzen.
De evolutie van het discours van Paul Magnette is ook verontrustend omdat hij, in naam van deze redenering, de logica van de splitsing van de sociale zekerheid aanvaardt. Om het woord “splitsing” niet te gebruiken, spreekt hij van “territorialisering”. Een beetje zoals zijn voorganger als PS-voorzitter, Elio Di Rupo, het destijds had over “strategische consolidatie” om het woord “privatisering” niet te moeten gebruiken. Met deze verklaring gaat Paul Magnette in feite akkoord met een diepgaandere regionalisering van de sociale zekerheid. Een zorgwekkende toegeving tegenover het offensief van de Vlaams-nationalistische rechterzijde.
Op het terrein de krachtsverhoudingen opbouwen om weerstand te bieden
Uit alle enquêtes en peilingen blijkt echter dat er in Vlaanderen, net als in Wallonië en Brussel, een meerderheid van de bevolking is om een sociaal beleid op te leggen, om miljonairs en multinationals te belasten, om de facturen te verlagen en om een minimumpensioen van 1.500 euro netto op te leggen. Dat is waar de werkgevers bang voor zijn. Uit een recent artikel in De Tijd bleek dat van de 1,2 miljoen gepensioneerden die van een pensioen van minder dan 1.500 euro netto leven, er meer dan 700.000 in Vlaanderen wonen.
De rol van links is niet om toe te geven aan nationalisten en werkgevers, maar juist om een brede verzetsbeweging op te bouwen. Een beweging waarbij alle werknemers van het land betrokken zijn, samen met de vakbonden, de ziekenfondsen en alle progressieven, om weerstand te bieden en op te komen voor een sterk, unitair sociaalzekerheidsstelsel dat tegemoetkomt aan de behoeften van de bevolking. En om nieuwe overwinningen te behalen, zoals het minimumpensioen van 1.500 euro netto.
Het is in deze context dat de nationale betoging van het ABVV ter verdediging van de sociale zekerheid op 28 januari van het grootste belang is.
1 Het Nieuwsblad, 29 mei 2019