Vlaams Parlement zet deur open voor privatisering van de ouderenzorg
Met een aantal goed verstopte passages in een veel ruimer decreet zet de Vlaamse regering de deur op een kier voor het privatiseren van de zorg. Gemeenten en OCMW’s zullen hun woonzorgcentra of ziekenhuis makkelijker kunnen privatiseren. Lees en bekijk hier de tussenkomst van Lise Vandecasteele (PVDA) die uitlegt wat er beslist is en waarom dat een slecht idee is.
“Ik vind het belangrijk om tussen te komen over dit ontwerp van decreet, vooral over een aspect ervan dat volgens mij niet helemaal volgens de geest van het Regiodecreet is. In het ontwerp staan immers een aantal passages die daar niet helemaal thuishoren, bijvoorbeeld over het afschaffen van het goedkeuringstoezicht bij privaatrechtelijke verzelfstandiging en gemeentelijke diensten bij het oprichten van bijvoorbeeld ziekenhuisverenigingen of woonzorgverenigingen.
Het afschaffen van dat goedkeuringstoezicht hoort niet helemaal in dit ontwerp. Het heeft er eigenlijk niks mee te maken. Het heeft niks te maken met regiovorming. We stelden daarom voor, en stellen dat via een amendement opnieuw voor, om die passages uit dit ontwerp te schrappen. Ik denk dat het belangrijker is om die apart te bespreken, omdat het over andere aspecten van beleid gaat. Het gaat over zorg en niet over regiovorming.
Met artikel 24 tot artikel 28 willen jullie het goedkeuringstoezicht bij de oprichting van onder andere ziekenhuisverenigingen en woonzorgverenigingen afschaffen en vervangen door een niet-bindend advies. Tot nu toe moeten gemeenten en OCMW’s die hun woonzorgcentra willen privatiseren via een woonzorgvereniging, daarvoor de goedkeuring van de Vlaamse overheid krijgen. Ze moeten een dossier indienen bij de Vlaamse regering, via het Agentschap Binnenlands Bestuur, dat dan nagaat of aan alle voorwaarden is voldaan. Enkel na goedkeuring kan de lokale overheid dan verdergaan met de privatiseringsplannen. Dat is het goedkeuringstoezicht.
Dat wil men vandaag echter afschaffen en vervangen door een niet-bindend advies. Een OCMW of gemeente moet dan nog altijd een dossier indienen als ze willen privatiseren, en de Vlaamse regering zal dat nog steeds beoordelen, maar als die een negatief advies geeft, kan de gemeente dat gewoon naast zich neerleggen en toch doorgaan met de privatisering. In mensentaal: gemeenten mogen woonzorgcentra privatiseren, ook als de Vlaamse regering zegt dat dat eigenlijk niet oké is, dat dat een slecht idee is, dat men dat beter niet doet. Ook de vakbonden maken zich terecht zorgen over de afschaffing van het goedkeuringstoezicht. Ze vrezen er terecht voor dat die zal zorgen voor een verdere privatisering van onder andere de publieke zorg.
De passages over het afschaffen van het goedkeuringstoezicht zijn natuurlijk samen te lezen met de wijzigingen die men wil aanbrengen aan het decreet Lokaal Bestuur, waardoor OCMW’s ook niet langer de noodzaak moeten aantonen bij het privatiseren van zorg via een woonzorgvereniging. Samen kunnen we dat eigenlijk beschouwen als een privatiseringsdecreet 2.0. Gelukkig is het nog meer ingrijpende privatiseringsdecreet 1.0 van tafel geveegd door een breed protest, maar toch wilt u met dit ontwerp de deur voor de privatisering van zorg wijder openzetten.
Het gaat immers wel degelijk over privatiseren, wat anderen ook zeggen. Een woonzorgvereniging oprichten is publieke zorg privatiseren. Het gaat over een privaatrechtelijke rechtsvorm, en het personeel zal vallen onder de rechtspositieregeling van de private sector. Lokale besturen hebben in die woonzorgverenigingen ook meestal geen meerderheidspositie, maar een minderheidspositie, ondanks wat anderen hier in de commissie hebben willen beweren.
Het gaat echter niet enkel over privatiseren. Met deze beslissing, met het vergemakkelijken van het oprichten van woonzorgverenigingen, wordt immers ook de deur opengezet voor commercialisering. Commerciële spelers in de woonzorgsector hebben immers een trucje ontdekt: ze richten vzw’s op om woonzorgcentra uit te baten, met de voordelen die gepaard gaan met het vzw-statuut. Dat zijn vzw’s die dan winsten, meestal via vastgoedcontracten, doorsluizen naar het moederbedrijf.
En die schijn-vzw’s, of wolven in schaapsvacht zoals ze in een hoorzitting over het decreet Lokaal Bestuur werden genoemd, beheren op dit moment al 10 procent van alle woonzorgcentra in Vlaanderen. 10 procent van alle woonzorgcentra hebben dus een vzw-statuut, maar behoren eigenlijk tot de grote commerciële spelers zoals Orpea, Armonea, Korian en Vulpia.
Door nu de deur open te zetten voor vzw’s, wordt de deur dus ook opengezet voor die wolven in schaapsvacht, die hun voet ook tussen de deur van de publieke zorg proberen te zetten. En ze gaan dat proberen, maak u geen illusies.
Uit onderzoek van de UGent, besteld door deze Vlaamse regering, blijkt dat die commerciële spelers in het verleden al interesse toonden, wanneer gemeenten van plan waren om een woonzorgvereniging op te zetten. Diezelfde onderzoekers gaven ook de aanbeveling om de problematiek van de schijn-vzw’s goed te onderzoeken. En dat deed u niet, minister.
U beweert wel steeds dat die schijn-vzw’s geen plek hebben in de woonzorgverenigingen en dat het zo’n vaart wel niet zal lopen, maar u kunt dat allemaal niet garanderen. U onderneemt geen enkele actie om schijn-vzw’s uit de publieke zorg te weren. Geen enkele! Het enige wat u doet, is hopen dat het niet gebeurt en dat lokale besturen waakzaam genoeg zullen zijn om niet in zee te gaan met die wolven in schaapsvacht.
Ik wil uitleggen waarom we bij de PVDA denken dat openbare zorg belangrijk is, en waarom wij vechten tegen de uitverkoop van de publieke zorg zoals deze Vlaamse regering die uitvoert. Dat komt omdat de publieke zorg nog steeds de beste waarborg biedt op toegankelijke, betaalbare en kwaliteitsvolle zorg. De prijzen van de publieke woonzorgcentra zijn altijd al de laagste geweest. Dat zijn ze vandaag nog altijd, en die kloof groeit zelfs. Een kamer in een commercieel woonzorgcentrum is 273 euro per maand duurder dan een kamer in een openbaar woonzorgcentrum. Bovendien zien we dat in de regio’s waar meer publieke woonzorgcentra zijn, de prijzen in alle nabijgelegen woonzorgcentra ook lager zijn: de publieke woonzorgcentra drukken de prijs in de sector. Maar die publieke zorg is ook kwaliteitsvolle zorg. We hebben in cijfers die we opgevraagd hebben gezien dat in openbare woonzorgcentra 22 procent meer personeel werkt dan in commerciële woonzorgcentra. 22 procent méér personeel!
Als je kijkt naar de zwarte lijst, zie je ook dat een minderheid van woonzorgcentra op die zwarte lijst openbare woonzorgcentra zijn. Het zijn er nu 1, 2 of 3 denk ik, maar 14 van die 24 woonzorgcentra op die zwarte lijst zijn net van die grote commerciële spelers. Ze zijn van Orpea, Armonea, Korian en Vulpia. Het zijn vooral zij die vandaag onder verhoogd toezicht staan van de regering, ook zij die net die schijn-vzw’s oprichten, die hun voet willen zetten in de publieke zorg. Onze publieke welzijnsinstellingen zouden we moeten koesteren, want ze hebben de opdracht om ieder van ons toegang te geven tot betaalbare en kwaliteitsvolle zorg, die een basisrecht is. De logica van die publieke zorg verschilt fundamenteel van die van de commerciële zorg. Bedrijven zijn in de eerste plaats bedoeld om winst te maken, en niet om de gezondheid van iedereen te waarborgen, wat net wel de functie is van onze openbare, publieke zorg.
Maar waarom dat hier allemaal op tafel ligt, en we nu voor een tweede keer zien dat het privatiseren van de zorg vergemakkelijkt wordt door de Vlaamse regering, komt voornamelijk door het Antwerps stadsbestuur. Want ik moet zeggen: de wetgevende initiatieven in dit parlement lopen akelig gelijk met de pogingen van het Antwerps stadsbestuur om Zorgbedrijf Antwerpen te privatiseren. En het is duidelijk dat het Antwerps stadsbestuur Zorgbedrijf het koste wat het kost wil privatiseren. Maar daar heeft het blijkbaar de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement voor nodig om de juiste decreten te kunnen stemmen om daarmee verder te gaan. In Antwerpen hanteert het stadsbestuur al sinds 2012 het principe van ‘starve the beast’. Ze hongeren de publieke zorg uit, om uiteindelijk over te gaan tot privatisering. Ook de komende jaren wil het stadsbestuur de dotatie verder verlagen met meer dan 10 miljoen euro. En reken daar ook de gemiste inflatie nog bij. In huidige tijden is dat totaal onverantwoord, want ondertussen lopen de kosten voor Zorgbedrijf op vanwege de stijgende energieprijzen en andere prijzen. En de bewoners blijken daar de dupe van te zijn, want naast de energieprijzen schieten ook de prijzen voor de bewoners de lucht in.
Maar om te kunnen privatiseren heeft Antwerpen dus de hulp nodig van het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering. We herinneren ons allemaal het eerste privatiseringsdecreet. Daar ging het stadsbestuur gretig mee aan de slag, met een nieuwe structuur, inclusief nv’s. Dat was totaal niet wettelijk, maar ondertussen kwam er dan vanuit dit parlement een initiatief om dat allemaal wel wettelijk te maken. Gelukkig zien we dat dit door een brede strijd van onderuit, van personeel en bewoners, is tegengehouden en dat het Antwerps stadsbestuur die plannen alvast opnieuw in de koelkast moest stoppen. Jammer genoeg bleef het stadsbestuur niet op zijn lauweren rusten, en kwam het met een plan B. Ze willen de zorg privatiseren via een privaatrechtelijke woonzorgvereniging. Maar ook dat plan belandde in de prullenmand omdat de Vlaamse regering het dossier niet goedkeurde.
Wat doet de Vlaamse regering nu? Via het wijzigingsdecreet Decreet Lokaal Bestuur de voorwaarden versoepelen om woonzorgverenigingen op te richten, en vandaag, via het regiodecreet, zorgen dat er niet langer een goedkeuring van de overheid nodig is om te kunnen privatiseren. Als we vandaag dus de goedkeuring afschaffen, dan wil dat zeggen dat het Antwerps stadsbestuur kan doorgaan met zijn plannen om de openbare zorg te privatiseren.
Ik heb twee oproepen.
Ten eerste aan dit parlement: schaf het goedkeuringstoezicht niet af. Dat is een belangrijke grendel tegen ongewenste privatiseringen. Investeer in onze publieke zorg om zorg te garanderen voor elke burger.
Ten tweede wil ik aan de collega’s van de N-VA, Open Vld en Vooruit vragen om aan hun collega’s in het Antwerps stadsbestuur te vragen om te stoppen met de privatiseringsplannen en om het zorgbedrijf uit te bouwen tot een sterk, toegankelijk, kwaliteitsvol, openbaar zorgbedrijf dat aan elke Antwerpenaar de zorg geeft die hij nodig heeft. Zo kunnen we een financieel gezond zorgbedrijf krijgen en stoppen met besparen op de zorg.”