Vergelijkende test: PVDA enige partij voor menswaardig pensioen
We vergeleken de programma’s en voorstellen van de verschillende partijen over vijf concrete maatregelen rond de pensioenen. Wat denken de partijen over jouw pensioen? Wat hebben ze beslist en (mee) goedgekeurd?
Voor of tegen de pensioenleeftijd opnieuw op 65 jaar?
De regering heeft het recht op pensioen uitgesteld tot 67 jaar. Studies tonen echter aan dat we gemiddeld maar in goede gezondheid leven tot 64 jaar. En dat is slechts een gemiddelde: het verschil tussen mensen bovenaan en onderaan de maatschappelijke ladder kan oplopen tot twintig jaar. Bij een schoonmaakster, bijvoorbeeld, bedraagt de gemiddelde leeftijd in goede gezondheid momenteel 49 jaar. Door de pensioenleeftijd op te trekken tot 67 jaar berooft men eigenlijk een hele hoop mensen van het recht op een pensioen in goede gezondheid.
Wat is het standpunt van de PVDA?
De PVDA eist dat de pensioenleeftijd opnieuw op 65 jaar gebracht wordt. Iets wat Canada trouwens al gedaan heeft.
Wat denken de traditionele partijen ervan?
- N-VA, CD&V, Open Vld en MR: De regeringspartijen hebben de pensioenleeftijd op 67 jaar gelegd. Ze hebben dat trouwens gedaan door ons voor te liegen, want de verhoging van de pensioenleeftijd stond in geen enkel verkiezingsprogramma. (De MR zei zelfs dat dergelijke maatregel niet op de agenda stond.) Tot op vandaag blijven ze deze maatregel verdedigen.
- Défi: De enige partij die al vóór de verkiezingen van 2014 het pensioen op 67 jaar verdedigde. Dat blijft ze ook nu verder doen.
- VB en PP: Vlaams Belang (VB) zegt wel dat ze tegen het pensioen op 67 jaar is, maar zegt erbij dat de effectieve loopbanen langer moeten worden. De Parti Populaire (PP) steunt het pensioen op 67 jaar en alle maatregelen om de loopbanen te verlengen.
- sp.a en PS: Bij de sp.a vraagt men “kilometers op de teller” alvorens met pensioen te kunnen gaan. Men moet een loopbaan van 42 jaar bewijzen, ook al betekent dit dat men moet werken tot 66 of 67 jaar of zelfs langer. Bij de PS zeggen ze dat de pensioenleeftijd opnieuw op 65 jaar willen brengen, maar Di Rupo meldt nu reeds dat hij een “progressieve” coalitie wil met Défi, de enige partij die vanaf het begin het pensioen op 67 jaar verdedigde.
- Groen, Ecolo en cdH: Voor de groenen zouden we recht op pensioen hebben, ofwel na een loopbaan van 42 jaar, ofwel op de leeftijd van 65 jaar. De voorwaarde die het eerst vervuld is, zou van toepassing zijn. CdH heeft min of meer hetzelfde standpunt.
Voor of tegen het brugpensioen op 58 jaar voor zware beroepen?
Voor heel wat beroepen is het onmogelijk te werken tot 67 jaar. In veel gevallen bestaan er nog stelsels om met brugpensioen te gaan vanaf 58 of 59 jaar.
Wat is het standpunt van de PVDA?De PVDA verdedigt uitdrukkelijk het recht op brugpensioen op 58 jaar voor zware beroepen. Wat denken de traditionele partijen ervan?
|
Voor of tegen een minimumpensioen van 1.500 euro?
Onze pensioenen zijn bij de laagste van Europa, met een gemiddelde van 1.181 euro voor mannen en 882 euro voor vrouwen. Ontzettend veel gepensioneerden kunnen zelfs het rusthuis niet betalen. Laat staan dat ze voldoende hebben om een beetje van hun oude dag te genieten.
Wat is het standpunt van de PVDA?Zoals de vakbonden voorstellen, heeft de PVDA het recht op een minimumpensioen van 1.500 euro in haar programma opgenomen. Wat denken de traditionele partijen ervan?
|
Voor of tegen een pensioen van driekwart van het laatste loon?
Momenteel wordt het pensioen in de privésector berekend op basis van 60% van het loon per loopbaanjaar. Deze berekeningsmethode plaatst ons achteraan het Europese peloton, met pensioenen die recht naar de armoede leiden.
Wat is het standpunt van de PVDA?Het wettelijk pensioen in de privésector moet opgetrokken worden tot het niveau van de publieke sector. Dit betekent dat het pensioen berekend moet worden op 75% van het loon per loopbaanjaar in plaats van de huidige 60%. Wat denken de traditionele partijen ervan?Geen enkele van de traditionele partijen, noch de extreemrechtse partijen, willen de pensioenen verhogen tot een gemiddelde van 75%. |
Voor of tegen het pensioen met punten?
In meerdere Europese landen is een “pensioen met punten” ingevoerd. Dat is een “tombolapensioen” dat automatisch onze loopbanen verlengt of onze pensioenen verlaagt in functie van de levensverwachting of de overheidsfinanciën. Overal waar dat systeem toegepast is, is het pensioenbedrag gedaald en zijn de loopbanen langer geworden. In Zweden moet men werken tot 68,5 jaar om hetzelfde pensioenbedrag te halen. In Duitsland is het pensioenbedrag met 10% gedaald.
Wat is het standpunt van de PVDA?De PVDA verzette zich tegen het pensioen met punten en gaf haar volledige steun aan het sociaal verzet. Wat denken de traditionele partijen?
|
Besluit: voor of tegen een menswaardig pensioenstelsel?
De traditionele partijen zitten allemaal vast in het liberale denkkader
In hun verkiezingsprogramma’s hebben de traditionele partijen allemaal min of meer sociale voorstellen voor de pensioenen opgenomen. Maar daden zijn nog iets anders, want ze hebben de voorbije jaren allemaal meegedaan aan de ontmanteling van het pensioenstelsel.
- de cadeaus die de regeringen-Verhofstadt, -Di Rupo en -Michel aan de privépensioenstelsels gegeven hebben ten koste van de openbare pensioenen
- de aanvallen op de brugpensioenen door de regeringen-Di Rupo en -Michel
- verhoging van de leeftijd voor het pensioen en het vervroegd pensioen door de regering-Michel.
Hoe is dat te verklaren? Simpel, ze aanvaarden allemaal het liberale denkkader. Alle traditionele partijen zijn het er roerend over eens: “we moeten langer werken”, “hervormingen zijn onvermijdelijk”, “onze pensioenen zijn onbetaalbaar” ...
Één partij wil iets heel anders: de PVDA
De PVDA heeft zich steeds verzet tegen al deze hervormingen. In 2005, ten tijde van het Generatiepact, zei de PVDA: “600.000 werklozen? Waarom langer werken?” Met die vraag stelde de PVDA toen al het neoliberale denkkader in vraag.
|
Een menswaardig pensioenstelsel is perfect haalbaar en betaalbaar. We moeten dit kader verlaten en de rijkdom die afkomstig is uit winst durven over te dragen aan de werknemers en werkneemsters. Als we de rijkdom beter verdelen, is het echt niet nodig dat we langer werken. Het is een kwestie van politieke keuzes: de keuze om te kiezen voor een samenleving waar werknemers gerespecteerd worden en waar het recht op een gezonde rust na een lange loopbaan gewaarborgd is. Alle andere partijen staan – door hun daden en voorstellen – voor een beleid dat “onze beste jaren afneemt”.