Uittredende parlementsleden nemen 13 miljoen euro mee
67 leden van het federaal parlement werden niet opnieuw verkozen, ook niet als opvolger. Door het systeem van de uittredingsvergoedingen kunnen de afzwaaiende Kamerleden samen maar liefst 13 miljoen euro opstrijken. Dat berekende de PVDA, die pleit voor de afschaffing van het systeem. De vergoedingen kunnen een probleem worden, onthult de PVDA: de Kamer begrootte voor deze uitgave maar 4 miljoen euro.
In België kunnen parlementsleden rekenen op een bijzonder royale uittredingsvergoeding. Wanneer zij het parlement verlaten krijgen zij hun riant parlementair salaris (9.742 euro (bruto) per maand) én hun forfaitaire onkostenvergoeding gewoon doorbetaald. En dat voor een periode die kan oplopen tot 48 maanden. "We moeten dit systeem gewoon afschaffen,” zegt PVDA-voorzitter Peter Mertens. "Afscheidnemende parlementairen kunnen bedragen opstrijken tot 450.000 euro. Dergelijke politieke privileges zijn onaanvaardbaar. Parlementsleden die tot 4 jaar na hun mandaat nog elke maand 6.000 euro netto op hun rekening uitbetaald krijgen, dat krijg je toch niet meer uitgelegd? De bevolking aanvaardt dat terecht niet meer, ook dát was het signaal dat de kiezer zondag gaf. De bevolking heeft het gehad met wereldvreemde politici die zichzelf riante salarissen toewijzen en tegelijk de bevolking vragen de broeksriem aan te spannen omdat we zogezegd boven onze stand leven."
De PVDA stelt voor dat parlementsleden in het vervolg gewoon bijdragen aan de sociale zekerheid. Aan het eind van hun mandaat kunnen ze dan een beroep doen op hetzelfde sociale vangnet als andere werknemers, met dezelfde verplichtingen. De partij diende daarvoor begin dit jaar nog een wetsvoorstel in, maar dat werd niet goedgekeurd. “Wij dienen dit zo snel mogelijk opnieuw in,” aldus Mertens. “We moeten ook kijken of we de vergoedingen die nu zullen toegekend worden, niet kunnen aftoppen.”
Of alle politici die ook zullen opvragen, is niet zeker. Maar als ze dat doen, dreigt de begroting van het parlement in moeilijkheden te komen. De totale kost kan oplopen tot 13 miljoen euro, berekende de PVDA. Maar onder voorzitter Siegfried Bracke (N-VA) begrootte de Kamer van Volksvertegenwoordigers nog geen 3,7 miljoen euro.(1) Er werd uitgegaan van slechts een veertigtal vertrekkers.
Op het federaal niveau zijn er bij alle partijen, behalve bij de PVDA, politici die aanspraak kunnen maken op de uittredingsvergoeding. “Jan Penris van Vlaams Belang stapte in februari zogezegd op na een incident waarbij hij een ander parlementslid uitschold”, legt Mertens uit. “Maar we zien dat hij nog altijd ingeschreven staat als Kamerlid. Hij is nooit vervangen, en dus ook nooit formeel opgestapt. Dat betekent dat hij gewoon doorbetaald is. Nu heeft Penris aangekondigd dat hij ook een beroep zal doen op die uittredingsvergoeding.” Die vergoeding zou volgens PVDA oplopen tot 370.000 euro.
Vooral de oudgedienden zijn duur en hebben recht op een vergoeding tot 468.000 euro. Maar zij kunnen ook voor hun pensioen kiezen en dus verzaken aan de uittredingsvergoeding. Het gaat om Eric Van Rompuy (CD&V), Dirk Van der Maelen (sp.a), Laurette Onkelinx (PS), Marcel Cheron (Ecolo) en Olivier Mangain (Défi). Een aantal onder hen bekende al kleur. Zo gaf Eric Van Rompuy (CD&V) al aan zijn uittredingsvergoeding van 467.616 euro volledig op te zullen nemen. Hij begrijpt de commotie niet en vraagt “respect voor politici met grote verdiensten die zich jarenlang hebben ingezet”. Olivier Maingain zal zijn uittredingsvergoeding combineren met zijn loon als burgemeester.
Ons land kent de meest voordelige uittredingsregeling van West-Europa.
1. Astronomische bedragen
In ons land kunnen afscheidnemende parlementsleden rekenen op de doorbetaling van hun parlementair salaris én hun forfaitaire onkostenvergoeding. Die zijn goed voor een bedrag van 9.742 euro (bruto) per maand.
2. Oudgedienden tot vier jaar lang uitbetaald
De uittredingsvergoeding wordt maandelijks uitbetaald gedurende een periode die berekend wordt op basis van het aantal gepresteerde dienstjaren. Elk jaar dat men op de parlementsbanken doorbracht, geeft recht op 2 maanden uittredingsvergoeding, met een maximumperiode van 24 maanden (en een minimum van 4 maanden).Op federaal niveau houden politici die in 2014 al meer dan 24 maanden hadden opgebouwd hun privileges. Dat wil zeggen dat zij tot maximum 48 maanden lang uitbetaald worden. Daarmee kunnen ze het astronomische bedrag van 467.000 euro binnenhalen.Ter vergelijking: in landen als het Verenigd Koninkrijk en Luxemburg is de vergoeding beperkt tot een periode van 3 maanden.
3. Doorbetaald, ook al vindt men een nieuwe job
Uittredende parlementsleden mogen hun afscheidspremie met andere inkomsten cumuleren, op een beperkt aantal uitzonderingen(2) na. Zo kunnen uittredende parlementsleden die een lokaal mandaat als burgemeester uitoefenen of een job in de privé opnemen, hun nieuwe loon zonder probleem combineren met hun maandelijkse uittredingsvergoeding.Ter vergelijking: In Nederland, Frankrijk en Duitsland wordt de vergoeding verminderd of zelfs stopgezet als men een andere baan heeft.
4. Verder opbouwen van pensioenrechten
De uittredingsvergoeding is niet te combineren met een parlementair pensioen. Zolang de uittredingsvergoeding uitbetaald wordt, wordt het pensioen dan ook uitgesteld. Tijdens deze periode blijven de voormalige parlementsleden wél verder pensioenrechten opbouwen.
(1) Zie Parlementair document DOC 54 3419/001, bijlage 1, sectie A60 op p. 32 http://www.lachambre.be/FLWB/PDF/54/3419/54K3419001.pdf
(2) Wanneer men een pensioen opneemt, benoemd wordt tot lid van een bestendige deputatie, tot provinciegouverneur, ambassadeur of lid van het Grondwettelijk Hof, wordt de vergoeding niet toegekend. Voor ministers, staatssecretarissen en leden van gewestregeringen wordt de vergoeding opgeschort.