Twee nieuwe femicides: PVDA vraagt daadkrachtig beleid tegen intrafamiliaal geweld
Na twee nieuwe gevallen van femicide roept de PVDA de regering op om daadkrachtig op te treden tegen het toenemend geweld tegen vrouwen. “Zondag stierf een jonge moeder van vijf kinderen in Rochefort nadat haar partner haar neerstak. Donderdag werd Muriel uit Couvin in Namen van het leven beroofd, eveneens met messteken. De femicides volgen elkaar op in sneltempo. Het zijn er al elf dit jaar. In de officiële cijfers van Sciensano zien we een duidelijke toename van intrafamiliaal geweld tijdens de pandemie. Hierbij valt op hoe vooral jonge mensen extra kwetsbaar zijn. Het is nú tijd voor actie”, stelt Maria Vindevoghel, volksvertegenwoordigster voor de PVDA in de Kamer.
Nu woensdag 21 april organiseert het federaal parlement een bijzondere zitting rond intrafamiliaal geweld. “Wij zullen het voorstel van resolutie dat voorligt steunen. Maar we moeten absoluut vermijden dat het bij mooie woorden en goede voornemens blijft. De regering moet nu werk maken van concrete acties om een einde te maken aan het intrafamiliaal geweld”, aldus Maria Vindevoghel.
Met elf femicides op korte termijn blijkt nogmaals de urgentie van een doortastend beleid. De aarzelende houding van Staatsecretaris voor Gendergelijkheid Sarah Schlitz in de uitvoer van haar eigen federaal actieplan tegen intrafamiliaal geweld, stelt de linkse partij niet gerust. “In november van vorig jaar kwam de staatssecretaris met een actieplan tegen intrafamiliaal geweld. Een half jaar later zien we dat de uitvoering van dat plan te traag op gang komt. Als ik de staatssecretaris hierover ondervraag, komt ze niet verder dan een reeks vage beloftes op lange termijn. We hebben vandaag actie nodig, niet morgen”, zegt Vindevoghel, die bijvoorbeeld vindt dat er dringend werk gemaakt moet worden van een brede, zichtbare campagne om de hulplijnen breder bekend te maken, zoals de Nederlandstalige 1712 of de Franstalige 0800/30.030. “Zolang we op het terrein zien dat er te weinig concrete verandering komt, zullen wij op die nagel blijven kloppen”, aldus Maria Vindevoghel.
PVDA betreurt dat de meerderheidspartijen in de resolutie geen werk maken van de versterking van de socio-economische positie van vrouwen. Vrouwen zijn vaak afhankelijk van hun partner, wat bijdraagt tot ongelijke machtsverhoudingen binnen het koppel en het risico op intrafamiliaal geweld versterkt. Financiële afhankelijkheid maakt het ook moeilijker voor slachtoffers om een gewelddadige situatie te ontvluchten. “Ons voorstel om te streven naar een minimumloon van 14 euro en de vervangingsinkomens op te trekken tot boven de armoedegrens, werd door de meerderheidspartijen weggestemd. Als de regering intrafamiliaal geweld ernstig wil aanpakken, dan kan ze nochtans niet voorbijgaan aan de versterking van de financiële onafhankelijkheid van vrouwen”, stelt Maria Vindevoghel. De linkse partij is ook ontstemd omdat de meerderheid het punt voor de aanpak van intrafamiliaal geweld bij mensen zonder papieren op het laatste moment uit het voorstel heeft geschrapt. Deze bijzonder kwetsbare groep heeft recht op bescherming, wat het Verdrag van Istanboel trouwens eist.
“De strijd tegen geweld op vrouwen moet dringend een versnelling hoger schakelen. Eind maart stapte Turkije uit het Verdrag van Istanboel, een verdrag waarmee een land zich verbindt om de strijd tegen geweld op vrouwen aan te gaan. Toen was er terecht grote verontwaardiging bij de meeste partijen. Maar ons land heeft zelf nog een weg af te leggen om het Verdrag ten gronde uit te voeren. De resolutie kan hiervoor een eerste stap zijn. Maar dan moet het nu snel vooruitgaan én moet er voldoende budget uitgetrokken worden om deze plannen te realiseren. Dit plan mag geen papieren tijger worden”, besluit Maria Vindevoghel.