Testen, opsporen en isoleren: onmisbaar om het virus onder controle te houden
Hoe gaan we van dat coronavirus af geraken? Gemakkelijk is het zeker niet, maar experts geloven wel dat het mogelijk is. Er zal een mix nodig zijn van maatregelen. De TOI-strategie (testen, opsporen en isoleren) zal daar zeker deel van uitmaken. Waarom? En waar gaat het over?
De keten van besmetting verbreken
Het coronavirus dat Covid-19 veroorzaakt, wordt overgedragen van mens tot mens door middel van minuscule speekseldruppeltjes die we verspreiden als we spreken, hoesten of niezen. Het virus is zeer besmettelijk. Eén iemand die besmet is, zal gemiddeld 2 of meer andere mensen ziek maken. Als we niets doen, verspreidt het virus zich dus exponentieel: 2 – 4 – 8 – 16 – 32… . Zo gaat het vliegensvlug.
Wat kunnen we doen om die verspreiding af te remmen? Een vaccin zou helpen, want dat maakt mensen immuun zodat ze niet meer vatbaar zijn voor de infectie. Als er voldoende mensen gevaccineerd zijn, kan de ziekte zich niet meer verspreiden onder de bevolking. Maar spijtig genoeg bestaat er geen vaccin tegen dit coronavirus. Hopelijk komt het er snel. Maar dat zal ten vroegste volgend jaar zijn en we weten nog niet hoeveel bescherming het zal bieden.
Dus moeten we ons voorlopig behelpen met andere methoden. De idee erachter is simpel: als we ervoor zorgen dat een besmet persoon niemand anders kan besmetten, dan verspreidt de ziekte zich niet onder de bevolking. Als die besmette persoon voldoende afstand bewaart van andere mensen, dan kan hij of zij niemand anders besmetten door de speekseldruppeltjes die hij verspreidt. Dan is de keten van besmetting verbroken. Kortom, iedereen die het virus bestrijdt, moet geïsoleerd worden zolang hij of zij het virus verspreidt. Klinkt eenvoudig, niet?
En toch is het niet zo eenvoudig, want we weten niet precies wie er besmet is en wie niet. Niet alle mensen worden ziek en dus lopen sommige mensen tot twee weken lang andere mensen te besmetten zonder dat ze het weten. En zelfs mensen die ziek worden, zijn al besmettelijk nog voor ze de eerste symptomen voelen.
Iedereen isoleren of enkel als het moet?
Als we niet weten wie besmettelijk is, zit er dus niets anders op dan iedereen te vragen om afstand te houden en thuis te blijven. Als iedereen afstand bewaart en zijn aantal contacten sterk beperkt, kan het virus zich niet verspreiden. Eigenlijk is dat de logica achter de lockdownstrategie die we tot nu toe gevoerd hebben.
De mens is natuurlijk niet gemaakt om alleen te leven. Vandaar ook dat de lockdown geen totale isolatie inhield, want we bleven in gezinnen leven en sommige mensen bleven werken. En nu willen we allemaal weer ons sociale leven hernemen, gaan werken, naar school gaan, van cultuur en ontspanning proeven, etc.
Stel nu dat er een manier bestaat om enkel die mensen te isoleren die besmettelijk zijn in plaats van iedereen, dan zouden de anderen wel terug contact kunnen hebben met elkaar. Die methode bestaat, het is de strategie van Testen, Opsporen en Isoleren. Die methode is niet 100% in staat om iedereen die besmettelijk is te isoleren en dus zullen er ook een aantal andere maatregelen van kracht moeten blijven die door de hele bevolking nageleefd moeten worden. Maar toch, zelfs al werkt het niet perfect, hoe meer we besmettelijke mensen isoleren van de rest van de bevolking, hoe meer die laatsten hun sociaal leven kunnen heropnemen.
Hoe werkt Testen, Opsporen, Isoleren?
Eerst en vooral moeten we zo vlug mogelijk weten wie er besmet is. Van zodra iemand symptomen heeft die lijken op Covid-19 moet die onmiddellijk getest kunnen worden. Waarschijnlijk gaan we vele mensen met een verkoudheid of griep ten onrechte testen. Maar dat is niet erg. Het belangrijkste is dat we er zo vlug mogelijk de mensen met Covid-19 kunnen uithalen.
Als iemand positief test, dan wordt hij of zij meteen geïsoleerd. Dat kan in het ziekenhuis of thuis. Belangrijkste is dat er geen contact is met andere mensen tot hij of zij niet meer besmettelijk is. Maar we weten ook dat die persoon waarschijnlijk al enkele mensen heeft besmet nog voor hij of zij symptomen kreeg. Elke test komt dus altijd enkele dagen te laat om de keten van besmetting te doorbreken. Net daarom is het opsporen zo belangrijk in de strategie.
Dan komen de zogenaamde contact tracers in actie. Die gaan samen met de patiënt een lijstje opmaken van de personen waarmee hij of zij de laatste dagen in contact geweest is. Dat zijn immers de mensen die mogelijks besmet zijn. Vervolgens nemen zij, meestal per telefoon, contact op met die personen en stellen hen een aantal vragen om in te schatten of er een grote kans is dat ze besmet geweest zijn.
Als dat het geval is, zullen ze hen aansporen om zich ook te laten testen. Sowieso zullen ze hen aanraden om het aantal sociale contacten sterk te beperken. Tijdens die hele periode bellen ze die mensen ook regelmatig op om te weten of ze toch geen symptomen ontwikkelen en in te schatten of een test toch niet aangewezen is.
Op die manier worden mensen die mogelijks besmettelijk zijn dus zoveel mogelijk gescheiden van de rest van de samenleving. Waterdicht is het systeem niet, maar het laat wel toe om de algemene maatregelen die voor iedereen gelden, minder streng te maken. En hoe meer we erop zouden inzetten, hoe verder we kunnen gaan.
Komt het niet te laat? En zal het wel voldoende zijn?
Iedereen erkent het belang van Testen, Opsporen en Isolatie in het kader van de exitstrategie. Het Europees Centrum voor Ziektebestrijding en -Preventie raadde regeringen al op 2 maart aan om die strategie in de steigers te zetten. De Belgische experts die de exitstrategie voorbereiden, hebben het al vermeld in hun eerste rapport op 16 april.
Ook in de omliggende landen is dat zo. Duitsland zet vijf contact tracers aan het werk per 20.000 inwoners (tegenover vier bij ons) en heeft de testcapaciteit gevoelig opgedreven. Frankrijk rolt nu een plan uit waarbij het hotels zou opeisen om besmettelijke personen en hun gezin voor twee weken te kunnen isoleren.
In België slaagt de regering er voorlopig niet in om het plan van de grond te krijgen. Eerst werd veel tijd verloren met de discussies over een app die nodig zou zijn om contacten van besmette personen op te sporen. Technologie kan echter nooit de inzet van artsen en menselijke contact tracers vervangen. Er is veel empathie en inlevingsvermogen nodig om iemands contacten in kaart te brengen en om mensen te motiveren om zich te laten testen en vrijwillig bepaalde beperkende maatregelen te nemen. Dat gaat niet met een appje en een sms.
Toen men daarachter kwam, moest de zoektocht naar tweeduizend contact tracers nog beginnen. De preventieve gezondheidszorg werd in ons land zodanig afgebouwd dat er nog slechts enkele tientallen mensen zijn die dat soort van werk doen. Zowel in Vlaanderen als in Wallonië staat men nog nergens met de aanwerving van de contact tracers. En het is maar de vraag of tweeduizend wel voldoende is.
Of er voldoende testcapaciteit is om echt breed te gaan testen is een andere vraag. Tot nu toe loopt ook de testcapaciteit achter op de noden. En dan hebben we het nog niet gehad over het gebrek aan beschermend materiaal bij de huisartsen die in staat zouden moeten zijn om de testen af te nemen.
Er is ook nog het staatkundig kluwen dat al ons zoveel parten speelt in deze gezondheidscrisis. De preventieve gezondheidszorg is een verantwoordelijkheid van de deelstaten. Vlaanderen, Brussel en Wallonië moeten dus elk zelf hun systeem opzetten en dat dan laten samenwerken op nationaal vlak. Het laat zich al raden hoeveel tijd er zal verloren gaan met afstemming en coördinatie.
Inmiddels zijn de huisartsen van Geneeskunde voor het Volk al aan het proefdraaien met het systeem. Zij zijn vastbesloten om het al volop in de praktijk te brengen. Testen, Opsporen en Isoleren zal de hele coronacrisis misschien niet oplossen maar het is wel een belangrijk onderdeel van de strategie om de epidemie echt onder de controle te krijgen.