Stemming over erkenning van de Holodomor als genocide: waarom onthield de PVDA zich?
Stemming over de erkenning van de Holodomor als genocide: waarom onthield de PVDA zich?
Het Belgische parlement keurde op donderdag 9 maart een resolutie goed die de hongersnood van 1931-1933 in Oekraïne wil laten erkennen als “genocide door Sovjet-Rusland”. Het lijdt geen twijfel dat deze hongersnood een tragische episode is in de geschiedenis van Oekraïne en de Sovjet-Unie. Maar met deze resolutie – oorspronkelijk ingediend door het Vlaams Belang – wil het parlement die erkennen als een “genocide”, d.w.z. de opzettelijke methodische vernietiging van een nationale, etnische, raciale of religieuze groep. Dat is de grootste internationale misdaad.
Was het een genocide? De Kamer won voor deze resolutie het advies in van vier academische deskundigen, historici en juristen. En de vier adviezen van die experts – ook al weerspiegelen zij verschillende benaderingen en standpunten – stellen unaniem dat er geen sprake is van genocide. Het Centrum voor Internationaal Recht van de ULB wijst zelfs op het risico van “willekeur” en raadt het parlement deze erkenning af. Het gevaar bestaat immers dat sommigen de geschiedenis herschrijven om die erkenning te gebruiken voor de huidige conflicten. Daarom onthield de PVDA zich tijdens de stemming.
Vreemd genoeg worden deze deskundigenadviezen niet openbaar gemaakt op de website van het Parlement. Hier zijn de uittreksels (en de links naar volledige teksten, in het Frans):
- Mark Tauger, hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van West Virigina en expert op dit gebied, besluit zijn advies heel duidelijk: “Op basis van alles wat ik hier heb uiteengezet, verzet ik mij tegen de herdenking van de hongersnood van 1931-1933 in de Sovjet-Unie als iets wat uitsluitend in Oekraïne plaatsvond, als een ‘door de mens veroorzaakte’ hongersnood ‘opzettelijk opgelegd om de Oekraïners te decimeren’ en als onderdeel van een vermeende totale onderdrukking van de Oekraïense bevolking en als onderdeel van een vermeende totale onderdrukking van de Oekraïense cultuur. Ik ben niet tegen het herdenken van de slachtoffers van de hongersnood, zolang de herdenking ook de vele andere slachtoffers buiten Oekraïne omvat, de complexe en gedeeltelijk ook omgevingsfactoren en de pogingen van het Sovjetregime, hoe gebrekkig en beperkt ook om de hongersnood te verlichten en de boeren te helpen deze te boven te komen.” (Lees hier het advies, in het Engels)
- Het Centrum voor Internationaal Recht van de ULB bracht evenmin een advies uit waarin het de term genocide ondersteunt. Het vraagt zich integendeel af of “de Kamer een geschikt orgaan is om te beslissen over de toepassing van kwalificaties die verwijzen naar internationale misdaden” en waarschuwt voor het “grote risico van willekeur”, met als conclusie: “Om deze redenen moet uiterste voorzichtigheid worden betracht bij het initiëren van een wetgevingsbeleid waarbij historische gebeurtenissen worden erkend als een internationale misdaad.” (Lees hier het advies, in het Frans)
- Professor Gwenael Piégais (Universiteit van Brest): “We moeten een aantal feiten in herinnering brengen die erop wijzen dat Stalin niet van plan was de Oekraïners als volk te vernietigen. Ten eerste bevorderde Stalin na de hongersnood Oekraïense kaders die hem trouw waren, waaruit blijkt dat de stalinistische leiding Oekraïne wilde zuiveren van wat zij zag als nationalistische elementen, maar niet alle Oekraïners wilde elimineren.” (Lees hier het advies, in het Frans)
- Zelfs professor Joel Kotek (ULB), deskundige op verzoek van de MR, verklaart in zijn advies dat “de stalinistische misdaden tegen het Oekraïense volk van ongekende ernst en gewelddadigheid zijn, maar vormen daarom geen genocide”. Hoe moorddadig en bovenal misdadig deze georganiseerde hongersnood ook was, hij was niet bedoeld om tot de laatste boer in Oekraïne uit te moorden”. (Lees hier het advies, in het Frans)
Na al deze adviezen die in de commissie aan bod gekomen zijn, is het duidelijk dat er nog veel discussie is over de echte oorzaken van die verschrikkelijke hongersnood, maar is het evenzeer duidelijk dat er op wetenschappelijk vlak geen enkele eerlijke reden is voor het Belgische parlement om die hongersnood te kwalificeren als genocide. Laten we niet vergeten dat het internationaal recht vandaag maar drie genocides erkend heeft: de Armeense genocide, de Joodse genocide en de genocide op de Tutsi’s. In 2011 verklaarde de N-VA zelf in de Kamer over de Holodomor: “Het is beter om deze term niet te gemakkelijk in de mond te nemen, anders dreigt hij te devalueren.”
Het is trouwens om die reden dat in 2011 alle partijen (Vooruit, Groen, CD&V, Open Vld en de N-VA) TEGEN stemden toen Vlaams Belang een resolutie met dezelfde inhoud op tafel legde.
Het gevaar bestaat duidelijk dat deze erkenning niet bedoeld is om een tragische en bewezen historische gebeurtenis te herdenken, maar wel degelijk om de geschiedenis te herschrijven en ze aan te wenden in functie van wat er vandaag gebeurt en van de oorlog in Oekraïne. De bedoeling is om het idee te verspreiden dat Rusland altijd al Oekraïne wilde vernietigen en dat vredesonderhandelingen bijgevolg onmogelijk zouden zijn.
Waar het Belgische parlement zo terughoudend is om zijn eigen (wetenschappelijk gedocumenteerde) koloniale misdaden te erkennen, is hier wel razendsnel om een beslissing te nemen die ingaat tegen het advies van alle wetenschappelijke deskundigen. Dat is niet ernstig. Het is niet omdat Poetin schaamteloos de geschiedenis herschrijft om zijn misdadige oorlog te rechtvaardigen, dat dat zou rechtvaardigen om hetzelfde te doen in het Belgische parlement.
Wij onthouden ons bij de stemming over deze resolutie omdat wij weliswaar de wens delen om de slachtoffers van de hongersnood te eren, maar niet willen deelnemen aan de herinterpretatie van de geschiedenis in het kader van hedendaagse gebeurtenissen. In die zin volgen wij het unanieme advies van de deskundigen.