Stap af van het prestatiesysteem: goed voor de gezondheid van ziekenhuis, patiënt én specialist
De financiële analyse van Belfius toont dat onze ziekenhuizen zonder de beloofde overheidscompensaties niet overeind blijven na de coronastorm. Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel, zei in Terzake: “Corona is een stresstest voor iets dat vooraf al niet meer functioneerde.”
Het is goed dat er opnieuw debat is over die diepe systeemfout in onze gezondheidszorg. De ziekenhuisfinanciering komt op dit moment maar voor 40 procent rechtstreeks van de overheid. Dat veel te krappe budget moeten de ziekenhuizen opkrikken met wat artsen aan honoraria en ereloonsupplementen afdragen. Een nodeloze omweg, want terugbetaalde honoraria komen uiteindelijk van diezelfde overheid. Dat brengt een resem tegenstrijdigheden mee.
Noppen legt de vinger op de wonde: in ons systeem is de belangrijkste drijfveer volume. Hoe meer de technologische apparatuur draait, hoe meer opbrengst voor de arts én voor het ziekenhuis. De patiënt betaalt drie keer: de zorgkwaliteit is niet optimaal, de factuur te duur en de sociale zekerheid loopt leeg door de terugbetaling van te veel prestaties. Zonder ereloonsupplementen wordt de ziekenhuisfactuur een pak minder angstaanjagend voor de patiënt. De stijgende kosten van groeiende premies voor hospitalisatieverzekeringen zouden opgelost worden.
In Terzake stelde minister van Volksgezondheid Vandenbroucke (sp.a) “dat we af moeten van de prestatiemachine die onze ziekenhuizen boven water houdt”. We hopen dat dat geen loze woorden blijven.
Aanslag
Want de prestatitis is niet alleen ongezond voor ziekenhuizen en patiënten, maar ook voor artsen zelf. In zijn boek De supersamenwerker beschreef Dirk Van Duppen hoe de van nature sociale mens gericht is op zorg voor anderen. Zo is het ook voor artsen: wat hen het diepst motiveert is in een goed team de beste zorg voor de patiënt leveren. Een systeem dat enkel steunt op financiële prikkels voor elke extra prestatie stimuleert niet. Het is net een aanslag op die sterk aanwezige intrinsieke motivatie. Het cynisme en het risico op burn-out onder artsen rukt zo op. Artsen willen graag de volksgezondheid bewaken. Laat hen de ruimte om op basis van hun wetenschappelijke kennis de gezondste beslissingen te nemen. Het zou de sociale zekerheid heel wat kosten besparen. Een motiverend gesprek kan soms veel waardevoller zijn dan nog een extra scan.
Draaien we de zaken even om. Van ‘Hoe halen we de meeste omzet uit zieke mensen?’ naar ‘Hoe houden we de mensen gezond?’ Willen we een alternatief financieringssysteem een kans geven, dan moeten we als maatschappij nadenken over wat we belangrijk vinden in ons gezondheidssysteem. Mensen gezond houden in plaats van ze te repareren als ze ziek zijn, kwaliteit, samenwerking tussen beroepen en instellingen, voldoende verzorgend personeel… Dat zijn de zaken die de coronacrisis ons leert.
Dat kan enkel met meer gebundelde financiering voor ziekenhuizen. Een enveloppe met geld voor hun werking, gebaseerd op het aantal en de kenmerken van de patiënten in de populatie die ze verzorgen. De drijfveer gaat zo van meer productie naar meer gezondheid. Een stap in die richting zou al kunnen deze legislatuur: geef bijvoorbeeld als wetenschappelijke proefproject enkele ziekenhuizen vijf jaar lang het budget van de voorbije jaren. Bestudeer wat dat aan kwaliteit opbrengt voor de artsen, het verzorgend personeel en patiënten. Voer daarmee het maatschappelijk debat.
Voor het werk van de artsen bestaan al concrete pistes: in de universitaire ziekenhuizen hebben artsen een vast loon, met volwaardige sociale bescherming en pensioenopbouw. Ons voorstel blijft eenvoudig: betaal artsen het fatsoenlijke salaris van universiteitsprofessoren. Tussen de 7.000 en 12.000 euro per maand naargelang ervaring en kwalificaties. Met extra’s voor bijkomende prestaties en kwaliteit. Dat schept de kans om artsen die meer intellectueel werk doen even goed te verlonen als artsen die met technologie werken. We willen dat alle specialiteiten aantrekkelijk zijn, want we hebben op alle fronten de beste artsen nodig. Die hervorming maakt dan weer middelen vrij voor meer verzorgend personeel. Minstens 10 procent van het budget in de zorg wordt ingezet op minder prioritaire zaken of inefficiëntie manieren. Volgens onze berekeningen kunnen we zonder prestatiesysteem jaarlijks minstens 500 miljoen euro besparen.
Laten we het systeem van de universitaire ziekenhuizen verder verankeren. Laten we dit coronamomentum aangrijpen om de sprong eindelijk te wagen.