Soedan: de dictatuur wankelt onder massaal volksprotest
De volksopstand in Soedan duurt nu al drie weken. Een maandenlange inflatie van 70% en vooral de verdriedubbeling van de broodprijzen, vormden de aanleiding van protest.
Het protest begon op 17 december in het Noord-Oostelijke steden Atbara en Port Sudan, breidde zich razendsnel uit over de meeste provinciesteden en bereikte ook de hoofdstad Khartoem. In Atbara werd het hoofdkwartier van de partij van dictator Bashir totaal afgebrand. Omar is een Belgische dokter van Soedanese afkomst. Zijn vader werd vermoord door het regime van Bashir, hij heeft nog dagelijks contact met familie en vrienden in Soedan. Hij vertelt ons dat er ook al in 2013 en in januari 2018 opstanden waren na prijsstijgingen voor brood en benzine. Maar deze keer is het veel massaler en gaat het verder dan protest tegen de prijsstijgingen. “De mensen zijn ervan overtuigd dat ditmaal de opstand moet leiden tot omverwerping van het regime, ondanks de bloedige repressie.” De Soedanezen willen geen regime meer bestaande uit militairen en moslimfundamentalisten, zegt hij nog.
Repressie maakte al 45 doden, een duizend gewonden
Meer dan 2.000 mensen werden aangehouden en dikwijls gemarteld. De Engelstalige nieuwssite Dabanga (www.dabangasudan.org/en ) meldde op 1 januari dat de nationale politievakbond zich distantieerde van de repressie. President Bashir had tijdens een vergadering met hogere politieofficieren openlijk opgeroepen om te schieten op de demonstranten. De politievakbond verwierp deze oproep als schandelijk. De Belgische dokter Omar bevestigt dat het leger en de politie zich afzijdig houden en dat de meeste slachtoffers vallen door scherpschutters van de veiligheidsdienst.
“Het regime is failliet”
Soedan is een groot, rijk en strategisch land. Er is veel goud, uranium en olie. En het land grenst aan de Rode Zee, wordt doorkruist door de Nijl en heeft Egypte, Libië, Tsjaad, de Centraal-Afrikaanse republiek, Zuid-Soedan, Ethiopië en Eritrea als buurlanden. Omar: “Sedert vele jaren willen de VS het land opsplitsen. Ze haalden een eerste grote overwinning in 2010 met de afscheiding van Zuid-Soedan. Darfoer met zijn belangrijke olie- en uraniumreserves is het volgende doelwit voor de VS. Special Forces van het Amerikaanse leger kwamen recent het land binnen.”
De Soedanese president Bashir overleefde een twintig jaar durend embargo van de VS, een internationaal aanhoudingsbevel voor oorlogsmisdaden en de afscheiding van Zuid-Soedan. In 2017 maakte Washington een einde aan zijn embargo. Volgens het Britse blad The Economist had vooral de CIA daarop aangedrongen. Soedan steunt immers Saudi-Arabië in de oorlog met Jemen. En de CIA opende een groot kantoor in de hoofdstad. De Europese regeringen onderhandelden dan weer met Khartoem over hulp om migratie uit Afrika af te remmen.
Maar de economische neergang van het land lijkt Bashir te nekken. “Het regime is failliet, zegt Omar, het voorbije jaar daalde de waarde van het Soedanese Pond met 85% tegenover de Amerikaanse dollar. De voorbije jaren kon Bashir zich nog enkel staande houden door staatseigendommen te verkopen. De regering verplichtte de handelaars hun geld op de bank te zetten en de banken zijn nu failliet. Nu is er ook geen geld meer in de staatskas en het Internationaal Monetair Fonds verplicht Khartoem de subsidiëring van broodmeel en olie te stoppen.”
“Scheuren in de machtsstructuur van Bashir”
De betogingen werden georganiseerd door een koepel van vakbonden. De Soedanese Communistische Partij streeft van bij het begin naar de omverwerping van het regime. Na een week sloot de artsenvakbond zich aan bij het protest. 57 hospitalen gingen in staking. Alleen de noodgevallen en de gewonden die vielen bij betogingen werden nog behandeld. Bij het begin van de derde week sloot ook de advocatenvakbond zich aan. Op kerstdag en nieuwjaarsavond vonden twee grote betogingen plaats in de hoofdstad Khartoem. Partijen die deel uitmaakten van de regeringscoalitie namen ontslag. De Financial Times schrijft op 30 december nog “tot nu toe steunden deze partijen de oproep voor de betogen niet. Ze zijn bezorgd voor de spontane en oncontroleerbare aard van het protest en de gevolgen van een mislukking of chaos.” Maar op 2 januari verklaarden deze partijen, samen met andere moslimpartijen die vroeger deelnamen aan de macht, dat Bashir moest verdwijnen en dat een overgangsregering verkiezingen zou moeten voorbereiden.
De Soedanese Communistische Partij reageerde onmiddellijk met een communiqué: “Dat politieke partijen en groeperingen die in het verleden deelnamen aan de schijndemocratie zich nu beginnen te distantiëren van de regering is het gevolg van de massabeweging. Deze scheurtjes in de machtsstructuur rond Bashir zijn een overwinning van het massaprotest”. Maar de partij waarschuwt ook voor “formele veranderingen die niet raken aan de essentie van het regime en die het parasitaire kapitalisme niet in vraag stellen”.
“Laat ons de beweging in de wijken en de werkplaatsen uitbreiden tot een volledige burgerlijke ongehoorzaamheid en een politieke staking. Tot de genadeslag en de omverwerping van het regime”, besluit de SCP.