“Sociale bescherming en veiligheid van onze havenarbeiders moeten op de eerste plaats staan”
Het Europees Hof van Justitie sprak zich vandaag in een arrest uit over het statuut van de Belgische havenarbeiders. En de uitspraak is enerzijds een goeie zaak, maar anderzijds ook zeer verontrustend, merkt PVDA-voorzitter Peter Mertens op.
“In het arrest is het Hof positief over het principe van erkende havenarbeid. Dat is een goede zaak, én een streep door de rekening van havenbaas Fernand Huts”, reageert PVDA-voorzitter en federaal volksvertegenwoordiger Peter Mertens. “Maar anderzijds veroordeelt het Europees Hof de rol die de vakbonden spelen in de organisatie van de havenarbeid. Dat is onrustwekkend.”
“Erkenning is een basisprincipe van de wet-Major. Bij een eerste analyse van het arrest lezen we dat het Europees Hof die verplichte erkenning van havenarbeid verenigbaar vindt met het Europees recht. Maar, er is een grote ‘maar’. Het Hof opent de deur voor de ‘uitholling’ van de wet-Major. De inspraak van de vakbonden in de erkenningsprocedure en het poolsysteem zijn twee andere basispijlers van de wet-Major. Het is problematisch dat die twee punten onder vuur liggen. Want als je de vakbondsinspraak en het poolsysteem zou weghalen, dan heb je geen wet-Major meer, maar een lege-doos-Major. En dan staat de deur toch open voor sociale dumping”, legt Mertens uit.
“Er gaapt een grote kloof tussen de liberale principes die het Europees Hof toepast en de realiteit op het terrein. Het huidig havenstatuut bewijst in de praktijk dat het de beste garantie biedt voor sociale bescherming, veilige werkomstandigheden én hoge productiviteit.”
“Wij zien statuten zoals de wet-Major als een dam tegen sociale dumping. In plaats van deze bescherming naar andere sectoren uit te breiden – de bouw, de transportsector, de luchthaven … – willen sommigen, zoals Fernand Huts, goedkope en laagbeschermde werkkrachten over heel de haven veralgemenen.”
Onze boodschap aan de regering is: “Wij moeten als één man achter de havenarbeiders staan. Hun sociale bescherming en de veiligheid moeten op de eerste plaats staan”, besluit Peter Mertens.