Regering bevestigt dat ze geen echte vermogensbelasting wil
In haar advies over de effectentaks stelt de Raad van State dat deze belasting niet de sterkste schouders viseert. Op het eerste zicht lijkt het advies bis van de Raad van State over de effectentaks vanuit juridisch oogpunt minder streng dan de kritieken op de originele versie van de regering Michel, maar het betekent toch een politieke klap. "De effectentaks is een taks zonder effect", zegt PVDA-voorzitter Peter Mertens.
"In haar antwoord aan de Raad van State was de regering verplicht om officieel te verklaren dat het niet haar bedoeling is om grote fortuinen te belasten", legt Mertens uit. De linkse partij wees van meet af aan dat het uitsluiten van aandelen op naam er voor zorgde dat de rijksten zich aan deze belasting kunnen onttrekken. "Dit toont aan dat de effectentaks een zeer complexe symbolische belasting is die zijn doel niet bereikt. In zekere zin is de best mogelijke reclame voor een echte miljonairstaks die de grote miljardairs treft en tot 8 miljard euro zou kunnen opleveren voor sociale investeringen", aldus Mertens.
"De Raad van State wijst erop dat de effectentaks bis geen belasting is die de sterkste schouders viseert", gaat Mertens verder. “En de regering zelf moet dat toegeven. Een dergelijke vaststelling zou de zeer rechtse regering Michel maar een beetje hebben doen wankelen, maar ze is toch wel heel scherp voor de groene en socialistische partijen die deel uitmaken van de Vivaldi-regering en verklaarden van een belasting op grote fortuinen een prioriteit te willen maken. De Raad van State is het juridisch gezien eens met de politieke kritiek van de PVDA. Alle in het advies opgesomde tegenstrijdigheden komen voort uit de grote kloof tussen de feitelijke inhoud van de maatregel en het etiket dat de regering daarop probeerde te plakken."
Volgens de PVDA brengt deze taks zo goed als niets op in vergelijking met de federale belastingen (ze brengt ongeveer 400 miljoen euro op, nauwelijks 0,36% van de belastinginkomsten), en ze laat vooral de grootste fortuinen - de echt sterke schouders - ontsnappen omdat die hun financiële vermogen niet via effectenrekeningen maar via aandelen op naam aanhouden.
De taks op de effectenrekeningen van de regering Michel had die aandelen op naam al uitgesloten, en dat was een van de redenen waarom het Grondwettelijk Hof haar vernietigde. "Daarom", zegt Mertens, "fabriceerde de Vivaldi-regering een juridisch kluwen om te voorkomen dat de uitsluiting van aandelen op naam zou worden afgewezen. Maar ze zorgde zo voor een reeks tegenstrijdigheden die door de Raad van State worden bekritiseerd. Kritieken die de regering ertoe dwingen om zelf toe te geven dat de effectentaks geen belasting op de sterkste schouders is".
De Raad van State heeft de regering immers vragen gesteld over de uitsluiting van aandelen op naam. Zij antwoordde: "Bij de invoering van een taks op effectenrekeningen is het logisch om enkel de financiële instrumenten aangehouden op dergelijke rekeningen te viseren. Wanneer aandelen op naam zouden worden meegenomen, dan zou de verplichting ontstaan om elke andere vermogenscomponent te onderwerpen aan de taks, en zou de wetgever er onrechtstreeks toe worden gedwongen om een algemene vermogensbelasting in te voeren, wat volledig haaks staat op de intentie van de indieners van het voorliggende ontwerp. "
De regering antwoordt in dezelfde zin: "Een taks die rekening zou houden met de draagkracht zou zoals steeds een progressief tarief kennen dat toeneemt met de omvang van het op een effectenrekening aangehouden vermogen, wat hier duidelijk niet het geval is. (...) Er is geen enkele verwijzing naar, noch intentie tot, een heffing op de waarde van door personen of entiteiten aangehouden gehele (roerend) vermogen.
"De Raad van State is daarom van mening dat de passages waarin sprake is van een taks die de personen met de grootste draagkracht viseert uit de toelichting van het wetsontwerp moeten worden gehaald.
De keuze van de regering om geen belasting op de sterkste schouders te heffen, leidt tot een reeks tegenstrijdigheden, waaronder:
• de drempel van 1 miljoen euro is niet gerechtvaardigd;
• aangezien het geen vermogensbelasting is, staat niets in de weg dat men zijn effectenrekening opsplitst in verschillende effectenrekeningen met een waarde van minder dan een miljoen euro;
• de antimisbruikbepaling is veel te ruim gedefinieerd voor een eenvoudig abonnementstaks.
Voor Mertens "blijft er achter de juridische kunstgrepen van deze abonnementstaks op effectenrekeningen en alle complicaties die ze veroorzaken, politiek gezien een fundamentele discriminatie bestaan omdat de grootste fortuinen aan deze heffing ontsnappen. Dit alles voor een begrotingsopbrengst dat nauwelijks 0,36% van de door de federale overheid geïnde belastinginkomsten Dit discriminerende kluwen is eigenlijk reclame voor onze miljonairstaks: een echte belasting op alle elementen van het vermogen, die echt de rijksten viseert, met een opbrengst van 8 miljard euro, die helemaal niet symbolisch is en waarmee we een echt sociaal beleid kunnen financieren".