PVDA vraagt dat Planbureau miljonairstaks toch berekent
Acht op de tien mensen zijn voor een miljonairstaks. Toch zegt het Planbureau niet in staat te zijn om deze pijler uit het PVDA-programma te berekenen. De PVDA vraagt dat het Planbureau zijn simulatiemodel op punt stelt zodat de impact van deze maatregel voor rechtvaardige fiscaliteit toch kan berekend worden. “Er zijn voldoende studies en cijfers over de grote vermogens beschikbaar”, zegt PVDA-voorzitter Peter Mertens. “De regering geeft het Planbureau de opdracht om de programma’s door te rekenen, maar blijkbaar geldt dat alleen voor verkiezingsvoorstellen die braaf binnen de lijntjes kleuren, niet voor de miljonairstaks van de PVDA.”
Alle partijen moesten delen uit hun verkiezingsprogramma voorleggen aan het Planbureau voor een becijferde evaluatie. Dat is een nieuwigheid die wordt ingevoerd door een wet uit 2014 die eind 2018 geconcretiseerd werd. De PVDA legde onder meer de miljonairstaks voor. Maar het Planbureau acht zich niet in staat die te berekenen.
Een kwestie van politieke wil
Vooreerst stelt het Planbureau dat het onze berekening niet kan verifiëren op basis van de gegevens waarover het beschikt. Nochtans zijn er meer dan genoeg officiële cijfers en wetenschappelijke studies over vermogens en vermogensfiscaliteit. Zo stelt professor Paul De Grauwe dat een miljonairstaks 11 miljard euro zou opbrengen. Wij zijn voorzichtiger en schatten dat de opbrengst op 8 miljard euro, en dat op basis van verschillende studies (Verduyn, Vuchelen, Piketty ...).
Een van de redenen die wordt aangehaald is het ontbreken van een vermogenskadaster. Maar ook al is er daardoor geen exact zicht op de verdeling van de vermogens in ons land, er zijn voldoende wetenschappelijke studies beschikbaar om verschillende scenario’s door te rekenen. Ook voormalig gouverneur van de Nationale Bank, Luc Coene, verklaarde destijds dat het ontbreken van een kadaster helemaal geen technisch probleem vormt: “Veel van die gegevens zoals immobiliën en financiële activa zijn nu al bekend bij diverse overheidsdiensten. Technisch gezien is het met de huidige IT niet moeilijk om die gegevens samen te brengen.”
Het Planbureau beweert dat er geen macro-economisch model is, geen software om de impact van zo’n maatregel op de koopkracht en de werkgelegenheidsgraad te berekenen. “Absurd”, zegt PVDA-voorzitter Peter Mertens. “De modellen van het Planbureau kunnen wél de impact berekenen van maatregelen die de bevolking treffen, zoals de verlaging van de werkgeversbijdragen, de verhoging van de btw, de verhoging van de flexibiliteit, of rekeningrijden. Maar de opbrengst van de miljonairstaks zou onmogelijk te berekenen zijn? Dat is een kwestie van politieke wil.”
“De regering moet garanderen dat het Planbureau als onafhankelijke instelling economische modellen kan ontwikkelen die alle verkiezingsvoorstellen kunnen berekenen, ook vernieuwende voorstellen als de miljonairstaks die buiten het neoliberale kader vallen. Er is een democratisch probleem als je programmapunten van partijen als de PVDA die een andere koers willen varen op voorhand uitsluit”, stelt Peter Mertens. “Wij eisen dat nog voor de verkiezingen de modellen op punt worden gesteld, zodat de impact van deze maatregel voor rechtvaardige fiscaliteit kan berekend worden.”
Eerlijke en rechtvaardige belastingen beginnen met een miljonairstaks
De inkomensongelijkheid in ons land is enorm, maar de vermogensongelijkheid is nog groter. Iemand als AB InBev-aandeelhouder Alexandre Van Damme bezit een vermogen van 17,3 miljard euro. Dat kun je toch alleen maar als abnormaal hoog beschouwen? Een gemiddelde werknemer zou er 6.580 eeuwen over doen om met zijn loon dat bedrag bijeen te sparen.
Grote vermogens zoals dat van Alexandre Van Damme worden echter niet belast.
Daarom willen de miljonairstaks invoeren als een manier om belastingen rechtvaardiger te maken. De miljonairstaks wordt geheven op de vermogens boven de één miljoen euro, iets wat ook professor Paul De Grauwe voorstelt, met een vrijstelling voor de eigen woning en een vrijstelling voor het beroepsvermogen (beide tot 500.000 euro). De tarieven zijn eenvoudig: 1% boven 1 miljoen euro, 2% boven 2 miljoen euro en 3% boven 3 miljoen euro.
“We vinden het belasten van de superrijken een logisch alternatief voor het bezuinigingsbeleid. Een “miljonairstaks” raakt slechts een kleine minderheid van de bevolking, maar heeft toch een grote opbrengst omdat de grootste rijkdom in handen is van een kleine groep mensen: de rijkste 1% van de Belgische bevolking bezit even veel als de minst rijke 60%. We schatten dat deze taks acht miljard euro per jaar kan opleveren. Dat geld kunnen we gebruiken voor openbare ecologische en sociale investeringsprojecten, voor een verhoging van de pensioenen en voor de herfinanciering van openbaar onderwijs en onderzoek”, zegt Peter Mertens.
De berekening van PVDA: een miljonairstaks kan minstens 8 miljard per jaar opleveren
Er bestaat in ons land geen vermogensregister maar we kunnen toch berekenen wat zo’n miljonairstaks zou opleveren, op basis van de totale huidige rijkdom en schattingen van de verdeling ervan over de bevolking (verdeeld in percentielen). Deze schattingen uit het verleden zijn nog zeer voorzichtig, aangezien de vermogensongelijkheid de voorbije jaren is toegenomen, zoals blijkt uit de studies van professor Piketty. Door onze berekening aan te passen aan de meest recente schattingen van het totale vermogen van de Belgische gezinnen (2.500 miljard euro) komen we uit op een opbrengst van 13,5 miljard euro, uitgaande van de veronderstelling dat de vrijstellingen voor woningen (500.000 euro) en bedrijfsvermogens (500.000 euro) volledig worden benut, wat in de praktijk betekent dat alleen vermogens van meer dan 2 miljoen euro in aanmerking worden genomen. Uit voorzorg gaan we uit van een effectieve opbrengst van 8 miljard euro (wat overeenkomt met de schattingen van professor Thomas Piketty in andere buurlanden van België).
De miljonairstaks geldt slechts voor de 98, 99 en 100 percentielen, dat wil zeggen de 3% rijkste gezinnen. Maar het is vooral het 100-percentiel (de rijkste 1%, of 47.000 gezinnen in België) dat met 84% bijdraagt tot de belasting. Het 99-percentiel draagt 13% bij en het 98-percentiel 3%.