PVDA stelt zich vragen bij hoog aantal commerciële ouderenvoorzieningen onder verhoogd toezicht
Bijna alle woonzorgcentra die onder verhoogd toezicht van de Vlaamse overheid staan, zijn in handen van een commerciële speler. Dat blijkt uit cijfers die de PVDA opvroeg. “12 van de 13 voorzieningen die onder verhoogd toezicht staan, na het veelvuldig overtreden van de regelgeving, worden uitgebaat door een commerciële eigenaar. Het is duidelijk dat er meer problemen opduiken bij commerciële woonzorgcentra”, reageert Lise Vandecasteele, Vlaams volksvertegenwoordiger voor PVDA.
In 2019 besliste toenmalig minister van Welzijn Jo Vandeurzen om ouderenvoorzieningen die de regelgeving overtreden, grondiger te controleren met gerichte inspecties. “In meerdere voorzieningen die op de lijst staan, werd in het verleden al geprotesteerd door het personeel en de bewoners tegen de onderbezetting of gebrekkige infrastructuur, vaak zonder gevolg”, zegt Vandecasteele.
“Verschillende voorzieningen kwamen zo nog extra in de problemen tijdens de coronacrisis. In drie van de woonzorgcentra die op de lijst staan moest bijvoorbeeld een crisismanager worden aangesteld omdat ze de verspreiding van het virus er niet onder controle kregen.”
Sinds de invoering van het verhoogd toezicht zijn het voornamelijk commerciële voorzieningen die de lijst halen, en bijna nooit openbare. Het gaat om in totaal om 1 openbare instelling, 21 vzw's en 71 commerciële instellingen.
“We kunnen er toch niet blind voor zijn dat het keer op keer vooral commerciële woonzorgcentra zijn die onder verhoogd toezicht worden gezet. Er blijkt een verband te zijn tussen de eigendomsstructuur en het optreden van ernstige gebreken”, gaat Vandecasteele verder. “Er is al lang de kritiek over het maken van winst op zorg en de vrees dat dat een invloed heeft op de kwaliteit. Tot vandaag is er nog geen werk gemaakt van de financiële transparantie bij commerciële woonzorgcentra, ondanks de belofte van minister Beke. Waarop wordt er winst gemaakt?”
“De voorzieningen die op de lijst staan zijn gelukkig uitzonderingen, het is niet zo dat in alle commerciële voorzieningen de regelgeving wordt overtreden. Maar dit is wel een zoveelste teken aan de wand dat we niet mogen negeren”, besluit Vandecasteele.