PVDA kraakt ziekenhuisfactuur met verbod op ereloonsupplementen
Ereloonsupplementen zijn de belangrijkste reden waarom zieken in een schuldenspiraal terecht komen. De PVDA eist een algemeen verbod op ereloonsupplementen. Dat is goed voor de portefeuille van heel veel mensen én voor de financiering van de sociale zekerheid. Het is een van de opvallendste voorstellen in het verkiezingsprogramma dat de linkse partij zondag 24 februari bekendmaakt.
Neem nu Jef. Jef is 64 jaar en wordt met spoed opgenomen voor een hartoperatie. Hij betaalt uit eigen zak 5.250 euro aan ereloonsupplementen op een totaalbedrag van 10.500 euro. Zijn hospitalisatieverzekering dekt de andere helft. Onbetaalbaar met een klein pensioen en zonder spaargeld.
Of Annie. Ze is 84 jaar en en heeft wat hartproblemen. De cardioloog wou voor de zekerheid toch een filmpje van haar kransslagaders. Annie koos voor die ene nacht voor een eenpersoonskamer. Bij haar laatste ziekenhuisopname werd ze de hele nacht wakker gehouden door een persoon naast haar. Vorige week krijgt ze de factuur voor deze nacht opname: 1.850 euro uit eigen zak te betalen, het ereloonsupplement dat de cardioloog vraagt. Annie had geen hospitalisatieverzekering.
Jef en Annie zijn niet alleen. Er zijn tienduizenden patiënten die in het ziekenhuis meer dan 5.000 euro extra betalen, omdat dure specialisten absurde ereloonsupplementen aanrekenen.
Die supplementen zijn de belangrijkste reden waarom zieken vandaag in een schuldenspiraal terecht komen. Er zijn reeds maatregelen genomen om de kwaal van supplementen in te tomen zoals het verbod op ereloonsupplementen voor patiënten in een gemeenschappelijke kamer. Maar ieder jaar laat de ziekenhuisbarometer van ziekenfonds CM zien dat het volume aan ereloonsupplementen blijft stijgen.
“Wij willen stoppen met die absurde ereloonsupplementen. Dat is een win-win-model. Ten eerste voor de patiënten. Ten tweede maakt het de dure hospitalisatieverzekeringen voor heel wat mensen overbodig. Ten derde kan je het uitgespaarde geld opnieuw investeren in een goede financiering voor de ziekenhuizen”, zegt PVDA-voorzitter Peter Mertens.
Ziek zijn mag niet arm maken
Die maatregel betekent voor alle patiënten in België samen een jaarlijkse minkost van ongeveer 600 miljoen euro. Gedaan met de absurde opleg van 5.250 euro die Jef moest betalen uit eigen zak. Gedaan ook met de 1.850 euro die Annie moest betalen.
Het verbod op ereloonsupplementen zal voor miljoenen mensen ook de kost van de private hospitalisatieverzekeringen drastisch doen dalen. Want een groot deel van de kost voor privéverzekeringen dient om ereloonsupplementen te betalen. Alle patiënten samen betalen jaarlijks 1 miljard aan privéverzekeringen en, via hun werkgever, nog eens 700 miljoen aan groepsverzekeringen.
De ereloonsupplementen en het huidige systeem van betaling per prestatie brengen een perverse vicieuze cirkel op gang van alsmaar meer onderzoeken en prestaties door de specialist, “want de privéverzekering betaalt het toch terug”, met steeds hogere supplementen. En met als gevolg ook steeds hogere verzekeringspremies én een geneeskunde met twee snelheden.
“Ziek binnengaan, arm buitengaan, dat kan niet de bedoeling van een ziekenhuis zijn. Wij verzetten ons tegen limousinegeneeskunde voor wie dure hospitalisatieverzekeringen kan betalen en oude fietsgeneeskunde voor de rest. Wij willen geen gezondheidszorg met twee snelheden, een voor arme mensen en een voor de rijken”, zegt Peter Mertens.
Waarom verdienen sommige specialisten meer dan de eerste minister?
Het is niet normaal dat een heel klein groepje specialisten meer verdient dan de premier in dit land. Nu bedraagt het netto belastbaar inkomen van die topverdieners meer dan 400.000 euro, tot zelfs één miljoen euro per jaar. Dat is in bepaalde gevallen meer dan drie keer het loon van de eerste minister (290.000 euro bruto per jaar).
De PVDA wil het inkomen van die 10 procent absolute grootverdieners (ongeveer 2.000 specialisten op een totaal van 20.000) aftoppen tot maximaal het netto belastbaar inkomen van de eerste minister.
Er zijn ook te grote verschillen tussen de specialisaties. Specialisten die vooral technische onderzoeken doen, verdienen veel meer dan degenen die meer met mensen werken, zoals de pediaters. Er zijn specialisten die drie tot vijf keer meer verdienen dan hun collega’s in andere disciplines.
Wat stellen wij voor? Wij willen dat die specialisten minimaal het salaris van een universiteitsprofessor krijgen. Maar, wij willen ook een maximum dat overeenkomt met het loon van de eerste minister. De professor-grens als minimum, de premier-grens als maximum, dat is wat wij voorstellen. En dat brengt de ziekteverzekering 700 miljoen euro op.
Zo’n systeem bestaat al in Noorwegen. De artsen hoeven er zich niet bezig te houden met het opvoeren van prestaties of het aanrekenen van supplementen, noch met het runnen van een bvba of een nv om hun inkomen te “optimaliseren”. Dan valt de verleiding van “prestatitis” op de kap van de ziekteverzekering en de “supplementitis” op de kap van de patiënt weg. Bovenop de drastische daling van de factuur voor tienduizenden patiënten per jaar besparen we zo maar liefst 1 miljard euro in de ziekteverzekering. Dat geld investeren we rechtstreeks in de zorg. Prioriteit moet gaan naar de verpleegkundigen. Zodat het verplegend personeel de ruimte heeft om patiënten de zorg te geven die ze verdienen.
Ons stappenplan voor het kraken van de ziekenhuisfactuur en voor betaalbare en kwaliteitsvolle ziekenhuiszorg
1. We schaffen de ereloonsupplementen volledig af. Alle artsen volgen de afgesproken tarieven. Dat betekent een onmiddellijke besparing voor de patiënt (563 miljoen aan ereloonsupplementen in 2017) en maakt ook dure hospitalisatieverzekeringen zo goed als overbodig.
2. We maken een einde aan absurde specialistenlonen. We betalen alle specialisten een fatsoenlijk vast inkomen, zoals nu al gebeurt in de universitaire ziekenhuizen. Zelfs met een netto belastbaar loon van gemiddeld 180.000 euro levert dit de overheid een besparing van 700 miljoen euro op.
3. We maken een einde aan de “prestatitis”. Vandaag worden artsen per prestatie betaald, wat overconsumptie sterk stimuleert. We zien dit bij de knieoperaties, maagonderzoeken of CT-scans. Door de arts een vast loon te betalen valt de financiële stimulans voor prestatitis weg. De artsen kunnen zich weer volledig concentreren op waar ze goed in zijn: de zorg voor de patiënt. Deze hervorming brengt de overheid een besparing op van meer dan 300 miljoen euro.
4. De 1 miljard euro die de overheid bespaart, investeren we rechtstreeks in de zorg. Prioriteit moet gaan naar de verpleegkundigen. Werklast en onderbezetting zijn op veel diensten een ernstig probleem. In België zijn er 11 bedden per verpleegkundige, in de rest van Europa is dat gemiddeld slechts 8,3. Wij investeren de vrijgekomen middelen om deze achterstand weg te werken en het verplegend personeel de ruimte te geven om hun patiënten de zorg te geven die ze verdienen. Met die 1 miljard euro besparing bij de amper 2.000 buitensporige grootverdieners kun je 20.000 ziekenhuisverpleegkundigen aanwerven. De werkdruk kan dan met een derde omlaag, de persoonlijke zorg en aandacht voor de patiënt met een derde omhoog.