PVDA hekelt dure deals van Belgische spoorwegen met belastingparadijzen
De PVDA reageert scherp op het artikel dat vanochtend in de pers verscheen, waarin staat dat een groot deel van de Belgische spoorwegen in handen zou zijn van ondoorzichtige trusts in Delaware, een belastingparadijs in de Verenigde Staten.
Peter Mertens, federaal PVDA-volksvertegenwoordiger: “We krijgen vaak te horen dat er geen geld is om meer treinen te laten rijden, om meer personeel aan te werven, om onze stations en sporen te renoveren, of om de reizigers hogere kwaliteit aan te bieden. Maar blijkbaar vloeit er heel veel geld naar een belastingparadijs... Dat is onaanvaardbaar. Jarenlang verkochten de Belgische spoorwegen hun eigendommen aan buitenlandse ondernemingen, om ze dan vervolgens meteen van hen terug te huren. Op korte termijn levert dat misschien cash op voor de NMBS, maar op lange termijn kost dat het spoorbedrijf én de Belgische economie veel meer. Voor de Belgische staat en voor de reizigers is het een lose-lose-operatie. Dit financiële pakket zou in totaal goed zijn voor 1,1 miljard euro van de schuldenlast van de NMBS. Dat is een derde van de totale historische schuld van de NMBS. Is dat het goede beheer van overheidsgeld waar de regering zo hoog mee oploopt?”
“Ook de ondoorzichtigheid van deze transacties is onaanvaardbaar”, vervolgt de PVDA-volksvertegenwoordiger. Hij zal minister van Mobiliteit Gilkinet vanmiddag in de Kamer interpelleren. “Hoe kan men verantwoorden dat een overheidsbedrijf, zoals NMBS Holding destijds was, financiële constructies in een belastingparadijs opzet? Vandaag zijn de NMBS en Infrabel (die in de plaats zijn gekomen van de NMBS-Holding) overheidsbedrijven: Zij moeten verantwoording afleggen aan de bevolking, een openbare dienst zijn voor gebruikers en geen geldmachine voor financiële fondsen.”
De vragen die in het onderzoek van Le Vif worden gesteld, moeten zo snel mogelijk worden beantwoord: Hoe staan de zaken er vandaag voor? Hoeveel treinen, stations en sporen zijn in handen van trusts of andere buitenlandse investeerders? En welke? Hoeveel hebben deze leasingcontracten de Belgische belastingbetaler gekost? Wat zijn de mogelijkheden om de treinen, stations en spoorlijnen die eigendom zijn van deze leasemaatschappijen zo spoedig mogelijk weer volledig in eigen handen te krijgen?
En als Georges Gilkinet belooft dit tot op de bodem uit te zoeken, kan hij beginnen met zijn partijgenote Isabelle Durant vragen te stellen. Zij was destijds als minister bevoegd voor de NMBS toen de laatste (gekende) leasingcontracten werden ondertekend.