PVDA, Groen en Sp.a verhinderen met motie goedkeuring decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk
Linkse oppositiepartij PVDA dient vandaag samen met Groen en sp.a een motie in tegen het voorstel van decreet over het sociaal-cultureel volwassenenwerk en om de goedkeuring van het nieuw decreet rond volwassenenwerk te verhinderen. Ze doet dat op basis van de alarmbelprocedure voorzien in artikel 73 van het reglement van het Vlaams Parlement, dat elke discriminatie ‘om ideologische en filosofische redenen’ verbiedt. De motie moet nu door het college van parlementsvoorzitters ontvankelijk verklaard worden en daarna door Kamer en Senaat ten gronde behandeld worden voor de bespreking in het Vlaams parlement kan verder gezet worden. De goedkeuring van dit decreet voor 1 december wordt bijgevolg onmogelijk.
Het nieuwe decreet voor sociaal-cultureel volwassenenwerk deed al veel stof opwaaien. Niet alleen bevat het een nieuw beoordelingscriterium dat het ‘terugplooien op etnisch-culturele afkomst’, ook verschuift de eindbeslissing over het toekennen van subsidies van een onafhankelijke commissie naar de regering. Net dat grijpt de PVDA aan om samen met Groen en sp.a het decreet aan te vechten. Daarvoor haalt ze een nieuw wapen uit het reglement van het Vlaams parlement uit de kast: artikel 73. Dat voorziet dat volksvertegenwoordigers een motie kunnen indienen wanneer ze discriminatie op basis van ideologische en filosofische redenen vrezen. Nu moet er over de motie vergaderd worden in de Kamer en de Senaat, dat staat vastgelegd in de wet van 1971. Het snel doorduwen van dit decreet, voor de nieuwe subsidie-dossiers ingediend worden, zal naar alle waarschijnlijkheid niet lukken.
Deur wagenwijd open voor willekeur
“Volgens het nieuwe decreet kan de Vlaamse regering voortaan ‘gemotiveerd’ van het advies van de beoordelingscommissie afwijken bij de toekenning van subsidies aan sociaal-culturele organisaties”, zegt Jos D’Haese, fractievoorzitter van de PVDA in het Vlaams Parlement. “Maar nergens wordt duidelijk gemaakt op basis waarván men gemotiveerd afwijkt. Een regering met een bepaalde filosofie en ideologie zou dus beslissen over dossiers van organisaties met een andere filosofie of ideologie. Dat is niet neutraal. Beoordelingscommissies zijn wel neutraal, onafhankelijk en pluralistisch, een regering niet. Zo zet men de deur wagenwijd open naar discriminatie omwille van ideologische en filosofische redenen zoals bedoeld in artikel 73.”
Dat blijkt volgens de PVDA ook uit de verklaringen van de indieners van het decreet. “Karin Brouwers van CD&V zegt letterlijk dat de “organisaties die de CD&V een warm hart toedraagt” niets te vrezen hebben”, zegt Tom De Meester, Vlaams parlementslid voor PVDA. “Van Stephanie D’Hose van Open VLD horen we dan weer dat ze wil ingaan tegen grote organisaties die “too big to fail” zijn.” Het decreet is nog niet goedgekeurd, of de meerderheidspartijen beginnen al met de duimopsteking.”
Wat is maatschappelijk relevant?
“Deze regering wil blijkbaar zelf beslissen welke organisaties relevant zijn en welke niet”. “Dat is een aanfluiting van het cultuurpact en onze grondwet”. De meerderheid is daar zelf zeer duidelijk over, volgens de PVDA. "Sociaal-culturele organisaties kunnen niet in de plaats treden van de politiek. Sommigen willen dat, maar dat gaat niet. Zij kunnen bondgenoten zijn, ze kunnen een aantal zaken realiseren, maar ze kunnen niet in de plaats treden van de politiek”, zegt Meremans (N-VA) in commissie. “Voor de regering ben je dus maatschappelijk relevant als je een bondgenoot van de regering bent, kritische meningen moeten uitgebannen worden en het middenveld mag niet tegenspreken”.
Politieke willekeur
Ook andere elementen van het nieuwe decreet zijn volgens de PVDA in strijd met het non-discriminatieprincipe, dat in de Grondwet en het Cultuurpact is ingebouwd. “Bij de beoordeling van sociaal-culturele organisaties moet vanaf nu rekening gehouden worden met een aantal ‘waarden’”, zegt Tom De Meester. “Maar wat zo’n waarde juist is wordt niet gedefinieerd, en de lijst die wordt toegevoegd is niet exhaustief. Het staat de regering blijkbaar vrij om daar naar believen zaken aan toe te voegen. Terwijl dat net bij uitstek vertrekt van een ideologische en filosofische basis en dus mogelijk discriminatie inhoudt voor mensen met een andere ideologie of filosofie.” De PVDA vreest bovendien dat het niet duidelijk afbakenen van de criteria ertoe kan leiden dat elke regering grondbeginselen op de eigen manier zal interpreteren. “Zelfs als deze regering niet van plan is om te discrimineren zet ze de deur open voor een volgende regering om dat wél te doen”, zegt Tom De Meester.
Decreet viseert bruggenbouwers
De PVDA vindt verder dat ook dat het ontzeggen van subsidies aan organisaties die zich “terugplooien op de etnisch-culturele identiteit” een problematische passage is. “Nergens wordt duidelijk gemaakt wat men onder ‘terugplooien’ begrijpt”, zegt D’Haese. “Op deze manier kan dit decreet gemakkelijk misbruikt worden om bepaalde bevolkingsgroepen of gemeenschappen te viseren bij het toekennen van subsidies”. De PVDA wijst er trouwens op dat in het huidige decreet in artikel 10 reeds expliciet gesteld wordt dat organisaties die een werking ontplooien voor een kansengroep, ook keuzes moeten maken om hun werking
te verbreden naar gemeenschappen, doelgroepen of het brede publiek. “Dat halen de indieners trouwens zélf ook aan. Dat maakt duidelijk dat het de indieners helemaal niet om gemeenschapsvorming te doen is”, zegt D’Haese”, maar om bepaalde gemeenschappen te viseren.”
“Een decreet moet, in de geest van het Cultuurpact, de wet van 1971, het Reglement van het Vlaams Parlement en de Grondwet, actief discriminatie verhinderen, en grendels inbouwen”, besluit D’Haese. “Dat is ook waar de Strategische Adviesraad Cultuur in haar spoedadvies naar verwijst. Dit decreet doet dat niet, integendeel: het zet de deur open naar willekeur en discriminatie. Daarom roepen wij artikel 73 van het reglement in. We hopen dat de parlementsvoorzitters die motie ontvankelijk verklaren, zodat we een echt debat kunnen hebben over het sociaal-cultureel volwassenenwerk, in plaats van dit decreet op een ongeziene manier door het parlement te jagen.”
Huidig decreet blijft van kracht
Na indiening van de motie moet de voorzitter van het Vlaams parlement, Liesbeth Homans, de voorzitters van de Senaat, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en het parlement van de Franse gemeenschap samenroepen om de motie ontvankelijk te verklaren. Vervolgens moeten zowel de Kamer als de Senaat zich over de kwestie uitspreken na een bespreking. Het is dus niet mogelijk om de wijzigingen aan het huidige decreet voor 1 december door te voeren zoals voorzien. Het huidige decreet zal dus onverminderd van kracht blijven voor de nieuwe subsidie-aanvragen van sociaal-culturele organisaties, aangezien al op 31 december de nieuwe subsidie-dossiers moeten ingediend zijn.