PVDA dient wetsvoorstel in om biobrandstoffen aan banden te leggen
Deze namiddag is in het federaal parlement de bespreking gestart van het PVDA-wetsvoorstel om het gebruik van biobrandstoffen aan banden te leggen. Momenteel vult België zijn hele doelstelling voor hernieuwbare energie in transport met biobrandstoffen in. Nochtans hebben gespecialiseerde ngo’s (1) uitgebreid aangetoond dat biobrandstoffen over hun hele levenscyclus meer uitstoten dan gewone diesel en benzine. Doordat België bij wet een groot minimaal gebruik van biobrandstoffen oplegt, kan deze vervuilende sector blijven groeien en winst maken met het vernietigen van de planeet. Biobrandstoffen zorgen ervoor dat België bijna geen inspanningen doet om zijn transport op andere manieren echt te verduurzamen.
Indiener van het wetsvoorstel Thierry Warmoes (PVDA) legt uit: “Biobrandstoffen werden lang voorgesteld als dé oplossing om de uitstoot van ons transport terug te dringen. Als je rijdt met biobrandstoffen van de eerste generatie - dat zijn de biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen - stoot je daarmee op papier geen CO2 uit. De achterliggende redenering is dat de CO2 die bij verbranding vrijkomt, kort daarvoor uit de lucht is gehaald tijdens het groeiproces van de planten waarvan de biobrandstoffen gemaakt zijn.”
Maar dat is niet het volledige plaatje. Als we kijken naar de hele productieketen van eerstegeneratiebiobrandstoffen, dan is hun uitstoot een veelvoud van die van de diesel en benzine die ze moeten vervangen. Dat komt omdat biobrandstoffen gepaard gaan met directe of indirecte ontbossing voor de teelt van de grondstoffen. Daarnaast brengt de teelt en verwerking daarvan veel emissies met zich mee. Tot slot is de productieketen van biobrandstoffen vaak zeer geglobaliseerd en zorgt het transport daarbinnen ook voor CO2-uitstoot. Daarover bestaat een internationale wetenschappelijke consensus.
“Bovendien zorgen biobrandstoffen er paradoxaal genoeg voor dat men blijft vasthangen aan fossiele brandstoffen”, vervolgt Thierry Warmoes. “Motoren die op zuivere biobrandstof kunnen rijden, zijn nog haast onbestaande. De verbrandingsmotoren die nu courant zijn, kunnen slechts motorbrandstof aan die voor maximaal 5, 7 of 10% uit biobrandstof bestaat.(2) Dat betekent dat je in alle gevallen nog minstens 90% fossiele brandstof nodig hebt. Het is niet voor niets dat de Totals van deze wereld nu massaal op biobrandstoffen springen om hun portfolio zogezegd te verduurzamen. Biobrandstoffen bieden hen de garantie dat hun markt voor fossiele motorbrandstoffen blijft bestaan.”
Warmoes gaat verder: “Het biobrandstoffenbeleid in België en Europa is tot stand gekomen door een gevaarlijke cocktail aan lobbybelangen. Er is het winststreven van Big Oil en Big Food. (Biobrandstoffen zijn voor die laatste een extra productielijn voor de verwerking van landbouwgewassen.) En er is de onwil van de regeringen om het transportsysteem werkelijk te verduurzamen. Dat verklaart ook de hoge en stijgende wettelijke bijmengverplichting van biobrandstoffen in ons land. Hoe meer België inzet op biobrandstoffen, hoe minder het moet investeren in een duurzaam en performant openbaar vervoer als alternatief voor automobiliteit of een goed uitgebouwd spoornet om vrachtwagens van de weg te halen. België kan nu louter met biobrandstoffen voldoen aan zijn EU-doelstelling voor hernieuwbare energie in transport.”
“Dat soort contraproductief beleid moet onmiddellijk stoppen”, stelt Thierry Warmoes. “Daarom hebben wij een wetsvoorstel ingediend om het Belgische gebruik van biobrandstoffen in transport te beperken tot het minimum dat de EU oplegt. Onder die minimale EU-verplichting kunnen we nu nog niet uit. We pleiten er wel voor dat België een afschaffing van die verplichting verdedigt bij de herziening van de EU-richtlijn in kwestie.”
1. Zie onder meer Evaluatie van het Belgische biobrandstoffenbeleid n° 3, september 2019
2. Dat wordt gereflecteerd in de namen van die brandstoffen. Benzine E5 en E10 kunnen respectievelijk maximaal 5 en 10% bio-ethanol bevatten en diesel B7 maximaal 7% biodiesel.