In plaats van 9 ministers hebben we één coronacommissaris nodig voor een efficiënte strijd tegen de epidemie
De PVDA pleit voor de onmiddellijke aanstelling van een nationale commissaris om de strijd met het coronavirus in ons land een versnelling hoger te schakelen. Zo’n commissaris is volgens de linkse partij nodig om het institutionele én economische keurslijf te doorbreken dat vandaag verhindert dat de nodige maatregelen getroffen worden om de epidemie grondig in te dammen
“In plaats van negen ministers van gezondheid die elkaar voor de voeten lopen, hebben we dringend nood aan een nationale commissaris die boven het institutioneel gewoel staat en vooral, die de gezondheid van de burgers voorop stelt, los van economische kortetermijnbelangen”, verdedigt Sofie Merckx, huisarts en PVDA-volksvertegenwoordigster in de Kamer.
Experts pleiten voor daadkrachtiger beleid
Gezondheidsexperts waarschuwen dat de Europese overheden te traag en onvoldoende doortastend optreden om de coronaepidemie tijdig in te dammen. Dat was de centrale boodschap die het toonaangevend wetenschappelijk tijdschrift The Lancet dit weekend de wereld in stuurde. Zij zitten hiermee volledig in de lijn van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) die eerder al opriep tot meer daadkrachtige maatregelen. Deze boodschap lijkt in ons land echter op een koude steen te vallen. De PVDA ziet hier twee redenen voor: de institutionele kafka en een logica die economische belangen op korte termijn laat primeren.
Geen negen ministers, wel één centraal commando
“Zoals ook de experts van het WGO bepleiten, vraagt de strijd tegen het coronavirus een uniforme, centraal gestuurde aanpak. In ons land zien we vandaag echter het tegenovergestelde, met maar liefst 9 bevoegde ministers van gezondheid. Dat brengt ons in een situatie waar iedereen wel bevoegd is, maar niemand echt verantwoordelijk”, brengt Sofie Merckx de institutionele chaos van ons land in herinnering. En die riskeert nu de noodzakelijke voorbereiding van de derde fase van het sanitaire noodplan te blokkeren. “Zo vormt de uitbreiding van de ziekenhuiscapaciteit om ernstige coronapatiënten op te vangen, een cruciale factor in de aanpak van de epidemie. De financiering en programmatie van de ziekenhuizen ligt bij de federale overheid, de bevoegdheid voor de ziekenhuisnoodplanning daarentegen ligt over de verschillende beleidsniveaus verspreid. Zonder nationale eindverantwoordelijke die aan de commandopost zit, gaat dat onvermijdelijk voor problemen zorgen. Ook de bevoegdheid inzake quarantaine-maatregelen is geregionaliseerd, met als gevolg dat de reglementering hieromtrent verschillend is in Vlaanderen, Wallonië en Brussel”, waarschuwt Sofie Merckx.
De PVDA ziet hiervoor een oplossing in de aanstelling van een nationale commissaris die boven het institutioneel gewoel staat. “De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid moet deze commissaris mandateren om op advies van het wetenschappelijk comité maatregelen te treffen die boven de regionale decreten en ordonnanties staan”, licht Sofie Merckx toe. De commissaris zou verantwoording moeten afleggen aan het federaal parlement.
Volksgezondheid moet voorgaan op economische kortetermijnbelangen
Voor de linkse partij is het essentieel dat de commissaris expliciet het mandaat krijgt om de bescherming van de volksgezondheid als absoluut prioritair criterium te hanteren bij de uitstippeling van de nodige maatregelen, los van eventuele economische effecten op korte termijn. “Dat is vandaag duidelijk niet het geval. Zo werden controlemaatregelen in ons land teruggedraaid, bijvoorbeeld door nauwe contacten van bevestigde coronapatienten niet langer te testen, zelfs als ze ziek worden, en contacten die geen symptomen vertonen ook niet te isoleren. Dat is tegenstrijdig met de richtlijnen van de WGO dat drastische controlemaatregelen vraagt, via intensieve contact tracing en isolatie. Het feit dat ons land deze aanbeveling niet volgt, is in eerste instantie te wijten aan een tekort aan personeel en materiaal, wat op zich al bijzonder problematisch is, maar deze beslissing is duidelijk ook door economische overwegingen op de korte termijn ingegeven. Met zo’n beslissingen verkleint men echter onze kansen om de epidemie grondig in te dammen. Deze beslissing moet voor ons dan ook herbekeken worden”, besluit Sofie Merckx.