Peter Mertens (PVDA) maakt zich klaar om naar de koning te gaan
PVDA-voorzitter Peter Mertens maakt zich klaar om op bezoek te gaan bij de koning begin volgende week. Op vrijdag kondigde die laatste opnieuw consultaties met de partijvoorzitters aan.
“We zijn negen maanden na de verkiezingen en we zitten in een totale politieke impasse. De onderhandelende partijen zijn doof voor de eisen en dromen van het volk. Het is tijd om het geweer van schouder te wisselen. Koen Geens mag dan wel doen alsof hij met “alle democratische partijen” samen heeft gezeten, de enige nationale partij, de PVDA, heeft hij net als alle andere informateurs voor hem, links laten liggen. Dat getuigt toch van een enorme arrogantie en misprijzen? Gezien de politieke impasse, ga ik er vanuit dat de koning ons opnieuw op gesprek vraagt, zoals hij na de verkiezingen heeft gedaan. De PVDA is bovendien een van de twee winnaars van de verkiezingen van 26 mei, en dat in alle drie de regio's van het land”, verklaart Peter Mertens.
“Terwijl de andere partijen in hun onderhandelingsbubbel zitten, zijn wij al negen maanden bezig op het terrein. We hebben tienduizenden boodschappen van gewone mensen verzameld, vooral met onze campagne voor een burgerwet voor een minimumpensioen van 1500 euro netto. Die boodschappen, waarin veel woede doorklinkt, maar ook veel voorstellen van hoe het beter kan, willen we overbrengen naar de koning”, preciseert de PVDA-voorzitter.
“De mensen hebben niet gestemd voor meer splitsing van het land of voor nieuwe besparingen in de zorgsector … Zowel in het noorden als het zuiden van het land willen de meeste mensen minder ministers met minder privileges, een minimumpensioen van 1500 euro netto, een vermogensbelasting en een meer eenvoudige, sociale en unitaire staatsstructuur. Terwijl de separatistische partijen de situatie willen laten verrotten, willen de traditionele partijen ons hun nederlaag doen vergeten. Het is tijd om die politieke spelletjes te overstijgen, om eindelijk te luisteren naar de bevolking en om de PVDA niet langer uit te sluiten van de informateursfase.”