Pensioenhervorming: PVDA wil dat verpleegkundigen, huishoudhulpen en vele anderen gehoord worden
In het debat over de pensioenhervorming horen we tal van politici hun mening verkondigen. Maar de grote afwezigen in het hele debat zijn de mensen om wie het gaat: de werkende mensen die de gevolgen van de pensioenhervorming zullen moeten dragen. De PVDA vraagt dat in het parlement dringend een commissie Sociale Zaken wordt bijeengeroepen en dat betrokken werknemers, zoals Peter, Rosa en Yves, gehoord worden.
“Peter, Rosa en Yves zijn voorbeelden van hoe het er op de werkvloer echt aan toe gaat. Zij staan voor de harde realiteit van de werkvloer. Zij hebben altijd hard gewerkt en doen dat vandaag nog steeds. Maar geen van hen zal op z’n 60ste aan 42 jaar loopbaan komen. Verpleegkundige Peter zal, bijvoorbeeld, pas op z’n 66ste (!) met vervroegd pensioen kunnen gaan. Nochtans smeekt hun lichaam om te kunnen stoppen met werken op 60 jaar”, zegt Gaby Colebunders, PVDA-volksvertegenwoordiger en woordvoerder van de pensioencampagne van de PVDA.
“Voordat de hervorming ingaat, willen wij dat Peter, Rosa en Yves – en andere werkende mensen uit het hele land – gehoord worden in het parlement. Hún leven staat op het spel. Een dergelijke ingrijpende hervorming kunnen we niet doorvoeren zonder dat zij aan het parlement kunnen vertellen hoe het er in de realiteit aan toe gaat”, aldus Gaby Colebunders.
De verhalen van Peter, Rosa en Yves.
Peter is 46 jaar. Hij is psychiatrisch verpleegkundige. Hij is beginnen te werken op zijn 24ste. Hij kan met vervroegd pensioen na 42 jaar loopbaan. Op 66 jaar dus. Hij ziet niet in hoe hij dat zal bolwerken. Vanaf 50 à 55 jaar hebben zijn collega’s al alle moeite om het werkritme aan te kunnen. Het steeds wisselende uurrooster, de technologische veranderingen ... het wordt steeds moeilijker. Velen vallen uit met een burn-out. Peter heeft een pak collega’s die hun loopbaan eindigen met een ‘medische halftijds’, maar voor geen enkele van hen is het mogelijk om het werk vol te houden tot 66 jaar.
Rosa is 58 jaar. Ze begon op 21-jarige leeftijd te werken als verkoopster. Daarna werkte ze 14 jaar in een fabriek aan de lopende band. Vandaag is ze al 17 jaar aan de slag als huishoudhulp met dienstencheques. Ze legt uit hoe het op lichamelijk vlak onmogelijk is om langer te werken: “Op mijn leeftijd kunnen mijn spieren en mijn hele bewegingsapparaat het steeds zwaardere werk niet meer aan. Veel vrouwen in onze sector staan trouwens deeltijds op de ziekenkas.” Rosa zal pas op haar 63ste aan 42 gewerkte jaren komen. Dan staat haar een pensioentje van 900 euro te wachten. Geen prettig vooruitzicht, en bovendien denkt ze dat ze het werk niet eens zo lang zal volhouden.
Yves is 54 jaar. Eind 1988 begon hij te werken als arbeider. Hij was toen 21. In 2009 kon hij op het bedrijf waar hij werkte beginnen als bediende. Een welgekomen afwisseling na meer dan 20 jaar. Het fysieke werk begon toch door te wegen. Nu staat hij vooral in voor de planning. Pas op: het is nog altijd geen luizenbaantje. De stress die er soms bij komt kijken is niet te onderschatten. Yves kan ten vroegste in 2030 met vervroegd pensioen gaan. Hij zal dan 63 jaar zijn met 42 jaar dienst. Het voorstel van minister Lalieux verandert voor hem eigenlijk niets. “Zonder uitzicht op brugpensioen zit er voor mij niets anders op dan tot 63 te werken”, zegt Yves. “Ik zie dat eerlijk gezegd niet zitten. Wij hebben ook nog de zorg voor onze zoon die bijzondere aandacht vraagt en ik was graag wel al wat vroeger afgezwaaid om die zorg op te nemen. Om tot mijn 63ste te werken, kijk ik vooral uit naar tijdskrediet of een andere manier om het op het einde van de carrière wat rustiger aan te doen, anders wordt dat een ramp.”