Parlementsleden van PVDA, s.pa en PS nomineren de Cubaanse internationale medische brigades voor de Nobelprijs voor de Vrede in 2021

Waarom de Cubaanse internationale medische brigades? Nu de wereld worstelt met een ongeziene gezondheidscrisis, helpen duizenden Cubaanse artsen mee met Cubaanse internationale medische brigades – het Internationaal Contingent Henry Reeve genaamd. Ze verlenen steun aan de lokale gezondheidswerkers in hun strijd tegen covid-19. Maar liefst 55 brigades waren of zijn actief in 40 landen. Tijdens de eerste golf van de pandemie verleenden Cubaanse gezondheidswerkers ook hun hulp in Europa – in Italië en Andorra.

Het Internationaal Contingent Henry Reeve werd opgericht op 19 september 2005, als reactie op de schade veroorzaakt door de orkaan Katrina in New Orleans (Verenigde Staten). Het bestaat uit gezondheidswerkers die een speciale expertise hebben in het bestrijden van rampen en het indammen van epidemieën. Ze gaan meehelpen in openbare gezondheidsinstellingen en stellen zich volledig ten dienste van het gastland. Sinds 2005 hebben ze bijna vier miljoen mensen behandeld en 93.000 levens gered bij natuurrampen en gezondheidscrises. Zo wordt hun inzet in West-Afrika - waar ze Ebola bestreden- wereldwijd erkend.

“Een van de duidelijkste lessen van covid-19 is dat wereldwijde samenwerking op het vlak van gezondheid niet zomaar een optie is, maar een plicht. Het is van essentieel belang voor ieders gezondheid. En het Henry Reeve-contingent van Cuba is daarbij een voorbeeld.” Dat verklaren de initiatiefnemers Bert Anciaux (sp.a) , Raoul Hedebouw (PVDA/PTB) en André Flahaut (PS).

De Belgische parlementairen menen dat de inzet van de Cubaanse medische brigades deze prestigieuze vredesprijs verdient, omdat ze een wezenlijke bijdrage leveren tot de vrede in de wereld. Waar sommige landen wapens exporteren, exporteert Cuba medische expertise en solidariteit. “De prijs zou een blijk van erkentelijkheid zijn voor de duizenden Cubanen die zich al die jaren hebben ingezet voor hun medemens, waar ook ter wereld.” verklaren de parlementairen in hun nominatiebrief.