Parlement verwerpt klimaatwet: “Dit is het einde niet. Een klimaatgeneratie is opgestaan en zal niet opgeven”

Update 28 maart.

Op 28 maart om 2.17 u. ’s morgens stemde het parlement de klimaatwet weg. PVDA-Kamerlid Raoul Hedebouw reageerde: “De Kamer heeft zonet de herziening van grondwetsartikel 7bis verworpen. Die herziening was nodig om een Klimaatwet te kunnen invoeren. Dankzij de acties van de jongeren heeft de liberale MR haar standpunt bijgesteld. Maar de andere (voormalige) regeringspartijen hielden voet bij stuk en stemden tegen.

Maar dat betekent niet dat de strijd gestreden is. Een klimaatgeneratie is opgestaan en ze zal niet opgeven. We hebben gezien dat het mogelijk is om zaken in beweging te krijgen als we met z’n allen druk van onderuit uitoefenen. We zetten de strijd voor een sociale en duurzame klimaatrevolutie dus voort.

Artikel van 26 maart.

Dankzij de mobilisatie van duizenden scholieren, studenten en werkende mensen werd in de Kamercommissie de wijziging van Grondwetsartikel 7bis goedgekeurd. Zo komt de invoering van een bindende klimaatwet een stapje dichterbij. De rechtse partijen blijven echter dwars liggen. De PVDA roept op om werk te maken van een ambitieus, sociaal en rechtvaardig klimaatbeleid.

Jongeren doen politiek plooien

Terwijl in Brussel honderden jongeren voor de twaalfde week op rij manifesteerden voor het klimaat en honderden klimaatactivisten al twee dagen lang de Troonplaats bezetten, keurde de Kamercommissie voor de wijziging van de Grondwet dinsdag een aanpassing van Grondswetartikel 7bis goed. Die aanpassing is cruciaal om een bindende klimaatwet mogelijk te maken. Toch ziet het er niet naar uit dat het parlement een klimaatwet zal stemmen, omdat de N-VA, Open VLD en CD&V blijven dwars liggen.

“Je merkt dat de zaken in beweging zijn”, reageert Raoul Hedebouw, volksvertegenwoordiger van de PVDA. Hoewel de PVDA niet mee kon stemmen in de commissie, schaarde de partij zich al van in het begin achter een ambitieuze klimaatwet. “Twaalf weken lang al kloppen de jongeren op tafel om een ambitieus klimaatbeleid te voeren. Tienduizenden burgers kwamen op straat, elke opiniepeiling toont aan dat er een breed draagvlak is voor een omslag in het beleid. Onder die druk heeft de MR nu toch haar kar moeten keren.”

Drogredenen om het niet over de kern van de zaak te hebben

De rechtse partijen zeggen geen bindende wet in te willen voeren, omdat dat de politiek haar beslissingsmacht zou ontnemen. “Diezelfde partijen die nu geen klimaatwet willen, hebben allemaal wel bindende besparingsverdragen goedgekeurd”, merkt Jos D’Haese, klimaatspecialist en lijsttrekker voor het Vlaams parlement op. “Ze verschuilen zich achter drogredenen om geen discussie over de kern van de zaak te moeten hebben, namelijk de klimaatambitie van ons land.”

“We horen van de N-VA dat de klimaatwet de burger zou bedelven onder de belastingen”, gaat D’Haese verder. “Maar als er één partij is die de taksen de afgelopen jaren heeft doen toenemen, dan is het wel de N-VA natuurlijk. En de rechtse partijen zijn het er allemaal over eens dat ze de burger willen laten rekeningrijden, in plaats van te investeren in openbaar vervoer.” “Bovendien gaat de klimaatwet over het doel, niet over de middelen waarmee we dat doel willen halen”, vult Hedebouw aan. “Over die middelen gaan we nog serieuze debatten moeten hebben. En daar zijn we met de PVDA heel duidelijk over: wij gaan de mensen zich niet laten blauw betalen aan groene taksen. Wij willen dat de grote vervuilers de klimaatfactuur betalen.”

Stop de versnippering

Kan er niet beter gekozen worden voor een samenwerkingsakkoord tussen de verschillende overheden in België, in plaats van de grondwet aan te passen? “Die samenwerkingsakkoorden blijken eerder niet-samenwerkingsakkoorden te zijn”, merkt Hedebouw op. “Onze klimaatministers steken meer tijd in met elkaar onderhandelen dan dat ze beleid kunnen voeren. Die versnippering is echt een probleem. ‘Waarom hebben wij vier ministers en nul klimaatbeleid?’, vragen de jongeren op straat terecht.” “Breng die bevoegdheden terug samen, met telkens één duidelijke politieke verantwoordelijke”, besluite D’Haese. “Zo kunnen we werk maken van een ambitieus, sociaal en rechtvaardig klimaatbeleid.”