“Optrekken van anciënniteit voor zij-instromers in het onderwijs is nodig en betaalbaar”
Het optrekken van de anciënniteit voor huidige en nieuwe zij-instromers naar het onderwijs van 10 naar 20 jaar, zou 9,4 miljoen euro kosten. Dat blijkt uit cijfers die PVDA-volksvertegenwoordiger Kim De Witte opvroeg bij de onderwijsadministratie. “Dit is een nodige en betaalbare uitgave in de context van het nijpende lerarentekort.”
Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) trok begin dit jaar de maximale anciënniteit voor een zij-instromer uit de privé naar het onderwijs op van acht naar tien jaar en breidde de lijst met knelpuntvakken uit. “De anciënniteit van maximaal tien jaar blijft een grote drempel voor de zij-instroom in het onderwijs. Het zijn immers vooral veertigers die overwegen om de overstap te maken, na een loopbaan in de privé. Wie dan slechts tien jaar anciënniteit kan meenemen, verliest een pak loon. Zeker in deze tijden van dure energieprijzen en onzekerheid, is dat géén detail”, legt De Witte uit.
Het optrekken van de anciënniteit naar 20 jaar heeft een beperkte kost, blijkt uit het antwoord op een schriftelijke vraag die De Witte stelde aan minister Weyts. “De meerkost voor het in rekening brengen van de tien jaar anciënniteit is gelijk aan 10,7 miljoen euro. De anciënniteit voor zij-instromers optrekken naar twintig jaar zou neerkomen op een jaarlijkse extra kost van 9,4 miljoen euro. Dat zijn ‘peanuts’ in vergelijking met de globale personeelskost en het globale onderwijsbudget van vandaag”, aldus De Witte.
Ook de onderwijsverstrekkers zijn al langer vragende partij om de anciënniteit op te trekken naar 20 jaar. “In de discussies die ik al had met Ben Weyts en N-VA-onderwijsspecialist Koen Daniëls over het verhogen van de anciënniteit voor zij-instromers naar twintig jaar, komt het argument naar voren van een advies van de Raad van State ten tijde van Pascal Smet. Die zou twintig jaar verbieden. Maar dat is niet wat de Raad van State heeft gezegd. De Raad van State heeft gezegd dat de ongelijkheid tussen zij-instromers die nu instappen in het onderwijs en zij-instromers die in het verleden zijn ingestapt te groot zou worden”, vervolgt De Witte.
“Daarom heb ik de vraag gesteld naar de kost van de toekenning van twintig jaar anciënniteit voor alle bestaande én alle nieuwe zij-instromers. Die kost zou 233,3 miljoen euro bedragen voor alle bestaande zij-instromers plus 13,2 miljoen voor elke nieuwe cohorte. In totaal dus 246,5 miljoen euro. Dat is nog steeds minder dan de helft van de ‘besparing’ die de Vlaamse regering momenteel haalt uit het lerarentekort, die geschat wordt op 500 miljoen euro”.
Voorlopig is het aantal zij-instromers nog beperkt. Slechts 2.818 in het schooljaar 2020-21 en 2.458 in het schooljaar 2019-20 op een totaal van 200.000 leerkrachten in Vlaanderen. “Met het grote lerarentekort dat zich aandient, moeten we het aantal zij-instromers verhogen. Naast het aantrekken van nieuwe studenten voor de lerarenopleiding en het behouden van de leerkrachten die er nu al zijn. We moeten zorgen dat het beroep opnieuw meer aanzien krijgt, dat de planlast en werkdruk effectief worden afgebouwd, dat het recht op deconnectiviteit wordt gerealiseerd, dat starters beter worden begeleid en dat de eindeloopbaanregeling opnieuw wordt verbeterd”, besluit De Witte.