
Oorlog komt van boven, vrede van onderuit
De terugkeer van Duits militarisme, de Europese wapenkoorts en de oorlogsretoriek van Washington: alles wijst richting escalatie. Maar zoals voorheen, ligt de kracht van vrede onderaan: bij wie de prijs betaalt. Laat de arbeidersbeweging opnieuw een centrale kracht worden voor ontwapening, sociale rechtvaardigheid en een socialistisch alternatief.
door Peter Mertens
algemeen secretaris van de PVDA
Aangejaagd door geopolitieke belangen en de jacht op grondstoffen, heeft het Oekraïense conflict al ontelbare levens geëist en miljoenen mensen op de vlucht gejaagd. Het idee dat méér wapens vrede zullen brengen, is een gevaarlijke illusie.
Zoals ik in Muiterij schreef (2023), heeft deze oorlog altijd een Januskop gehad, een dubbel gezicht. Aan de ene kant de schending van de territoriale integriteit van Oekraïne, tegen elk internationaal recht in, door de Russische agressie. Dat hebben ook de landen uit het globale Zuiden goed begrepen. Aan de andere kant een proxy-oorlog tussen de VS en Rusland, op kap van de Oekraïners, waarbij tienduizenden jongens als kanonnenvoer worden geleverd voor een geostrategisch conflict.
Washington geeft dat vandaag ook onbeschaamd toe: dat het een proxy-oorlog was die onder meer aangestuurd en gevoed werd door de Verenigde Staten. Alleen vindt Trump nu dat het de verkeerde proxy-oorlog was, dat Rusland niet de tegenstander van de VS is, maar dat alle inspanningen moeten gericht worden op de komende oorlog die ze voorbereiden, die tegen China. En dat alleen maar omdat Washington zijn economische en technologische alleenheerschappij uitgedaagd ziet door China.
Het is duidelijk dat de VS-strategie om de oorlog in Oekraïne te verlengen met massale investeringen, in de hoop Rusland economisch en militair uit te putten, ten einde loopt. Washington staat al langer voor een keuze: openlijker tussenkomen met het risico op een Derde Wereldoorlog, of diplomatieke uitwegen zoeken. De VS kiest – uit opportunisme, niet uit vredelievendheid – voor dat laatste, in de hoop zo het grootst mogelijke voordeel uit de situatie te halen.
Met een opgelegde deal wil Trump dat Europa de oorlogskosten op zich neemt, terwijl de VS via een nieuw fonds de controle zal verwerven over de extractie van grondstoffen en mineralen uit Oekraïne. Trump wil Oekraïne behandelen als een soort kolonie, zoals de VS veel landen in het globale Zuiden behandelt. Dat maakt meteen duidelijk dat deze vuile oorlog nooit over waarden is gegaan, maar altijd over geostrategische belangen en over de controle over grondstoffen en vruchtbare grond.
Het falen van de Europese strategie
Het falen van de Europese staten om de afgelopen drie jaar enig serieus diplomatiek initiatief te nemen om een staakt-het-vuren te bereiken, eist nu zijn tol. De ene Europese leider na de andere beweerde volop te gaan voor “de militaire overwinning”, maar dat was van bij de start onrealistisch.
Nu neemt Trump op eigen houtje het initiatief en onderhandelt hij rechtstreeks met Rusland. Maar in plaats van lessen te trekken uit dit debacle, wil een deel van het Europese establishment nog verder gaan in de mislukte strategie en koste wat het kost de oorlog in Oekraïne laten verdergaan.
Daarbij is men ook niet van de eerste tegenstelling gestorven. Dezelfde mensen die ons gisteren nog bij hoog en laag voorhielden dat de overwinning op Moskou binnen handbereik was, vertellen ons vandaag met uitgestreken gezicht dat Moskou morgen op de Grote Markt in Brussel kan staan als wij niet dringend alles omgooien naar bewapening. Beide beweringen kunnen niet tegelijkertijd waar zijn. Het heeft er meer de schijn van dat men ons vandaag vooral enorme bewapeningsplannen wil aanpraten.
Van ‘nooit meer oorlog’ naar opnieuw bewapening: het spook van het Duits militarisme
Veel mensen die in de 20ste eeuw zijn opgegroeid hebben het besef meegekregen dat de combinatie tussen Duitsland, chauvinisme en militarisme niet zo’n goed idee is. De kanonnenfabrikanten in het Ruhrgebied lagen aan de basis van twee van de meest verwoestende wereldoorlogen uit de mensengeschiedenis. Na de tweede wereldoorlog heerste overal in Europa consensus: niet opnieuw Duits militarisme.
Maar plots lijkt de wereld wel in een slechte B-film te zitten, met een déjà-vu. Daar zijn de pantzer-fabrikanten opnieuw, en blijkbaar moet Duitsland snel opnieuw groot worden. Op 18 maart 2025 stemde het Duitse parlement over de grondwetswijzigingen die het grootste herbewapeningsprogramma sinds de Tweede Wereldoorlog mogelijk maken. Het is helemaal niet zo dat Duitsland vandaag ‘geen leger’ heeft, het land staat sowieso al op de vierde plaats van wereldwijde defensie-uitgaven. Maar nu wordt de turbo opgezet om Duitsland openlijk ‘kriegstüchtig’ te maken, ‘oorlogsklaar’.
De Duitse bewapening wordt voortaan mogelijk door schulden aan te gaan. Dat is volstrekt nieuw, want tot voor kort blokkeerde Berlijn zo goed als elk investeringsvoorstel dat de schulden zou doen toenemen. Dat alles bewijst trouwens dat de begrotingsdiscussie vooral een politieke discussie is, die afhangt van de krachtsverhoudingen, en niet van dogmatische financiële opvattingen.
Bovenop de extra Duitse uitgaven lanceert ook de Europese Commissie een groot militariseringspakket, deels gefinancierd met schulden en leningen, deels door het plunderen van de fondsen voor cohesie, klimaat, en ontwikkeling.
Aanwakkeren van een angstpsychose
De grote baas van de Navo, de Nederlander Mark Rutte, stelde onlangs dat we maar beter onze portemonnee opentrekken voor wapens, want dat we anders binnenkort riskeren Russisch te moeten spreken. Zo wordt de angstpsychose verder aangewakkerd.
De feiten zeggen iets anders. Het bruto binnenlands product (bbp) van Rusland is niet groter dan dat van de Benelux. De Russische economie heeft het moeilijk, en na drie jaar oorlog zijn de Russische troepen er niet in geslaagd om meer dan 20 procent van Oekraïne in te nemen. Het Russische leger vecht al maanden om Pokrovsk te veroveren, tegen een totaal uitgeput Oekraïens leger. Het lukt hen niet. En dan worden wij verondersteld te geloven dat dit Russische leger in staat zou zijn om de gecombineerde militaire krachten van Polen, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk te verslaan? Dat is niet ernstig.
Zelfs met de hulp van Koreaanse troepen zijn de Russen er pas na maanden in geslaagd om twee derde van het grondgebied van Koersk te heroveren op de Oekraïense troepen. De Europeanen beschikken vandaag over vier keer meer oorlogsschepen; drie keer meer tanks, gepantserde voertuigen, en artillerie; en twee keer meer gevechtsvliegtuigen dan Rusland. Vandaag al.
Wie werkelijk vrede wil, onderhandelt over ontwapening. Dat zou nu moeten gebeuren, in een positie van sterkte. Het narratief dat Rusland binnenkort het Westen zou vallen, dient vooral het militair-industrieel complex.
Het tijdperk voor bewapening is het tijdperk van sociale afbraak
Aan Europa’s ‘defensiecapaciteit’ mag geen prijskaartje hangen, zo zegt men. Natuurlijk hangt er een prijskaartje aan. Letterlijk, bij scholen, bij de zorg, bij de sociale zekerheid, bij cultuur en ontwikkelingssamenwerking. Maar ook figuurlijk, door de hele samenleving te militariseren.
Om de Europese Unie te positioneren in een nieuwe strijd om de verdeling van de wereld, spreekt Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen over het “tijdperk van bewapening”. Voor de volkeren in Europa betekent dat niets anders dan het “tijdperk van sociale afbraak”.
Terwijl miljarden naar oorlog gaan, worden klimaatbudgetten, gezondheidszorg en pensioenen gekort. Voor sommige spelers is het zaaien van angst wél winstgevende business. De aandelen van wapenfabrikanten gaan door het dak. Rheinmetall, Dassault, BAE Systems, Leonardo, Thales en Saab tellen hun winst uit, en de werkende klasse betaalt de rekening.
Meer geld voor tanks betekent minder voor pensioenen; meer voor drones betekent minder voor kinderopvang. Dit is een politieke keuze met gevolgen die ons decennialang zullen achtervolgen.
“Voor de werkende mensen is er niets erger dan een oorlogseconomie”, stelt Sophie Binet, algemeen secretaris van de Franse vakbond CGT, terecht. Elke euro die aan wapens wordt uitgegeven, is een euro die niet naar scholen, ziekenhuizen of sociale programma’s gaat.
De wapenproductie zal de economie niet uit het slop halen
De militaire industrie beweert dat bewapening de economie zal aanzwengelen. Dat is wat zij zelf graag “militair Keynesianisme” noemen: laat de overheden op massale schaal de wapenindustrie ondersteunen. Nu de Europese autosector in het slop zit, en Duitsland voor het derde jaar op rij in recessie zit, willen zij ons wijsmaken dat we maar beter overschakelen van de productie van auto’s naar de productie van tanks.
Larie, want gezinnen kopen geen tanks. Je gaat niet met de tank naar de bomma. En toch moeten die tanks verkocht worden. Je moet er dus voor zorgen dat ze ook echt gebruikt worden, anders gaat je industrie ten onder. De militarisering van de economie zet met andere woorden een permanente druk op oorlog.
Bovendien wil men de nieuwe bewapeningswedloop deels laten betalen door nieuwe schulden. “Net zoals in de Verenigde Staten”, zeggen de oorlogsstokers. Men vergeet er dan bij te zeggen dat de schuldenlast in Washington historisch hoog is, en de tegenstellingen tussen arm en rijk nooit groter waren. Dat is de kostprijs van een bijna permanente oorlog, van Vietnam tot Afghanistan, van Irak tot Oekraïne.
Neen, hogere militaire uitgaven zullen de levensstandaard niet verhogen. Er zijn geen economische voordelen aan de wapenproductie. De productie van een tank, een bom of een raketsysteem levert geen voordeel op voor de rest van de economie. Het is bovendien een mythe dat de militaire industrie veel jobs kan opleveren, integendeel. Een euro die geïnvesteerd wordt in ziekenhuizen levert 2,5 meer banen op dan een euro die geïnvesteerd wordt in wapens. In termen van investeringsefficiëntie rond werkgelegenheid, staat defensie pas op de 70ste plaats van 100 verschillende sectoren.1
Waar gaat Europa naartoe?
De nieuwe tarieven die Trump wil invoeren op de import van Duitse wagens zouden wel eens de doodsteek voor de Duitse automobielindustrie kunnen betekenen. Tot recent was de Duitse elite erg Atlantisch, maar in de financiële kringen rond Frankfurt hoor je vandaag steeds meer stemmen pleiten voor een Europese soevereiniteit, los van Washington.
Dat is ook de geest van wat in het nieuwe Europese Witboek voor Defensie staat: Europa moet op eigen benen. Vandaag, zo geeft het Witboek aan, gebeurt 78 procent van de nieuwe defensieaankopen buiten de Europese Unie, vooral in de VS. Dat moet volgens het Witboek helemaal anders: tegen 2035 moet minstens 60 procent van het materiaal in Europa wordt geproduceerd.
De grote vraag is of dat allemaal mogelijk is, want de wapenindustrie is nationaal georganiseerd. Er zijn verschillende tegenstellingen tussen Duitse, Franse, Italiaanse en Britse producenten die allemaal azen op de extra miljarden die nu als manna uit de hemel lijken te vallen. Terwijl de Duitse economie de grootste geldsluizen openzet voor Rheinmetall en co, proberen Frans-Italiaanse en Brits-Franse samenwerkingsakkoorden de Duitsers te slim af te zijn.
Er is zelfs geen eengemaakt commando. Het Kiel Instituut voor de Wereldeconomie (KfW) mag dan wel pleiten voor nog eens 300.000 extra soldaten in Europa, maar die soldaten zouden straks dan wel ressorteren onder 29 verschillende nationale legers. En, ze moeten eerst nog gevonden worden en opgeleid.
Europa is politiek versnipperd en kampt met een identiteitscrisis. Voor de kapitalisten kan het twee kanten op. Ofwel verdiepen en verscherpen de tegenstellingen tussen de lidstaten en spat de Unie verder uit elkaar tot een moderne versie van concurrerende Goten, Franken en Kelten. Ofwel zullen Berlijn, Parijs en Londen gedwongen worden om meer samen te werken om een nieuwe oorlogszuchtige en imperiale Europese macht op poten te zetten. Voor de marxisten is het tijd om na te denken over een heel ander Europa, een socialistisch en vredelievende Europa.
De dodelijke spiraal van de wapenwedloop doorbreken
De wapenwedloop wordt steeds extremer: voorstellen om 3 procent van het bbp aan militaire uitgaven te besteden, worden overtroffen door geroep om snel naar 5 procent te gaan. Er lijkt geen grens meer te bestaan.
Een wereldwijde wapenwedloop volgt altijd dezelfde logica: Als het ene land upgradet, zal het andere volgen. Iedereen die de logica van afschrikking tot zijn logische conclusie doordenkt, zal onvermijdelijk eindigen met de nucleaire bewapening van Duitsland en Europa.
In het ergste geval eindigt deze spiraal in een grote oorlog met veel verliezers en weinig winnaars. De geschiedenis leert ons dat deze gevaarlijke draaikolk enkel kan doorbroken worden door wederzijdse ontwapeningsverdragen. Daar is nuchtere diplomatie voor nodig, maar ook een sterke internationale antioorlogsbeweging die druk kan zetten van onderuit.
Wie vrede wil, moet de vrede voorbereiden
Om de oververhitte koers naar bewapening verder aan te jagen grijpen Bart De Wever en co graag terug naar een laat-Romeinse tekst die bedoeld was om het verval van het West-Romeinse Rijk te keren door een striktere krijgstucht en meer militaire uitgaven. “Si vis pacem, para bellum”. In het Nederlands: als je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog. Dat is nooit een slogan van vrede geweest, maar altijd een slogan van militarisering en oorlog. En, het heeft de Romeinen niet veel verder gebracht: enkele decennia later was het Romeinse rijk helemaal ingestort.
De geschiedenis leert ons: oorlogen en bewapeningswedlopen worden niet van bovenaf gestopt, maar door degenen die de rekening betalen voor bewapening en als eersten zouden lijden onder oorlog. Zowel in de periode voor de Eerste Wereldoorlog als voor de Tweede Wereldoorlog was de arbeidersbeweging een sterke actor tegen militarisering, en voor sociale vooruitgang. Links moet zich niet aanpassen aan de nieuwe militaire consensus, maar de dubbele moraal van het Westen, de oorlogszuchtige belangenconflicten en destructieve wapenwedloop offensief in vraag durven te stellen.
De realiteit is eenvoudig: als je oorlog wilt, bereid je je voor op oorlog. Als je vrede wilt, bereid je je voor op vrede. Die vrede zullen we moeten afdwingen, van onderuit, hand in hand met de strijd voor sociale rechtvaardigheid en socialisme.
1 https://socialisteconomicbulletin.net/2025/02/increasing-military-spending-will-not-.