Ook crisis voor eigenaars: derdebetaler renovatieleningen noodzakelijk
De energiecrisis treft natuurlijk ook eigenaars. Veel woningen in ons land zijn historisch slecht geïsoleerd en dat zorgt tegenwoordig voor onbetaalbare facturen. Dat leed kunnen we op korte termijn enkel verzachten door de woekerprijzen van de energiereuzen aan te pakken.
Ongeveer de helft van de Belgen die een eigen huis hebben gekocht, moet nog een hypothecaire lening afbetalen aan de bank. Voor hen is de situatie vaak nog nijpender. De bankensector kwam op 8 september zelf met een regeling naar buiten om aan een (klein) deel van hen toe te staan om hun afbetaling uit te stellen… maar wel nog maandelijks de interesten te betalen. Zo verdienen de banken twee keer interesten op dezelfde afbetaling.
De Belgische grootbanken hebben na de recordwinsten van 2021 in de eerste zes maanden van 2022 samen ruim 3 miljard euro winst geboekt, opnieuw een record. Terwijl zij dus al volop profiteren van de hoge prijzen, proberen ze opnieuw munt te slaan uit de noodlijdende hypotheekafbetalers. Dat is onaanvaardbaar. De regeling van 8 september, die de bankenvereniging Febelfin samen met de federale regering afsloot, moet worden herzien zodat de interesten maar één keer betaald worden. Ook de strenge voorwaarde dat enkel wie minder dan 10.000 euro spaargeld heeft in aanmerking komt, moet worden geschrapt.
Maar de beste manier om de energiefactuur structureel te doen dalen, is besparen op de energie die nu letterlijk door ramen en deuren (en door de muren en het dak) naar buiten vliegt. Het probleem is dat het voor veel eigenaars niet haalbaar is om hun eigen woonst of hun opbrengstwoning zelf te renoveren. Zeker niet nu de energiefacturen aan het spaargeld vreten en de prijzen van bouwmaterialen de lucht in schieten.
De gewestelijke overheden van ons land hebben de afgelopen jaren verschillende renovatiepremies en -leningen in het leven geroepen, maar voor een groot deel van de eigenaars volstaan die niet om effectief aan de slag te gaan. Een studie van Bond Beter Leefmilieu plakt er een cijfer op: 40% van de eigenaars jonger dan 65% kunnen het gewoonweg niet betalen om hun woning te isoleren.[1] Zolang de eigenaar verondersteld wordt om de auditkosten zelf te betalen en het grootste deel van de kosten zelf moet voorschieten of zijn kredietwaardigheid moet kunnen bewijzen om aanspraak te maken op een lening, zal het woningpark in ons land niet klimaatneutraal en energiezuinig worden.
De huidige crisis moet dan ook een wake-upcall zijn voor de Vlaamse, Brusselse en Waalse overheden om dringend werk te maken van derdebetaler leningen voor energiebesparende renovaties. Dat wil zeggen dat het volledige bedrag, zowel de auditkosten als de factuur aan de bouwfirma, op voorhand wordt betaald door ofwel de regering, ofwel een publieke bank zoals Belfius of een publiek infrastructuurbedrijf zoals Fluvius. De werken gaan zo snel mogelijk van start en na afloop betaalt de eigenaar de kosten terug via de energiefactuur. De terugbetaling wordt gekoppeld aan de meter, zodat bij een eventuele verkoop ook de afbetaling van eigenaar wisselt.
Renovatiegolven van wijk tot wijk
Zo’n derdebetaler systeem bestaat al op verschillende plaatsen in Europa. In Wenen is het de stad die het geld voorlegt, in Stuttgart het publieke stadsenergiebedrijf en in Duitsland de publieke investeringsbank KfW. Zowel particulieren als verhuurders, met of zonder spaargeld, maken er dankbaar gebruik van. Het systeem laat toe om heel snel heel veel gezinnen te helpen om hun huis duurzamer en dus ook energiezuiniger te maken. Het kan dienen voor alle ecologische verbouwingen van het plaatsen van zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen of hoogrendementsglas, tot het isoleren van daken, spouwmuren en vloeren en zelfs de installatie van ventilatiesystemen.
De derdebetalersregeling moet overal in ons land mogelijk worden, en wel voor iedere eigenaar die dat wil (geen bijkomende voorwaarden) en voor de volledige kost van de renovatie van audit tot afwerking. Op middellange termijn moet er gewerkt worden aan een planmatige aanpak: renovatiegolven van huis tot huis, straat tot straat, wijk tot wijk. De gemeenten moeten de middelen krijgen om met eenvoudige infraroodscans te bepalen in welke wijken het energieverlies het grootst is en waar dus de nood het hoogst is. Auditeurs moeten dan proactief huis aan huis gaan, om een op maat gemaakt renovatieplan voor te stellen, uiteraard in samenspraak met de bewoners. Eerst in de slechtst geïsoleerde wijken, vervolgens in de andere buurten totdat letterlijk iedere straat in het land aan de beurt is gekomen.
Zulke renovatiegolven zijn het beste antwoord op de energiecrisis én de klimaatcrisis. Om ze te realiseren zal er veel publiek geld moeten worden vrijgemaakt. Maar vermits het om leningen gaat met zekerheid van afbetaling, verdient de investering zich uiteindelijk helemaal terug. Als de gewestelijke participatiebedrijven er niet in zouden slagen om voldoende geld te lenen, kan de operatie geleid worden door het federale niveau. De Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) kan onder andere terugvallen op de kapitalen van de bank Belfius waarvan ze de enige eigenaar is.
De renovatiegolven zijn een project van middellange termijn. Voor de eigenaars die nu al de mogelijkheid hebben om aan de slag te gaan, kan de federale overheid vandaag al de grote banken verplichten om renteloze leningen aan te bieden aan al hun klanten die verbouwingen willen doen om hun woning energiezuiniger te maken. De regering moet dan wel streng toekijken op de voorwaarden en niet opnieuw de banken toestaan om een regeling uit te werken die hen profijt oplevert.
[1] Pre-financing mechanisms for label A renovations in the residential buildings sector in Flanders (juni 2022); resultaten van de studie gaan enkel over het Vlaams gewest