Ook in coronatijden heb je recht op een veilige werkplaats
Vrijdag maakte het Overlegcomité nieuwe coronamaatregelen bekend. Opnieuw een teleurstelling op vlak van veilige werkomstandigheden. Eén stapje vooruit, dat wel, maar ruim onvoldoende om de crisis tegen te gaan. Wij stellen 6 maatregelen voor die wél effect zullen hebben.
Benjamin Pestieau en Geert Haverbeke
Preventiemaatregelen: check of jouw werkgever ze toepast
De Generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan, kwam in april tot stand. Het was het resultaat van overleg tussen vakbonden, werkgeversfederaties en de overheid. Het document omschrijft duidelijk de basismaatregelen rond social distancing, handhygiëne, reiniging van werkplekken, ventilatie, persoonlijke beschermingsmiddelen, vervoer, telewerken, werken op verplaatsing, enz.
In heel wat sectoren ging men nog een stapje verder door richtlijnen uit te werken die specifiek zijn voor bepaalde beroepen. Zo kwam men in de verhuissector overeen dat klanten niet mogen helpen. Collega’s moeten steeds 1,5 meter afstand houden en indien dit niet mogelijk is een mondmasker dragen, ook tijdens het vervoer.
De gidsen waren tot nu slechts een aanbeveling, geen verplichting. Het Ministerieel Besluit van 18 oktober 2020 brengt daar verandering in. Artikel 2 stelt dat ondernemingen tijdig passende preventiemaatregelen moeten nemen om de regels van social distancing te garanderen en een maximaal niveau van bescherming te bieden. “Deze passende preventiemaatregelen zijn veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard zoals bepaald in de Generieke gids om de verspreiding van COVID–19 op het werk tegen te gaan, aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau, en/of andere passende maatregelen die minstens een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden.” Het maximaal niveau van bescherming krijgt zo een concrete invulling, handig voor werknemers en hun vertegenwoordigers.
Veiligheid is afdwingbaar
Syndicalisten die op basis van sociale wetten de preventiemaatregelen wouden afdwingen deden tot nu vooral beroep op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Die wet stelt onder andere dat werkgevers risico’s moeten voorkomen en bestrijden bij de bron.
Nu het Ministerieel Besluit van 18 oktober 2020 ook de Generieke en sectorale gidsen opneemt, kan de sociale inspectie veel preciezer en slagvaardiger tussenkomen. Dat staat ook letterlijk in artikel 5: “De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk zijn belast met het informeren en begeleiden van werkgevers en werknemers van de ondernemingen en verenigingen, en overeenkomstig het Sociaal Strafwetboek met het toezien op de naleving van de verplichtingen.” De sociale inspecteurs kunnen waarschuwingen uitschrijven, maar ook sancties. Je kan ze bereiken op www.meldpuntsocialefraude.belgie.be of bellen van maandag tot vrijdag, van 7 uur tot 20 uur, op het nummer 02 511 51 51.
Niet alleen de sociale inspectie, ook de burgemeester kan tussenkomen lezen we in de inleiding: “Overwegende dat de burgemeester, wanneer hij vaststelt dat er activiteiten worden uitgeoefend in strijd met dit ministerieel besluit of met toepasselijke protocollen, een bestuurlijke sluiting van de betrokken inrichting kan bevelen in het belang van de openbare gezondheid.” Artikel 30 stelt dat lokale overheden en de politie belast zijn met de uitvoering van dit besluit en moeten toezien op de naleving.
Met veiligheid mogen we geen loopje nemen in deze coronatijden. Als je werkplaats niet veilig is, spreek erover met je vakbond en werkgever. Deze nieuwe hefbomen zijn dubbel en dik nodig, want een belangrijk aantal besmettingen doet zich voor op de werkvloer.
6 maatregelen die nog ontbreken
De regering nam enkele maatregelen, maar onvoldoende om de coronacrisis op de werkvloer écht grondig aan te pakken. Er zijn minstens zes maatregelen die we momenteel nog missen in de strijd tegen het virus:
We hebben meer dwingende maatregelen nodig. De goeie wil van de werkgever alleen volstaat niet. Sommige werkgevers geven voorrang aan maximale productie in plaats van veiligheid. Daartegen moet snel en kordaat kunnen opgetreden worden, met financiële sancties en dwangsommen.
De sociale inspectie, inclusief de inspectie welzijn, heeft versterking nodig om de toepassing van alle maatregelen te kunnen controleren. Zonder controles en sancties werkt geen enkele maatregel. Vandaag zijn er veel te weinig sociale inspecteurs om alle maatregelen te controleren. We zijn het eens met de vakbonden die een verdubbeling vragen.
Bovenop het algemeen wettelijk kader zou het CPBW (Comité voor Preventie en bescherming op het Werk) verplicht betrokken moeten worden bij alle maatregelen op bedrijfsniveau. Het CPBW zou een bindend adviesrecht moeten krijgen. De personeelsvertegenwoordigers weten best wat op de werkvloer nodig is om de risico’s maximaal te beperken.
De basismaatregelen zoals anderhalve meter afstand, handgel of mondmaskers zijn noodzakelijk, maar volstaan niet. Het werk zelf moet ook aangepast worden: meer pauzes, arbeidsduurverkorting, werken in bubbels, het werkritme verlagen, de werkplaats herinrichten, … De productiviteit moet ondergeschikt zijn aan de werkveiligheid. Eerst de mensen, niet de winst.
Duidelijke en dwingende procedures zijn onontbeerlijk in geval van een clusterbesmetting in het bedrijf. Zodra een werknemer met symptomen opduikt of een besmetting voorvalt, telt elk uur. Nu gaat vaak veel tijd verloren en stuurt men de werknemer naar huis zonder maatregelen te nemen. In geval van een cluster moet de werkgever de verantwoordelijkheid van de testing op zich nemen. De testing moet goed gestructureerd verlopen, op het bedrijf, in veilige omstandigheden. De bedrijfsarts en mobiele testeenheden kunnen daarvoor instaan.
Tijdelijke, economische en quarantaine-werkloosheid, Covid-verlof: al deze onvrijwillige vormen van afwezigheid omwille van de coronacrisis moeten aan 100 procent terugbetaald worden. Het is niet aan de werknemers om de huidige situatie van overmacht te betalen. Met 70 procent van je inkomen, kom je niet rond.
Benjamin Pestieau & Geert Haverbeke zijn PVDA-experten arbeidsrelaties.