Onze oplossing om ontslagen bij Proximus tegen te houden. Maar zullen traditionele partijen akkoord gaan?
De Belgische staat is hoofdaandeelhouder van Proximus. Maar omdat de telecomoperator het statuut van “autonoom overheidsbedrijf” heeft, kan de politiek niet tussenkomen in het beheer. De PVDA wil dat de regering of het parlement een beslissing van een overheidsbedrijf kan herroepen als die beslissing een ernstige bedreiging vormt voor het algemeen belang. En dat betekent ook als de belangen van de werknemers van het bedrijf in gedrang zijn.
Op 8 januari werd bekend dat bij Proximus 1.900 banen dreigen te verdwijnen. Heel wat politici hadden kritiek op die ontslagen, ook premier Charles Michel. De overheid bezit 53% van de aandelen van Proximus. In een privébedrijf zou een aandeelhouder die 53% van de aandelen in handen heeft, zich zonder twijfel verzetten tegen een beslissing van het management als hij of zij het er niet mee eens is.
Maar Dominique Leroy, CEO van Proximus, verklaarde onmiddellijk in de pers: “Proximus is een autonoom overheidsbedrijf. De wet werd twee jaar geleden gewijzigd om het nog autonomer en volledig onafhankelijk van de politiek te maken (afschaffing van de regeringscommissaris....). Er is dus geen mogelijkheid voor de politiek om in te grijpen in het beheer van het bedrijf. Het wordt bestuurd door de raad van bestuur, waar de door de aandeelhouder benoemde bestuurders deel van uitmaken.”
“Door liberalisering gaan overheidsbedrijven zich gedragen als privébedrijven gedreven door winstbejag”
“De toenemende liberalisering en verzelfstandiging (of zelfs privatisering) van overheidsbedrijven leidt ertoe dat ze zich meer en meer gaan gedragen als privébedrijven die gedreven worden door winstbejag in plaats van het algemeen belang”, zegt Raoul Hedebouw, woordvoerder en federaal volksvertegenwoordiger van de PVDA. “We zien dat Proximus 7 miljard winst maakte op tien jaar tijd, maar toch mensen ontslaat. Dat is niet normaal. Het betekent trouwens ook dat er minder democratische controle is, aangezien de door het volk gekozen organen de controle over het gevoerde beleid verliezen.”
Daarom dient de linkse partij een wetsvoorstel in dat bepaalde controlemechanismen die door de wet van 16 december 2015 geneutraliseerd werden – met name de aanwezigheid en de bevoegdheden van een regeringscommissaris – herstelt. Bovendien geeft het wetsvoorstel de regering en het parlement extra bevoegdheden om bij wijze van uitzondering de beslissing van een overheidsbedrijf nietig te verklaren als het algemeen belang ernstig wordt bedreigd.
Als de wet verhindert dat de politieke macht kan ingrijpen, dan moet de wet veranderen
“Dit is duidelijk het geval met de beslissing van Proximus om bijna tweeduizend banen te schrappen”, zegt Raoul Hedebouw. “Als dit wetsvoorstel snel wordt aangenomen, zal de regering duidelijk de bevoegdheid hebben om dit sociaal plan te annuleren.”
Aangezien dit een dringende beslissing zou zijn in een uitzonderlijke situatie, heeft een regering in lopende zaken de mogelijkheid om op dit vlak tussen te komen. Als de regering zelf vindt van niet, kan de Kamer van volksvertegenwoordigers zelf de beslissing van Proximus nietig verklaren, aangezien dit wetsvoorstel deze bevoegdheid ook aan het parlement geeft.
“Werkgelegenheid moet vóór winst komen”, besluit Raoul Hedebouw. “En als de wet de politieke macht verhindert om in deze zin in te grijpen – ook in het geval van een bedrijf dat voor 53% van de overheid is – dan moet de wet worden gewijzigd.”