Onze energiefactuur explodeert, die van de multinationals daalt
Zoek de fout: tegenover 2007 betaalt een gemiddeld gezin 62% meer voor elektriciteit. Multinationals betalen…3% minder. De liberalisering van de energiemarkt was vooral een goeie zaak voor de portemonnee van de aandeelhouders.
De liberalisering van de energiemarkt kent wel degelijk winnaars: daar waar de factuur voor gezinnen fors duurder wordt, zien de grootste multinationals hun factuur dalen. De tariefkloof tussen doorsnee gezinnen en grote stroomslurpers is op tien jaar tijd verdubbeld. Dat blijkt uit een studie van de PVDA, op basis van de officiële Europese cijfers.
Sinds 2007, toen de Belgische energiemarkt volledig werd geliberaliseerd, swingen de elektriciteitsprijzen de pan uit. De federale energieregulator CREG berekende hoe de elektriciteitsfactuur van een gemiddeld Belgisch gezin tegenover 2007 met maar liefst 62% steeg.
Kleine consument betaalt zelfs 72% meer
De studiedienst van de PVDA analyseerde de cijfers van de elektriciteitsprijzen meer in detail en kwam tot de vaststelling dat de liberalisering van de energiemarkt niet alleen maar verliezers kende. De grote bedrijven en multinationals ontsprongen de dans volledig: voor hen bleef de elektriciteitsprijs het laatste decennium stabiel op een zeer laag niveau.
De verschillen zijn verrassend groot. Een gemiddeld Belgisch gezin betaalt vandaag zo’n 27 eurocent per kilowattuur elektriciteit (+ 62% tegenover 2007). Voor gezinnen met een zeer laag energieverbruik, het gaat dan vooral over alleenstaanden, lag de prijsstijging sinds 2007 zelfs nog iets hoger (+ 72%). Zij betalen vandaag 42 eurocent. Maar de liberalisering van de energiemarkt kende dus ook winnaars: voor de grote bedrijven en multinationals bleef de elektriciteitsprijs schommelen rond de 8 eurocent. In vergelijking met 2007 daalde de prijs zelfs lichtjes met 3%.
Gezinnen betalen vier keer meer dan de grote industrie!
De cijfers zijn onverbiddelijk: sinds de liberalisering is de factuurkloof tussen gezinnen en grote bedrijven vier keer groter geworden (27,3 cent per kW/h tegen 7,2 cent, een verschil van 20,1 cent).
“Dat is het resultaat als je de sleutels van je energiebeleid helemaal in handen geeft van een multinational als Engie-Electrabel: een peperdure energiefactuur voor alleenstaanden en gezinnen, terwijl multinationals hun factuur net goedkoper zien worden”, reageert PVDA-voorzitter Peter Mertens op de hallucinante cijfers.
Nog een vaststelling: het is vooral sinds het aantreden van de regering-Michel dat de elektriciteitsprijs voor industriële grootgebruikers fel zakte. Tussen eind 2014 en begin 2018 daalde de elektriciteitsprijs van 9,35 naar 7,19 eurocent, een daling van 23%.
Voor de grote ondernemingen is energie soms zelf gratis
“We herinneren ons allemaal de dure beloftes bij het begin van de liberalisering: betaalbare energie, een zekere en goedkope energiebevoorrading en een transitie naar groene energie. Maar wat zien we vandaag? Risico’s op black-outs in de winter, weinig hernieuwbare energie en energiefacturen die de pan uit swingen. Gezinnen betalen zich blauw aan groene stroom, terwijl de grote stroomslurpers buiten schot blijven”, maakt Peter Mertens het bilan op van de liberalisering van de energiemarkt.
Deze politiek van twee maten en twee gewichten bereikte midden maart een hoogtepunt toen de elektriciteitsprijs voor de grote verbruikers negatief ging. Met andere woorden, de grote verbruikers werden betaald om elektriciteit af te nemen!
“Verlaag de btw op energie, dat is de logica zelve”
“Toen de energiemarkt indertijd werd vrijgemaakt, was er applaus op alle banken, van sp.a en Groen tot N-VA en Open Vld. Vandaag betaalt de consument de rekening. De liberalisering van de energiemarkt was alleen maar goed voor de portemonnee van de aandeelhouders”, aldus de PVDA-voorzitter.
Het is dus tijd om andere politieke keuzes te maken.
Op korte termijn vraagt de linkse partij dringende maatregelen om de energiefactuur voor gezinnen opnieuw betaalbaar te maken. Speerpunt is de verlaging van de btw op energie van 21% naar 6%. “Dat is de logica zelve. Verwarming en energie zijn een basisrecht, geen luxeproduct zoals kaviaar of champagne”, aldus Peter Mertens.
Verder pleit de PVDA op korte termijn nog voor de invoering van door de overheid opgelegde maximumprijzen. In plaats van de bestaande wirwar aan energietarieven wil de linkse partij het aanbod beperken tot één tarief per leverancier en vaste prijzen garanderen die maar één keer per jaar aangepast kunnen worden.
De PVDA wil ook de torenhoge kosten voor groene stroom aanpakken. “We halen de kosten voor groene stroom uit de energiefactuur. In plaats van de subsidiekosten voor zonnepanelen af te wentelen op de consumenten, willen we dat Electrabel & co de zwaarste lasten dragen. We romen ook de woekerwinsten van commerciële zonneparken af. Het is wraakroepend dat Fernand Huts & co miljoenen euros opstrijken voor hun zonnepanelenparken, op kosten van de consument.”
Hefbomen in eigen handen
Daarnaast pleit Mertens ook voor een vermaatschappelijking van de energiesector: “We willen de hefbomen van onze toekomst zelf in handen krijgen, energie is te belangrijk om ze aan de vrije markt over te laten. In een groene revolutie is er geen plaats voor Electrabel & co. In plaats van Engie, EDF & co pleiten we dan ook voor een openbare energievoorziening, in handen van de samenleving en onder democratische controle. Alleen op die manier kunnen we de chaos van de vrije markt vervangen door de geplande uitbouw van een duurzaam energiesysteem.”